Atag 50N Series Specification sheet

Handleiding voor installatie en gebruik van
gas-, gemengde en elektrische fornuizen. Serie:
Handleiding voor installatie en gebruik van
gas-, gemengde en elektrische fornuizen. Serie:
Handleiding voor installatie en gebruik van
Installations- und Bedienungsanleitung
für Gas-, Kombi- und Elektroherde. Serie:
Installations- und Bedienungsanleitung
für Gas-, Kombi- und Elektroherde. Serie:
Installations- und Bedienungsanleitung
Notice d'installation et d'utilisation des cuisinières
à gaz, mixtes et électrique. Séries:
Instructions for use and maintenance of gas, gas-
electric and electric cookers. Series:
Instructions for use and maintenance of gas, gas-
electric and electric cookers. Series:
Instructions for use and maintenance of gas, gas-
NL
FR
GB
GB
DE
50N
55N

2
Technische gegevens en
kenmerken
....................................
3
Installatie
................................
4 - 6
Ventilatie van de ruimte
...................
4
Plaatsing
..........................................
4
Aansluiting op de gastoevoer
..........
4
Aansluiting op het
elektriciteitstnet
................................
5
Elektrische ontsteking
.....................
5
De beveiligingsinrichting
..................
5
Voor de gebruiker
.................
6 - 13
Ventilatie van de ruimte
...................
6
Ontsteking van de branders
............
6
Ontsteking van de gasoven
.............
6
Ontsteking van de gasgrill
...............
7
De beveiligingsinrichting
..................
7
Elektrische ontsteking
.....................
7
Gebruik van de branders
van de kookplaat
.............................
8
Gebruik van elektrische plaatjes
.....
8
Gebruik van de gasoven
.................
8
Gebruik van de gas- of
elektrische grill
.................................
8
Elektrisch-statische oven
.................
9
Gebruik van het braadspit
...............
9
Elektrische geventileerde oven
.....
10
Elektrische multifunctieoven
met 4 programma's
........................
10
Elektrische multifunctieoven
..........
11
Oven met thermostaat
...................
11
Gebruik van de keukenwekker
......
11
Einde kooktijd programmeren
met een enkele knop
.....................
11
Bordenopwarmruimte
....................
11
Algemene aanbevelingen en opme-
rkingen
...........................................
11
Waar u op moet letten
...................
13
Algemene informatie
.....................
14
Woor het eerste gebruik
................
Woor het eerste gebruik ................Woor het eerste gebruik
14
De Richtlijn 2002/96/EG (AEEA)
...
15
Afbeeldingen
.......................
48 - 50
- Wij willen U danken voor het kiezen van
één van de kwaliteits-produkten van ons
bedrijf en het is onze nadrukkelijke wens
dat dit apparaat zal beantwoorden aan
de hoge eisen die U er terecht tijdens de
aankoop aan heeft gesteld. U wordt daarom
verzocht de instructies in deze handleiding
goed te lezen en nauwgezet op te volgen;
het spreekt vanzelf dat uitsluitend die
paragrafen in beschouwing dienen te
worden genomen die betrekking hebben op
accessoires en bedieningsknoppen welke
op Uw apparaat aanwezig zijn. De fabrikant
onthoudt zich van elke aansprakelijkheid
voor schade aan personen of zaken
veroorzaakt door een slechte installatie of
een niet juist gebruik van het apparaat.
- Ons bedrijf houdt zich het recht voor om,
ook zonder kennisgeving vooraf, met het
oog op technische verbeteringen en/of een
steeds betere kwaliteit van het produkt,
veranderingen aan te brengen, die in ieder
geval op generlei wijze ongemak bij de
gebruiker zullen veroorzaken.
- Voor het bestellen van onderdelen dient
het nr. van het model en het serienummer
dat op het speciale plaatje staat afgedrukt
op het bij uw wederverkoper ingediende
verzoek te worden vermeld. Het plaatje is
zichtbaar door de bordenopwarm-ruimte te
openen (indien aanwezig) of bevindt zich
aan de achterkant van de fornuizen.
- HET APPARAAT STEMT OVEREEN MET
DE RICHTLIJNEN:
- EEG 90/396
- EEG 73/23 en 93/68
- EEG 89/336 (Radiostoringen)
- EEG 89/109 (Contact met levens-
middelen)
-
2002/96/EG (AEEA)
VOOROPSTELLING
- Uitsluitend de gedeelten en hoofdstukken
met betrekking tot de accessoires aanwezig
in het door u gekochte fornuis zijn van
belang in deze handleiding.
Inleiding
Inhoud
NL

3
ELEKTRISCHE PLAATJES
ø 145 1,0 kW - Normaal plaatje
1,5 kW - Snel plaatje
ø 180 1,5 kW - Normaal plaatje
2,0 kW - Snel plaatje
VERMOGEN ELEKTRISCHE OVEN
oven (1,5 kW onder; 0,7 kW boven) 2,2 kW
grill 2,0 kW
Cat.:
zie plaatje met serienummer op de
omslag; Klasse 1 of 2.1
Fornuis van het type "
X
"
GASBRANDERS (inspuiters en capaciteit)
Gas Brandertype Inspuiter Beperkte Nominale
Gas Brandertype Inspuiter Beperkte Nominale
Gas Brandertype Inspuiter Beperkte Nominale
Gas Brandertype Inspuiter Beperkte Nominale
Gas Brandertype Inspuiter Beperkte Nominale
Gas Brandertype Inspuiter Beperkte Nominale
capaciteit capaciteit
capaciteit capaciteit
capaciteit capaciteit
capaciteit capaciteit
capaciteit capaciteit
capaciteit capaciteit
(kW) (kW)
(kW) (kW)
(kW) (kW)
(kW) (kW)
(kW) (kW)
(kW) (kW)
G25 hulpbrander 75 0,40 0,90
G25 hulpbrander 75 0,40 0,90
G25 hulpbrander 75 0,40 0,90
G25 hulpbrander 75 0,40 0,90
G25 hulpbrander 75 0,40 0,90
G25 hulpbrander 75 0,40 0,90
25 halfsnelle br. 105 0,40 1,85
25 halfsnelle br. 105 0,40 1,85
25 halfsnelle br. 105 0,40 1,85
25 halfsnelle br. 105 0,40 1,85
25 halfsnelle br. 105 0,40 1,85
25 halfsnelle br. 105 0,40 1,85
mbar snelle br. 132 0,85 3,00
mbar snelle br. 132 0,85 3,00
mbar snelle br. 132 0,85 3,00
mbar snelle br. 132 0,85 3,00
mbar snelle br. 132 0,85 3,00
mbar snelle br. 132 0,85 3,00
ovenbrander 132 1,00* 3,00
ovenbrander 132 1,00* 3,00
ovenbrander 132 1,00* 3,00
ovenbrander 132 1,00* 3,00
ovenbrander 132 1,00* 3,00
ovenbrander 132 1,00* 3,00
grillbrander 116 - 2,00
grillbrander 116 - 2,00
grillbrander 116 - 2,00
grillbrander 116 - 2,00
grillbrander 116 - 2,00
grillbrander 116 - 2,00
* Voor thermostat. Voor oven kraantje: 1,3 kW
TOEBEHOREN
Alle modellen zijn uitgerust met een bevei-
ligingsinrichting voor de branders van de
oven en grill.
De fornuizen kunnen voorts, afhankelijk van
het model, zijn uitgerust met:
- Een beveiligingsinrichting voor één of meer
branders van de kookplaat
- Elektrische ontsteking van de bovenste
branders
- Elektrische ontsteking van de branders van
de oven en grill
- Thermostaat (of kraantje) voor de oven
- Elektrische ovenverlichting
- Draaispit
- Brander van de grill
- Mechanische keukenwekker
- Programmering einde kooktijd met één
enkele knop
- Eén of meer elektrische plaatjes
Voor de POSITIES VAN DE BRANDERS zie
fi guur 1 op het eind van deze handleiding.
Voor het ELEKTRISCHE SCHEMA zie fi guur
2 op het eind van deze handleiding.
Het elektrische vermogen staat vermeld op
het plaatje met het serienummer. Dit plaatje
is zichtbaar door de bordenopwarmruimte
te openen (indien aanwezig) of bevindt zich
aan de achterkant van het fornuis.
Een kopie van het plaatje is op de omslag
van de handleiding geplakt (alleen voor gas-
of gemengde fornuizen).
Technische gegevens en kenmerkenNL
Nominale FornuizenFornzen
buitenafmetigen
50x50 54x54
Hoogte bij het werkblad cm. 85,0 cm. 85,0
Hoogte met geopend dek. cm. 133,0 cm. 137,0
Hoogte glazen deksel cm. 133,3 cm. 137,3
Diepte bij gesloten deur cm. 50,0 cm. 54,0
Diepte bij geopende deur cm. 96,0 cm. 100,0
Breedte cm. 50,0 cm. 54,0
Nominale FornuizenFornzen
50x50 54x54
Hoogte bij het werkblad cm. 85,0 cm. 85,0
Hoogte met geopend dek. cm. 133,0 cm. 137,0
Hoogte glazen deksel cm. 133,3 cm. 137,3
Diepte bij gesloten deur cm. 50,0 cm. 54,0
Diepte bij geopende deur cm. 96,0 cm. 100,0
Breedte cm. 50,0 cm. 54,0
Nominale FornuizenFornzen
50x50 54x54
Hoogte bij het werkblad cm. 85,0 cm. 85,0
Hoogte met geopend dek. cm. 133,0 cm. 137,0
Hoogte glazen deksel cm. 133,3 cm. 137,3
Diepte bij gesloten deur cm. 50,0 cm. 54,0
Diepte bij geopende deur cm. 96,0 cm. 100,0
Breedte cm. 50,0 cm. 54,0
Nuttige afmetingen Oven Oven
met ventilato
r
Breedte cm. 39,5 cm. 39,5
Diepte cm. 42,0 cm. 40,0
Hoogte cm. 31,5 cm. 31,5
Inhoud l. 52,0 l. 50,0
r
Nuttige afmetingen Oven Oven
Breedte cm. 39,5 cm. 39,5
Diepte cm. 42,0 cm. 40,0
Hoogte cm. 31,5 cm. 31,5
Inhoud l. 52,0 l. 50,0
Nuttige afmetingen Oven Oven
Breedte cm. 39,5 cm. 39,5
Diepte cm. 42,0 cm. 40,0
Hoogte cm. 31,5 cm. 31,5
Inhoud l. 52,0 l. 50,0

