EUROM INDEPEND 2500 User manual

1
Gebruiksaanwijzing (NE) (3)
Instruction manaul (EN) (24)
Gebrauchsanweisung (DE)(45)
Manuel d’instruction (FR) (67)
INDEPEND 2500 - 3100
441734 - 441741

2

3
Dank
Hartelijk dank dat u voor een EUROM apparaat hebt gekozen. U hebt daarmee een
goede keus gemaakt! Wij hopen dat hij tot uw volle tevredenheid zal functioneren.
Om het beste uit uw apparaat te halen is het belangrijk dat u deze
gebruiksaanwijzing vóór gebruik aandachtig en in zijn geheel doorleest en ook
begrijpt. Schenk daarbij speciaal aandacht aan de veiligheidsvoorschriften; die
worden vermeld ter bescherming van u en uw omgeving!
Bewaar de gebruiksaanwijzing vervolgens om het in de toekomst nog eens te
kunnen raadplegen. Bewaar ook de verpakking: dat is de beste bescherming voor
uw apparaat tijdens de opslag buiten het seizoen. En mocht u het apparaat ooit aan
iemand anders overdragen, lever er dan de gebruiksaanwijzing en de verpakking
bij.
Wij wensen u veel plezier met uw generator!
Eurom
Kokosstraat 20
8281 JC Genemuiden (NL)
www.eurom.nl
Deze gebruiksaanwijzing is met de grootste zorg samengesteld. Niettemin
behouden wij ons het recht voor deze gebruiksaanwijzing op elk moment te
optimaliseren en technisch aan te passen. De gebruikte afbeeldingen kunnen
afwijken.
___________________________________________________________
Symboolverklaringen
De Eurom-generator is zodanig ontworpen dat deze
veilig en betrouwbaar is, mits op de juiste manier
bediend. Bestudeer deze gebruikershandleiding alvorens
de generator te gebruiken. Als dit niet gebeurt, kan dit
leiden tot persoonlijk letsel of beschadiging van het
materiaal.

4
Uitlaatgas bevat het giftige koolmonoxide, een kleurloos en reukloos
gas. Inademen van koolmonoxide kan bewustzijnsverlies veroorzaken
en kan de dood tot gevolg hebben.
Als u de generator in een (gedeeltelijk) afgesloten ruimte laat draaien,
kan de hoeveelheid giftige uitlaatgassen in de lucht gevaar opleveren.
Laat de generator nooit draaien in een garage of woonhuis, of in de
nabijheid van open ramen of deuren.
Sluit de generator niet aan op het reguliere elektriciteitsnet.
Schakel de generator niet parallel met een ander generator.
Bij een verkeerde aansluiting kan er via het elektrische systeem van het
gebouw stroom worden afgegeven naar het elektriciteitsnet. Hierdoor
bestaat de kans dat mensen die werkzaamheden uitvoeren aan het net
geëlektrocuteerd worden en kan de generator, als er weer spanning op
het net gezet wordt, exploderen, in brand vliegen of brand veroorzaken.
Raadpleeg het elektriciteitsbedrijf of een erkende elektricien voordat er
elektrische aansluitingen worden gemaakt.
Het apparaat bevat hete onderdelen die ernstige
brandwonden kunnen veroorzaken.
Vermijd contact tijdens en nadat de motor heeft gedraaid.

5
Voordat de motor wordt gestart, moet de generator
worden geaard om elektrische schokken in geval van
storing te voorkomen.
Gebruik van de generator met weinig of geen olie in het
carter kan de motor beschadigen.
Wees voorzichtig! Wanneer u de generator uitzet, blijft
de motor enkele seconden door draaien.

