PowerPeak FHT6704 User manual

POWERPEAK HOME TRAINER
Gebruikershandleiding
Bedienungsanleitung
Manual
Mode d’emploi
FHT6704
06/14

Inhoud
Nederlands .............................................................................................................................................. 3
Deutsch.................................................................................................................................................. 23
English ................................................................................................................................................... 42
Français.................................................................................................................................................. 61

Nederlands
Gebruiksaanwijzing
Powerpeak Home Trainer
FHT6704
INHOUDSOPGAVE
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
HET PRODUCT
ONDERDELENLIJST
MONTAGE
ONDERHOUD EN GEBRUIK
COMPUTERBEVELEN
BELANGRIJK TRAININGSADVIES
OPWARMEN/STREKKEN/AFKOELEN
UW OUDE APPARAAT WEGDOEN
GARANTIEBEWIJS
De foto’s dienen ter illustratie. Wijzigingen voorbehouden.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Waarschuwing
Raadpleeg uw arts voordat u met de training begint. Een frequent en inspannend
trainingsprogramma moet eerst door uw huisarts worden goedgekeurd. Dit is vooral belangrijk voor
mensen die 35 jaar of ouder zijn of mensen die lichamelijke problemen hebben. Powerpeak is in geen
geval verantwoordelijk voor persoonlijk letsel of lichamelijke klachten die zijn ontstaan door gebruik
van dit apparaat en kunnen derhalve niet aansprakelijk worden gesteld.
Algemeen
1. Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door voordat u het apparaat gaat gebruiken. Bewaar de
gebruiksaanwijzing om deze indien nodig te kunnen raadplegen.
2. Gebruik het apparaat uitsluitend zoals in deze gebruiksaanwijzing staat beschreven.
3. Dit apparaat is niet geschikt voor gebruik door kinderen of personen met verminderde
lichamelijke, zintuiglijke of geestelijke vermogens, of die gebrek aan ervaring of kennis hebben,
tenzij iemand die verantwoordelijk is voor hun veiligheid toezicht op hen houdt of hen heeft
uitgelegd hoe het apparaat dient te worden gebruikt.
4. Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het apparaat. Het enthousiasme van kinderen kan
leiden tot onjuist gebruik van het apparaat. Indien kinderen toestemming krijgen dit apparaat te
gebruiken, dan dient men de kinderen te controleren en instructies te geven over het juiste
gebruik van het apparaat. Onder geen geval is het apparaat te gebruiken als speelgoed.
5. Laat kinderen nooit met het verpakkingsmateriaal spelen, er bestaat verstikkingsgevaar.
6. Zorg dat het apparaat juist is geïnstalleerd voordat het in gebruik wordt genomen. Wees er zeker
van dat alle schroeven, bouten en moeren op de juiste wijze zijn geplaatst en vastgedraaid.
Gebruik alleen onderdelen die door Powerpeak worden aanbevolen en zijn meegeleverd.
7. Controleer regelmatig of het apparaat intact is. Gebruik het apparaat niet indien het beschadigt
of kapot is.
8. Gebruik het apparaat altijd op een gladde en schone ondergrond. Gebruik het apparaat nooit
buiten. Plaats indien nodig een rubberen mat onder het apparaat, om de kans op het
beschadigen aan uw vloer te verkleinen.

9. Zorg dat zich geen scherpe objecten in de buurt van het apparaat bevinden. Zorg voor minimaal
0,5 meter vrije ruimte rondom het apparaat.
10. Draag altijd veilige en gemakkelijke kleding als u gebruik maakt van het apparaat. Draag bij
voorkeur sportschoenen of aerobicsschoenen.
11. Indien u zich niet goed voelt of andere klachten krijgt, dient u onmiddellijk met de oefening te
stoppen. U dient tevens te stoppen als u pijn in of druk op uw gewrichten voelt. Duizeligheid
geeft aan dat u te intensief met het apparaat bezig bent geweest. Als u zich duizelig voelt, ga dan
op de grond liggen en kom niet eerder overeind totdat u zich weer beter voelt.
12. Houd het apparaat uit de buurt van vuur en hete oppervlakken.
13. Het apparaat dient eerst stil te staan, alvorens u het apparaat verlaat.
14. Zorg dat nooit meer dan één gebruiker met het apparaat bezig is.
15. Berg het apparaat binnenshuis op.
16. Dit apparaat is alleen bestemd voor huishoudelijk gebruik, NIET voor bedrijfsmatig gebruik.
17. Het maximaal toelaatbare gewicht op dit apparaat is 125 KG.