4
INSTALLATIE
De installatie moet worden uitgevoerd door
een deskundige, die zich aan de geldende
normen dient te houden.
Vóór de installatie controleren of de
karakteristieken van het lokale gas-
distributienet (aard en druk van het gas)
overeenstemmen met de afstelling van het
apparaat.
De afstellingsvoorwaarden van het
apparaat staan op het etiket op de omslag
beschreven.
Dit apparaat is niet aangesloten op een
afvoerinrichting voor verbrandingsprodukten.
Deze zal moeten worden geïnstalleerd en
aangesloten overeenkomstig de geldende
installatievoorschriften.
Dit apparaat mag uitsluitend in permanent
geventileerde ruimtes en overeenkomstig
de nationaal geldende normen worden
geïnstalleerd en functioneren.
VENTILATIE VAN DE RUIMTE
Voor een juiste verbranding van het gas
en een goede ventilatie dienen de ruimtes
waarin gasapparaten worden geïnstalleerd
goed te worden gelucht.
Vooral de toevoer van de lucht, noodzakelijk
voor de verbranding mag nooit minder dan
2 m
3
/h per elke kW nominaal geïnstalleerde
capaciteit bedragen.
PLAATSING
Het fornuis ontdoen van alle verpakkings-
accessoires, met inbegrip van de folies die
verchroomde of inox gedeelten bedekken.
Het fornuis op een droge, makkelijk
toegankelijke en tochtvrije plek plaatsen. De
noodzakelijke afstand van warmtegevoelige
wanden (hout, linoleum, papier enz.) in acht
nemen.
Het fornuis kan zowel vrijstaand geïnstal-
leerd worden (klasse 1) of tussen twee
meubels (in klasse 2 st 2-1), waarvan de
wanden tegen een temperatuur van 100°
C bestendig moeten zijn en die niet hoger
mogen zijn dan het werkblad.
AANSLUITING OP DE GASTOEVOER
Controleer alvorens de aansluiting op het
gasnet uit te voeren of het fornuis geschikt
is voor het type gas waarmee het zal worden
gevoed.
De aansluiting wordt aan de rechterkant
van het fornuis uitgevoerd. Als de slang
achterlangs moet lopen, moet deze langs
de onderkant van het fornuis lopen omdat
hier de temperatuur ongeveer 50° C zal
bedragen.
- Vaste aansluiting
(zie fi g. 3 A en B):
De aansluiting op het gas kan met een
metalen pijp of met een fl exibele metalen
buis worden uitgevoerd. Hiertoe de slan-
gaansluiting (indien reeds gemonteerd)
verwijderen en het verloopstuk op de
schroefdraadaansluiting van het inlaatstuk
draaien (zie fi g. 3 A). Het voor de vaste
verbinding te gebruiken verloopstuk bevindt
zich, indien niet reeds op het inlaatstuk
gemonteerd, bij de andere accessoires van
het fornuis. Is dit niet het geval, dan kunt u
het bij de wederverkoper kopen.
Indien de nationale normen dit toestaan,
kan de metalen pijp of buis volgens de gel-
dende voorschriften direct op de schroef-
draadaansluiting van het inlaatstuk worden
geschroefd, met een pakking ertussen (zie
fi g. 3 B).
Het gebruik van het verloopstuk wordt hoe
dan ook sterk aangeraden.
- Aansluiting met een rubberen slang op
slanghoud
er (zie fi g. 3 C en D):
Deze aansluiting wordt uitgevoerd met
een rubberen slang waarop het confor-
miteitsmerk met de geldende norm staat
afgedrukt. Deze slang moet uiterlijk op de
aangegeven datum worden vervangen en
dient aan beide uiteinden met behulp van
genormaliseerde slangklemmen bevestigd
en
over de gehele lengte voor inspectie
toegankelijk te zijn.
LET OP:
- Het gebruik van de slanghouder is al-
leen toegestaan voor vrijstaande instal-
latie. Indien het apparaat tussen twee
InstallatieNL

5
meu
bels
klasse 2 st. 2-1 geïnstalleerd
wordt, is alleen de vaste aansluiting
toegestaan.
BELANGRIJK:
- Controleer na installatie de goede afslui-
ting van de verbindingen
.
- Gebruik uitsluitend genormaliseerde rub-
berslangen.
- Voorkom knikken in de slang en houd hem
op afstand van hete wanden.
- Verwijzingen naar de installatie-voorwaar-
den voor de aansluiting van het apparaat
op het gas: ISO 7-1 (NL)
AANSLUITING OP HET ELEKTRICI-TEI-
TSTNET
Alvorens tot de aansluiting over te gaan,
controleren of:
- de netspanning overeen stemt met die
aangegeven op het plaatje met het
serienummer;
- de aardaansluiting voldoende is.
Als het stopcontact niet eenvoudig toeganke-
lijk is dient de installateur een onderbrekin-
gsschakelaar met contact-openingen van
minimaal 3 mm. te installeren.
Als het apparaat met een kabel zonder
stekker is uitgevoerd, moet de te gebruiken
stekker genormaliseerd zijn en dient er reke-
ning mee te worden gehouden dat:
- de geel-groene draad voor de aardaansluiting
moet worden gebruikt;
- de blauwe draad een neutrale leider is;
- de bruine draad voor de fase is;
- de kabel niet met wanden warmer dan 75°C
in aanraking mag komen;
- bij vervanging, de kabel van het H05RR-F
of H05V2V2-F type dient te zijn, met een
geschikte doorsnede (zie schema’s fi g. 2)
- als het apparaat zonder kabel mocht
zijn geleverd, dient een kabel van het
H05RR-F of H05V2V2-F type met een
geschikte doorsnede te worden gebruikt
(zie schema’s fi g. 2).
BELANGRIJK
: de fabrikant onthoudt zich
van enige verantwoordelijkheid voor scha-
de veroorzaakt door het niet naleven van
de voorschriften en geldende normen. Het
wordt aanbevolen de correcte aansluiting
van de aardverbinding van het apparaat te
controleren (zie schema’s fi g. 2).
FORNUIZEN UITGERUST MET ELEKTRI-
SCHE ONTSTEKING
De juiste afstanden tussen de elektrode
en de brander zijn vermeld in de fi guren
4, 5, 6.
Als er geen vonking plaatsvindt is het be-
ter niet te vaak te proberen: de generator
zou beschadigd kunnen raken. Mogelijke
oorzaken van het afwijkend- of niet goed
functioneren kunnen zijn:
- natte, aangekoekte of kapotte bougie;
- verkeerde afstand tussen brander en
bougie;
- draad naar de bougie kapot of zonder
isolatie;
- vonk ontlaadt naar de massa (in andere
gedeelten van het fornuis);
- de generator of de microschakelaar
kapot;
- luchtophoping in de leidingen (vooral na
lange periodes van stilstand);
- verkeerd gas-luchtmengsel (slechte
menging).
DE BEVEILIGINGSINRICHTING
De juiste afstand tussen het uiteinde van het
gevoelige element van het warmtekoppel
en de brander is aangegeven in de fi guren
4, 5, 6.
Om de effi ciëntie van de klep te controleren
als volgt te werk gaan:
- de brander aansteken en gedurende 3 min.
laten branden;
- de brander doven door de knop in de
sluitingsstand te plaatsen (
);
- na 90 seconden, voor de branders van de
plaat en 60 seconden, voor de branders van
de oven en de grill, de wijzer van de knop
op de stand "open" plaatsen.
- de knop in deze stand laten en een
brandende lucifer bij de brander houden:
DEZE MOET NIET GAAN BRANDEN.
InstallatieNL

