MFZ Ovitor CS 300 User manual

Bedieningshandleiding CS 300-besturing NL
Deurbesturing CS 300 / Rev.D 5.6 – 1


NL
Deurbesturing CS 300 / Rev.D 5.6 – 3
Instructies voor het gebruik
−Onbevoegde personen (vooral kinderen) niet met vaste
gemonteerde regel- of besturingsapparatuur laten spelen.
−Afstandsbedieningen buiten het bereik van kinderen
houden.
Keuringsprincipes en voorschriften
Bij aansluiting, programmering en onderhoud moeten de
volgende voorschriften in acht worden genomen (zonder
aanspraak op volledigheid).
Bouwproductnormen
−EN 13241-1 (Producten zonder brand- of rookwerende
eigenschappen)
−EN 12445 (Gebruiksveiligheid van aangedreven deuren -
Beproevingsmethoden)
−EN 12453 (Gebruiksveiligheid van aangedreven deuren -
Eisen)
−EN 12978 (Veiligheidsvoorzieningen voor
automatisch werkende deuren en hekken - Eisen en
beproevingsmethoden)
EMC
−EN 55014-1 (Emissienorm huishoudelijke apparaten)
−EN 61000-3-2 (Limietwaarden voor de emissie van
harmonische stromen)
−EN 610000-3-3 (Limietwaarden voor spanningswisselingen,
spanningsschommelingen)
−DIN EN 61000-6-2 (Elektromagnetische compatibiliteit
(EMC) - Deel 6-2: Algemene normen - Immuniteit voor
industriële omgevingen)
−EN 61000-6-3 (Elektromagnetische compatibiliteit (EMC)
- Deel 6-3: Algemene normen - Emissienormen voor
huishoudelijke, handels- en lichtindustriële omgevingen)
Machinerichtlijnen
−EN 60204-1 (Veiligheid van machines - Elektrische
uitrusting van machines; Deel 1: Algemene eisen)
−EN ISO 12100 (Veiligheid van machines - Algemene
ontwerpbeginselen - Risicobeoordeling en risicoreductie)
3. Algemene veiligheidsinstructies
GEVAAR!
Levensgevaar door het niet opvolgen van de
documentatie!
Neem alle veiligheidsinstructies in dit document in acht.
Garantie
De garantie op goede werking en veiligheid geldt alleen
wanneer de waarschuwingen en veiligheidsinstructies in deze
bedieningshandleiding worden opgevolgd.
Voor persoonlijk letsel en materiële schade als gevolg van het
niet opvolgen van waarschuwingen en veiligheidsinstructies,
aanvaardt de fabrikant geen verantwoordelijkheid.
Voor schade veroorzaakt door het gebruik van niet-
goedgekeurde onderdelen en accessoires, is elke
aansprakelijkheid en garantie door de fabrikant uitgesloten.
Juist gebruik
De CS 300-besturing is uitsluitend bedoeld voor het regelen
van deursystemen met aandrijvingen met een elektronische
eindpositiesysteem (AWG).
Doelgroep
Alleen bevoegde en gediplomeerde elektromonteurs mogen
de besturing aansluiten, programmeren en onderhouden.
Bevoegde en geschoolde elektromonteurs voldoen aan de
volgende eisen:
− Kennisvandealgemeneenspeciekeveiligheids-en
ongevallenpreventie voorschriften,
−Kennis van de relevante elektrische voorschriften,
−Training in het gebruik en onderhoud van geschikte
veiligheidsuitrusting,
−ze zijn in staat om gevaren in samenhang met elektriciteit
te onderkennen.
Instructies bij montage en aansluiting
−De besturing is volgens aansluitingswijze X geplaatst.
−Voorafgaande aan werkzaamheden aan de elektriciteit,
moet het systeem worden losgekoppeld van de
stroomvoorziening. Tijdens de werkzaamheden moet ook
worden gezorgd dat de stroomvoorziening onderbroken
blijft.
−De plaatselijke veiligheidsbepalingen moeten worden
opgevolgd.
−Veranderingen aan en vervanging van de stroomkabel
moeten met de fabrikant worden afgestemd.

4 – Deurbesturing CS 300 / Rev.D 5.6
4.1 Varianten
De volgende leveringsvarianten van de CS 300-besturing zijn
mogelijk:
−CS 300-besturing met LCD-monitor
−CS 300-besturing met LCD-monitor in de behuizing
−CS 300-besturing met ledmodule voor het instellen van de
eindpositie OPEN en de eindpositie DICHT
(Andere instellingen zijn niet mogelijk)
−CS 300-besturing zonder ledmodule en zonder LCD-scherm
(module of monitor zijn vereist voor instellingen)
Alle genoemde varianten kunnen worden uitgerust met een
verwderbareweekschakelklokofeeninsteekbareradio-
ontvanger.
De volgende leveringsvarianten van de behuizing zijn
mogelijk:
−Behuizing met 3-voudige drukknop CS
−Behuizing met 3-voudige drukknop KDT
−Behuizing met sleutelschakelaar AAN/UIT
−Behuizing met hoofdschakelaar
−Behuizing met noodstop
De bedieningshandleiding beschrijft de aansluitmogelijkheden
en programmering van de varianten:
−CS 300-besturing met aangesloten ledmonitor
−CS 300-besturing met aangesloten LCD-monitor
−Softwareversie 5.6 B
Laagspanning
−DIN EN 60335-1 (Huishoudelijke en soortgelijke elektrische
toestellen - Veiligheid - Deel 1: Algemene eisen)
−DIN EN 60335-2-103 (Huishoudelijke en soortgelijke
elektrische toestellen - Veiligheid - Deel 2-103: Bijzondere
eisen voor poorten, deuren en ramen)
Comité voor arbeidsplaatsen (ASTA)
−ASR A1.7 (Technische regels voor arbeidsplaatsen / Duitse
richtlijn voor aangedreven ramen, deuren en poorten)
4. ProductoverzichtAlgemene veiligheidsinstructies

