FUAVE ACS14K01 User manual

Fuave | Weena 664 | 3012 CN Rotterdam | Nederland

FUAVE ACS12K01
Mobiele Airconditioner/Luchtontvochtiger
Portable air conditioner
Climatiseur/Deshumidicateur Mobile
Bedieningshandleiding
Instruction Manual
Manuel d’instructions
ACS14K01
ACS16K01

INHOUD
Technische gegevens 01.
Opmerkingen 02.
Eigenschappen en onderdelen 04.
Installatie en afstelling 06.
Controle-instelling 09.
Afvoerinstructies 12.
Onderhoud 13.
Problemen oplossen 15.
Appendix 17.
symbooluitleg 18.

1
TECHNISCHE GEGEVENS
Type ACS12K01
Koelcapaciteit in btu 12000btu/uur 14000btu/uur 16000btu/uur
Luchtontvochtiging 28 l/dag 31 l/dag 33 l/dag
Stroomverbruik 1340 Watt 1580 Watt 1800 Watt
Luchtverplaatsing 400m3/uur 480m3/uur 480m3/uur
Aansluitspanning 220-240V/50Hz 220-240V/50Hz 220-240V/50Hz
Koelvloeistof R290/290 gr R290/260 gr R290/260 gr
Isolatieklasse IPX4 IPX4 IPX4
Tijdinstelling 1-24 uur 1-24 uur 1-24 uur
Afvoerslang 150 x 15 cm 150 x 15 cm 150 x 15 cm
Geluidsniveau 54dB 53dB 54dB
Kabellengte 1.8 m 1.8 m 1.8 m
Nettogewicht 29 kg 31 kg 31 kg
Productafmetingen 480x390x780 mm 480x390x780 mm 480x390x780 mm
ACS14K01 ACS16K01

2
I. Opmerkingen
• De airconditioning is alleen geschikt voor gebruik binnenshuis en is niet
geschikt voor andere toepassingen.
• Volg de lokale regels voor de netaansluiting bij het installeren van de
airconditioning en zorg ervoor dat deze goed geaard is. Als u vragen
heeft over de elektrische installatie, volg dan de instructies van de
fabrikant op en vraag indien nodig de installatie aan een
professionele elektricien.
• Plaats het apparaat op een vlakke en droge plaats en houd een afstand
van meer dan 50 cm tussen het apparaat en de omliggende voorwer-
pen of muren.
• Nadat de airconditioning is geïnstalleerd, moet u ervoor zorgen dat de
stekker intact is en stevig in het stopcontact is gestoken en moet u het
netsnoer ordelijk plaatsen om te voorkomen dat iemand struikelt of de
stekker eruit trekt.
• Plaats geen voorwerpen in de luchtinlaat en -uitlaat van de airconditio-
ning. Houd de luchtinlaat en -uitlaat vrij van obstructies.
• Zorg er bij het installeren van afvoerbuizen voor, dat de afvoerbuizen
goed zijn aangesloten en niet zijn vervormd of gebogen.
• Zorg er bij het verplaatsen van de machine voor, dat deze rechtop staat.
• De machine moet uit de buurt blijven van benzine, ontvlambare
benzine, kachels en andere warmtebronnen.
• Demonteer, reviseer en wijzig de machine niet, anders kan de machine
defect raken of zelfs schade toebrengen aan personen en eigendom-
men. Om gevaar te voorkomen, dient u de fabrikant of professionals
te vragen de machine te repareren als er zich een
machinestoring voordoet.
• Installeer en gebruik de airconditioning niet in de badkamer of andere
vochtige omgevingen.
• Trek niet aan de stekker om het apparaat uit te schakelen.
• Plaats geen kopjes of andere voorwerpen op het lichaam om te voorko-
men dat er water of andere vloeistoffen in de airconditioning
terechtkomen.
• Gebruik geen insecticidensprays of andere brandbare stoffen in de
buurt van de airconditioning.
• Veeg of was de airconditioning niet af met chemische oplosmiddelen
zoals benzine en alcohol. Wanneer u de airconditioning moet reini-
gen, moet u de stroomtoevoer loskoppelen en deze reinigen met een
halfnatte, zachte doek. Als de machine echt vuil is, schrob dan met een
mild reinigingsmiddel.