6
Tijd noodzakelijk om tijdens het ontsteken
de magneet te bekrachtigen: ongeveer 10
seconden;
Tijd noodzakelijk voor de automatische in-
greep na het doven van de vlam: niet meer
dan 90 seconden voor de branders van de
plaat; niet meer dan 60 seconden voor de
branders van de oven en grill.
WAARSCHUWINGEN
- Alvorens tot technische ingrepen op het
fornuis over te gaan dient de stekker uit
het stopcontact te worden verwijderd en
de gastoevoer onderbroken.
- De controle op eventuele lekkages dient
niet met behulp van een lucifer te worden
uitgevoerd. Als men niet de beschikking
heeft over een speciaal controleapparaat,
kan schuim of zeepsop worden gebruikt.
- Bij het sluiten van de kookplaat erop toezien
dat de draden van de bougies (indien
aanwezig) zich niet in de nabijheid van de
inspuiters bevinden, om te voorkomen dat
zij daarop komen te rusten.
GEBRUIK VAN HET FORNUIS
VENTILATIE VAN DE RUIMTE
Het gebruik van een apparaat voor het koken
op gas zal leiden tot de produktie van warmte
en vocht in de ruimte waar het apparaat zich
bevindt. Er moet op worden toegezien dat het
fornuis altijd goed is geventileerd: de natuur-
lijke ontluchtingsopeningen geopend laten, of
een gedwongen afzuigkap installeren.
Bij een langer en intensief gebruik kan een
extra ventilatie noodzakelijk blijken, zoals
bijvoorbeeld het openen van een raam, of
een meer effi ciënte ventilatie, door bijvoor-
beeld het vermogen van de afzuigkap te
vergroten.
ONTSTEKING VAN DE BRANDERS OP DE
KOOKPLATEN
- Op de knop drukken en naar links draaien
tot aan het symbool
- Op de knop drukken en naar links draaien
op het bedienings-
paneel (hoogste stand van de vlam);
- tegelijkertijd een brandende lucifer bij de
kop van de brander houden;
- als een lagere vlam gewenst is de knop
nogmaals linksom draaien en de wijzer
op het symbool
(laagste stand van de
vlam).
VOOR BRANDERS VAN DE PLAAT DIE
MET EEN BEVEILIGINGSINRICHTING
ZIJN UITGERUS
T
- Drukken en linksom draaien tot het symbool
- Drukken en linksom draaien tot het symbool
op het bedieningspaneel (hoogste stand
van de vlam);
- een brandende lucifer bij de brander
houden en de knop gedurende 10 sec.
ongeveer ingedrukt houden;
- vervolgens de knop loslaten en controleren
of de brander blijft branden. Als dit niet
het geval mocht zijn, de bovenstaande
handeling herhalen.
ONTSTEKING VAN DE OVENBRANDER
- De deur van de oven openen;
- op de knop drukken en linksom draaien tot
aan de stand "maximum";
InstallatieNL Voor de gebruiker

7
- een brandende lucifer bij het gat in het
midden van de bodem van de oven houden
en de knop volledig indrukken (zie fi g. 7);
- door het gat in het midden van de bodem
controleren of de brander brandt en de knop
ingedrukt houden;
- na ongeveer 10 seconden, de knop loslaten
en controleren of de brander blijft branden.
Als dit niet het geval mocht zijn, de boven-
staande handeling herhalen.
ONTSTEKING VAN DE GRILLBRANDER
(GASGRILL)
- De knoppenbescherming plaatsen zoals
afgebeeld in de tekening fi g. 10;
- op de knop drukken en rechtsom draaien
tot het einde;
- een brandende lucifer bij de pijp met gaten
van de brander houden en de knop volledig
indrukken (zie fi g. 8);
- controleren of de brander brandt en de knop
ingedrukt houden;
- na ongeveer 10 seconden, de knop loslaten
en controleren of de brander blijft branden.
Als dit niet het geval mocht zijn, de boven-
staande handeling herhalen.
DE BEVEILIGINGSINRICHTING
De branders die met deze inrichting zijn uitge-
rust hebben het voordeel dat ze beschermd
zijn bij het ongewenst doven van de vlam. Als
dit mocht gebeuren zal de gastoevoer naar
de bewuste brander namelijk automatisch
worden onderbroken, en op die wijze zullen
de gevaren, verbonden aan het vrijkomen
van onverbrand gas worden voorkomen:
vanaf het moment dat de vlam dooft tot het
onderbreken van de gastoevoer mogen niet
meer dan 60 seconden verstrijken voor de
oven- en grillbranders en 90 seconden voor
die van de kookplaat.
BIJ FORNUIZEN UITGERUST MET ELEK-
TRISCHE ONTSTEKING
Hetgeen hierboven is gezegd blijft gehan-
dhaafd, maar de lucifer is vervangen door
een vonk die wordt verkregen door (ook
meerdere malen) op de knop te drukken die
zich op het bedieningspaneel bevindt, of door
op de knop van de brander te drukken die
moet worden aangestoken.
Indien de elektrische ontsteking bij bepaalde
gassoorten moeizaam gaat, is het raadzaam
de handeling met de knop op de minimum-
stand (kleine vlam) uit te voeren.
- Bij fornuizen uitgevoerd met een
elektrische ontsteking van de oven en
grill, is het
absoluut noodzakelijk
absoluut noodzakelijk
dat
het ontsteken uitsluitend bij een volledig
geopende deur geschiedt.
- Tijdens het ontsteken van de branders van
de oven en de grill die zijn uitgerust met de
ontstekingsinrichting, mag deze gedurende
niet meer dan 10 seconden worden
geactiveerd. Als na deze 10 seconden de
brander nog niet is gaan branden, moet de
ontstekingsoperatie worden onderbroken,
de deur open worden gelaten en gedurende
tenminste één minuut worden gewacht
alvorens opnieuw te proberen de brander
te ontsteken. Als hetzelfde euvel zich
opnieuw voordoet, moet tot het ontsteken
met de hand worden overgegaan en de
servicedienst worden gebeld.
LET OP
- Het is normaal dat het ontsteken moeizaam
gaat als het fornuis langere tijd niet is
gebruikt. Enkele minuten zullen genoeg
zijn om de lucht die zich in de leiding heeft
opgehoopt te verwijderen;
- het is in ieder geval noodzakelijk een
overdreven uitstroming van onverbrand
gas uit de branders te voorkomen. Als de
ontsteking niet binnen een redelijke tijd zou
mogen lukken, dient, na de knop op de
sluitstand te hebben geplaatst (
) dezelfde
handeling te worden herhaald;
- als de oven en de grill voor de eerste keer
worden ontstoken, is het mogelijk dat er
zich een typische brandlucht verspreidt en
dat er rook uit de mond van de oven komt.
Dit is het gevolg van de harsbehandeling en
van olieachtige resten die op de branders
zijn achtergebleven.
NL Voor de gebruiker

8
HET GEBRUIK VAN DE BRANDERS VAN
DE KOOKPLAAT
Altijd potten en pannen met een voor de
bewuste brander geschikte diameter ge-
bruiken. De vlammen dienen namelijk niet
onder de bodem van de pan uit te komen.
Wij raden aan:
- voor een hulpbrander = pan van tenminste
8 cm.
- voor de halfsnelle brander = pan van
tenminste 14 cm.
- voor snelbrander of kroon = pan van
tenminste 22 cm.
NOTA: de knop nooit in een stand halverwe-
ge het symbool voor de maximale vlam
NOTA: de knop nooit in een stand halverwe-
en
de gesloten stand (
) plaatsen.
VOOR FORNUIZEN MET ELEKTRISCHE
PLAATJE
S
De verschillende warmteniveaus worden op
de volgende wijze verkregen:
- stand 1 = minimale intensiteit voor alle
plaatjes;
- stand 6 = maximale intensiteit voor normale
plaatjes en snelle plaatjes (met rode
schijf)
- stand 0 = alles uit
De diameter van de pannen dient nimmer
kleiner dan die van de plaatjes te zijn en
de bodem moet zo plat mogelijk zijn (zie
fi g. 9).
LET OP
:
- De plaatjes niet zonder pannen laten
branden, met uitzondering van de eerste
keer, gedurende ongeveer 10 min., om
olie- en vochtresten op te laten drogen;
- als de plaat gedurende langere tijd niet zal
worden gebruikt, verdient het aanbeveling
de geverfde oppervlakte licht in te vetten;
- voorkomen dat vuil op het plaatje vastkoekt
om vervolgens niet genoodzaakt te zijn
deze schoon te moeten maken met
schuurmiddelen.
GEBRUIK VAN DE GASOVEN
- Na de brander te hebben ontstoken de oven
gedurende 10 minuten laten verwarmen;
- de te koken levensmiddelen in een normale
ovenschotel doen, en op het verchroomde
rooster plaatsen;
- het geheel indien mogelijk, in de 3e positie
in de oven stoppen en de wijzer van de
knop op de gewenste stand zetten;
- de kookfase kan door het venster van de
deur en met de verlichte oven worden
gecontroleerd. Op deze wijze wordt
voorkomen dat, afgezien van het oliën of
invetten van het gerecht, de deur te vaak
wordt geopend.
Stand thermostaat-
Temperatuur
knop in °C
1 150
2 170
3 190
4 210
5 230
6 250
7 270
BELANGRIJKE OPMERKING
: de druippan
nooit rechtstreeks voor het koken van gere-
chten gebruiken; deze is uitsluitend bedoeld
om vetten op te vangen die tijdens het koken
met de grill naar beneden druipen.
NOTA: Bij fornuizen zonder thermostaat:
- met de knop in de stand "maximum"
NOTA: Bij fornuizen zonder thermostaat:
=
270°C
- met de knop in de stand "minimum"
=
150°C
- alle andere temperaturen tussen de 150°C
en 270°C zullen respectievelijk tussen de
standen Min. en Max. liggen.
De knop nooit tussen de stand "maximum"
De knop nooit tussen de stand "maximum"
en gesloten (
) zetten.
HET GEBRUIK VAN DE GAS- OF ELEK-
TRISCHE GRIL
L
- De knoppenbescherming bevestigen (zie
fi g. 10);
- de brander aansteken en enkele minuten
de tijd te geven om op temperatuur te
komen, of de weerstand aandoen;
- de levensmiddelen op het rooster
NL Voor de gebruiker
knop in °C
1 150
2 170
3 190
4 210
5 230
6 250
7 270
Temperatuur
knop in °C
1 150
2 170
3 190
4 210
5 230
6 250
7 270

