Load UP 75051 User manual

GENERATOR
GENERATOR
GENERATOR
GENERATEUR
75051
Handleiding
Gebrauchsanleitung
Instruction manual
Manuel d’instructions

Versie 06.2006
NEDERLANDS .................................................................................. 1
DEUTSCH .......................................................................................... 14
ENGLISH ............................................................................................ 28
FRANÇAIS ......................................................................................... 41
Lees deze handleiding voor ingebruikname aandachtig door.
Bitte lesen Sie diese Gebrauchsanleitung sorgfältig vor
Gebrauch durch.
Please read this instruction manual carefully before use.
Avant toute utilisation de l’appareil, lire avec attention le présent
manuel d’instructions.
(NL)
Afval geproduceerd door elektrische machines mag niet behandeld worden als
normaal huishoudelijk afval. Zorg voor recycling daar waar passende installaties
bestaan. Raadpleeg de plaatselijke instanties of de verkoper voor adviezen over
inzameling en verwerking.
(D)
Die von den elektrischen Maschinen erzeugten Abfälle dürfen nicht mit dem
normalen Hausmüll entsorgt, sondern müssen in zugelassenen Anlagen
umweltgerecht recycelt werden. Bitte erkundigen Sie sich bei der örtlichen
Behörde oder beim Vertragshändler über Müllsammlung und -entsorgung.
(F)
Les déchets électriques ne peuvent être traités de la même manière que les
ordures ménagères ordinaires. Procéder à leur recyclage, là où il existe des
installations adéquates. S'adresser aux autorités locales compétentes ou à un
revendeur agréé pour se renseigner à propos des procédés de collecte et de
traitement.
(GB)
Waste electrical products should not be disposed of with household waste.
Please recycle where facilities exist. Check with your Local Authority or retailer
for recycling advice.
Importeur : Load Up, P.O. Box 114, NL-8900 AC Leeuwarden
www.airpress.nl

1
NEDERLANDS Versie 06.2006
INHOUDSOPGAVE
1. Veiligheidsvoorschriften 2
2. Technische gegevens 3
3. Voor ingebruikname 3
4. Starten van de motor 5
5. Gebruik 6
6. Opladen 6
7. Stoppen van de motor 8
8. Onderhoud 8
9. Opslag 12
10. Storingen 13
ATTENTIE
Voordat u met uw LOAD-UP generator gaat werken, dient eerst deze
handleiding aandachtig te worden doorgenomen, zodat ongelukken kunnen
worden voorkomen.
VOORWOORD
Voordat u met uw LOAD-UP generator gaat werken, dient eerst deze
handleiding aandachtig te worden doorgenomen, zodat ongelukken kunnen
worden voorkomen.
Met de aankoop van deze generator bent u eigenaar geworden van een
hoogwaardige, betrouwbare machine. Bij correct gebruik en geregeld
onderhoud zal het apparaat jarenlang zware klussen onvermoeibaar uitvoeren.
In deze handleiding vindt u gebruiks- en onderhoudsvoorschriften. Lees deze
voor gebruik aandachtig dobr en let erop dat anderen die de generator
gebruiken dit ook hebben gedaan en de nodige voorzorgsmaatregelen hebben
genomen.
Deze generator is geconstrueerd voor het opwekken van elektriciteit. Het apparaat
mag alleen worden gebruikt voor het doel waarvoor het is ontworpen en bedoeld;
alle andere toepassingen zijn niet juist. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor
enige schade aan personen en zaken, veroorzaakt door onzorgvuldigheid of het
niet opvolgen van de aangegeven voorschriften tijdens de werking van de
generator of onderhoudswerkzaamheden.