6
Technische gegevens
Veiligheidsinformatie
WAARSCHUWING: Als de aangegeven instructies niet worden
opgevolgd, bestaat het gevaar van ernstig lichamelijk letsel of zelfs een
dodelijk ongeval.
VOORZICHTIG: Als de aangegeven instructies niet worden opgevolgd,
bestaat het gevaar van ernstig lichamelijk letsel of ernstige schade aan
de machine.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Eurom- generatoren zijn ontworpen voor gebruik met elektrische apparatuur
met een passende vermogensbehoefte. Onjuist gebruik kan persoonlijk letsel of
beschadiging van de generator of overige voorwerpen veroorzaken. Door de
aanwijzingen in dit instructieboekje en op de generator na te leven wordt de
kans op letsel of beschadiging geminimaliseerd. Hieronder worden de
belangrijkste risico's en veiligheidsmaatregelen behandeld. Probeer nooit
wijzigingen aan te brengen aan de generator. Dit kan leiden tot ongevallen of
beschadiging van de generator en aangesloten apparatuur.
MODEL
Independ 2500
Independ 3100
Type
Inverter
Inverter
Voltage AC
230V –50Hz
230V –50Hz
Capaciteit max.
2,4 kVA
3,1 kVA
Capaciteit continu
2,2 kVA
2,6 kVA
Power factor
1.0
1.0
Capaciteit DC
12V / 8,3A
12V / 8,3A
Model
SY152F-3
SY157F
Type
Luchtgekoeld, 4-takt,
OHV, benzinemotor
Luchtgekoeld, 4-takt,
OHV, benzinemotor
Cilinderinhoud
124,6 cc
149,5 cc
Max. vermogen
3,5kW –5500 t.p.m.
4 kW –5500 t.p.m.
Brandstof
Loodvrije benzine
Loodvrije benzine
Inhoud brandstoftank
5,7 liter
5,7 liter
Werktijd continu
4,2 uur (100% belast)
3 uur (100% belast)
Motorolie
SAE 10W30/40
SAE 10W30/40
Inhoud olietank
0,9 liter
0,9 liter
Startsysteem
Repeteerstarter
Repeteerstarter
Ontstekingssysteem
C.D.I
C.D.I
Bougie type
A7RTC
A7RTC
Netto afmetingen
565×320×470 mm
565×320×470 mm
Netto gewicht
28 kg
29 kg

7
Verantwoordelijkheid van de gebruiker
Zorg ervoor dat u weet hoe u de generator in noodsituaties snel kunt
uitschakelen. Zorg ervoor dat u op de hoogte bent van alle bedienings- en
aansluitmogelijkheden. Zorg ervoor dat iedereen die de generator bedient de
juiste instructies krijgt. Laat de generator niet bedienen door kinderen zonder
ouderlijk toezicht. Raadpleeg de instructies in dit handboek voor het gebruik en
onderhoud van de generator. Het niet of onjuist opvolgen van de instructies kan
leiden tot ongevallen als elektrische schokken en een toename van schadelijke
uitlaatgassen. Neem alle wetten en voorschriften in acht die gelden op de plaats
waar de generator wordt gebruikt. Benzine en olie is giftig. Volg voor gebruik de
instructies van de betreffende fabrikant. Plaats de generator voor gebruik op
een stevige, vlakke ondergrond. Open geen kappen tijdens het gebruik van de
generator. Dit kan leiden tot ongevallen of beknelling van ledematen. Raadpleeg
uw Eurom-dealer voor demontage- of onderhoudswerkzaamheden die niet in
deze handleiding worden behandeld.
Een generator kan gevaren veroorzaken die niet door een leek worden herkend
en vooral niet door kinderen worden herkend. Veilige werking is alleen mogelijk
met voldoende kennis van de functie van het stroomgenerator.
Belangrijke veiligheidswaarschuwingen
1. Gevaar van koolmonoxidevergiftiging
Motoruitlaatgassen zijn giftig. Uitlaatgas bevat het giftige koolmonoxide,
een kleurloos en reukloos gas. Het inademen ervan kan leiden tot
bewusteloosheid en de dood. Als u de generator in een (gedeeltelijk)
afgesloten ruimte laat draaien, kan de hoeveelheid giftige uitlaatgassen in
de lucht gevaar opleveren. Laat de generator nooit draaien in een garage of
woonhuis, of in de nabijheid van open ramen of deuren.
Gebruik de generator alleen buiten of in goed geventileerde ruimtes.
Bij installatie in goed-geventileerde ruimtes moeten aanvullende
maatregelen voor brand- en explosiebeveiliging worden nageleefd.
2. Benzine is brandbaar en kan gemakkelijk worden ontstoken.
Tank niet tijdens het gebruik. Laat de motor na gebruik eerst afkoelen
voordat u benzine gaat bijvullen.
Tank niet tijdens het roken of in de buurt van open vlammen.
Mors geen brandstof, zeker niet op de hete delen als de uitlaat en de
motor. Als er toch brandstof wordt gemorst, verwijder dan zorgvuldig de
gemorste brandstof voor dat u de motor start.
Vul de tank bij in een goed geventileerde ruimte en met een
uitgeschakelde motor.
3. Als u brandstof inslikt, brandstofdamp inademt of brandstof in uw ogen
krijgt dient u onmiddellijk uw arts te raadplegen. Als u brandstof morst op
uw huid of kleding onmiddellijk afwassen met zeep en water en kleding
verwisselen.
4. Zorg ervoor dat het apparaat rechtop staat tijdens werking en transport.
Als het overhelt kan er brandstof uit de carburateur of de brandstoftank
lekken.
5. Vul de brandstof tank alleen met loodvrije benzine.