9
plaatsen;
- alles zo hoog mogelijk in de oven
plaatsen;
- de druippan hier onmiddellijk onder
plaatsen;
- de deur voorzichtig sluiten en tegen de
knoppenbescherming laten rusten;
- na enkele minuten het voedsel omdraaien
om de andere kant aan de infrarode stralen
bloot te stellen.
NOTA: de eerste keer dat de grill wordt
gebruikt, zal er rook uit de oven komen. Alvo-
rens levensmiddelen te koken, dient daarom
te worden gewacht tot eventuele olieresten
op de brander volledig zijn verbrand.
De grill moet uitsluitend op zijn nominale
caloriecapaciteit worden gebruikt.
LET OP: de bereikbare onderdelen kun-
nen heet zijn tijdens het gebruik van de
grill! Kinderen uit de buurt houde
n.
Het element van de grill, die bovenin de
oven is geplaatst, wordt in werking gesteld
door de knop van de thermostaat of van de
functiekeuzes rechtsom te draaien tot het
grillsymbool op het bedieningspaneel.
Het oplichten van het rode controlelampje
zal op de inwerkingstelling van het element
wijzen.
Ter oriëntatie kan de volgende tabel kunnen
worden gebruikt, waarbij dient worden opge-
merkt dat er variaties mogelijk zijn, afhanke-
lijk van de kwaliteit en de hoeveelheid van
de te koken gerechten en ieders persoonlijke
voorkeur.
Te grilleren Tijdsduur in minuten
levensmiddelen 1e zijde 2e zijde
Dunne vleessoorten
6 4
Dikke vleessoorten 8 5
Dunne vis 10 8
Flinke vis 15 12
Worstjes 12 10
Geroosterd brood 5 2
Klein gevogelte 20 15
ELEKTRISCH STATISCHE OVEN
- Het rooster van de oven dient om de
normale ovenschotels, voor gebak of
gebraden gerechten, op te zetten, of om
rechtstreeks vlees op te grilleren.
- De druippan dient uitsluitend voor het
opvangen van sappen afkomstig van de
gerechten, en mag nooit als kookpan
worden gebruikt.
De oven of de grill worden met behulp van
een enkele knop aangestoken.
Vanuit de stand 0 (uit) en door de knop
rechtsom te draaien, worden de volgende
standen verkregen:
- symbool
standen verkregen:
: ontsteking van de
ovenverlichting (die, ook als de wijzer van
de knop op andere standen staat, altijd zal
blijven branden ).
- standen van 1 tot 8 (oftewel van 60 tot
250°C): toenemende verwarming van de
oven met thermostaatregeling.
- symbool
oven met thermostaatregeling.
: ontsteking van de grill
(bovenin de oven).
- symbool
: ontsteking van het braadspit
met brandende grill.
Om de wijzer van de knop op de 0 stand te
zetten (uit) dient de knop linksom te worden
gedraaid.
NOTA - Het gele controlelampje zal gaan
branden afhankelijk van de stand van de
thermostaat.
Alvorens de te koken levensmiddelen in de
oven te plaatsen, moet de oven gedurende
ten minste 10 minuten worden voorverwar-
md.
Stand thermostaat-
Temperatuur
knop in °C
1 60
2 80
3 110
4 140
5 170
6 200
7 220
8 250
NL Voor de gebruiker
levensmiddelen 1e zijde 2e zijde
Dunne vleessoorten
Dikke vleessoorten 8 5
Dunne vis 10 8
Flinke vis 15 12
Worstjes 12 10
Geroosterd brood 5 2
Klein gevogelte 20 15
Te grilleren Tijdsduur in minuten
levensmiddelen 1e zijde 2e zijde
6 4
Dikke vleessoorten 8 5
Dunne vis 10 8
Flinke vis 15 12
Worstjes 12 10
Geroosterd brood 5 2
Klein gevogelte 20 15
levensmiddelen 1e zijde 2e zijde
6 4
Dikke vleessoorten 8 5
Dunne vis 10 8
Flinke vis 15 12
Worstjes 12 10
Geroosterd brood 5 2
Klein gevogelte 20 15
knop in °C
knop in °C
Temperatuur
knop in °C
1 60
2 80
3 110
4 140
5 170
6 200
7 220
8 250
knop in °C

10
GEBRUIK VAN HET BRAADSPIT
- De knoppenbescherming bevestigen zoals
afgebeeld in de tekening 11;
- de brander van de grill aansteken, of het
element van de grill activeren;
- het te koken vlees op het spit rijgen en met
behulp van twee grote vorken in het midden
van de oven plaatsen;
- de punt van het spit in de naaf van het
motortje plaatsen;
- de handgreep van het spit verwijderen;
- de druippan op het laagste niveau van de
oven plaatsen;
- de deur zachtjes dichtdoen en tegen de
knoppenbescherming laten rusten;
- het motortje activeren door op de speciale
schakelaar op het symbool te drukken.
- het vlees van tijd tot tijd invetten. Als het
vlees gaar is de handgreep op het spit
plaatsen en het geheel uit de naaf van het
motortje trekken.
ELEKTRISCHE GEVENTILEERDE OVEN
- Het rooster van de oven dient om de
normale ovenschotels, voor gebak of
gebraden gerechten, op te zetten, of om
rechtstreeks vlees op te grilleren.
- De druippan dient uitsluitend voor het
opvangen van sappen afkomstig van de
gerechten, en mag nooit als kookpan
worden gebruikt.
De oven of de grill worden met behulp van
een enkele knop aangestoken.
Vanuit de stand 0 (uit) en door de knop
rechtsom te draaien, worden de volgende
standen verkregen:
- symbool
standen verkregen:
: ontsteking van de
ovenverlichting (die, ook als de wijzer van
de knop op andere standen staat, altijd
zal blijven branden ) en werking van de
ventilator.
- standen van 60 tot 220°C: toenemende
verwarming van de oven met
thermostaatregeling.
- symbool
thermostaatregeling.
: ontsteking van de grill
(bovenin de oven).
Om de wijzer van de knop op de 0 stand te
zetten (uit) dient de knop linksom te worden
gedraaid.
NOTA - Het gele controlelampje zal gaan
branden afhankelijk van de stand van de
thermostaat.
Alvorens de te koken levensmiddelen in de
oven te plaatsen, moet de oven gedurende
ten minste 10 minuten worden voorverwar-
md.
ELEKTRISCHE MULTIFUNCTIEOVEN
MET 4 PROGRAMMA’S
Dankzij verschillende, door een enkele knop
bediende en door een thermostaat gecon-
troleerde warmte-elementen, biedt deze
oven verscheidene kookmogelijk-heden,
gebaseerd op drie fundamentele warmtebron
principes:
a) Gedwongen warmtespreiding
(geventileerde oven)
b) Spontane warmtespreiding (convectie- of
statische oven)
c) Infrarode stralen (grill).
Uitgaand van de 0 stand (uit) en door de knop
rechtsom te draaien, worden de volgende
standen verkregen:
- Symbool
standen verkregen:
: ontsteking van de
ovenverlichting en rode controlelampje.
- Symbool
o f
ovenverlichting en rode controlelampje.
: conventionele
kookmethode, "statische" oven, de
temperatuur van de oven wordt met behulp
van de thermostaatknop ingesteld.
- Symbool
of
van de thermostaatknop ingesteld.
: koken met geventileerde
oven, op één of twee niveaus. De
temperatuur van de oven wordt met behulp
van de thermostaatknop ingesteld.
- Symbool
of
van de thermostaatknop ingesteld.
: ontsteking van de grill
(bovenin de oven), de thermostaatknop
moet in de stand van de maximale
temperatuur staan.
In alle standen, met uitzondering van de 0
stand, zal het rode controlelampje en de
ovenverlichting branden.
NOTA: Het gele controlelampje zal gaan
branden afhankelijk van de stand van de
thermostaat.
NL Voor de gebruiker

11
Alvorens de te koken levensmiddelen in de
oven te plaatsen, moet de oven gedurende
ten minste 10 minuten worden voorverwar-
md.
- Het rooster van de oven dient om de
normale ovenschotels, voor gebak of
gebraden gerechten op te zetten, of om
rechtstreeks vlees op te grilleren.
- De druippan dient uitsluitend voor het
opvangen van sappen afkomstig van de
gerechten, en mag nooit als kookpan te
worden gebruikt.
- Als gelijktijdig op twee hoogtes wordt
gekookt, moet er rekening mee worden
gehouden dat de kooktijden kunnen
verschillen.
ELEKTRISCHE MULTIFUNCTIEOVEN
Dankzij de verschillende, door een enkele
knop bediende en door een thermostaat ge-
controleerde warmte-elementen, biedt deze
oven verscheidene kookmogelijk-heden,
gebaseerd op drie fundamentele warmtebron
principes:
a) Gedwongen warmtespreiding
(geventileerde oven)
b) Spontane warmtespreiding (convectie- of
statische oven)
c) Infrarode stralen (grill).
Uitgaand van de 0 stand (uit) en door de knop
rechtsom te draaien, worden de volgende
standen verkregen:
- symbool
,
,
of
: ontsteking van
de ovenverlichting en rode controlelampje,
activatie ventilator.
- symbool
,
,
of
: conventionele
kookmethode, "statische" oven, de
temperatuur van de oven wordt met behulp
van de thermostaatknop ingesteld.
- symbool
,
,
of
van de thermostaatknop ingesteld.
: koken
met geven-tileerde oven, op één of twee
niveaus. De temperatuur van de oven
wordt met behulp van de thermostaatknop
ingesteld.
- symbool
,
,
of
: ontsteking
van de grill (bovenin de oven), de knop van
NL Voor de gebruiker
de thermostaat moet in de hoogste stand
staan
- symbool
,
,
of
: infrarood
koken, met "bekrachtigde" grill, aanbevolen
voor grotere spijzen; de knop van de
thermostaat moet in de hoogste stand
staan.
- symbool
,
,
,
: snelkoken
met geventileerde oven, de knop van de
thermostaat moet in de hoogste stand
staan.
- symbool
,
,
of
: langzaam
koken met geventileerde oven, de knop van
de thermostaat moet in de hoogste stand
staan.
In alle standen, met uitzondering van de 0
stand, zal het rode controlelampje en de
ovenverlichting branden.
NOTA - Het gele controlelampje zal gaan
branden afhankelijk van de werking van de
thermostaat.
Alvorens de te koken levensmiddelen in de
oven te plaatsen, moet de oven gedurende
ten minste 10 minuten worden voorverwar-
md.
- Het rooster van de oven dient om de
normale ovenschotels, voor gebak of
gebraden gerechten op te zetten, of om
rechtstreeks vlees op te grilleren.
- De druippan dient uitsluitend voor het
opvangen van sappen afkomstig van de
gerechten, en mag nooit als kookpan te
worden gebruikt.
- Als met de geventileerde oven wordt gekookt
is het mogelijk tegelijkertijd twee roosters
te gebruiken. Er moet evenwel rekening
worden gehouden met de mogelijkheid
dat de kooktijden kunnen variëren als de
gerechten onderling, voor wat betreft de
aard en hoeveelheid, verschillen.
OVENS MET THERMOSTAAT
Als tijdens het koken een afwijkend gedrag
van de temperatuur wordt waargenomen,
dient een technicus te worden gewaarschu-
wd om de thermostaat te laten controleren.