NL
Deurbesturing CS 300 / Rev.D 5.6 – 5
4.2 Moederbord CS 300
(met opgestoken LCD-monitor)
Verklaring:
X1: Klemmenstrip netaansluiting
X2: Klemmenstrip motor
X3: Klemmenstrip commando-apparaten
X4: Klemmenstrip veiligheidselementen
X5: Klemmenstrip relais
X6: Aansluitstrip voor interne AAN-UIT-schakelaar
X7: Aansluitstrip voor interne 3-voudige drukknop
X8: Aansluitstrip
(Onder de LCD-monitor)
X9: Aansluitstrip voor radio-ontvanger
X10: Aansluitstrip voor weekschakelklok
X11: Aansluitstrip voor digitaal eindpositiesysteem
X12: Stekkeraansluiting voor externe radio-ontvanger
X13: Aansluitstrip voor 3-voudige CS-drukknop
H4: Statusweergave veiligheidscontactlijst (Groen)
Licht op bij functionerende veiligheidscontactlijst
H6: Statusweergave veiligheidscircuit (geel)
Licht op bij gesloten veiligheidscircuit
S1: Programmeertoets (+)
(Op de LCD-monitor)
S2: Programmeertoets (–)
(Op de LCD-monitor)
S3: Programmeertoets (P)
(Op de LCD-monitor)
1
2
3
4
5
6
7
8
B1
B2
W
V
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
N
L3
L2
L1
X5
X4
X3
X2
X11
X7
X6
X12
PE
PE
PE
X1
X10
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
X8
X9
H4
X13
H6
U
X14
X14 X14
400 V 230 V
+ – P
A
A
A De positie van de overbruggingsstekker moeten
worden aangepast aan de voedingsspanning en de
motorspanning.

6 – Deurbesturing CS 300 / Rev.D 5.6
5. Ingebruikname
5.1 Algemeen
Vooreenonberispelkewerkingmoetaandevolgende
voorwaardenznvoldaan:
−De deur is gemonteerd en klaar voor gebruik.
−De tandwielvertragingsmotor is gemonteerd en klaar voor
gebruik.
− Decommando-enveiligheidsapparatenzngemonteerden
klaar voor gebruik.
−De besturingsbehuizing met de CS 300-besturing is
gemonteerd.
INFORMATIE
Voor de montage van de deur, de aandrijfmotor en
de commando- en veiligheidsapparaten moeten de
handleidingen van de betreffende fabrikant in acht worden
genomen.
5.2 Netaansluiting
Vereisten
Voorhetonberispelkfunctionerenvandebesturingmoet
aandevolgendevoorwaardenznvoldaan:
−De netspanning moet overeenkomen met de aanduiding op
het typeplaatje.
− Denetspanningmoetmetdespanningvandeaandrving
overeenstemmen.
− Bdraaistroommoetereenrechtsdraaienddraaiveldzn.
−Voor een vaste aansluiting moet een meerpolige
hoofdschakelaar worden gebruikt.
− Bkrachtstroomaansluitingmogenalleen
3-blokszekeringautomaten (10 A) worden gebruikt.
ATTENTIE!
Storingen als gevolg van onjuiste installatie van de
besturing!
Voorafgaande aan het voor de eerste keer inschakelen
moet na voltooiing de bekabeling worden gecontroleerd, of
alle motoraansluitingen aan besturings- en motorzijde goed
vast zitten. Alle stuurspanningsingangen zijn galvanisch
gescheiden van de voeding.
Gedetailleerd schakelschema netaansluiting en
motor (400 V / 3-fasen)
X14
Gedetailleerd schakelschema netaansluiting en
motor (230 V / 3-fasen)
X14
Gedetailleerd schakelschema netaansluiting en
motor (230 V / 1-fasen)
X14

NL
Deurbesturing CS 300 / Rev.D 5.6 – 7
Verklaring:
M1: Motor
X1: Klemmenstrip netaansluiting
X2: Klemmenstrip motor
X11: Aansluitstrip voor digitaal eindpositiesysteem met
veiligheidscircuit (STOPKETEN)
X14: Klemmenstrip voor spanningsselectie
Aansluiting:
Digitaal eindpositiesysteem op de besturing aansluiten.
Besturing op de motor aansluiten.
Besturing op het elektriciteitsnet aansluiten.
Kabelgroepen moeten direct vóór de desbetreffende klem
met een kabelbinder worden geborgd.
Ô„11.Technischespecicaties“oppagina28
5.3 Aansluitschema absolute waardegever
(aansluitstrip X11)
A
B
A: AWG-stekker
B: AWG-steekklem
Aansluitstrip X11 (op aansluiting A)
Degetallenopdestekkerzntegelkertd
de adernummers:
4: Veiligheidsketen ingang
5: RS 485 B
6: GND
7: RS485 A
8: Veiligheidsketen uitgang
9: 12V DC
Aansluitstrip B (alleen absolute waardegever)
C D
C: Thermo-element in
aandrving
D: Noodhandbediening
(noodzwengel of
noodketting)