2
1. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Werken met generatoren is niet zonder gevaar. Om dit gevaar zo klein mogelijk
te maken hebben wij enkele veiligheidsmaatregelen opgesteld. Volg deze
aanwijzingen altijd op en besef steeds goed waarmee u bezig bent. Op die
manier kunt u veel ongelukken vermijden.
■Uitlaatgassen zijn giftig. Gebruik de generator daarom nooit binnen in een
afgesloten ruimte, maar zorg altijd voor voldoende ventilatie.
■De knaldemper wordt erg heet tijdens gebruik en blijft na het stopzetten nog
een tijdllang heet. Laat de motor afkoelen voordat u de generator opbergt.
■Diesel is licht ontvlambaar. Vul de brandstof bij in een goed geventileerde
ruimte en zet de generator stop voordat u brandstof bijvult.
■Niet roken tijdens het bijvullen van de brandstof.
■Veeg gemorste brandstof onmiddellijk af.
■Aansluitingen voor standby elektriciteit voor een elektriciteitssysteem van
een gebouw mogen uitsluitend door een erkende elektricien worden
aangelegd en moeten aan de geldende wettelijke bepalingen en elektrische
codes voldoen. Verkeerde aansluitingen kunnen zeer gevaarlijk zijn.
■Voordat u de generator opstart, altijd eerst de generator goed controleren.
Hierdoor kunt u ongelukken voorkomen.
■Plaats de generator op tenminste 1 meter afstand van muren en andere
machines en houd zelf tijdens bedrijf ook tenminste 1 meter afstand.
■Plaats de generator op een vlakke ondergrond. Als de generator schuin
staat, kan er brandstof uit lekken.
■De generator aarden met een aardpen en draad van minimaal 1,5 mm2.
■Lees voor ingebruikname deze handleiding aandachtig door, zodat u weet
hoe u de generator moet bedienen en in geval van nood de generator snel
kunt stoppen. Houd kinderen en niet bevoegde personen uit de buurt van de
generator tijdens bedrijf.
■Blijf uit de buurt van bewegende delen als de generator draait.
■Als de generator niet op de juiste manier wordt gebruikt, bestaat het gevaar
van een elektrische schok. Raak de generator niet aan met natte handen.
■Gebruik de generator niet in de regen en de sneeuw, want de machine mag
beslist niet nat worden.
■WAARSCHUWING: de waarschuwingen, veiligheidsvoorschriften en aan-
wijzingen in deze handleiding kunnen niet alle mogelijke omstandigheden en
situaties omvatten. De gebruiker dient te begrijpen dat gezond verstand en
voorzichtigheid factoren zijn die niet in dit product kunnen worden
ingebouwd, maar door de gebruiker zelf moeten worden ingevuld.
■Laat alleen personen die door het lezen van deze gebruiksaanwijzing op de
hoogte zijn van het gebruik van deze generator, er gebruik van maken.
Onoordeelkundig gebruik is gevaarlijk.

3
2. TECHISCHE GEGEVENS
Generator 75051 :
GENERATOR
Frequentie (Hz) 50
Vermogen (kW) 5,5
Voltage (AC)(V) 400/230
Stroom (AC)(A) 7,9
Toeren (omw./min.) 3000
Aantal fasen 1
Vermogensfactor (cos φ) 0,8
Opwekkingsmodus automatische opwekking gecontroleerd
door een constante spanning
Bedrijfsmodus 12 uren continu
Structuur modus handmatig verrijdbaar
Overbrenging vast
Brutogewicht (kg) 171
Afmetingen (lxbxh)(mm) 910 x 520 x 740
MOTOR
Type 4-takt, 1 cilinder, luchtgekoeld,
injectie dieselmotor
Vermogen continu (kW/trs/min.) 5,7/3000
Vermogen max. (kW/trs/min.) 6,3/3300
Bore x takt (mm) 86 x 72
Cilinderinhoud 0,418 liter/418 cc
Koeling geforceerde luchtkoeling
Smering oliepomp
Carterinhoud (l) 1,65
Startsysteem elektrisch
Brandstof diesel
Inhoud brandstoftank (l) 16
Waarschuwingssysteem voor te ja
weinig olie
3. VOOR INGEBRUIKNAME
3.1 Keuze en behandeling van de brandstof
•Keuze van de brandstof :
gebruik uitsluitend lichte diesel, die is het meest geschikt.
•Zorg ervoor dat er geen stof of water in de brandstof terechtkomt.
Wanneer u de brandstoftank bijvult vanuit een vat, zorg er dan voor dat er
geen stof of water in de diesel terechtkomt. Dit kan namelijk ernstige
problemen veroorzaken aan de brandstofinjectiepomp en de verstuiver.