12
GEBRUIK VAN DE KEUKENWEKKER
(fi g. 12
)
De noodzakelijk geachte tijd voor het koken
instellen door de knop van de keukenwekker
rechtsom te draaien. Aan het eind van de
ingestelde tijd zal een alarm afgaan.
PROGRAMMEREN VAN HET EINDE VAN
DE KOOKTIJD MET EEN ENKELE KNOP
(ZONDER KLOK) (fi g. 13)
Maakt het mogelijk de duur van de kooktijd
in te stellen.
Werking:
- De knop op de gewenste kooktijd instellen
(max. 120 min. bij een elektrische oven;
max. 100 min. bij een gasoven).
- De temperatuur met behulp van de thermo-
staatknop instellen en de keuzeschakelaar
op de gekozen kookmethode instellen.
- Als de keuzeknop van de programmering
op het symbool 0 staat is de kooktijd
beëindigd. De kooktijd wordt automatisch
onderbroken.
- De thermostaatknop op het symbool
terugzetten.
- De keuzeknop op het symbool 0
terugzetten.
N.B.: Als de programmering niet wordt ge-
bruikt, zal de oven uitsluitend functioneren
indien de keuzeknop van de programmering
in de handbediende stand
indien de keuzeknop van de programmering
staat.
BORDENOPWARMRUIMTE
Om de bordenopwarmruimte te openen, met
een hand de klep opheffen (zie fi g. 14).
Om de ruimte te sluiten, de klep eenvoudig
in zijn zitting duwen.
ALGEMENE AANBEVELINGEN EN OP-
MERKINGEN
- De elektrische aansluiting moet altijd
worden verbroken alvorens werkzaam-
heden binnen de oven uit te voeren of op
plaatsen waar de mogelijkheid bestaat met
gedeelten onder spanning in aanraking te
komen.
- De bordenopwarmruimte niet gebruiken
om brandbare vloeistoffen of niet-hitte
bestendige voorwerpen zoals hout,
papier, spuitbussen, lucifers, enz. in op te
bergen.
- Regelmatig de rubberen toevoerslang
controleren en erop toezien dat zij niet te
dicht langs hete wanden loopt, geen knikken
heeft of ingeklemd is, en verder in goede
staat verkeert. Op uiterlijk de aangegeven
datum moet de slang worden vervangen en
moeten de twee uiteinden met behulp van
genormaliseerde slangeklemmen worden
bevestigd.
- Mochten de kraantjes na verloop van tijd
stroever gaan draaien, dan dient men zich
tot de Servicedienst te wenden.
- De geëmailleerde of verchroomde delen
moeten met lauw zeepsop of met niet
schurende schoonmaakmiddelen worden
schoongemaakt. De bovenste branders
en de vlamverdelers kunnen daarentegen
ook met een metalen borsteltje worden
ontkoekt. Goed afdrogen.
- Geen schuurmiddelen gebruiken voor
het schoonmaken van geëmailleerde of
verchroomde delen.
- De kookplaat moet tijdens het schoonmaken
niet overstromen. Erop toezien dat er geen
water of ander materiaal in de openingen
van de branderhouders komt, daar dit
gevaar op zou kunnen opleveren.
- De bougie voor de elektrische ontsteking
moeten na elk gebruik schoon worden
gemaakt en afgedroogd; vooral als er is
gemorst of overgekookt.
- Om barsten of breken van de glazen
deksels te voorkomen, deze niet sluiten
zolang de branders of de plaatjes van de
kookplaat nog heet zijn.
- Niet tegen de geëmailleerde delen en
bougies (indien aanwezig) stoten.
- Als het fornuis niet wordt gebruikt, wordt
het aanbevolen de hoofdkraan (of de kraan
aan de muur) van het gas te sluiten.
- Til het fornuis nooit op aan de handgreep
van de ovendeur
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden
NL Voor de gebruiker

13
gesteld voor schade aan personen of zaken
als gevolg van een slechte installatie of een
niet juist gebruik van het fornuis.
Bij afwijkingen, en vooral als er gaslekken
of lekstromen worden geconstateerd,
dient onmiddellijk een technicus te wor-
den geraadpleegd
.
WAAR U OP MOET LETTEN
¤ Dit toestel mag alleen door een erkend
installateur worden aangesloten. Schade
ontstaan door verkeerd aansluiten valt niet
onder de garantie.
¤ Volg voor de aansluiting altijd de plaatselijk
geldende voorschriften op.
¤ Reparaties mogen alleen door een bevoe-
gd servicemonteur worden uitgevoerd.
¤ Gebruik het toestel niet als het bescha-
digd is.
¤ Bij reparatie of schoonmaakbeurten moet
het toestel afgesloten worden van stroom en
gas. Neem de stekker uit de contactdoos of
draai de schakelaar in de meterkast op nul
(gaskookplaten met vonkontsteking). Draai
de gaskraan in de toevoerleiding dicht.
¤ Bij het gebruik van gas-kookapparatuur
ontstaat warmte en vocht in de ruimte
waar het toestel is geplaatst. Let op dat
de ruimte voldoende is geventileerd: houd
natuurlijke ventilatieopeningen open. Bij
langdurig gebruik van de kookplaat kan ex-
tra ventilatie noodzakelijk zijn,bijvoorbeeld
een open raam.
¤ Dit kooktoestel is ontworpen voor huishou-
delijk gebruik. Gebruik het alleen voor het
bereiden van gerechten.
¤ Bij koken en braden worden de branders
heet. Let op als er kinderen in de buurt zijn.
¤ De ovenruit kan door langdurig gebruik van
NL Voor de gebruiker
de oven op de maximale temperatuur (bijv.
bij het grilleren) warm worden. Let op als
er kinderen in de buurt zijn.
¤ Vet en olie zijn bij oververhitting ontvlam-
baar. Blijf in de buurt tijdens het bereiden
van gerechten.
¤ Gebruik het toestel niet voor het verwar-
men van de keuken.
¤ Gebruik nooit kunststof of aluminiumfolie
(bijvoorbeeld de bakjes van kant-en-klaar
gerechten) om gerechten in te bereiden.
Door de hoge temperatuur kunnen ze
smelten.
¤ Wees voorzichtig met snoeren van elek-
trische apparaten, zoals van een mixer.
Deze kunnen bekneld raken tussen de deur
van de hete oven of terecht komen op hete
branders.
¤ Gebruik de oven en de opberglade niet
voor brandgevaarlijke of licht vervormbare
materialen.
¤ Nooit op een geopende deur zitten of staan.
De deur kan ontzet raken of het fornuis kan
naar voren kantelen.
WAAR U OP MOET LETTEN
¤ Bedek de ovenbodem nooit met alumi-
niumfolie en plaats ook geen bakblikken of
-vormen op de ovenbodem. De folie houdt
namelijk de hitte tegen, waardoor emaille-
schade ontstaat en het bakresultaat ongun-
stig beïnvloed wordt.
¤ Giet nooit water in de hete oven. Hierdoor
kan emailleschade ontstaan.
¤ In verband met de elektrische veiligheid
mag het toestel niet met hogedrukreinigers
of stoomreinigers schoongemaakt worden.
¤ Controleer voordat u het toestel aansluit, of