8 – Deurbesturing CS 300 / Rev.D 5.6
5.4 Aansluiting commando-apparaten
VOORZICHTIG!
Kans op letsel door ongecontroleerde beweging
van de deur!
Installeer commando-apparaten voor de
dodemansbediening binnen het directe zicht van de deur,
maar buiten de gevarenzone voor de bediener.
Als het commando-apparaat geen sleutelschakelaar is:
Monteer e.e.a. op een hoogte van ten minste 1,5 m.
Monteer e.e.a buiten het bereik van het publiek.
Klemmenstrip X3
- Drukknop DICHT
- Drukknop impuls
- Drukknop OPEN
- Drukknop STOP, loopdeurschakelaar 1
- Noodstop, slappe-koordschakelaar
1Loopdeurcontact alleen als gedwongen scheidend contact.
5.5 Aansluitvoorbeelden commando-
apparaten (klemmenstrip X3)
Drukknop OPEN / STOP / DICHT
6-aderige oplossing
- Drukknop DICHT
- Drukknop OPEN
- Drukknop STOP
Drukknop OPEN / STOP / DICHT
4-aderige oplossing
- Drukknop DICHT
- Drukknop OPEN
- Drukknop STOP
Sleutelschakelaar OPEN/DICHT
- DICHT
- OPEN
Impulsschakelaar
Sequentiële sturing
- Drukknop impuls
Ingebruikname

NL
Deurbesturing CS 300 / Rev.D 5.6 – 9
5.6 Aansluiting veiligheidscontactlst
Klemmenstrip X4
Opto-elektronischeveiligheidscontactlst
+
-
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
ws
gr
br
-Veiligheidscontactlst
OPTO
- 24 V DC / 250 mA1
ws: wit
gr: groen
br: bruin
Klemmenstrip X4
Elektrischeveiligheidscontactlst(8,2kΩ)
8k2
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
- Veiligheidscontact-
lst8,2kΩ
- 24 V DC / 250 mA1
1voor externe schakelapparaten
(aansluiting op klemmen 1 en 2)
Klemmenstrip X4
Pneumatischeveiligheidscontactlst(DW)
+
-
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
- Veiligheidscontact-
lstpneumatisch
- 24 V DC / 250 mA1
5.7 Aansluiting fotocel
(werkt in neerwaartse richting)
Klemmenstrip X4
Fotocel NC
+
GND
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
- Passeerfotocel
Klemmenstrip X4
Fotocel NPN 3-draads
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Sig
GND
NPN
+
- Fotocel 3-draads NPN

10 – Deurbesturing CS 300 / Rev.D 5.6
Ingebruikname
5.8 Aansluiting lichtrooster
Klemmenstrip X4
Lichtrooster OSE (Parameter ZELFH. = MOD4)
De verbindingskabel (A) kan vast worden gestoken.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
12
11
10
A
sw
bl
ws
br
br: bruin
bl: blauw
sw: zwart
ws: wit
R: Ontvanger
T: Zender
LET OP:
In deze handleiding worden de RAY-LG-lichtroosters van de
rmaFRABA/CEDESalsvoorbeeldgebruikt.
RAY-LG 25xx OSE
Het RAY-LG 25xx OSE-lichtrooster hoeft niet te worden getest.
Schema's van andere fabrikanten op aanvraag.
5.9 Aansluiting programmeerbare ingangen
De CS 300-besturing beschikt over een programmeerbare
ingang waarvoor verschillende functies kunnen worden
gekozen.
Ô„9.2Gebruiksmodusinvoer“
Klemmenstrip X4
- programmeerbare ingang
5.10 Aansluitschema relaisuitgangen
Erznviermogelkerelaisuitgangendiekunnenworden
geprogrammeerd met verschillende soorten functies.
Ô„9.2Gebruiksmodusinvoer“
Klemmenstrip X5
- Relais 1
- Relais 2
- Relais 3
- Relais 4
1
2
3
4
5
6
7
8
Interne scha-
kelcontacten
van het relais
Hetgaatomvierpotentiaalvrerelaisuitgangenmeteen
maximalebelastbaarheidvan4Ab230V/1~.
Dewerkingswzeisafhankelkvandeparameterinstellingen
voor de beide ingangen in de gebruiksmodus INVOER.

NL
Deurbesturing CS 300 / Rev.D 5.6 – 11
5.11 Aansluiting CS-radiograe
Klemmenstrip X9
X9
B
A
Aansluiten
Steek de steekontvanger op de
aansluitstrip X9.
Zendercodes programmeren
Druk langer dan 1,6 seconden
op de programmeertoets (A). De
programmeermodus wordt geactiveerd. Het
ledje (B) knippert.
Druk op de kanaaltoets op uw zender.
Heeftderadiograschebesturingde
zendercode opgeslagen, dan brandt het
ledje ca. 4 seconden.
Ukuntintotaal15zendercodesprogrammeren.Znalle
geheugenplaatsen bezet, dan knippert het ledje zeer snel.
Doelgericht wissen van een zendercode
Druk langer dan 1,6 seconden op de programmeertoets (A).
De programmeermodus wordt geactiveerd.
Het ledje (B) knippert.
Blfdeprogrammeertoetsingedrukthouden.De
verwdermoduswordtgeactiveerd.Hetledjeknippertheel
snel.
Druk op de gewenste kanaaltoets van uw zender.
Alshetledjeca.4secondenbrandt,isdebbehorende
zendercodeverwderd.
Door kort op de programmeertoets te drukken, kunt u het
verwderingsprocesannuleren.
RESET (GEHEUGEN VOLLEDIG WISSEN)
Druk langer dan 1,6 seconden op de programmeertoets (A).
De programmeermodus is ingeschakeld.
Het ledje (B) knippert.
Blfdeprogrammeertoetsingedrukthouden.
Deverwdermoduswordtgeactiveerd.Hetledjeknippert
heel snel.
Druk nogmaals langer dan 1,6 seconden op de
programmeertoets. Als het ledje ca. 4 seconden brandt,
worden alle geheugenplaatsen gewist.
Door kort op de programmeertoets te drukken, kunt u het
verwderingsprocesannuleren.
5.12 Aansluiting LCD-monitor / ledmodule
MetdeLCD-monitorkrgtudevolledigetoegangtotalle
menu-instellingen en parameters van de besturing.
Ô„7.Programmering“
Met de ledmodule kunnen alleen de twee eindposities
worden aangepast
Ô„7.Programmering“
Opsteeksokkel X8
*
* optioneel
ATTENTIE!
Materiële schade veroorzaakt door onjuiste
montage!
Het scherm moet in spanningsloze toestand worden
aangesloten. Er mogen alleen een LCD-monitor (art.nr.
206023)ofeenledmodule(art.nr.590.045)vanderma
MFZ worden gebruikt.