3
• Het apparaat kan worden gebruikt door kinderen vanaf 8 jaar en perso-
nen met verminderde fysieke, zintuiglijke of mentale vermogens als zij
onder toezicht staan of instructies hebben gekregen over het gebruik
van het apparaat op een veilige manier en de gevaren ervan begrijpen.
Kinderen mogen niet met het apparaat spelen. Reiniging en onderhoud
mogen niet door kinderen zonder toezicht worden uitgevoerd.
Verwderen:
Wanneer de mobiele airconditioner uiteindelijk wordt afgedankt en moet
worden
verwijderd, hoort hij niet tussen het normale huishoudelijke afval. Breng
hem
dan naar een door uw gemeente ingesteld inzamelpunt.
Gebruik voor het ontdooiproces geen andere middelen dan aanbevolen
door de fabrikant.
Het apparaat moet worden opgeslagen in een ruimte zonder continu wer-
kende ontstekingsbronnen (bijvoorbeeld: open vuur, een werkend gasappa-
raat of een werkende elektrische kachel).
Het apparaat nooit doorboren of verbrandenBlokkeer de roosters voor de
inkomende en uitgaande luchtstromen niet: ook niet
Steek geen voorwerpen als pennen enz. door de roosters het apparaat in en
zorg ervoor de ventilator niet te blokkeren. Nooit in apparaat boren of ver-
branden!
Houd er rekening mee dat koelmiddelen mogelijk geen geur bevatten.
R290 is geurloos, u zult lekkage dus niet ruiken!
Apparaat moet worden geïnstalleerd, bediend en opgeslagen in een ruimte
met een vloeroppervlakte groter dan X m2.
Als het apparaat in een niet geventileerde ruimte wordt gebruikt, moet
deze zo zijn geïnstalleerd, dat als het brandbare koelmiddel lekt, het niet
stagneert in een brand of explosie.
Het apparaat moet worden opgeslagen op een manier zodat er geen me-
chanische schade kan ontstaan. Mechanische schade tijdens opslag/trans-
port dient altijd te worden voorkomen.

4
Waarschuwing: ventilatieopeningen altijd vrijhouden van obstakels en nooit
afdekken.
Batterij waarschuwing:
De batterij nooit, pletten of doorboren of kortsluiting veroorzaken. Stel de
batterij niet bloot aan een hoge temperatuuromgeving, als de batterij lekt
of uitpuilt, stop dan met het gebruik. Er kan ontplofngsgevaar ontstaan als
de batterij wordt vervangen door een onjuist type. Houd de batterij bui-
ten bereik van kinderen. Batterijen kunnen ontploffen bij blootstelling aan
open vuur. Gooi batterijen nooit in het vuur. Gooi gebruikte batterijen weg
volgens de plaatselijke wettelijke voorschriften.
1. Eigenschappen:
Met koeling, ontvochtiging en ventilatiefunctie,
continue waterafvoerfuncties.
Automatisch zwenkblad: De uitgang heeft een automatische luchtdraaifunc-
tie en de uitgang kan worden afgedekt wanneer de machine wordt uitge-
schakeld om te voorkomen dat er stof in het toestel terechtkomt.
Handvatten aan beide zijden: Zodat het gemakkelijker is om het te dragen
en het behuizingsontwerp menselijker is.
Netsnoer: Het netsnoer kan aan de achterkant worden gewikkeld, waardoor
het gemakkelijker kan worden opgeborgen en schade aan de stroomkabel
bij het liggen op de vloer wordt voorkomen.
Het buiten interieur is hoog ingesteld om de assemblage te faciliteren en
voor een vlotte dorostroming te zorgen van de warmtepijp.
Timer
Beschermingsfunctie van het automatisch herstarten van de compressor na
drie minuten, een verscheidenheid aan andere beveiligingsfuncties.
II. Eigenschappen en onderdelen

5
2. Onderdelen:
Wiel
Voorkant
behuizing
Bovenklep
Instelbare lamellen
Achterkant
behuizing
Filter behuizing
Achterkant
behuizing
Luchtuitlaat
Waterafvier
Snoer
Stekker
Doorlopende waterafvoer
Handgreep
Handgreep
Paneel

6
1. Installatie:
Waarschuwing: houd de mobiele airco voor het eerste gebruik minstens
twee uur rechtop.
De airconditioning kan eenvoudig in de kamer worden verplaatst. Zorg
er bij het verplaatsen voor dat de airconditioning rechtop staat en dat de
airconditioning op een vlakke ondergrond wordt geplaatst. Installeer en
gebruik de airconditioning niet in de badkamer of andere vochtige omge-
vingen.
1.1 Installeer de warmtepijpassemblage (zoals getoond in Figuur 1):
schroef de warmtepijpassemblage (uiteinde uitlaattting) in de uit
laatpoort op het achterpaneel (tegen de klok in).
III. Installatie en Afstelling
Figuur 1