14
NL Voor de gebruiker
de aanduiding van het voltage van het
toestel overeenkomt met de netspanning in
uw woning.
¤ Open nooit de behuizing van het toestel en
verander de mechanische en/of elektrische
opbouw van het toestel niet. Dit kan leiden
tot gevaarlijke situaties (aanraken van span-
ningvoerende onderdelen) en storingen.
¤ Het toestel mag niet met een verlengkabel
op de netspanning worden aangesloten. Dit
kan leiden tot onveilige situaties (overve-
rhitting).
¤ Verwarm nooit gesloten conservenblikken.
Er onstaat een overdruk in het blik, waardoor
het kan exploderen.
¤Bereid diepvriesproducten zoals pizza’s
bij voorkeur op het rooster, bedekt met
bakpapier. Bij gebruik van de bakplaat kan
deze vervormen door het grote tempera-
tuurverschil.
¤ Zorg ervoor dat gerechten altijd voldoende-
verhit worden. De tijd die daarvoor nodig
is, hangt van vele factoren af, zoals de ho
veelheid en het soort gerecht. De eventueel
in het voedsel aanwezige bacteriën worden
alleen gedood als het voedsel minimaal 10
minuten bij een temperatuur hoger dan 70
°C verhit wordt. Laat het voedsel wat langer
garen, als u niet zeker weet of het voedsel
genoeg verhit is.
¤ Bij het bereiden van gerechten die alcohol
bevatten, kan de alcohol door de hoge tem-
peraturen verdampen. De damp kan vlam
vatten als hij in aanraking komt met een heet
ovenelement.
¤ Zet de afdekplaat altijd omhoog bij gebruik
van de kookplaat. Alvorens de afdekplaat
omhoog te zetten, moet u er voor zorgen
dat deze droog is.
¤Laat het toestel afkoelen voordat u de
afdekplaat sluit.
¤ Wees voorzichtig met licht ontvlambare
materialen in de omgeving van het toestel;
denk bijvoorbeeld aan kleding
ALGEMENE INFORMATIE
Over temperaturen bij het gebruik van
een fornuis
Elektro- en gasfornuizen behoren tot de
categorie verwarmingsapparatuur. Vanwege
natuurkundige principes is een warmteover-
dracht tussen oven of kookplaat en de omge-
ving onvermijdelijk. Deze overdracht kan
door isolatie beïnvloed, maar niet verhinderd
worden.
Bij het gebruik van de oven wordt de oven-
deur warm. Hoe warm de ovendeur wordt,
hangt af van de ingestelde oventemperatuur
en de bereidingstijd.
De meeste recepten gebruiken oventem-
peraturen beneden de 200 °C. In sommige
gevallen is een temperatuur van 250 °C (kort
braden) nodig. Bij deze hoge temperaturen
kunnen de kookplaat, het bedieningspaneel
en de handgreep relatief warm worden,
afhankelijk van de tijdsduur.
Deze verhoging van de temperatuur valt
binnen de door de norm toegestane waarde,
hetgeen blijkt uit het keurmerk (zie type-
plaatje).
Bij het gebuik van een brander van de
gaskookplaat worden de vangschaal en de
andere branders warm, dit is normaal.
VOOR HET EERSTE GEBRUIK
Afvoeren verpakking en toestel
Tijdens productie en transport worden be-
schermingsmaterialen gebruikt om het for-
nuis tegen beschadigingen te beschermen.
Daarbij wordt uit milieu-overwegingen

15
NL Voor de gebruiker
alleen het hoogst noodzakelijke materiaal
gebruikt.
Voer de gebruikte beschermingsmaterialen
en de verpakking op verantwoorde wijze en
conform de overheidsbepalingen af.
De overheid kan u ook informatie verschaf-
fenover het op verantwoorde wijze afvoeren
van afgedankte huishoudelijke apparaten.
Maak het afgedankte toestel onbruikbaar
door de stekker uit de contactdoos te halen
en het aansluitsnoer door te knippen.
Alle gebruikte materialen zijn recyclebaar en
dus milieuvriendelijk. Door hergebruik van
deze materialen zijn minder grondstoffen
nodig en wordt de hoeveelheid afval ver-
minderd.
Oven gebruiksklaar maken
Verwijder de bakplaat en het rooster uit de
oven en reinig ze met een sopje van een
afwasmiddel of allesreiniger.
Schakel de oven 90 minuten lang in op de
hoogste stand. Zie hiervoor ook pagina 8.
Opmerking
Als de oven voor de eerste maal sterk verhit
wordt, zult u een “nieuwigheidsluchtje”
ruiken. Dit is normaal.
Na het afkoelen de oven met warm water
schoonmaken.
DE RICHTLIJN 2002/96/EG (AEEA) INFOR-
MATIE VOOR DE GEBRUIKERS
Fig. A
Deze aanvullende informatie is uitsluitend
bestemd voor eigenaars van apparaten met
bestemd voor eigenaars van apparaten met
het symbool van (Fig. A) op de sticker met
het symbool van (Fig. A) op de sticker met
de technische specifi caties, aangebracht op
de technische specifi caties, aangebracht op
het product zelf (typeplaatje)
het product zelf (typeplaatje)
:
Dit symbool wijst erop dat het product in
overeenstemming met de geldende nor-
men is geclassificeerd als elektrische of
elektronische apparatuur, en conform is aan
de Richtlijn 2002/96/EG (AEEA) en dus, op
het eind van de nuttige levensduur ervan,
verplicht apart van het huishoudelijke afval
zal moeten worden behandeld, door koste-
loze overhandiging aan een centrum voor
de gescheiden inzameling van elektrische
en elektronische apparaten, of door het ter-
ugbrengen ervan aan de wederverkoper bij
aanschaf van een vergelijkbaar apparaat.
De gebruiker is er verantwoordelijk voor
dat het apparaat op het eind van diens lev-
ensduur wordt ingeleverd bij de geschikte
inzamelingsstructuren, op straffe van de
sancties voorzien in de geldende wetgeving
inzake afvalverwijdering.
De juiste gescheiden inzameling voor de
daaropvolgende recycling, behandeling en
milieuvriendelijke verwerking van het af-
gedankte apparaat draagt bij aan het vermi-
jden van mogelijke negatieve gevolgen voor
het milieu en de gezondheid en bevordert de
recycling van de materialen waarmee het
product is samengesteld.
Voor meer gedetailleerde informatie inzake
de beschikbare inzamelingssystemen moet
u zich wenden tot plaatselijke afvalverwerk-
ingsorganisatie, of tot de winkel waar u het
apparaat heeft aangeschaft.
De producenten en importeurs zullen zowel
rechtstreeks als door deelneming in een
collectief systeem voldoen aan hun verant-
woordelijkheid voor de recycling, behande-
ling en milieuvriendelijke verwerking
.

16
Technische Daten und
Eigenschaften
.............................
17
Installation
..........................
17 -
20
Belüftung des Aufstellorts
..............
17
Aufstellung
.....................................
18
Gasanschluß
.................................
18
Elektroanschluß
.............................
18
Elektrische Zündung
......................
19
Zündsicherung
...............................
19
Für den Benutzer
................
20 - 26
Belüftung des Aufstellorts
..............
20
Zündung der Kochstellen
..............
20
Zündung des Backofens
................
20
Zündung des Gasgrills
..................
20
Zündsicherung
...............................
20
Elektrische Zündung
......................
20
Benutzung der Kochstellen der
Gaskochmulde
..............................
21
Benutzung der Kochplatten
...........
21
Benutzung des Gasbackofens
......
21
Benutzung des Gas-
oder Elektrogrills
............................
22
Benutzung des konventionellen
Backofens
......................................
22
Benutzung des Drehspießes
.........
23
Benutzung des heissluft
elektrobackofens
...........................
23
benutzung des elektrobackofens
mit mehrfach-heisystem
................
24
Benutzung des Multifunktionselektro-
backofens
......................................
24
Backofen mit Thermostat
..............
25
Benutzung des Kurzzeitweckers
...
25
Benutzung der
Zeitschaltautomatik
.......................
Zeitschaltautomatik .......................Zeitschaltautomatik
25
Warmhaltefach
..............................
25
Ratschläge und allgemeine
Hinweise
........................................
25
Richtlinie 2002/96/EG (WEEE)...............26
Abbildungen
........................
48 - 50
Einführung
- Wir danken Ihnen, daß Sie sich für eines
unserer Qualitätsprodukte entschieden
haben, und hoffen, daß es all Ihren
Erwartungen entsprechen möge. Damit
Sie Ihr neues Gerät optimal nutzen können,
empfehlen wir Ihnen, die Anweisungen
des vorliegenden Handbuchs genau zu
befolgen. Selbstverständlich müssen Sie
nur die Anweisungen berücksichtigen,
die sich auf die Ausstattung und die
Bedieneinrichtungen beziehen, über die
Ihr Gerät verfügt. Der Hersteller haftet nicht
für Schäden an Sachen oder Personen,
die auf eine nicht fachgerecht ausgeführte
Installation oder den unsachgemäßen
Gebrauch des Geräts zurückzuführen
sind.
- Im Bestreben Geräte herzustellen, die
stets auf dem neuesten Stand der Technik
sind, behält sich der Hersteller das Recht
zu Änderungen im Rahmen der Produkt-
verbesserung auch ohne Vorankündigung
vor, selbstverständlich ohne daß hieraus
dem Kunden ein Nachteil entsteht.
- Bei Anforderungen von Ersatzteilen
beim Händler sind die Modellnummer
und die Seriennummer, die auf dem
Typenschild eingestanzt sind, anzugeben.
Das Typenschild befindet sich in der
Geschirrlade (falls vorhanden) oder auf der
Rückwand des Herdes.
- GERÄT ENSTPRICHT DEN RICHT-
LINIEN:
- 90/396/EWG;
- 73/23/EWG und 93/68/EWG;
- 89/336/EWG (Funkstörungen)
- 89/109/EWG (Kontakt mit
Lebensmitteln)
- 2002/96/EG (WEEE)
VORBEMERKUNG
- Bei der Lektüre des vorliegenden
Handbuchs nur die Kapitel und Abschnitte
berücksichtigen, die sich auf die Ausstattung
des erworbenen Küchenherds beziehen.
InhaltsverzeichnisDE