8
6. Gebruik geen starthulp sprays.
7. Sommige delen van de verbrandingsmotor zijn heet en kunnen
brandwonden
veroorzaken. Let op de waarschuwingen op het stroomgenerator.
Plaats het apparaat op een zodanige plaats dat voorbijgangers of
kinderen niet ongemerkt met het apparaat in contact komen.
Voorkom dat ontvlambare materialen zich dicht bij de uitlaat bevinden
tijdens de werking van het
apparaat.
Houd het apparaat
minstens 1 meter
verwijderd van gebouwen
of andere obstakels,
anders kan de motor
oververhit raken.
Gebruik het apparaat niet
wanneer het met stof
bedekt is.
Til het apparaat uitsluitend
op aan de handgreep.
Zet het apparaat op een vlakke ondergrond, zodat het zijn warmte vrij
kan afgeven.
Houd brandbare materialen op afstand.
8. Bescherm kinderen door ze op een veilige afstand van het stroomgenerator
te houden.
9. Monteer geen verlengstukken op de uitlaatpijp.
10. Breng geen wijzigingen aan het inlaatsysteem aan.
11. Wijzig de instelling van de toerentalregelaar niet.
12. Verwijder het bedieningspaneel niet en wijzig de bedrading niet.
Electrische veiligheid
Gevaar van elektrische schokken!
De spanning die de generator levert is hoog genoeg om ernstige elektrische
schokken of elektrocutie te veroorzaken. Het gebruik van een generator of
elektrisch apparaat in vochtige omstandigheden als regen of sneeuw, in de
nabijheid van een zwembad of sprinklerinstallatie en bediening met natte
handen kan leiden tot elektrocutie. Houd de generator droog.
Als de generator in de buitenlucht wordt opgeslagen, controleer dan voor elk
gebruik de elektrische componenten op het bedieningspaneel. Vocht of ijs kan
leiden tot een storing of kortsluiting in elektrische componenten, met
elektrocutie tot gevolg.
Schakel medische hulp in, in geval van een elektrische schok.
1. Raak het apparaat nooit met natte handen aan, daar kunt u een elektrische
schok van krijgen.