7
2 Gebruik raamafdichting:
Let op: zet de airco pas aan als u de raamafdichting heeft bevestigd. Hier-
mee voorkomt u dat de warme uitblaaslucht van de airco in huis rond
gaat waaien.
Deze raamafdichting is niet geschikt voor kiepramen.
2.1 Klittenband raamkozijn
Reinig het raam en het raamkozijn met schoonmaak- of afwasmiddel, zodat
deze stof- en vetvrij zijn. Knip vervolgens het klittenband op maat met een
schaar en plak het op het raamkozijn rondom het raam.
2.2 Klittenband raam
Plak het klittenband vervolgens volledig rondom het raam. Let op: plak het
klittenband niet op het glas.
2.3 Raamafdichting raamkozijn
Plak de smalle zijde van de raamafdichting op het klittenband aan het
raamkozijn. Werk hierbij vanuit het midden en plak de smalle zijde rondom
volledig vast.
2.4 Raamafdichting raam
Zet het raam op een kier en plak de brede zijde van de raamafdichting op
het klittenband aan het raam. Laat genoeg ruimte over in de hoeken, hier-
door gaat de raamafdichting niet knellen.
2.5 Raamafdichting openen
Open de rits van de raamafdichting ongeveer 50 centimeter.
2.6 Luchtafvoerslang bevestigen
Steek de luchtafvoerslang van de airco door het gat in de raamafdichting.
Sluit hierna de rits tot de luchtafvoerslang vastzit. De raamafdichting is nu
klaar voor gebruik. U kunt de airco aanzetten.

8
3. Installeer de behuizing
1) Verplaats de machine met geïnstalleerde warmtepijp en ttingen voor de
ruit en de afstand tussen het lichaam en de muren of andere voorwerpen
moet minstens 50 cm bedragen (zoals getoond in guur 4).
Opmerkingen: 1. het vlakke uiteinde van de warmtepijpverbindingen moet
op zijn plaats worden geklikt.
2) De buis mag niet vervormd zijn en mag geen grote verdraaiing hebben
(meer dan 45°). Houd de ventilatie van de warmtepijp vrij.

9
Belangrk bericht
De lengte van de uitlaatslang moet 280~1.500mm zijn en deze lengte is
gebaseerd op de specicaties van de airconditioning. Gebruik geen ver-
lengslangen en vervang deze niet door andere slangen, omdat dit een
storing kan veroorzaken. Uitlaat moet vrij zijn, anders kan dit
oververhitting veroorzaken.
I. Gebruiksaanwzing:
IV. Controle-insteling
2. Swing toets
3. Timer toets
4. Ventilator snelheidstoets
5. Temperatuurregeling omhoog
6. Display/weergave venster
7. Temperatuurregeling omlaag
8. Functie keuzetoets
9. Slaapstand
10. Aan/Uit toets

10
2. SWING toets: De SWING functie kan alleen werken na het inschakelen
van het apparaat, maar u kunt het apparaat in- of uitschakelen.
3. TIMER toets: In het geval van inschakeling, druk op de toets om de ti-
ming te openen. Druk op de toets, wanneer het tijdsymbool knippert, drukt
u op de toets omhoog en omlaag om de gewenste tijdswaarde te selecte-
ren. Tijdswaarden kunnen worden ingesteld in 1-24 uur en de tijdswaarde
kan met een uur omhoog of omlaag worden aangepast.
4. VENTILATOR snelheidtoets: In de koel-, verwarmings- en ventilatormo-
dus drukt u op deze toets om hoge, middelste en lage snelheid te selec-
teren. Deze functie is niet beschikbaar in de modus SLEEP (Slaapstand) en
ONTVOCHTIGINGS modus.
5. UP toets: Druk op deze toets om de temperatuurinstelling te verhogen
of de timer in te stellen op de gewenste timerinstelling. Deze functie is niet
beschikbaar in de VENTILATOR- en ONTVOCHTIGINGS-modus.
6. WEERGAVEVENSTER
7. OMLAAG toets: In de timermodus, druk op deze toets kan de tijd naar
beneden worden aangepast. In de koelmodus kan door het indrukken van
deze toets de temperatuur naar beneden worden aangepast. Druk op deze
toets om de temperatuurinstelling te verlagen of de timer in te stellen op
de gewenste timerinstelling. Deze functie is niet beschikbaar in de VENTI-
LATOR- en ONTVOCHTIGINGS-modus.
8. MODUS toets: In het geval van inschakeling drukt u op deze toets om
tussen koelen --> ontvochtigen --> ventilator te schakelen
9. SLAAPSTAND: Wanneer de stroom is ingeschakeld en in de koelmodus
(of verwarmingsmodus), drukt u op de ‘SLAAP’-knop om de slaapmodus te
starten. In de slaapstand is de VENTILATOR snelheid ingesteld op LAGE
snelheid en niet instelbaar. De SLAAP-modus kan worden geannuleerd door
op de knop te drukken.
10. AAN/UIT-toets: Druk op deze toets om het apparaat in en uit
te schakelen.