17
Technische Daten und Eigenschaften
Nennaußenmaße
Herde Herde
Herde Herde
50x50 54x54
50x50 54x54
50x50 54x54
50x50 54x54
Höhe (Kochmulde) cm 85,0 cm 85,0
Höhe (Kochmulde) cm 85,0 cm 85,0
Höhe (Kochmulde) cm 85,0 cm 85,0
Höhe (bei aufgeklapptemDeck)
cm133,0 cm137,0
cm133,0 cm137,0
cm133,0 cm137,0
Höhe (mit Glasabdeckung) cm133,3 cm137,3
Höhe (mit Glasabdeckung) cm133,3 cm137,3
Höhe (mit Glasabdeckung) cm133,3 cm137,3
Tiefe (bei geschlossener Tür) cm 50,0 cm 54,0
Tiefe (bei geschlossener Tür) cm 50,0 cm 54,0
Tiefe (bei geschlossener Tür) cm 50,0 cm 54,0
Tiefe (bei geöffneter Tür) cm 96,0 cm100,0
Tiefe (bei geöffneter Tür) cm 96,0 cm100,0
Tiefe (bei geöffneter Tür) cm 96,0 cm100,0
Breite cm 50,0 cm 54,0
Breite cm 50,0 cm 54,0
Breite cm 50,0 cm 54,0
BRENNER (Düsen und Wärmebelastungen)
Gas Brenner Düse Kleinstell- Nennwär-
Gas Brenner Düse Kleinstell- Nennwär-
Gas Brenner Düse Kleinstell- Nennwär-
Gas Brenner Düse Kleinstell- Nennwär-
Gas Brenner Düse Kleinstell- Nennwär-
Gas Brenner Düse Kleinstell- Nennwär-
me- wärmebe- belastung
me- wärmebe- belastung
me- wärmebe- belastung
me- wärmebe- belastung
me- wärmebe- belastung
lastung (kW) (kW)
lastung (kW) (kW)
lastung (kW) (kW)
lastung (kW) (kW)
lastung (kW) (kW)
lastung (kW) (kW)
G25 Hilfsbrenner 75 0,40 0,90
G25 Hilfsbrenner 75 0,40 0,90
G25 Hilfsbrenner 75 0,40 0,90
G25 Hilfsbrenner 75 0,40 0,90
G25 Hilfsbrenner 75 0,40 0,90
25 Normalbrenner 105 0,40 1,85
25 Normalbrenner 105 0,40 1,85
25 Normalbrenner 105 0,40 1,85
25 Normalbrenner 105 0,40 1,85
25 Normalbrenner 105 0,40 1,85
25 Normalbrenner 105 0,40 1,85
mbar Starkbrenner 132 0,85 3,00
mbar Starkbrenner 132 0,85 3,00
mbar Starkbrenner 132 0,85 3,00
mbar Starkbrenner 132 0,85 3,00
mbar Starkbrenner 132 0,85 3,00
mbar Starkbrenner 132 0,85 3,00
Backofen 132 1,00* 3,00
Backofen 132 1,00* 3,00
Backofen 132 1,00* 3,00
Backofen 132 1,00* 3,00
Backofen 132 1,00* 3,00
Backofen 132 1,00* 3,00
Grill 116 2,00
Grill 116 2,00
Grill 116 2,00
Grill 116 2,00
Grill 116 2,00
Grill 116 2,00
* Für Thermostat. Im Fall von Gashahn: 1,3 kW
KOCHPLATTEN
ø 145 1,0 kW - Normalplatte
1,5 kW - Schnellkochplatte
ø 180 1,5 kW - Normalplatte
2,0 kW - Schnellkochplatte
LEISTUNG ELEKTROBACKOFEN
Backofen 1,5 kW unten; 0,7 kW oben 2,2 kW
Grill 2,0 kW
Kat.: siehe Typenschild auf Deckblatt
Klasse 1 bzw. 2.1
Herde der Wärmeschutzklasse "X”
AUSSTATTUNG
Alle Modelle verfügen über Zündsicherungen
für Backofen und Grill.
Je nach Modell können die Herde außerdem
über folgende Einrichtungen verfügen:
- Zündsicherung für einen oder mehrere
Brenner der Kochmulde;
- elektrische Zündung der Kochstellen;
- elektrische Zündung des Backofens und des
Grills;
DE
Nutzmaße
Backofen Backofen
mit Ventilator
Breite cm. 39,5 cm. 39,5
Tiefe cm. 42,0 cm. 40,0
Höhe cm. 31,5 cm. 31,5
Inhalt l. 52,0 l. 50,0
Backofen Backofen
mit Ventilator
Breite cm. 39,5 cm. 39,5
Tiefe cm. 42,0 cm. 40,0
Höhe cm. 31,5 cm. 31,5
Inhalt l. 52,0 l. 50,0
Breite cm. 39,5 cm. 39,5
Tiefe cm. 42,0 cm. 40,0
Höhe cm. 31,5 cm. 31,5
Inhalt l. 52,0 l. 50,0
- Thermostat (oder Hahn) für den Backofen;
- Backofenbeleuchtung;
- Drehspieß;
- Brenner für Grill;
- mechanischer Kurzzeitwecker;
- Zeitschaltautomatik;
- eine oder mehrere elektrische
Kochplatten;
Für die ANORDNUNG DER BRENNER
siehe Figur 1 am Ende des vorliegenden
Handbuchs.
Für den ANSCHLUSSPLAN siehe Figur 2 am
Ende des vorliegenden Handbuchs.
Der Anschlußwert ist auf dem Typenschild
angegeben. Das Typenschild befi ndet sich
in der Geschirrlade (falls vorhanden) bzw. auf
der Rückwand des Herdes.
Eine Kopie des Typenschilds ist auf das
Deckblatt des Handbuchs geklebt (nur bei
Gas- und Kombiherden).
INSTALLATION
Das Gerät darf nur von einem zugelassenen
Fachmann unter Beachtung der geltenden
Installationsvorschriften angeschlossen
werden.
Vor der Installation sicherstellen, daß die
örtlichen Versorgungsbedingungen (Gasart
und Druck) mit der Einstellung des Geräts
verträglich sind.
Die Einstellwerte sind auf dem Typenschild
auf dem Deckblatt angegeben.
Dieses Gerät verfügt nicht über eine Vorri-
chtung für die Abfuhr der Verbrennungspro-
dukte. Daher muß es in Übereinstimmung
mit den geltenden Vorschriften an ein solche
Vorrichtung angeschlossen werden.
Dieses Gerät darf nur in Räumen installiert
und betrieben werden, die in Überein-stim-
mung mit den geltenden Vorschriften des
Aufstellungslandes ausreichend belüftet
sind.
BELÜFTUNG DES AUFSTELLORTS
Der Raum, in dem das Gerät aufgestellt
wird, muß ausreichend belüftet sein, um die

18
Verbrennung des Gases und eine korrekte
Luftzufuhr zu gewährleisten.
Insbesondere darf die für die Verbrennung
erforderliche Luftzufuhr nicht unter 2 m
3
/h pro
kW installierte Nennleistung liegen.
AUFSTELLUNG
Das Verpackungsmaterial einschließlich der
Folie zum Schutz der verchromten Teile und
der Teile aus rostfreiem Stahl entfernen.
Den Herd an einem trockenen und leicht
zugänglichen Ort aufstellen, der frei von
Zugluft ist. Zu wärmeempfi ndlichen Wänden
(Holz, Linoleum, Papier usw.) einen ange-
messenen Sicherheitsabstand einhalten.
Der Herd kann frei aufgestellt (Klasse 1)
bzw. zwischen zwei Möbel eingebaut werden
(Klasse 2 st 2-1), deren Wände bis zu einer
Temperatur von 100°C hitzebeständig und
nicht höher als die Kochmulde des Geräts
sind.
GASANSCHLUSS
Vor Anschluß des Gerätes ist sicherzustellen,
daß es auf die gelieferte Gasart eingestellt
ist.
Der Geräteanschluß befi ndet sich auf der
rechten Seite. Wenn die Gasanschlußleitung
hinter dem Gerät verläuft, muß sie im unteren
Bereich des Herdes entlang geführt werden.
In diesem Bereich beträgt die Temperatur
ca. 50°C.
- Fester Gasanschluß
(siehe Abb. 3 A und
B):
Der Anschluß an die Gasversorgung
kann mit einem starren Metallrohr bzw.
einem fl exiblen Metallschlauch ausgeführt
werden. Hierzu den Schlauchnippel (falls
schon montiert) entfernen und den festen
Anschlußstutzen auf den Gewindestutzen
der Speiserampe schrauben (s. Abb. 3 A).
Der für den festen Anschluß zu verwendende
Anschlußstutzen kann bereits montiert sein
oder befi ndet sich unter den Zubehörteilen
des Herdes. Anderenfalls kann er beim
Händler bestellt werden.
Falls dies von den im Aufstellungsland
geltenden Vorschriften erlaubt ist, kann das
Metallrohr bzw. der Metallschlauch auch
unter Einlegung eines geeigneten Dicht-
ringes direkt auf den Gewindestutzen der
Speiserampe aufgeschraubt werden (s.
Abb. 3 B).
Es wird jedoch empfohlen, den Anschluß-
stutzen zu verwenden.
- Anschluß mit Gummischlauch an
Schlauchnippel
(siehe Abb. 3 C und D):
Dieser Anschluß wird mit einem
Gummischlauch ausgeführt, der die den
geltenden Vorschriften entsprechende
Konformitätskennzeichnung trägt. Die
Schlauchleitung muß spätestens zum
angegebenen Datum ersetzt und an beiden
Enden mit genormten Schlauchschellen
gesichert werden.
Die Schlauchleitung
muß unbedingt für die regelmäßigen
Zustandskontrollen auf der gesamten
Länge zugänglich sein.
ACHTUNG:
- Die Verwendung des Schlauchnippels ist
nur für frei aufgestellte Herde gestattet.
Bei Aufstellung des Herdes zwischen
zwei Möbeln (Klasse 2 st. 2-1) ist nur der
feste Gasanschluß gestattet.
WICHTIG
- Nach Fertigstellung des Gas-
anschlusses ist eine Dichtheitsprüfung
durchzuführen.
- Nur normierte Gummischläuche ver-
wenden.
- Der Schlauch darf nicht geknickt sein und
muß einen angemessenen Sicherheits-
abstand zu heißen Oberfl ächen haben.
- Hinweis auf die Installationsvorschriften für
den Gasanschluß des Gerätes:
ISO 7-1
(NL)
ELEKTROANSCHLUSS
Vor Ausführung des Anschlusses sicher-
stellen,
- daß die Netzspannung der auf dem
Typenschild angegebenen Nennspannung
entspricht;
- daß für eine wirksame Erdung gesorgt ist.
InstallationDE