4
•Vul niet teveel diesel bij.
Dit is erg gevaarlijk. Vul bij met diesel tot aan de rode stip in het
brandstoffilter.
Let op :
•Vul de brandstof bij in een goed geventileerde ruimte en zet de generator
stop voordat u brandstof bijvult.
•Niet roken tijdens het bijvullen van de brandstof.
•Vul niet teveel brandstof bij en draai de vuldop na het bijvullen goed vast.
•Probeer niet te morsen met de diesel en veeg gemorste brandstof
onmiddellijk af voordat u de generator start.
3.2 Controle en bijvullen van de motorolie
Let op :
•Controleer altijd voor ingebruikname het oliepeil en vul bij indien nodig (plaats
de generator hiervoor op een vlakke ondergrond).
•Indien de machine met te weinig olie draait, kan dit de motor ernstig
beschadigen. Het is ook gevaarlijk om teveel olie bij te vullen ; hierdoor kan
de motor plotseling harder gaan draaien.
Let op :
De generator is voorzien van een oliewaarschuwingssysteem, dat ervoor zorgt
dat de motor automatisch stopt, wanneer het oliepeil beneden het laagste peil
zakt. Dit voorkomt ongelukken en beschadigingen.
Aanbevolen olie : SAE 15W-40 (multigrade).
3.3 Onderhoud van luchtfilter
1. Schroef de vleugelmoer los, verwijder het deksel van het luchtfilter en
verwijder het element.
Let op :
•Was het element niet met een wasmiddel.
•Indien nodig het element vervangen.
•Laat de generator nooit zonder element draaien, dit kan een snelle slijtage
van de motor veroorzaken.
2. Plaats het deksel van het luchtfilter terug en draai de vleugelmoer weer vast.
3.4 Controleren van de generator
1. Zet de hoofschakelaar op « STOP » en ontkoppel de elektrische apparaten.
Let op :
•Controleer of de hoofdschakelaar op « STOP » staat.
•De generator moet worden geaard om elektrische schokken te voorkomen.

5
Let op :
•De hoofdschakelaar moet altijd op «ON» staan als de motor draait.
•Voordat u de motor start altijd eerst de elektrische apparaten uitschakelen.
3.5 Het openen van de panelen
1. Open het paneel voor dagelijkse controle van de generator. Draai de hendel
tegen de wijzers van de klok in en til het paneel op.
2. Draai de moer van het deksel van het luchtfilter los om het filter te
inspecteren.
3.6 Aanloopperiode van de motor
Tijdens de eerste 20 bedrijfsuren van de motor moet de gebruiker de volgende
punten in acht nemen :
•Laat de motor 5 minuten warm draaien op lage snelheid en zonder belasting.
•Belast de generator de eerste 20 bedrijfsuren maar voor 50% en laat de
motor 3000 omw./min. draaien.
•Ververs de motorolie na 20 bedrijfsuren terwijl de motor nog warm is en tap
de oude olie helemaal af.
Olie verversen : eerste keer na ongeveer één maand of 20 bedrijfsuren.
Daarna : elke 3 maanden of 100 bedrijfsuren.
Afgewerkte olie afvoeren volgens de wettelijke voorschriften.
3.7 Koeling motor
De 75051 is luchtgekoeld.
4. STARTEN VAN DE MOTOR
Vóór het opstarten van de motor, geen elektrische apparaten aansluiten
- Draai de startknop naar de “ON” positie. Vervolgens de startknop naar
“START” draaien. Wanneer de motor draait, de startknop naar “ON” draaien.
Let op :
•Indien de startmotor lange tijd blijft draaien, gaat dit ten koste van het
vermogen van de batterij en kan zelfs een verbrande motor tot gevolg
hebben.
•Laat de startknop altijd op “ON” staan wanneer de motor draait.
Batterij
Controleer het niveau van de batterijvloeistof iedere maand. Indien nodig
bijvullen met gedistilleerd water tot het maximumpeil.