11
II. Bedieningsinstructies van de afstandsbediening
1) Het bedieningspaneel van de afstandsbediening is als volgt:
III. Een verscheidenheid aan beveiligingsfuncties
3.1 Vorstbeveiligingsfunctie:
Bij het koelen, ontvochtiging of economische energie - de bespa-
ringswijze, als de temperatuur van de uitlaatpijp te laag is, zal de
machine automatisch in beveiligingsstatus gaan; als de tempe-
ratuur van de uitlaatpijp tot een bepaalde temperatuur toeneemt,
kan het automatisch naar normale verrichting terugkeren.
3.2 De functie van de overstromingsbescherming:
Bij het koelen, ontvochtiging of economische energie - de bespa-
ringswijze, als de temperatuur van de uitlaatpijp te laag is, zal de
machine automatisch in beveiligingsstatus gaan; als de temperatuur
van de uitlaatpijp tot een bepaalde temperatuur toeneemt, kan het
automatisch naar normale verrichting terugkeren.
3.3 Beveiligingsfunctie van de compressor:
Om de levensduur van de compressor te verlengen, heeft deze na
het uitschakelen van de compressor een opstart beveiliging func-
tie met 3 minuten vertraging.

12
V. Afvoerinstructies
1. Handmatige drainage:
1) Wanneer de machine stopt nadat het water vol is, schakelt u de machine
uit en trekt u de stekker uit het stopcontact.
Opmerkingen: Verplaats de machine voorzichtig, zodat er geen water in de
waterbak op de bodem van het lichaam gemorst kan worden.
2) Plaats het waterreservoir onder de zijwateruitloop achter het lichaam.
3) Trek de stekker uit het stopcontact, het water zal automatisch in het
waterreservoir stromen.
Opmerkingen:
1. Bewaar het afvoerklepje en de waterstop op de juiste wijze.
2. Tijdens het aftappen kan de behuizing iets naar achteren
worden gekanteld.
3. Als het waterreservoir niet al het water kan vasthouden voordat het water
reservoir vol is, vul dan zo snel mogelijk de waterafvoer met de waterstop
om te voorkomen dat het water naar de vloer of het tapijt stroomt.
4) Als het water is geloosd, vul dan de waterstop en draai de
afvoerklep vast.
Opmerkingen: 1. Start de machine opnieuw op nadat de waterplug en het
afvoerdeksel zijn geïnstalleerd, anders zal het condenswater van de machine
naar de vloer of het tapijt stromen.

13
2. Continue afwatering (alleen van toepassing op de koel- en ontvochti
gingsmodus), zoals aangegeven in bijgaand guur:
1) Haal de stekker uit het stopcontact.
2) Plaats de afvoerpijp in de waterafvoer
3) Sluit de afvoerpijp aan op de emmer.
VI. Onderhoud
Reiniging: voor reiniging en onderhoud, schakel de machine uit en
trek de stekker uit het stopcontact, voordat u het apparaat reinigt en
onderhoudt.
1. Reinig het oppervlak
Reinig het oppervlak van de machine met een natte zachte doek.
Gebruik geen chemicaliën, zoals benzeen, alcohol, benzine, enz.;
anders wordt het oppervlak van de airconditioning beschadigd of
zelfs de hele machine beschadigd.
2. Reinig het lterscherm
Als het lterscherm verstopt is met stof en de effectiviteit van de
airconditioning is verminderd, moet u het lterscherm om de
twee weken reinigen.

14
2.1: Reinig het bovenste frame van het lterscherm
1) Klap het klemblok van het EVA-lterframe met de handen vast.
Forceer van buitenaf om het EVA-lterrame te verwijderen.
Verwijder het EVA-lterscherm (zoals in de bovenstaande afbeelding).
2) Plaats het EVA-lterscherm in warm water met een neutraal reini
gingsmiddel (ongeveer 40 ºC/ 104 ºC) en droog het in de schaduw na
het schoonspoelen.
2.2: Reinig het onderste lterscherm
1) Houd het handvat van het onderste lterscherm vast en trek het voor
zichtig naar buiten om het te verwijderen.
2) Zet het lterscherm in warm water met neutraal reinigingsmiddel (onge-
veer 40 ºC/ 104 ºC) en droog het in de schaduw na het schoonspoelen.