HET PRODUCT


ONDERDELENLIJST
NR
NAAM
AANTAL
1
LINKERPEDAAL
1
2
DOPMOER (M8)
4
3
BOOGRING (Ø8)
10
4
EINDKAP VOORKANT (Ø60*1.5)
2
5
VOET VOORKANT
1
6
SLOTBOUT
2
7
BOUT
6
8
VEERRING
1
9
BEDEKKING ONDERSTEUNINGSBUIS
1
10
ONDERSTEUNINGSBUIS
1
11
SCHROEF
4
12
SCHROEF
2
13
STUUR
1
14
EINDKAP
2
15
OMHULSEL STUUR
2
16
HARTSLAGSENSOR
2
17
COMPUTER
1
18
PLASTIC AFDEKKING STUUR
1
19
KNOP
1
20
ZADEL
1
21
ZADELPEN
1
22
EINDKAP (38*38*1.5)
2
23
SLUITRING (二)
1
24
VERGRENDELKNOP
1
25
VERTICALE ZADELPEN
1
26
RECHTER PEDAAL
1
27
ZADEL PLASTIC BEDEKKING
1
28
PLASTIC INZETSTUK
1
29
INSTELKNOP
1
30
ADAPTER
1
31
EINDKAP ACHTERKANT (Ø76*1.5)
2
32
VOET ACHTERKANT
1
33
SLOTBOUT (M8*90)
2
34
SCHROEF
9
35
LINKER BESCHERMKAP
1
36
LINKERCRANK
1
37
SCHROEF
8
38
MOTOR
1

39
HOOFDFRAME
1
40
SCHROEF
4
41
SPANNINGSKOORD
1
42
DRUK RIEMWIEL
1
43
MOER
4
44
VEER
1
45
PLATTE SLUITRING
1
46
BESCHERMRING
1
47
LAGER
2
48
RIEMBEUGEL
1
49
MOER
4
50
VLIEGWIEL
1
51
RIEM
1
52
RECHTERCRANK
1
53
RECHTER BESCHERMKAP
1
54
EINDKAP CRANK
2
55
MOER
2
56
LINKERCRANK
1
57
BESCHERMRING
2
58
VEERRING
1
59
LAGER
2
60
SENSORBEUGEL
1
61
SCHROEF
2
62
SENSOR
1
63
SCHROEF
2
64
BOUT
4
65
MAGNETISCHE SENSOR
1
66
RIEMWIEL
1
67
AS
1
68
MOER
4
69
RECHTERCRANK
1
Let op:
Sommige van de bovengenoemde onderdelen zijn al bevestigd aan een hoofdonderdeel. Deze
worden niet afzonderlijk geleverd!
MONTAGE
Om uzelf bekend te maken met de onderdelen van het apparaat, raden wij u aan alvorens tot
montage over te gaan, eerst de overzichtstekening en de onderdelenlijst nauwkeurig te bestuderen.
Leg alle montagematerialen overzichtelijk op de grond en verwijder alle verpakkingsmaterialen.
Gebruik de aanwezige gereedschappen voor het monteren. Controleer voordat u begint met de
montage of alle benodigde onderdelen aanwezig zijn (op het hierboven vermelde instructievel vindt
u een explosietekening met alle losse onderdelen (gemarkeerd met nummers) waaruit het product
bestaat).

Stap 1: het monteren van de voorste en achterste stabilisator
A: Plaats de bout (33) in de voet achterkant (32), het hoofdframe, boogring (3) 2 stuks, draai aan met
dopmoer (2) 2 stuks.
B: Herhaal de stap, de voet voorkant (5) wordt op dezelfde manier gemonteerd.
Stap 2: montage ondersteuningsbuis & plastic afdekking voorkant
A: Plaats op ondersteuningsbuis (10) op de plastic afdekking
voorkant (9) en sluit daarna de sensor A1&A2 en
spanningsregelingsdraad aan zoals getoond in FIG.2,
B: Installeer de ondersteuningsbuis (10) op het hoofdframe met
boogring (3) en bout (7).
C: Draai de balansbouten aan op het hoofdframe en laat daarna de
plastic afdekking voorkant zakken (9).
Let op: Draai de bout (7) en boogring (3) aan na STAP 3.

Stap 3: montage stuur
A. Plaats het stuur (13) op de bindkap (18) van de
ondersteuningsbuis, stel af in een comfortabele hoek
en installeer dan de bindkap (18).
B. Plaats de knop (19) op de veerring (8) en plaats daarna
het stuur (13) op het hoofdframe.
Stap 4: montage zadel
A. Bevestig het zadel (20) op de zadelpen (21) zoals
getoond.
B. Plaats de plastic afdekking zadel (27) op de
verticale zadelpen (25). Lijn de gaten uit op de
gewenste hoogte en zet vervolgens vast met de
vergrendelknop (29).
C. Schuif de zadelpen (21) in de verticale zadelpen
(25) en lijn de gaten op de gewenste positie uit en
zet vervolgens vast met vergrendelknop (24) en
sluitring (23).