6
Let op :
Als het niveau van de batterijvloeistof te laag is, kan de motor niet starten omdat
er niet genoeg vermogen is. Aan de andere kant, als het niveau van de
batterijvloeistof te hoog is, kan de vloeistof de omliggende delen aantasten. Zorg
ervoor dat het niveau tussen het maximum en minimum blijft.
5. GEBRUIK
1. Laat de motor zonder belasting ongeveer 3 minuten warm draaien.
2. Controleer of het oliewaarschuwingslampje niet brandt.
Let op :
•Het oliewaarschuwingslampje gaat branden als het oliepeil te laag is en zal
de motor stoppen. Controleer het oliepeil en indien nodig bijvullen.
•De snelheidsbegrenzer van de motor en de brandstofinjectiebegrenzer
mogen beslist niet worden aangepast.
5.2 Controleer tijdens het draaien van de motor :
1. of er geen abnormale geluiden of vibraties zijn.
2. of de motor onregelmatig loopt.
3. de kleur van het uitlaatgas (is het uitlaatgas zwart of te wit ?)
Indien u één van bovenstaande punten bemerkt, de motor stoppen en de
oorzaak opsporen en verhelpen of de technische dienst raadplegen.
Let op :
•Als de motor heeft gedraaid, wordt de uitlaat erg heet. Raak de uitlaat niet
aan, maar laat hem eerst afkoelen.
•Vul nooit brandstof bij terwijl de motor draait.
6. OPLADEN
Let op :
•Start niet 2 machines tegelijkertijd, maar start de machines één voor één.
•Gebruik geen schijnwerpers samen met andere machines.
6.1 AC toepassingen
1. Controleer of de motor op nominale snelheid draait, anders wordt de AVR
(Automatische Voltage Regelaar) geforceerd. Indien de machine voor lange
tijd op te hoge snelheid draait, zal de AVR doorbranden.
2. Sluit de apparaten in een bepaalde volgorde aan. Sluit eerst het apparaat
met het zwaarste vermogen aan en daarna het apparaat met het lichtere
vermogen. Indien het opladen niet goed verloopt, zal de generator plotseling
stoppen. In dit geval alle elektrische apparaten afkoppelen, de
hoofdschakelaar op « OFF » zetten en de oorzaak opsporen.

7
WAARSCHUWING: Indien de AC beveiliging uitvalt, de belasting terugbrengen
tot het standaard vermogen en een paar minuten wachten voordat u het
opladen hervat.
6.2
Elektrische apparaten en in het bijzonder motoren vragen veel stroom tijdens
het opstarten. Raadpleeg onderstaande tabel om de apparaten aan te sluiten
op de generator.
Type Type Rated Normaal
Wattage Wattage Incandescent lamp Gloeilamp
Starting Opstarten Heating appliance Verwarmingsapparaat
Rated Normaal Fluorescent lamp TL-lamp
Typical appliance Type apparaat Motor driven Motoraangedreven
Example Voorbeeld equipment apparaten
Appliance Apparaat Electric fan Elektrische ventilator
Starting Opstarten

8
7. STOPPEN
1. Ontkoppel alle aangesloten apparaten.
2. Zet de bedrijfsschakelaar op « OFF ».
WAARSCHUWING
•Stop de motor nooit met de decompressiehendel.
•Stop de generator nooit als alle appraten nog aangesloten zijn, maar
ontkoppel deze apparaten eerst.
8. ONDERHOUD
Regelmatige controle en onderhoud is zeer belangrijk als u uw machine in
goede conditie wilt houden. Bedenk dat regelmatig onderhoud het
rendement van uw machine ten goede komt en het behoud van uw
machine is !
Raadpleeg onderstaand schema voor de uit te voeren werkzaamheden.
WAARSCHUWING
•Voordat men met onderhoudswerkzaamheden aan de machine mag
beginnen, moet eerst de stroom worden uitgeschakeld (let erop dat deze
niet per ongeluk weer kan worden ingeschakeld). Indien de machine toch
moet draaien, moet u ervoor zorgen dat de ruimte goed geventileerd wordt,
omdat het uitlaatgas van de generator giftig koolmonoxidegas bevat.
•Na gebruik de generator schoonmaken met een doek om roestvorming te
voorkomen en om aanslag te verwijderen.

9
ONDERHOUDSTABEL
Elke dag Na 1
maand
of 20 uur
Na 3
maanden
of 100 uur
Na 6
maanden
of 500 uur
Elk jaar
of 1000
uur
Brandstof
controleren en
bijvullen.
•
Motorolie
controleren en
bijvullen.
•
Op olielekkage
controleren. •
Schroeven
aandraaien. •
•
Motorolie
verversen. ••
Oliefilter
vernieuwen. •
Luchtfilterelement
vervangen. In stoffige omgeving vaker
vervangen. •
Brandstoffilter
schoonmaken. •Ver-
vangen
Brandstofinjectie-
pomp controleren •
Verstuiver
controleren. •
Brandstofleiding
controleren. •
Speling van inlaat
en uitlaatkleppen
aanpassen.
••
Inlaat- en uitlaat-
kleppen bijslijpen.
•
Zuigerveer
vervangen.
•
Elektrolyt batterij
controleren. •
Koolborstel en
slipring
controleren.
•
Isolatieweerstand
controleren. Als de generator meer dan 10 dagen buiten gebruik is
geweest.