9
2. Zorg ervoor de generator te
aarden.
Sla een aardpen in de grond, en
sluit deze aan op het
aardingspunt van de
generator. Gebruik nooit een
aardpen van andere installaties.
Let op: Gebruik een aardleiding
met voldoende stroomcapaciteit.
3. Vóór gebruik moeten het
stroomgenerator en elektrische
apparatuur (inclusief kabels
en stekkers) worden gecontroleerd om er zeker van te zijn dat er geen
beschadigingen en/of defecten zijn.
4. Sluit de generator niet aan op het reguliere elektriciteitsnet. Het
stroomgenerator mag niet worden aangesloten op een andere stroombron,
zoals het elektriciteitsbedrijf. In speciale gevallen waarin een stand-by-
verbinding met bestaande elektrische systemen is beoogd, mag dit alleen
worden uitgevoerd door een gekwalificeerde elektricien die het verschil
moet overwegen tussen apparatuur die gebruikmaakt van het openbare
elektrische netwerk en de generatorgenerator.
5. Schakel de generator niet parallel met een ander generator.
6. Bescherming tegen elektrische schokken is afhankelijk van
stroomonderbrekers die speciaal zijn afgestemd op het stroomgenerator.
Als de stroomonderbrekers moeten worden vervangen, moeten deze
worden vervangen door een stroomonderbreker met identieke waarden en
kenmerken.
7. Vanwege hoge mechanische spanningen, alleen taaie, met rubber beklede
flexibele kabel. (in overeenstemming met IEC 60245-4) of het equivalent
moet worden gebruikt.
8. Het gebruik van een verlengkabel wordt afgeraden omdat dit oververhitting
en brand kan veroorzaken. Is het gebruik van een verlengkabel
onvermijdelijk, zorg dan voor een onbeschadigd, goedgekeurde
verlengkabel met aarding. Bij gebruik van verlengingssnoeren /
kabelhaspels of mobiele distributienetwerken mag de weerstandswaarde
niet hoger zijn dan 1,5 Ohm.
Ter referentie, de totale lengte van verlengsnoeren/ kabelhaspels, met een
doorsnede van 1,5 mm2 mag niet meer zijn dan 60 meter. Verlengsnoeren/
kabelhaspels met een doorsnede van 2,5 mm2 mogen niet langer zijn dan
100 meter.
Brandgevaar
1. Gebruik de generator niet in brandgevaarlijke situaties. Door de hitte van
de uitlaat zouden sommige materialen vlam kunnen vatten.
Plaats de generator tijdens het gebruik op minstens 1 meter afstand van
gebouwen en andere apparaten.

10
Plaats de generator op geen enkele wijze in een ombouw.
Houd brandbare materialen verwijderd van de generator.
Sommige onderdelen van de verbrandingsmotor zijn heet en kunnen
brandwonden veroorzaken. Let op de waarschuwingen op de generator.
De uitlaat kan erg heet worden en ook na het uitschakelen van de motor
nog enige tijd heet blijven. Raak de uitlaat niet aan als deze heet is.
Laat de motor afkoelen alvorens de generator op te bergen.
Giet in het geval van brand nooit rechtstreeks water over de generator.
Gebruik een brandblusapparaat dat speciaal bedoeld is voor elektrische
of oliebranden.
2. Vul de tank zorgvuldig bij, benzine is uiterst brandbaar en
brandstofdampen kunnen exploderen. Laat de motor na gebruik eerst
afkoelen. Vul de tank bij in een goed geventileerde ruimte en met een
uitgeschakelde motor. Vul de tank niet in bedrijf bij. Vul de brandstoftank
niet te veel. Rook nooit in de nabijheid van benzine en houd vlammen en
vonken op afstand. Sla benzine altijd op in
een goedgekeurde tank. Verwijder voor het starten eventueel de gemorste
benzine.
Beschrijving