Stap 5: montage pedalen
Vestig de pedalen aan de crankarmen zoals getoond in
FIG.5,
A. Zorg ervoor dat het linkerpedaal (1) gemarkeerd met
(L) is bevestigd aan de linkercrankarm en linksom
wordt vastgedraaid.
B. Het rechterpedaal (26) gemarkeerd met (R) wordt
aan de rechtercrankarm bevestigd en rechtsom
vastgedraaid.
Stap 6: Montage computer
Sluit de sensor A3&A4 aan zoals getoond in FIG.6.
Installeer daarna de computer (17) op de
ondersteuningsbuis van het hoofdframe met bout (11).
OPMERKING: De draad van de hartslagsensor moet
worden aangesloten op de draad van het stuur.

Stap 7: Aansluiten voeding
Tot slot moet de adapter (30) worden aangesloten op de
adapteringang op de onderkant van de achterkant van de
kettingkast (u treft hier de volgende markering aan: (“Adapter
input“)
ONDERHOUD EN GEBRUIK
Het apparaat dient regelmatig gecontroleerd te worden om lichamelijk letsel te voorkomen. Kijk
regelmatig of bouten en moeren goed zijn aangedraaid, of er beginnende scheuren ontstaan en
of er geen scherpe randen e.d. zijn wat tot lichamelijk letsel kan leiden.
Defecte onderdelen dienen direct vervangen te worden. Indien dit niet direct mogelijk is, dient
het apparaat buiten gebruik gesteld te worden tot reparatie heeft plaatsgevonden.
Reinig het apparaat met een vochtige doek, gebruik geen schurende of oplossende
reinigingsmiddelen.
Dit product is ontworpen voor gebruik in een schone en droge omgeving. Vermijd opslag in een
extreem koude of vochtige plaats, daar dit kan leiden tot corrosie en andere gerelateerde
problemen die buiten onze verantwoordelijkheid vallen.
Instelmethode
Als u de hoogte van de verbindingsbuis instelt, draai de knop op het stuur dan los, trek de knop naar
buiten en stel daarna een comfortabele hoogte in. Steek de knop vervolgens in het gat aan de
onderkant van het stuur en draai de knop aan.
Als de afstand tussen het zadel en het stuur wilt veranderen, draai de knop onder het zadel los en
verplaats het zadel vooruit of achteruit naar een comfortabele positie, richt op een gat, en draai de
knop aan.
Als u de hoek van het stuur wilt aanpassen, draai de knop op de bindkap van de ondersteuningsbuis
los en stel de hoek van het stuur naar wens in. Draai de knop daarna aan.
De knop voor de spanningsregeling kan worden gebruikt om de weerstand van de pedalen in te
stellen. Een hoge weerstand maakt het moeilijker om te trappen, een lage weerstand maakt het
eenvoudiger. Stel de spanning voor het beste resultaat in terwijl de fiets in gebruik is.

COMPUTER
Programma selecteren en waarden instellen
1. Gebruik de toetsen OMHOOG en OMLAAG om het gewenste trainingsprogramma te selecteren
en druk op ENTER om het gekozen programma te bevestigen.
2. In de handmatige modus kunt u de toetsen OMHOOG en OMLAAG gebruiken om de TIJD,
AFSTAND, CALORIEEN en HARTSLAG van uw training in te stellen.
3. Druk op START/ STOP om uw training te starten.
4. Als u het doel hebt bereikt, dan zal de computer een pieptoon laten klinken en daarna stoppen.
5. Als u meer dan één doel heeft ingesteld en graag het volgende doel wilt bereiken, druk dan op
START/ STOP om het trainingsprogramma voort te zetten.
SLAAPMODUS:
Het display zal in de slaapmodus (LCD uit) gaan wanneer er voor 4 minuten geen toetsen worden
ingedrukt en er geen signalen binnenkomen.
Functies en eigenschappen:
1. TIME: Toont de verstreken trainingstijd in minuten en seconden. Uw computer zal automatisch
tellen van 0:00 tot 99:59 met een interval van één seconde. U kunt uw computer ook
programmeren om af te tellen vanaf een ingestelde waarde van 0:00 tot 99:00 met behulp van de
toetsen OMHOOG en OMLAAG. Als u doorgaat met trainen nadat de tijd 0:00 heeft bereikt, dan
zal de computer beginnen te piepen en zichzelf resetten naar de oorspronkelijk ingestelde tijd
zodat u weet dat uw training voltooid is.
2. WATT: De hoeveelheid energie die de computer die de computer krijgt van uw training.
3. SPEED: Toont uw trainingssnelheid in KM/MIJL per uur.
4. RPM: Uw pedaalcadans.
5. DISTANCE: Toont de totale afstand die is afgelegd tijdens elke training tot een maximum van
99,9KM/MIJL.
6. CALORIES: Uw computer geeft tijdens de training te allen tijde een schatting van het totaal aantal
calorieën dat is verbrand.
7. PULSE: Uw computer toont tijdens de training uw hartslag in slagen per minuut.
8. AGE: De leeftijd kan op de computer worden ingesteld van 10 tot 99 jaar. Als u geen leeftijd instelt,
dan zal deze standaard op 35 jaar worden ingesteld.
9. TARGET HEART RATE (hartslagdoel): De hartslag die u in stand moet houden wordt ook wel uw
Target Heart Rate genoemd en wordt uitgedrukt in slagen per minuut.