12 – Deurbesturing CS 300 / Rev.D 5.6
6.1 Instelling van de elektronische
eindpositie via de ledmodule
ATTENTIE!
Beschadiging of vernieling veroorzaakt door
onjuiste montage!
De monitor moet in spanningsloze toestand worden
aangesloten.Ermagalleeneenledmodulevanderma
MFZ (artikelnummer 590045) worden gebruikt.
Overschakeling naar de gebruiksmodus Afstelling
De toets (P) ca. 2 seconden ingedrukt houden.
Ten minste één van de rode ledjes knippert.
Instellen van de eindpositie OPEN
Deur naar de gewenste eindpositie OPEN bewegen door op
de toets (+/–) te drukken.
Tijdens het openen knipperen beide rode ledjes.
Eindpositie opslaan door tegelijk op de toetsen (P) en (–) te
drukken.
Het rode ledje H1 brandt continu, het rode ledje H2 blijft
knipperen.
Instellen van de eindpositie DICHT
Deur naar de gewenste eindpositie DICHT bewegen door op
de toets (+/–) te drukken.
Tijdens het sluiten knipperen beide rode ledjes.
Eindpositie opslaan door tegelijk op de toetsen (P) en (–) te
drukken.
Het rode ledje H2 brandt continu, het rode ledje H1 blijft
knipperen.
De afstellingsmodus weer verlaten door op de toets (P) te
drukken. Geen van de beide rode ledjes knippert.
Aandachtspunten
−De afstellingsmodus wordt niet automatisch verlaten. Om
naar de normale modus te gaan, moet de afstellingsmodus
worden verlaten door op de toets (P) te drukken.
−Bij de eerste afstelling moeten beide eindposities worden
geprogrammeerd, anders is geen normaal gebruik mogelijk.
−Wanneer een eindpositie wordt gecorrigeerd, kan
na het programmeren van de speciale eindpositie de
gebruiksmodus AFSTELLING worden verlaten door op de
toets (P) te drukken.
6.2 Instelling van de elektronische
eindpositie via de LCD-monitor
ATTENTIE!
Beschadiging of vernieling veroorzaakt door on-
juiste montage!
De monitor moet in spanningsloze toestand worden aan-
gesloten.ErmagalleeneenLCD-monitorvandermaMFZ
(artikelnummer 206023) worden gebruikt.
Overschakeling naar de gebruiksmodus Afstelling
Op de toets (P) drukken tot AFSTELLING verschijnt.
Instellen van de eindpositie OPEN
Deur naar de gewenste eindpositie OPEN bewegen door op
de toets (+/–) te drukken.
Tijdens het openen verschijnt „HANDM.OPEN“opde
display.
Eindpositie opslaan door tegelijk op de toetsen (P) en (–) te
drukken.
„BOVENOPSLAAN“verschijntophetscherm.
Instellen van de eindpositie DICHT
Deur naar de gewenste eindpositie DICHT bewegen door op
de toets (+/–) te drukken.
Tijdenshetsluitenverschijnt„HANDM.DICHT“opde
display.
Eindpositie opslaan door tegelijk op de toetsen (P) en (–) te
drukken.
„OPSLAANBENEDEN“verschijntophetscherm.
De afstellingsmodus weer verlaten door op de toets (P) te
drukken.
Aandachtspunten
−De afstellingsmodus wordt niet automatisch verlaten. Om
naar de normale modus te gaan, moet de afstellingsmodus
worden verlaten door op de toets (P) te drukken.
−Bij de eerste afstelling moeten beide eindposities worden
geprogrammeerd, anders is geen normaal gebruik mogelijk.
−Wanneer een eindpositie wordt gecorrigeerd, kan
na het programmeren van de speciale eindpositie de
gebruiksmodus AFSTELLING worden verlaten door op de
toets (P) te drukken.
6. Instellen van de eindposities