11
1. Economy-schakelaar (ECON)
2. Motorschakelaar (ENG.SW.)
3. Brandstoftank
4. Bougiedeksel
5. Uitlaat
6. Draaghandgreep
7. Choke-hendel
8. Controlelampje AC 230V~(OUTPUT)
9. Lamp overbelasting (OVERLOAD)
10.Lamp olie alarm (OIL ALERT) oil alert)
11.Stopcontact AC 230V~ (2x)
12.Stopcontact DC 12V=
13.Aardingspunt
14.Brandstoffilter
15.Tankdop
16.Trekstarter
17.Brandstofkraan
18.Olievuldop
19.Luchtfilter
1 –Olie beveiligingssysteem
Als het oliepeil tot onder het laagste niveau daalt, stopt de
motor automatisch. U dient de olie bij te vullen en de
motor opnieuw te starten.
2 –Motorschakelaar (ENG.SW)
De motorschakelaar schakelt het ontstekingssysteem
“ ON” (AAN) – het ontstekingssysteem is ingeschakeld,
de motor kan worden gestart.
“ STOP” (UIT) –het ontstekingssysteem is uitgeschakeld,
De motor zal niet draaien/stoppen.
3 –Economy-schakelaar
Als de Economy-knop op “ ON” (AAN) staat, wordt de
motorsnelheid aangepast op de aangesloten belasting. Het
resultaat is minder lawaai en minder verbruik.
4 –De Gelijkstroom-bescherming
De DC gelijkstroombeschermer (het rode knopje naast het gelijkstroom-
stopcontact) schakelt de stroomafname uit wanneer de belasting de maximale
waarden overschrijdt.
Pas op! Verminder de aangesloten belasting tot binnen de aangegeven maximale
waarden als de bescherming de motor uitschakelt.

12
5 - Ventilatieknop tankdop
De tankdop is voorzien van een ventilatieknop.
Vóór het starten van de motor moet de
ventilatieknop vanuit de gesloten stand
(CLOSED), met de klok mee op stand OPEN
worden gedraaid.
Dat voorkomt dat de brandstoftank vacuüm
zuigt en de benzine niet goed doorloopt. Zodra
de motor is uitgeschakeld draait u de
ventilatieknop tegen klok in weer dicht. Tijdens
transport en opslag dient de ventilatieknop
altijd dichtgedraaid te zijn.
6 –Brandstofkraan
Als u het brandstofkraan open zet (ON)
wordt de brandstoftoevoer
naar de carburateur geopend. Door het
kraantje dicht te draaien (OFF) sluit u de
toevoer af.
Controle voor gebruik
Let op:
Als u het generator voor de eerste keer gebruikt dient u de tank met minimaal 2
liter brandstof te vullen.
Trek voor gebruik de trekstarter 20x langzaam helemaal uit om de benzine in de
carburateur te pompen
De controle voor gebruik dient elke keer dat u het generator gebruikt te worden
uitgevoerd
1 –Controleer het brandstofpeil
Overtuig u ervan dat er voldoende brandstof in de
tank zit
Als er te weinig brandstof in zit, vul dan bij met
loodvrije benzine; zorg ervoor dat het filter altijd
in de vulopening van de tank zit als u bijvult, zie
afb.
De inhoud van de brandstoftank is 5,7 liter