10
8.1 Motorolie verversen
Verwijder de olievuldop en de aftapplug en tap de olie af terwijl de motor nog
warm is. Vang de afgewerkte olie op en voer deze af volgens de voorschriften.
De plug bevindt zich onderaan het cilinderblok. Plaats de aftapplug terug en vul
bij met nieuwe aanbevolen olie.
Oil filter cap/dipstick Olievuldop/peilstok
Drain plug Aftapplug
8.2 Oliefilter schoonmaken
Schoonmaken : elke 6 maanden of elke 500 uur.
Vervangen indien nodig.
Oil filter Oliefilter
Drain plug Aftapplug
8.3 Vervangen van het luchtfilterelement
Maak het luchtfilterelement niet schoon met een
wasmiddel.
Vervangen : elke 6 maanden of elke 500 uur.
Let op :
Laat de motor nooit draaien zonder luchtfilterelement of met een defect
luchtfilterelement
8.4 Schoonmaken en vervangen van het brandstoffilter
Het brandstoffilter dient regelmatig te worden schoongemaakt om een maximale
capaciteit te waarborgen.
Schoonmaken : Elke 6 maanden of elke 500 uur
Vervangen : Elk jaar of elke 1000 uur

11
1. Tap alle brandstof af uit de tank.
2. Draai de 3 kleine schroeven los en verwijder
het brandstoffilter.
3. Was het filter grondig met diesel.
Draai de moer en het onderdeksel los en
verwijder de koolstofaanslag.
Drain plug Aftapplug.
8.5 Vastdraaien van de schroeven van de cilinderkop
Het vastdraaien van de schroeven van de cilinderkop vereist speciaal
gereedschap. Neem contact op met uw dealer.
8.6 Controleren van de verstuiver en de brandstofinjectiepomp
1. Instellen van opening van de inlaat- en uitlaatkleppen.
2. Slijpen van de inlaat- en uitlaatkleppen.
3. Vervangen van de zuigerveer.
Bovenstaande werkzaamheden moeten worden uitgevoerd door een vakman.
Neem contact op met uw dealer.
Let op :
•Controleer de verstuiver nooit in de buurt van open vuur, de brandstofnevel
kan ontbranden. Zorg ervoor dat de brandstofnevel niet op uw huid terecht
kan komen ; de brandstof kan de huid binnendringen en letsel veroorzaken.
Houd de verstuiver altijd uit de buurt van uw lichaam.
8.7 Controleren van het elektrolyt en opladen van de batterij
De diesel generator heeft een 12 V batterij. Bij het
opladen en ontladen van de batterij gaat telkens een
beetje elektrolyt verloren.
Controleer de batterij voor het opstarten op zichtbare
beschadiging, controleer het peil van het elektrolyt en
indien nodig bijvullen met gedistilleerd water tot het
maximumniveau.
Controleer het elektrolyt elke maand.

12
Waarschuwing :
•Het elektrolyt bevat zwavelzuur. Bescherm uw ogen, huid en kleding.
Als u toch in contact komt met het zwavelzuur, overvloedig met water
spoelen en onmiddellijk een arts raadplegen, vooral als het uw ogen
betreft.
•De batterij produceert waterstofgas, dat heel explosief is. Rook niet in
de buurt van de batterij en plaats de batterij niet in de buurt van
vlammen of vonken, vooral tijdens het opladen.
8.8 Controleren van de koolborstel en de sleepring
Controleer de koolborstel en de sleepring regelmatig. Aanpassen als er vonken
zijn.
9. OPSLAG VOOR LANGE TIJD
Indien de generator voor lange tijd wordt opgeslagen, de volgende punten in
acht nemen :
1. Laat de motor ongeveer 3 minuten
onbelast draaien en stop hem dan.
2. Tap de motorolie af terwijl de motor nog
warm is en vul bij met nieuwe olie.
3. Verwijder de schroefplug op de cilinderkop,
vul 2cc motorolie bij en plaats de
schroefplug weer terug.
4. Draai de motor 2-3 seconden met de
decompressiehendel in de positie « geen
compressie » en de startknop op de positie « START », maar start de motor
niet.
5. Duw de decompressiehendel omhoog. Trek aan de startkabel totdat u
weerstand voelt (in deze positie zijn zowel de inlaat- als de uitlaatklep
gesloten) en laat de hendel in deze positie. Hierdoor wordt voorkomen dat de
motor gaat roesten.
6. Veeg de olie en het vuil van de motor en sla de generator op in een droge,
goed geventileerde ruimte.