NL
Deurbesturing CS 300 / Rev.D 5.6 – 13
6.3 Instellen van de tussenposities van het
elektronische eindpositiesysteem op de
LCD-monitor
In de gebruiksmodus Automatisch de deur naar de
gewenste positie bewegen
Deur door te drukken op de toets (+/–) in de gewenste
tussenpositie bewegen (V.ES-OP. of V.ES-DI.).
Overschakeling naar de gebruiksmodus AFSTELLING
Op de toets (P) drukken tot AFSTELLING verschijnt.
Uitlezen van de actuele AWG-waarde
(weergave rechtsboven in het scherm).
Overschakeling naar de invoermodus
Op de toets (P) drukken tot INVOER verschijnt.
Gelijktijdig indrukken van de toetsen (+) en (–) gedurende
meer dan 2 seconden. De eerste parameter verschijnt op de
tweede regel van het scherm.
Opslaan van de tussenposities OPEN (V.ES-OP.) of
DICHT (V.ES-DI.)
Op de toetsen (+/–) drukken totdat de parameter V.ES-OP.
of V.ES-DI. verschijnt.
Druk op de toets (P) tot een knipperende cursor op het
scherm verschijnt.
Invoer van de actuele AWG-waarde.
Opslaan van de tussenpositie door opnieuw op de toets (P)
te drukken.
Invoermodus te verlaten
Gelijktijdig indrukken van de toetsen (+) en (–) gedurende
meer dan 1 seconde.
De invoer wordt verlaten.
Overschakeling naar de automatische gebruiksmodus
Op de toets (P) drukken tot AUTOMATISCH verschijnt.
Aandachtspunten
−Beide tussenposities kunnen worden gelezen en verder
verwerkt via de relaisuitgangen.
−Als deelopening kan alleen de positie V.ES-OP worden
benaderd.
Ô„9.2Gebruiksmodusinvoer“
6.4 Controle van de aandrijvingsdraairichting/
bewegingsrichting
Overschakeling naar de gebruiksmodus Afstelling
Druk op de toets (P) tot AFSTELLING in de display verschijnt
(LCD-monitor) of ten minste één van de rode ledjes knippert
(ledmodule).
Controle van de rijrichting
Indrukken van de toets (+). De deur moet openen.
Indrukken van de toets (-). De deur moet sluiten.
Is dat correct, ga dan verder met de instelling van de
eindposities.
Anders bewegingsrichting veranderen.
Veranderen van de bewegingsrichting
Moet de aandrijvingsdraairichting worden gewijzigd, ga dan
als volgt te werk.
Voedingsspanning onderbreken.
De twee fasen van de toevoerleiding met elkaar verwisselen.
Voedingsspanning weer inschakelen.
Alle opgeslagen eindposities zijn gewist.
Met de aanpassing van de eindposities verder gaan.
6.5 RESET
Via de RESET-functie kan de besturingsparameter worden
teruggezet naar de fabrieksinstellingen.
Voedingsspanning onderbreken.
Gelijktijdig de toetsen (+) en (–) ingedrukt houden.
Voedingsspanning weer inschakelen.
*Gelijktijdig indrukken van de toetsen (+) en (–) gedurende
ca. 5 seconden.
Bij de LCD-monitor verschijnt in de display AFSTELLING,
bij de ledmodule knipperen de twee rode ledjes.
➜de fabriek is gevestigd in de aanpassing.
Loslaten van de toetsen (+) en (–).
Na de plaatsgevonden RESET zijn de eindposities verwijderd
en moeten opnieuw worden ingesteld.
Alle parameters worden teruggezet naar de
fabrieksinstellingen.

14 – Deurbesturing CS 300 / Rev.D 5.6
7.1 Overzicht ledmodule
ATTENTIE!
Materiële schade veroorzaakt door onjuiste montage!
Het scherm moet in spanningsloze toestand worden
aangesloten.ErmagalleeneenledmodulevandermaMFZ
(artikelnummer 590054) worden gebruikt.
A B C
D
Verklaring:
A: Toets (+)
B: Toets (–)
C: Toets (P)
D: Jumper
H1: Ledje rood
H2: Ledje rood
H3: Ledje groen
Ledje uit
Ledje licht op
Ledje knippert
Wanneer de jumper H wordt verwijderd, hebben de toetsen
(+), (-) en (P) geen functie.
De ledweergave werkt nog steeds.
7.2 Gebruiksmodi van de ledmodule
De besturing beschikt met het ledmodule over twee
gebruiksmodi:
1. AUTOMATISCH
2. AFSTELLING
De gebruiksmodus waar de besturing zich in bevindt, wordt
weergegeven via de ledjes.
−In de gebruiksmodus AUTOMATISCH knippert er geen ledje.
−In de gebruiksmodus AFSTELLING knippert ten minste één
ledje.
Door op de toets (P) te drukken kan tussen de modi worden
geschakeld.
Gebruiksmodus 1: AUTOMATISCH
In de gebruiksmodus AUTOMATISCH is de deurinstallatie in
gebruik.
Ledweergaves:
H1 H2 Toestand
De deur is geopend.
De geprogrammeerde eindpositie OPEN is bereikt.
De deur is gesloten.
De geprogrammeerde eindpositie DICHT is bereikt.
De deur staat in de tussenpositie.
Geen eindpositie bereikt.
De deur wordt naar de eindpositie OPEN/DICHT
bewogen.
Gebruiksmodus 2: AFSTELLING
In de gebruiksmodus AFSTELLING worden de eindposities
OPEN/DICHT ingesteld.
ATTENTIE!
Materiële schade door onjuiste bediening van de
besturing!
In de gebruiksmodus AFSTELLING vindt er bij het
elektronische eindpositiesysteem (AWG) geen uitschakeling
plaats bij het bereiken van de eindpositie. Door het
passeren van de eindpositie kan de deurinstallatie
beschadigd raken.
Ledweergaves:
H1 H2 Toestand
De eindpositie OPEN is in deze deurpositie
geprogrammeerd.
De eindpositie DICHT is in deze deurpositie
geprogrammeerd.
De eindposities OPEN en DICHT worden in deze
deurpositie niet geprogrammeerd.
7. Programmering