13
Waarschuwing:
Vul geen brandstof bij met draaiende of nog hete motor!
Sluit de brandstofkraan voor u brandstof bijvult!
Voorkom dat er stof, vuil, water of andere materialen/voorwerpen in de
brandstof terecht komen!
Vul de tank niet verder dan het filter; als de brandstof later wat opwarmt kan ze
uitzetten.
Sluit de tankdop zorgvuldig na het bijvullen!
Verwijder gemorste brandstof zorgvuldig voor u de motor start!
Houd de generator en de brandstof uit de buurt van open vuur!
2 –Controleer het oliepeil
Zorg dat de olie tot het maximale niveau
staat in het oliereservoir. Voeg zonodig olie
toe.
Verwijder het zijdeksel.
Verwijder de dop met de peilstok en
controleer het oliepeil.
Als het oliepeil zich onder het minimale
niveau bevindt dient u olie bij te vullen tot
het maximale niveau. Schroef de dop niet
vast als u het oliepeil controleert.
Ververs olie als deze verontreinigd is.
De inhoud van het oliereservoir is 0,9 liter
Aanbevolen olie: SAE 10W30/40
3 –Aarding
Voorzie de generator van een goed-
aangesloten en correct werkende
aardleiding. Sla een aardpen in de
grond, en sluit deze aan op het
aardingspunt van de generator.
Gebruik nooit een aardpen van andere
installaties. Let op: Gebruik een
aardleiding met voldoende
stroomcapaciteit.

14
Werking
Let op:
- De generator is zonder olie geleverd. Als u het oliereservoir niet vult zal de
generator niet starten.
- Zorg dat de generator volkomen vlak staat als u olie bijvult. Kantelen kan tot
overvullen leiden en de motor beschadigen.
- Gebruik de generator alleen op een verharde, stof en zandvrije, ondergrond.
1 –Start de motor
Let op:
a) Sluit voor het starten geen elektrische
apparatuur aan
b) Schakel de Economy-knop in de “OFF”-stand
(0)
c) Draai de ventilatieknop op de tankdop open
d) Draai de brandstofkraan open

15
e) Zet de motorschakelaar in de “ON”-stand
(AAN)
f) Zet de choke-hendel op de -stand
(CHOKE).
Dit hoeft niet als de motor nog warm is.
g) Trek de trekkoord langzaam uit tot u
weerstand voelt. Dat is het ‘compressiepunt’.
Laat de handgreep teruglopen naar de
uitgangspositie en trek nu snel. Houd daarbij
het generator stevig in positie aan de
handgreep, om omvallen tijdens het trekken
te voorkomen. Trek het koord niet geheel uit.
Laat na het starten het trekkoord teruglopen
naar zijn uitgangspositie terwijl u de
handgreep vasthoudt. Herhaal zo nodig als de
motor niet in één keer start.
Voorzichtig: Het trekkoord kan heel snel en met kracht worden
teruggetrokken, voordat u deze hebt losgelaten. Hierdoor kan uw hand met
kracht naar de generator worden getrokken, waarbij kans op verwonding
bestaat. Laat de handgreep niet terugschieten, maar langzaam oprollen!
h) Laat de motor even warm lopen
i) Zet de choke-hendel terug naar de werkstand (RUN).
j) Geef de generator enige minuten tijd om onbelast goed warm te draaien.

16
2 –Sluit elektrische apparatuur aan
A –AC 230V Wisselstroom toepassing
k) Controleer of het AC-controlelampje aangeeft
dat het voltage correct is(output lampje
brand groen).
l) Zet de Economy-schakelaar in de “ON”-stand.
m)Zorg ervoor dat alle aan te sluiten apparatuur
uitgeschakeld is.
n) Steek de stekker(s) van de apparatuur in het
stopcontact van de generator.
Waarschuwing:
Wees er zeker van dat de aan te sluiten
apparatuur uitgeschakeld is.
Wees er zeker van dat het totale aangesloten
vermogen het maximum niet overschrijdt.
Wees er zeker van dat gevraagd en afgegeven voltage overeenkomen.
De Economy-schakelaar moet worden uitgeschakeld (OFF) als u elektrische
apparatuur gebruikt die een hoge piekstroom vragen, zoals een compressor,
hogedrukreiniger of een dompelpomp.
B –Waarschuwingslamp overbelasting
Het waarschuwingslampje overbelasting gaat rood branden wanneer er een
overbelasting van aangesloten apparatuur wordt geconstateerd, de generator
oververhit raakt of wanneer het uitgangs-voltage stijgt. De spanning op het
stopcontact wordt uitgeschakeld, om de generator en de aangesloten apparatuur te
beschermen. Het groene AC wisselstroom controlelampje dooft en het rode
waarschuwingslampje overbelasting gaat branden. Na enkele seconden stopt ook
de motor.
Als het waarschuwingslampje overbelasting gaat branden (en de motor evt. al is
gestopt) dient u als volgt te handelen:
a) Schakel alle aangesloten apparatuur uit.
b) Schakel de motor uit als dat nog niet automatisch is gebeurd.
c) Breng het totale aangesloten vermogen van aangesloten apparatuur terug tot
binnen de maximale waarden van de generator.
d) Controleer of er wellicht ventilatieopeningen dicht zitten; verwijder het vuil of
andere blokkades.
e) Nadat u alles gecontroleerd hebt kunt u de motor weer starten.
Waarschuwing:
De AC 230V stroom-afgifte wordt automatisch gereset wanneer de motor is
gestopt en opnieuw gestart.