15
Opslag na het seizoen:
• Haal de stekker uit het stopcontact en loos het water in de waterbak
in andere watercontainers of kantel het lichaam direct om het water in
andere containers te lozen.
• Zet de machine aan, pas het aan, aan de wijze van de low-wind
ventilatie, en handhaaf deze staat tot de drainagepijp droog wordt, om
de binnenkant van het lichaam in een droge staat te houden en het te
verhinderen om te schimmelen.
• Zet de machine uit, trek de stekker uit het stopcontact en wikkel het
netsnoer om de wikkelpaal; installeer de waterstop en
de afvoerafdekking.
• Verwijder de uitlaatpijp en bewaar deze goed.
• Bedek de airconditioning met een plastic zak. Zet de airconditioning op
een droge plaats, houd deze buiten het bereik van kinderen en neem
stofbeheersingsmaatregelen.
• Verwijder de batterijen van de afstandsbediening en bewaar ze goed.
Let op: zorg ervoor dat het lichaam op een droge plaats wordt
geplaatst en bewaar alle onderdelen van de machine op de juiste
manier.
VII. Problemen oplossen
De airconditioning mag niet zelf worden gerepareerd of gedemonteerd.
Ongekwaliceerde reparatie zal leiden tot het falen van de garantiekaart en
kan schade toebrengen aan de gebruikers of hun eigendommen.
Als er zich problemen voordoen die niet in de tabel staan vermeld of als de
aanbevolen oplossingen niet werken, neem dan contact op met de
professionele serviceorganisatie.

16
Problemen Reden voor
problemen
Oplossingen
De airconditioning werkt
niet.
Er is geen elektriciteit.
De overloopindicator
geeft “FL”weer.
De omgevingstempera-
tuur is te laag of te hoog.
Zet hem aan na aanslui-
ting op een stopcontact
met elektriciteit.
Lozing van het water in
de overloopindicator.
Gebruik het apparaat bij
een temperatuur van 7-35
ºC (44-95 ºC).
Het koel- of verwarmings-
effect is niet goed.
Er is direct zonlicht.
Deuren of ramen staan
open; er zijn veel mensen;
of in de koelmodus zijn er
andere warmtebronnen.
Het lterscherm is vuil.
Trek aan het gordijn.
Sluit deuren en ramen en
voeg nieuwe airconditio-
ning toe.
Reinig of vervang het
lterscherm.
Grote ruis. De airconditioning wordt
niet op een vlakke onder-
grond geplaatst.
Plaats de airconditioning
op een vlakke en harde
plaats (om het geluid te
verminderen).
De compressor werkt niet Oververhittingsbeveili-
ging start.
Wacht 3 minuten tot de
temperatuur is gedaald
en start de machine
vervolgens opnieuw op.
De afstands-
bediening werkt niet.
De afstand tussen de
machine en de afstands-
bediening is te groot.
De afstandsbediening
staat niet in de richting
van de ontvanger van de
afstandsbediening.
De batterijen zijn leeg.
Laat de afstandsbedie-
ning in de buurt van de
airconditioning komen
en zorg ervoor dat de
afstandsbediening direct
in de richting van het
apparaat wijst.
Vervang de batterijen.

17
Zekeringsparameters
Type: FSD or 50F
Spanning: 250V
Stroom: 3.15A
Schematisch diagram
VIII.Bijlage
Alle technische en specieke parameters vindt u op het typeplaatje van het
product. Vanwege de voortdurende verbetering behouden wij ons het recht
voor om een ontwerp zonder voorafgaande kennisgeving te wijzigen.
Behandeling: Zet de verlaten machine niet samen met
ander ongesorteerd afval. Dergelk afval moet apart
worden geplaatst voor ander speciaal gebruik.
Het display geeft ‘E1’
weer.
De pijptemperatuursensor
is abnormaal.
Controleer de kamertem-
peratuursensor en de bij-
behorende schakelingen.
Het display geeft ‘E2’
weer.
De pijptemperatuursensor
is abnormaal.
Controleer de pijptempe-
ratuursensor en het bijbe-
horende schakelschema.
verdamper
Capillair
This manual suits for next models
2
Table of contents
Languages:
Other FUAVE Air Conditioner manuals
Popular Air Conditioner manuals by other brands

Acson
Acson M-CCC-0501-ACSON installation manual

Samsung
Samsung MXD-K025AN installation manual

Fujitsu
Fujitsu ASYG09KGTE Operation manual

Mitsubishi
Mitsubishi PUHZ-RP1.6VHA Technical & service manual

SILART
SILART OTM-1000-000 manual

Mitsubishi Electric
Mitsubishi Electric Mr.Slim MCF-18TN operating instructions