NL
Deurbesturing CS 300 / Rev.D 5.6 – 15
7.3 Overzicht LCD-monitor
ATTENTIE!
Materiële schade veroorzaakt door onjuiste montage!
Het scherm moet in spanningsloze toestand worden
aangesloten.ErmagalleeneenschermvandermaMFZ
(artikelnummer 206023) worden gebruikt.
AUTOMATISCH O
RUSTSTAND
A
B
C D E
F
G
H
Verklaring:
A: Gebruiksmodus / diagnose-info
B: Parameter / diagnose-info
C: Toets (+)
D: Toets (–)
E: Toets (P)
F: Waarde / status
G: Waarde / status
H: Jumper
Wanneer de jumper H wordt verwijderd, hebben de toetsen
(+), (-) en (P) geen functie.
De schermweergave functioneert nog wel.
7.4 Gebruiksmodi van de LCD-monitor
De besturing beschikt met het LCD-scherm over vier gebru-
iksmodi:
1. AUTOMATISCH
2. AFSTELLING
3. INVOER
4. DIAGNOSE
Gebruiksmodus 1: AUTOMATISCH
In de gebruiksmodus AUTOMATISCH is de deurinstallatie in
gebruik.
Scherm:
−Weergave van de uitgevoerde functie
−Weergave van de mogelijke fouten
Indien in het invoermenu de parameter „Zelfhoudend
contact“opMOD2ofMOD3gezetwordt,verandertde
displayweergave van AUTOMATISCH in HAND.
Gebruiksmodus 2: AFSTELLING
In de gebruiksmodus AFSTELLING worden de eindposities
OPEN/DICHT ingesteld.
ATTENTIE!
Materiële schade door onjuiste bediening van de
besturing!
In de gebruiksmodus AFSTELLING vindt er bij het
elektronische eindpositiesysteem (AWG) geen uitschakeling
plaats bij het bereiken van de eindpositie. Door het
passeren van de eindpositie kan de deurinstallatie
beschadigd raken.
In de gebruiksmodus INVOER kan er nauwkeurig worden
afgesteld.
Scherm:
−Weergave van de eindpositiewaarde
Gebruiksmodus 3: INVOER
In de gebruiksmodus INVOER kunnen de waarden van ver-
schillende parameters worden gewijzigd.
Scherm:
−Weergave van de geselecteerde parameter
−Weergave van de ingestelde waarde / status
Gebruiksmodus 4: DIAGNOSE
IndegebruiksmodusDIAGNOSEkunnendeurspecieke
controles worden uitgevoerd.
Scherm:
−Weergave van de controle
−Weergave van de controlestatus

16 – Deurbesturing CS 300 / Rev.D 5.6
8. Navigator (alleen LCD-monitor)
AUTOMATISCH
RUSTSTAND
P
> 1 sec.
AFSTELLING
RUSTSTAND
+
-> Positie INSTALLATIE OPEN
AFSTELLING
HANDM. OPEN
Deurpositie opslaan:
P
stoppen en
+
> 1 sec.
-
-> Positie INSTALLATIE DICHT
AFSTELLING
HANDM. DICHT
Deurpositie opslaan:
P
stoppen en
-
> 1 sec.
P
> 1 sec.
INVOER
+
en
-
> 2 sec.
INVOER
DEUTSCH
In het menu omhoog:
+
> 2 sec.
In het menu omlaag:
-
> 2 sec.
Waarde selecteren:
P
> 1 sec.
Waarde verhogen:
+
Waarde verlagen:
-
Waarde opslaan:
P
Terug naar gebruiksmodus invoer
INVOER:
+
en
-
> 1 sec.
DUUR 60
P
> 1 sec.
TIJD OPEN 0
WAARSCHW. V 0
OMKEER TIJD 0,3
M1-3 RUST Mod1
SNELDICHT OFF
RELAIS 1 Mod6
RELAIS 2 Mod7
RELAIS 3 Mod1
RELAIS 4 Mod14
SKS-TEST OFF
VERTR.-OPEN OFF
FIJN-OP. ES-OP.
FIJN-DI. ES-DI.
V.ES-OP. 4050
V. ES-DI 3950
DRAAIVELD R
ACHTERUIT 50
KRACHT 10
AUTO-NIVEAU OFF
FC POINT 300
ZELFSTOP. MOD1
PR.INGANG MOD1
FC DICHT MOD2
FC OPEN MOD1
SKS VOOR MOD1