17
Het waarschuwingslampje overbelasting kan een paar seconden gaan branden
als er elektrische voorziening in gebruik wordt genomen die een hoge
piekstroom vragen bij het starten. Dit is geen storing.
C –DC 12V Gelijkstroom toepassing
Let op: Uitsluitend voor het opladen van 12V-
accu’s!
Instructies voor het opladen van een accu:
a) Zet de Economy-schakelaar op “ OFF” (uit)
b) Maak de accu klaar voor het opladen:
c) Ontkoppel de accuklemmen van de accu
d) Verwijder alle doppen van de vloeistof-
vulopening van de accu.
e) Vul gedestilleerd water bij tot het maximale
niveau (als dat nodig is)
f) Meet het soortelijk gewicht van de
accuvloeistof d.m.v. een zuurweger en
bereken de laadtijd overeenkomstig de tabel
rechts.
g) Het soortelijk gewicht voor de volledig
opgeladen accu dient 1.26 tot 1.28 te zijn.
Het wordt aanbevolen dat elk uur te
controleren.
h) Sluit d.m.v. de accukabels de polen van de accu aan op de overeenkomstige
polen van het DC gelijkstroom stopcontact van de generator: + op +, - op - !
i) Controleer of alle kabels correct zijn aangesloten en druk dan de DC
gelijkstroom-beveiliging op “ON”.
3 –Het stoppen van de motor
a) Schakel alle aangesloten apparatuur uit en verwijder de stekker(s) uit het
stopcontact op de generator.
b) Zet de motorschakelaar in “ STOP”-stand
c) Sluit het brandstofkraantje “ OFF”.
d) Draai de ventilatieknop op de tankdop dicht (tegen de klok in).
Bijzondere omstandigheden
Het maximale vermogen van de generator is berekend onder normale
gebruiksomstandigheden. Wanneer de generator wordt gebruikt onder bijzondere
omstandigheden, als bijvoorbeeld:
-Gebruik op grote hoogte
-Gebruik in extreme temperaturen
-Gebruik in extreme vochtige omstandigheden
zal het maximale vermogen van de generator verminderen. Neem contact op met
uw leverancier voor extra informatie.

18
Periodiek onderhoud
1 –Onderhoudskaart
Regelmatig onderhoud is de belangrijkste voorwaarde voor een goede en veilige
werking.
Onderdeel
Handeling
Voor
elk
gebruik
Elke
mnd
of
20
uur
Elke
3
mnd
of
50
uur
Elke
6 mnd
of
100
uur
Elke
12
mnd
of
300
uur
Bougie
Conditie controleren,
opening evt.
bijstellen, zonodig
vervangen
●
Motorolie
Oliepeil controleren
●
Olie verversen
●
Oliefilter
Oliefilter reinigen
●
Luchtfilter
Luchtfilter reinigen en
zonodig vervangen
●
Brandstoffilter
Brandstoffilter
reinigen en zonodig
vervangen
●
Choke
Werking controleren
●
Klep speling
Controleren en
zonodig bijstellen
wanneer de motor
koud is
●
Brandstofleiding
Controleren op
knikken of
beschadigingen en
zonodig vervangen.
●
Uitlaatsysteem
Controleren op
lekkage. Goed
afdichten of pakking
vervangen.
●
Uitlaatscherm
controleren en
zonodig schoonmaken
of vervangen
●
Carburateur
Werking choke
controleren
●
Koelsysteem
Ventilator controleren
op beschadigingen
●
Startsysteem
Werking trekstarter
controleren
●