13
10. STORINGEN
De motor wil niet starten :
Oorzaak Oplossing
Te weinig brandstof Brandstof bijvullen
De brandstofinjectiepomp en de verstuiver Verwijder de brandstofinjectiepomp
laten geen of niet genoeg brandstof door. en de verstuiver en maak ze schoon.
De startknop staat niet op de Zet de startknop op positie START.
positie START.
Controleer het oliepeil. Het oliepeil moet zich bevinden
tussen het min.en max. niveau.
De verstuiver is vuil. Schoonmaken.
De batterij geeft niet voldoende Opladen of vervangen door een
stroom. nieuwe.
Als er geen elektriciteit wordt opgewekt :
Oorzaak Oplossing
De hoofdschakelaar staat niet op « ON ». Draai de schakelaar op « ON ».
De koolstofborstels zijn versleten. Vervangen.
De wandcontactdoos is defect. Controleren en repareren.
De nominale snelheid kan niet worden Instellen volgens de aanwijzingen.
bereikt.
De AVR is beschadigd. Vervangen.

14
DEUTSCH
INHALTSVERZEICHNIS
1. Sicherheitsvorschriften Seite 15
2. Technische Daten Seite 16
3. Vor der Inbetriebnahme Seite 17
4. Anlassen des Motors Seite 19
5. Betrieb Seite 19
6. Aufladen Seite 20
7. Stoppen des Motors Seite 22
8. Wartung Seite 22
9. Transport/Lagerung Seite 26
10. Störungen Seite 27
ZU BEACHTEN
Vor der Inbetriebsetzung Ihres LOAD UP-Generators ist diese Betriebsanleitung
sorgfältig durchzulesen, damit Unfälle vermieden werden können.
ALLGEMEINES
Mit dem Erwerb Ihres LOAD UP-Generators sind Sie der Besitzer einer hoch-
wertigen, zuverlässigen Maschine geworden. Bei ordnungsgemäßem Betrieb
und regelmäßiger Wartung wird das Gerät über viele Jahre hinweg die
schweren Arbeiten unermüdlich leisten.
In dieser Anleitung befinden sich die Betriebs- und Wartungsvorschriften. Lesen
Sie diese vor der Inbetriebnahme sorgfältig durch und achten Sie darauf, daß
andere, die den Generator ebenfalls benutzen, sie auch gelesen und die
erforderlichen Sicherheitsmaßnahmen ergriffen haben.
Dieser Generator ist für die Erzeugung von Elektrizität für vom Stromnetz
abhängige Geräte ausgelegt. Das Gerät darf nur für den Zweck, für den es
ausgelegt und bestimmt ist, benutzt werden; jegliche andere Verwendung ist nicht
bestimmungsgemäß. Der Hersteller haftet nicht für irgendwelche Schäden an
Personen und Sachwerten, die durch Unsorgfältigkeit bzw. das nicht Befolgen der
angegebenen Vorschriften während des Betriebs des Generators bzw. während
Wartungsarbeiten verursacht worden sind.