NL
Deurbesturing CS 300 / Rev.D 5.6 – 17
DIAGNOSE
In het menu omhoog:
+
> 2 sec.
In het menu omlaag:
-
> 2 sec.
Terug naar gebruiksmodus
AUTOMATISCH:
P
Alleen controle mogelijk
ES BOVEN ON
ES BENEDEN ON
OPEN-TOETS OFF
PR.INGANG OFF
DICHT-TOETS OFF
SKS ON
IMPULS OFF
SCHAKELKLOK OFF
FOTOCELBEW. ON
STOPKETEN ON
CYKLUS 000000
AWG 0000
AUTOMATISCH
RUSTSTAND
P
> 1 sec.
AFSTELLING
RUSTSTAND
+
-> Positie INSTALLATIE OPEN
AFSTELLING
HANDM. OPEN
Deurpositie opslaan:
P
stoppen en
+
> 1 sec.
-
-> Positie INSTALLATIE DICHT
AFSTELLING
HANDM. DICHT
Deurpositie opslaan:
P
stoppen en
-
> 1 sec.
P
> 1 sec.
INVOER
+
en
-
> 2 sec.
INVOER
DEUTSCH
In het menu omhoog:
+
> 2 sec.
In het menu omlaag:
-
> 2 sec.
Waarde selecteren:
P
> 1 sec.
Waarde verhogen:
+
Waarde verlagen:
-
Waarde opslaan:
P
Terug naar gebruiksmodus invoer
INVOER:
+
en
-
> 1 sec.
DUUR 60
P
> 1 sec.
TIJD OPEN 0
WAARSCHW. V 0
OMKEER TIJD 0,3
M1-3 RUST Mod1
SNELDICHT OFF
RELAIS 1 Mod6
RELAIS 2 Mod7
RELAIS 3 Mod1
RELAIS 4 Mod14
SKS-TEST OFF
VERTR.-OPEN OFF
FIJN-OP. ES-OP.
FIJN-DI. ES-DI.
V.ES-OP. 4050
V. ES-DI 3950
DRAAIVELD R
ACHTERUIT 50
KRACHT 10
AUTO-NIVEAU OFF
FC POINT 300
ZELFSTOP. MOD1
PR.INGANG MOD1
FC DICHT MOD2
FC OPEN MOD1
SKS VOOR MOD1

18 – Deurbesturing CS 300 / Rev.D 5.6
Weergave Beschrijving
AUTOMATISCH
OPENEN De deur bevindt zich in de openingsfase.1
AUTOMATISCH
SLUITEN De deur bevindt zich in de sluitfase.
AUTOMATISCH
RUSTSTAND De deur bevindt zich in een tussenpositie.
AUTOMATISCH O
RUSTSTAND De deur bevindt zich in de eindpositie OPEN.
AUTOMATISCH o
RUSTSTAND DedeurbevindtzichindepositieGed.OPEN(parameter„V.ES-OP.“).
AUTOMATISCH U
RUSTSTAND De deur bevindt zich in de eindpositie DICHT.
AUTOMATISCH u
RUSTSTAND DedeurbevindtzichindepositieGed.DICHT(parameter„V.ES-DI.“).
AUTOMATISCH r
RUSTSTAND De deur bevindt zich in de positie omkeeruitschakeling.
Indieninhetinvoermenudeparameter„Zelfhoudendcontact“opMOD2ofMOD3gezetwordt,verandertdedisplayweergavevan
AUTOMATISCH in HAND.
Weergave Beschrijving
HAND
HANDM. OPEN De deur bevindt zich in de openingsfase.
HAND
HANDM. DICHT De deur bevindt zich in de sluitfase.
HAND
RUSTSTAND De deur bevindt zich in een tussenpositie.
1Tijdens de openingsfase wordt in de rechter benedenhoek van de display een 3-cijferige numerieke waarde weergegeven.
Deze numerieke waarde is een indicator voor het momentele koppel en dient als basis voor het instellen van de krachtbewaking.
Ô„9.2Gebruiksmodusinvoer“
9. Functieoverzichten
9.1 Gebruiksmodus automatisch

NL
Deurbesturing CS 300 / Rev.D 5.6 – 19
9.2 Gebruiksmodus invoer
Functie Beschrijving Instelmogelkhe-
den Fabrieksinstelling
DEUTSCH Selectie van de menutaal DEUTSCH
ENGLISH
FRANCAIS
ESPANOL
NEDERLANDS
POLSKI
CESKY
ITALIANO
DEUTSCH
DUUR Bewaking van de maximum looptijd van een OPEN- of DICHT-beweging.
De looptijd moet iets hoger worden ingesteld dan de effectieve looptijd van de deur.
1 - 250 seconden 60
TIJD OPEN Na het openen beweegt de deur na het verstrijken van de ingestelde waarde weer in
de richting DICHT.
Bij Instelling = 0 is deze functie niet actief.
Bij de instelling > 0 genereert de impulsingang (X3 / 7+8) alleen OPEN-commando's.
Let op:
Door tijdens de open-tijd op de toets DICHT te drukken, begint het sluiten
onmiddellijk.
Door op de toets OPEN of STOP te drukken tijdens de open-tijd, wordt de tijd
opnieuw gestart.
Wordt het automatisch sluiten door de veiligheidscontactlijst onderbroken, dan
verdubbelt de open-tijd zich. Gebeurt dit 3x achter elkaar, dan wordt de automatische
sluiting afgebroken.
0 - 600 seconden 0
WAARSCHW.
V
Voorafgaande aan de automatisch sluitbeweging of het sluiten in de impulsmodus,
wordt de voorwaarschuwingstijd geactiveerd.
Bij Instelling = 0 is deze functie niet actief.
Let op:
Via de relaisuitgangen kan de voorwaarschuwingstijd worden gevisualiseerd, bijv.
door middel van een rood verkeerslicht.
0 - 120 seconden 0 = Uit
OMKEER TIJD Stilstandtijd van de motor bij elke directe richtingsverandering.
De omkeertijd bij activering van de schakellijst tijdens het sluiten bedraagt een vierde
van de ingestelde tijd.
0,1 - 2,0 seconden
(in 1/10 seconden)
0,3
M1-3 RUST Functie van het rode verkeerslicht (indien aanwezig en geprogrammeerd) in
rusttoestand MOD1 - MOD2 MOD1 met gesloten deur. Werkt op de relaisinstellingen
MOD1-3 en MOD18.
MOD1: Relais is in de rusttoestand (deur gesloten) uitgeschakeld.
MOD2: Relais is in de rusttoestand (deur gesloten) ingeschakeld.
MOD1 – MOD2 MOD1
SNELDICHT Voortijdig sluiten na het passeren van de fotocel.
Vereisten:
Aansluiting van een fotocel op doorrijhoogte.
OFF: De open-tijd (indien geprogrammeerd) verloopt normaal.
ON: De open-tijd wordt afgebroken nadat de fotocel (X4 / 1-4) is gepasseerd.
De installatie sluit onmiddellijk.
Deze functie is ook bij open-tijd = 0 actief.
ON
OFF
OFF