19
Falls die Steckdose nicht leicht zugänglich
ist, muß der Installateur einen Schalter mit
einer Kontaktöffnung von mindestens 3 mm
vorschalten.
Wenn das Gerät über ein Kabel ohne
Stecker verfügt, ist ein genormter Stecker
anzu-schließen, wobei folgende Punkte zu
berücksichtigen sind:
- der grün-gelbe Leiter ist für die Erdung;
- der blaue Leiter ist als Neutralleiter und;
- der braune Leiter ist für die Phase zu
verwenden;
- das Kabel darf Wände, die eine Temperatur
von mehr als 75°C aufweisen, nicht
berühren;
- muß das Kabel ausgetauscht werden, ist ein
Kabel vom Typ H05RR-F oder H05V2V2-
F mit geeignetem Leiterquer-schnitt zu
verwenden (siehe Schema Abb. 2);
- wird das Gerät ohne Kabel geliefert, ist ein
Kabel vom Typ H05RR-F oder H05V2V2-
F mit geeignetem Leiterquerschnitt zu
verwenden (siehe Schema Abb. 2).
WICHTIG: der Hersteller haftet nicht für
Schäden, die auf eine Mißachtung der gelten-
den Vorschriften und Normen zurückzuführen
sind. Es wird empfohlen, zu prüfen, ob der
Erdanschluß des Geräts ordnungsgemäß
ausgeführt wurde (siehe Schema Abb. 2).
HERDE MIT ELEKTRISCHER ZÜNDUNG
Die richtigen Abstände zwischen der Elektro-
de und dem Brenner sind in den Abbildungen
4, 5 und 6 angegeben.
Wenn der Funke nicht gut überspringt, nicht
weiter versuchen: der Zündtransformator
könnte beschädigt werden. Der Fehler
könnte auf einen der folgenden Gründe zu-
rückzuführen sein:
- Zündkerze feucht, verkrustet oder defekt;
- Abstand Elektrode-Brenner nicht korrekt;
- Leiterdraht der Zündkerze gebrochen oder
Mantel beschädigt;
- Zündfunke wird nach Erde abgeleitet (bei
anderen Teilen des Herds);
- Zündtransformator oder Mikroschalter
defekt;
- Luftansammlung in den Leitungen (vor
allem nach längerer Nicht-Verwendung des
Herdes);
- Luft-Gas-Mischung nicht korrekt (schlechte
Vergasung).
ZÜNDSICHERUNG
Der richtige Abstand zwischen dem Fühler
des Thermoelements und dem Brenner ist in
den Abbildungen 4, 5 und 6 angegeben.
Für die Kontrolle der Ventile folgendermaßen
vorgehen:
- den Brenner entzünden und für ca. 3
Minuten brennen lassen;
- den Bedienknebel in die Aus-Stellung (
)
)
bringen, um den Brenner auszuschalten;
- nach Ablauf von 90 Sekunden bei den
Brennern der Kochmulde und von 60
Sekunden bei den Brennern von Backofen
und Grill den Bedienknebel in Stellung
"geöffnet" drehen;
- den Bedienknebel in dieser Stellung
belassen und ein brennendes Streichholz
an den Brenner annähern: DIESER DARF
SICH NICHT ENTZÜNDEN.
Zeit bis zur Erregung des Elektromagneten
beim Einschalten: ca. 10 Sekunden.
Zeit bis zum automatischen Ansprechen nach
dem Erlöschen der Flamme: nicht mehr als 90
Sekunden bei den Brennern der Kochmulde;
nicht mehr als 60 Sekunden bei den Brennern
von Backofen und Grill.
HINWEISE:
- Vor jedem technischen Eingriff im Innern
des Herds den Netzstecker abziehen und
den Gashahn schließen.
- Auf keinen Fall Flammen zur Dicht-
heitsprüfung verwenden. Wenn keine
spezifi sche Prüfvorrichtung zur Verfügung
steht, kann man Schaum oder Wasser mit
reichlich Seife verwenden.
- Bei der Wiedermontage der Kochmulde
darauf achten, daß sich die Drähte der
Zündkerzen (falls vorhanden) nicht in der
Nähe der Brennerdüsen befi nden, um zu
verhindern, daß sie auf diesen zu liegen
kommen.
InstallationDE

20
GEBRAUCH DES HERDS
BELÜFTUNG DES AUFSTELLORTS
Beim Betrieb von Gasherden entstehen
Wärme und Feuchtigkeit im Raum, in dem sie
installiert sind. Eine ausreichende Belüftung
der Küche ist zu gewährleisten: die natürli-
chen Lüftungsöffnungen geöffnet halten oder
eine Abzugshaube installieren.
Bei sehr intensivem Betrieb oder bei Betrieb
über längere Zeiträume kann ggf. eine zu-
sätzliche Lüftung erforderlich sein. In diesem
Fall empfi ehlt es sich z.B. das Fenster zu
öffnen oder die Leistung der Zwangslüftung
zu erhöhen.
ZÜNDUNG DER KOCHSTELLEN
- Den Bedienknebel eindrücken und gegen
den Uhrzeigersinn bis zum Symbol
- Den Bedienknebel eindrücken und gegen
auf
auf
der Bedienblende drehen (Großstellung der
Flamme).
- Gleichzeitig ein brennendes Streichholz an
den Brennerdeckel annähern.
- Wird eine schwache Flamme gewünscht,
ist der Bedienknebel gegen den Uhrzeiger-
sinn bis zum Symbol
(Kleinstellung der
(Kleinstellung der
Flamme) weiterzudrehen.
ZÜNDUNG DER KOCHSTELLEN BEI
BRENNERN MIT ZÜNDSICHERUNG
- Den Bedienknebel eindrücken und gegen
den Uhrzeigersinn bis zum Symbol
- Den Bedienknebel eindrücken und gegen
auf
auf
der Bedienblende drehen (Großstellung der
Flamme).
- Ein brennendes Streichholz an den Brenner-
deckel annähern und den Bedienknebel ca.
10 Sekunden gedrückt halten.
- Den Bedienknebel loslassen und sicher-
stellen, daß der Brenner entzündet bleibt.
Andernfalls den Vorgang wiederholen.
ZÜNDUNG DES BACKOFENS
- Die Backofentür öffnen.
- Den Bedienknebel eindrücken und gegen
den Uhrzeigersinn bis zum Symbol
"Großstellung" drehen.
- Ein brennendes Streichholz durch das
mittlere Loch des Backofenbodens an den
Brenner annähern und den Bedienknebel
ganz eindrücken (siehe Abb. 7).
- Durch die zentrale Öffnung des Bodens
kontrollieren, ob der Brenner gezündet
hat. Hierbei weiterhin den Bedienknebel
gedrückt halten.
- Nach ca. 10 Sekunden den Bedienknebel
loslassen und sicherstellen, daß der Brenner
entzündet bleibt. Andernfalls den Vorgang
wiederholen.
ZÜNDUNG DES GRILLS (GASGRILL)
- Das Wrasenabweisblech wie in Abbildung
10 gezeigt anbringen.
- Den Bedienknebel des Backofens ein-
drücken und nach rechts bis zum Anschlag
drehen.
- Ein brennendes Streichholz an das gelochte
Rohr des Brenners annähern und den
Bedien-knebel ganz eindrücken (siehe Abb.
8).
- Den Bedienknebel weiterhin gedrückt halten
und die ordnungsgemäße Zündung des
Brenners kontrollieren.
- Nach ca. 10 Sekunden den Bedienknebel
loslassen und sicherstellen, daß der Brenner
entzündet bleibt. Andernfalls den Vorgang
wiederholen.
ZÜNDSICHERUNG
Die mit der Zündsicherung ausgestatteten
Brenner bieten den Vorzug eines Schutzes
im Fall eines unvorhergesehenen Erlöschens
der Flamme. In diesem Fall wird nämlich die
Gaszufuhr des betreffenden Brenners auto-
matisch unterbrochen, um Gefähr-dungen
durch ausströmendes unverbranntes Gas zu
verhindern: nach dem Erlöschen der Flamme
bis zur Unterbrechung der Gaszufuhr dürfen
bei den Brennern von Backofen und Grill nicht
mehr als 60 Sekunden und bei den Brennern
der Kochmulde nicht mehr als 90 Sekunden
verstreichen.
HERDE MIT ELEKTRISCHER ZÜNDUNG
Hier gilt prinzipiell das oben gesagte. Aller-
InstallationDE Für den Benutzer
This manual suits for next models
3
Table of contents
Languages:
Other Atag Cooker manuals