15
1. SICHERHEITSVORSCHRIFTEN
Arbeiten mit Generatoren ist nicht ohne Gefahr. Um diese Gefahr zu reduzieren,
haben wir einige Sicherheitsmassnahmen aufgestellt. Beachten Sie bitte immer
die Hinweise und erkennen Sie immer gut was Sie machen. Auf diese Weise
sind viele Unfälle vorzubeugen.
■Abgase sind giftig. Betreiben Sie den Generator deshalb niemals im
Innenbereich in einem abgeschlossenen Raum, sondern gewährleisten Sie
immer genügend Lüftung.
■Der Schalldämpfer wird während des Betriebs sehr heiß und bleibt dies nach
der Abstellung auch noch eine gewisse Zeit. Den Motor abkühlen lassen
bevor Sie den Generator wegräumen.
■Brennstoff ist leicht entflammbar. Den Kraftstoff in einem gut gelüfteten
Raum nachfüllen und den Generator abstellen bevor Sie Kraftstoff
nachfüllen.
■Nicht rauchen während Kraftstoff nachgefüllt wird.
■Verschütteten Kraftstoff sofort abwischen.
■Anschlüsse für Bereitschaftsstrom für ein Elektrizitätssystem eines Gebäu-
des dürfen nur von einem zugelassenen elektrotechnischen Fachkraft verlegt
werden und haben die einschlägigen gesetzlichen Bestimmungen und
elektrischen Codes zu erfüllen. Falsche Anschlüsse können sehr gefährlich
sein.
■Bevor Sie den Generator starten, diesen vorher immer gut überprüfen.
Dadurch lassen sich Unfälle vermeiden.
■Den Generator in einer Entfernung von mindestens 1 m von Wänden und
anderen Maschinen aufstellen und selbst während des Betriebs auch eine
Entfernung von mindestens 1 m einhalten.
■Den Generator auf einem ebenen Untergrund aufstellen. Wenn der Gene-
rator schräg steht, kann Kraftstoff auslaufen.
■Kinder und nicht-autorisierte Personen während des Betriebs vom Generator
fernhalten.
■Wenn der Generator in Betrieb ist, von beweglichen Teilen fernbleiben.
■Wenn der Generator nicht in der richtigen Art und Weise betrieben wird,
besteht die Gefahr eines elektrischen Schlages. Den Generator nicht mit
feuchten Händen berühren.
■Den Generator nicht im Regen und im Schnee betreiben, denn die Maschine
darf absolut nicht naß werden.
■Der Generator soll gut geerdet werden.
■WARNHINWEISE: die Warnhinweise und Sicherheitsvorschrifte sowie die
Anweisungen, die in dieser Gebrauchsanweisung behandelt werden, können
nicht alle möglichen Bedingungen und Situationen umfassen, die auftreten
können. Der Bediener muss verstehen, dass gesunder Menschenverstand
und Vorsicht Faktoren sind, welche nicht in das Produkt eingebaut werden
können, aber vom Bediener selbst zur Verfügung gestellt werden müssen.
■Die Betriebsanleitung ist von jedem Benutzer vor dem ersten Gebrauch
sorgfältig zu lesen. Unverständiger Gebrauch ist lebensgefährlich.

16
2. TECHNISCHE DATEN
Generator 75051:
GENERATOR
Frequenz (Hz) 50
Leistung (kW) 5,5
Voltage (AC) (V) 400/230
Strom (AC) (A) 7,9
UpM 3000
Fasen 1
Leistungsfaktor (cosø) 0,8
Erzeugungsmode automatische Erzeugung kontrolliert durch
eine konstante Spannung
Betriebsmode 12 Stunden-Betrieb kontinuierlich
Struktur mode Hand cart Typ
Übertragung fest
Brutogewicht (Kg) 171
Abmessungen (LxBxH mm) 910 x 520 x 740
MOTOR
Typ 4-Takt, Einzylinder, direktinjektion Dieselöl
Motor
Ausgangleistung kontinuierlich 5,7/3000 (kW/UpM)
Max. Leistung (kW/UpM) 6,3/3300
Bore x stroke (mm) 86 x 72
Displacement (l) 0,418
Kühlung Zwangsluftkühlung
Schmierung Ölpump
Carterinhalt (l) 1.65
Startsystem elektrischer Start
Kraftstoff Dieselöl
Kraftstoffbehälter (l) 16
Ölüberwachungssystem ja