20 – Deurbesturing CS 300 / Rev.D 5.6
Functie Beschrijving Instelmogelkhe-
den Fabrieksinstelling
RELAIS 1 Aan alle 4 relais kan een relaismodus van 1 - 29 worden toegewezen.
Op het rode verkeerslicht (MOD1-3, MOD18) werkt de parameter M1-3 RUST.
Nadereuitleg:„Uitlegbijderelaismodi:“oppagina2320
MOD1: (Rood verkeerslicht 1) Voorafgaande waarschuwing – knippert,
deurweging - brandt
MOD2: (Rood verkeerslicht 2) Voorafgaande waarschuwing – knippert,
deurweging - knippert
MOD3: (Rood verkeerslicht 3) Voorafgaande waarschuwing – brandt, deurweging
- brandt
MOD4: Impuls bij OPEN-commando van binnenuit
MOD5: Storingsmelding
MOD6: Eindpositie OPEN
MOD7: Eindpositie DICHT
MOD8: Eindpositie OPEN genegeerd
MOD9: Eindpositie DICHT genegeerd
MOD10: Voor-eindpositie OPEN
MOD11: Voor-eindpositie DICHT
MOD12: Voor-eindpositie DICHT tot eindpositie DICHT
MOD13: Magneetslotfunctie
MOD14: Rem (ruststroomprincipe)
MOD15: Rem (werkstroomprincipe)
MOD16: Rem (ruststroomprincipe) in eindpositie OPEN geschakeld
MOD17: SKS geactiveerd of een testfout
MOD18: (Rood verkeerslicht 4) Voorafgaande waarschuwing – knippert,
deurweging - uit
MOD19: Voor-eindpositie OPEN in de eindpositie OPEN
MOD20: Activering overdrachtsysteem infrarood
MOD21: Test van de intrekbeveiliging voor opening (extra module nodig)
MOD22: Activering transmissiesysteem radio 1 en 3
MOD23: (Groen verkeerslicht) eindpositie OPEN - brandt, voorwaarschuwing - UIT,
deurloop - UIT
MOD24: Condensatorschakelingvoorsectionaaldeuraandrijvingen230V/1~
MOD25: Erichtfunctie2minutenbrandendnaOPEN/impuls-commando
MOD26: ActiveringtransmissiesysteemFunk(radiograe)2
MOD27: Impulssignaal na bereiken van de eindpositie OPEN
MOD28: Relais algemeen AAN (1 seconde vertraging in tijd na inschakelen)
MOD29: Relais algemeen UIT
MOD1 - MOD29 MOD6
RELAIS 2 MOD1 - MOD29 MOD7
RELAIS 3 MOD1 - MOD29 MOD1
RELAIS 4 MOD1 - MOD29 MOD14
SKS-TEST Activering en deactivering van de testfunctie voor de aangesloten DW-lijst. ON – OFF OFF
VERTR.-OPEN OFF: Onmiddellijke opening door invoeren van een commando.
ON: Vertraagd openen. Voorwaarschuwingstijd (parameter VOORWAAR-
SCHUWING) loopt na invoer commando af. Daarna vindt opening van de
deur plaats.
ON – OFF OFF
FIJN-OP. Fijnafstelling van de eindpositie OPEN met betrekking tot de opgeslagen eindpositie
OPEN (ES OP).
0 – 8190 ES- OPEN
FIJN-DI. Fijnafstelling van de eindpositie DICHT met betrekking tot de opgeslagen eindpositie
DICHT (ES DICHT).
Let op:
Bijdejnafstellingverschijntdewaardevandedesbetreffendeeindpositie.Deze
waarde kan in stappen van afzonderlijke incrementen naar boven of beneden worden
aangepast.
0 – 8190 ES- DICHT
V.ES-OP. Instelling van het schakelpunt Tussenpositie OPEN (Deel-OPEN) 0 – 8190 4050
V.ES-DI Instelling van het schakelpunt Tussenpositie DICHT (Ged. DICHT)
➜„6.3 Instellen van de tussenposities van het elektronische eindpositiesysteem op
deLCD-monitor“
0 – 8190 3950
Functieoverzichten
Other manuals for CS 300
1
Table of contents
Languages:
Other MFZ Ovitor Control System manuals
Popular Control System manuals by other brands

VIPA
VIPA System 300S manual

Mitsubishi Heavy Industries
Mitsubishi Heavy Industries SC-SL4-AE2 Technical manual

Crestron
Crestron 3 Series reference guide

Rockford Fosgate
Rockford Fosgate SSC-1500 GEN II installation manual

Niko
Niko 360-45011 manual

TouchTronics
TouchTronics POWERTouch P1000 Series Service manual

Daikin
Daikin D-BACS Design guide

Roger
Roger MCI-2 installation manual

Mitsubishi Electric
Mitsubishi Electric AT-50B Instruction book

Polyaire
Polyaire ZoneMaster ZoneSwitch V2 Operation and installation instructions

CSP Pacific
CSP Pacific SENTRY BARRIER MASH TL-4 Product and installation manual

Radionics
Radionics D2212 installation manual