19
Stationair
toerental
Controleren en
zonodig bijstellen
●
Koppelingen en
aansluitingen
controleren en
zonodig correct
bevestigen
●
Carter
ontluchting
Ontluchtingsslang
controleren op
knikken of
beschadigingen en
zonodig vervangen
●
Generator
Werking
controlelampjes
controleren
●
2 –Motorolie verversen
a) Plaats het apparaat op een vlakke,
horizontale ondergrond en laat de motor enkele
minuten warm lopen. Stop de motor en sluit de
brandstofkraan (OFF). Sluit de ventilatieknop op
de tankdop door hem tegen de klok in dicht te
draaien.
b) Draai de 4 schroeven los en verwijder het
zijpaneel, zie afb.
c) Verwijder de olievuldop.
d) Plaats een opvangbak onder de generator en
kantel het zodanig dat alle olie eruit loopt.
e) Zet de generator terug op zijn vlakke,
horizontale ondergrond
f) Giet nieuwe motorolie in het reservoir tot het
maximale niveau
g) Draai de olievuldop weer in de opening.
h) Plaats het deksel terug en draai de 4 schroeven
weer vast
Aanbevolen motorolie: SAE 10W30/40.
Waarschuwing:
Zorg ervoor dat er geen vreemde materialen het
carter binnendringen
Vul geen olie bij in een generator dat niet
horizontaal staat; dat kan nl. tot overvullen en
beschadiging van de motor leiden.
Maak elke 100 draaiuren het oliefilter schoon.

20
3 –Luchtfilter
Het is heel belangrijk het luchtfilter in
goede conditie te houden. Vervuiling
door een slecht geïnstalleerd, niet
correct onderhouden of verkeerd
luchtfilter beschadigt en verslijt de motor
voortijdig. Houd het filter dus altijd
schoon.
a) Draai de 4 schroeven los en verwijder
het zijpaneel, zie afb. bij olie
verwisselen.
b) Verwijder het deksel van het
luchtfilter en het filter.
c) Was het filter in een mild sopje en laat
het goed drogen
d) Druppel wat olie op het filter en knijp
het filter ineen zodat de olie zich
verspreidt en overtollige olie afvloeit
(knijpen; niet wringen!). Het filter
moet vochtig zijn maar niet druppelen
e) Breng het filter weer op zijn plaats
f) Plaats het deksel terug en bevestig
het zijpaneel weer.
Waarschuwing: Laat de generator nooit
werken zonder luchtfilter! Dat leidt tot
extreme slijtage aan de motor.
4 –Reiniging en bijstelling bougie
a) Draai de schroef los en verwijder het
boven paneeltje.
b) Verwijder de bougiedop en draai de
bougie eruit.
c) Verwijder de aanslag, controleer op
verkleuring (standaardkleur is bruin) en
de afstand tussen de polen. Die moet
tussen de 0,6 en 0,7 mm zijn. Stel
zonodig iets bij. Oogt de bougie
versleten, vervang hem dan door
hetzelfde type: Zie tabel Technische
gegevens.
d) Draai de bougie weer in de opening en
druk de bougiedop weer op de bougie.
e) Plaats het boven paneel weer.
This manual suits for next models
3
Table of contents
Languages:
Other EUROM Portable Generator manuals