17
3. VOR DER INBETRIEBNAHME
3.1 Das Kraftstoffniveau überprüfen
•Nur leichtes Dieselöl verwenden.
•Sofern erforderlich bis an die Markierung nachfüllen.
•Vermeiden Sie, daß sich Schmutz, Staub oder Wasser im Kraftstoffbehälter
ansammelt.
•Nach dem Nachfüllen den Kraftstoffbehälterverschluß fest anschrauben.
Warnung:
■Dieselöl immer in einem gut gelüfteten Raum bei abgeschaltetem Motor
nachfüllen. In dem Raum, wo Dieselöl nachgefüllt oder gelagert wird, ist das
Rauchen bzw. sind Flammen und Funken zu vermeiden.
■Nicht zu viel Dieselöl nachfüllen (das Kraftstoff darf die Markierung nicht
übersteigen). Nach dem Einfüllen von Dieselöl überprüfen, ob der
Kraftstoffbehälterverschluß entsprechend festgeschraubt worden ist.
■Vermeiden Sie, daß beim Nachfüllen Dieselöl verschüttet wird. Verschüttetes
Dieselöl oder -dampf kann sich leicht entzünden. Das verschüttete Dieselöl
aufwischen bevor Sie den Motor anlassen.
■Die Berührung mit der Haut bzw. das Einatmen des Dampfes soviel wie
möglich vermeiden. KINDER FERNHALTEN.
3.2 Den Ölstand des Motors überprüfen
- Überprüfen Sie Immer vor der Inbetriebnahme den Ölstand. Sorgen Sie dazu
für eine horizontale Aufstellung.
- Den Ölstand regelmäßig überprüfen, denn, wenn der Motor mit
unzureichender Ölfüllung betrieben wird, kann er ernsthaft beschädigt
werden.
Zu beachten: Das Ölüberwachungssystem wird den Motor automatisch
stoppen, wenn der Ölstand unter die Sicherheitsgrenze sinkt. Um jedoch einen
unerwünschten oder unerwarteten Stillstand zu vermeiden, empfiehlt es sich
dennoch, den Ölstand regelmäßig zu überprüfen.
Empfohlenes Öl: 15W-40 (Motoröl).
3.3 Luftfilter überprüfen
Überprüfen Sie regelmäßig, ob das Luftfilter sauber und in gutem Zustand ist.
Die Schraube des Deckels lösen, den Deckel entfernen und den Filtereinsatz
überprüfen. Erforderlichenfalls reinigen oder ersetzen.
ZU BEACHTEN
Den Motor niemals ohne Luftfilter betreiben. Staub- und Schmutzpartikel werden
vom Vergaser in den Motor gesaugt und werden den Motor beschädigen.

18
3.4 Kontrollieren des Generators
Drehen Sie den Hauptschalter nach „STOP“ und entkupplen Sie die
angeschlossenen Geräte.
Achtung:
▪Überprüfen Sie ob den Hauptschalter auf „STOP“ steht.
▪Um elektrische Schläge zu vermeiden, ist der Generator zu erden.
Achtung:
▪Der Hauptschalter muss immer auf „ON“ stehen wenn der Motor dreht.
▪Bevor Sie den Motor starten, immer zuerst die elektrischen Geräte
ausschalten.
3.5 Öffnen des Paneels
1. Öffnen Sie das Paneel für tägliche Kontrolle des Generators. Drehen Sie den
Hebel entgegen dem Uhrzeigersinn und entfernen Sie das Paneel.
2. Drehen Sie die Mutter des Deckels des Luftfilters los um das Luftfilter zu
überprüfen.
ZU BEACHTEN
Das Brennstoffventil auf “OFF” drehen, bevor Sie den Generator an einem
anderen Ort stellen.
3.6 Anlaufperiode des Motors
Während der ersten 20 Arbeitsstunden muß der Gebraucher folgende Punkte
beachten:
•Lassen Sie den Motor 5 Minuten warm drehen auf einer niedrigen
Geschwindigkeit und ohne Belastung.
•Belasten Sie den Generator die erste 20 Arbeitsstunden nur für 50% und
lassen Sie den Motor 3000 UpM drehen.
•Wechseln Sie das Motoröl nach etwa 20 Arbeitsstunden indem der Motor
noch warm ist und lassen Sie das Altöl ganz auslaufen.
Öl wechseln: erste Mal nach etwa einem Monat oder 20 Arbeitsstunden.
Danach alle 3 Monaten oder 100 Arbeitsstunden.
Bitte halten Sie sich an die einschlägigen Bestimmungen für die
Entsorgung von Altöl!
3.7 Motorkühlung
Modell 75051 hat zwangsluftkühlung.
Warning: der Radiatordeckel nie losdrehren wenn der Motor noch warm ist! Nur
kontrollieren bei einem kalten Motor. Nach Kontrolle den Deckel gut festdrehen.
Behandeln Sie den Subbehälter (Inhalt 0,3 Liter) dasselbe.
Table of contents
Languages:
Other Load UP Portable Generator manuals
Popular Portable Generator manuals by other brands

Briggs & Stratton
Briggs & Stratton 030333-0 Operator's manual

Peak Scientific
Peak Scientific SL 100 cc user manual

BNC
BNC 835 user manual

Briggs & Stratton
Briggs & Stratton PRO8000 Illustrated parts list

Gillette
Gillette SPS-100 Operation and installation guide

Winco
Winco 50PTOC4-03/1 Installation and operator's manual