10. De toets PULSE RECOVERY: Houd tijdens het starten de handvaten vast of zorg ervoor dat de
borstzender is bevestigd en druk daarna op de toets PULSE RECOVERY. De weergave van alle
functies behalve TIJD wordt gestopt. De tijd begint af te tellen van 0:60 naar 00:00. Zodra 00:00
wordt bereikt, zal de computer uw hartslagstatus tonen met de beoordeling F1.0 tot F6.0.
F= 1.0 betekent UITMUNTEND
1.0<F<2.0 betekent UITSTEKEND
2.0≦F≦2.9 betekent GOED
3.0≦F≦3.9 betekent ACCEPTABEL
4.0≦F≦5.9 betekent BENEDEN GEMIDDELD
F= 6.0 betekent SLECHT
11. TEMPERATURE: Toon de huidige temperatuur.
Functie toetsen:
De toetsen op de computer hebben de volgende functie:
1. START/STOP: Door de quick start functie te gebruiken, kunt u de computer starten zonder een
programma te selecteren. Dit kan alleen in het handmatige programma, de tijd start automatisch
vanaf nul. Als u wil stoppen met trainen, druk op se STOP knop. Als u vervolgens verder wilt gaan,
druk dan nogmaals op deze knop.
2. OMHOOG: Druk tijdens de instelmodus op de toets om de instelwaarde (tijd, afstand, calorieën,
leeftijd, gewicht, hoogte, etc.) te verhogen of om het geslacht te selecteren. De toets kan in de
klokmodus worden gebruikt voor het instellen van de klok en het alarm.
3. OMLAAG: Druk tijdens de instelmodus op de toets om de instelwaarde (tijd, afstand, calorieën,
leeftijd, gewicht, hoogte, etc.) te verlagen of om het geslacht te selecteren. De toets kan in de
klokmodus worden gebruikt voor het instellen van de klok en het alarm.
Opmerking: u kunt in de instelmodus de toetsen OMHOOG en OMLAAG samen langer dan 2
seconden ingedrukt houden om de waarde die wordt ingesteld te resetten naar nul of de
standaardwaarde.
4. ENTER/RESET:
a. Druk op deze toets om de huidige data in te voeren.
b. Houd deze toets in de niet-snelheidsmodus langer dan 2 seconden ingedrukt om de computer
opnieuw op te starten.
c. Gebruik de enterknop om de klok in te stellen.
5. BODY FAT: Druk op deze toets om uw persoonlijke gegevens in te voeren voor het meten van uw
lichaamsvetverhouding.
6. PULSE RECOVERY: Druk op deze toets om de hartslagherstelfunctie te activeren.
Introductie & bediening programma’s:
Handmatig programma: Manual (Handmatig)
P1 is een handmatig programma. U kunt de oefening starten door op START/STOP te drukken. Het
standaardweerstandniveau is 5. U kunt zelf het weerstandniveau, de tijd van de training, het aantal
calorieën en de afstand instellen (door tijdens de training op de toetsen OMHOOG/OMLAAG te
drukken).
Bediening:
1. Druk op OMHOOG/OMLAAG om het handmatige programma MANUAL (P1) te selecteren.
2. Druk op ENTER om het handmatige programma MANUAL te openen.
3. De TIJD knippert en u kunt op OMHOOG of OMLAAG drukken om de gewenste trainingstijd in te
stellen. Druk op ENTER om de gewenste tijd te bevestigen.
4. De AFSTAND zal daarna knipperen, druk op OMHOOG of OMLAAG om de afstand die u wilt afleggen
in te stellen. Druk ter bevestiging van de gewenste afstand op ENTER.
5. De CALORIEEN knipperen, druk op OMHOOG of OMLAAG om het gewenste aantal calorieën dat u

wilt verbranden in te stellen. Druk ter bevestiging van het aantal calorieën op ENTER.
6. De HARTSLAG zal daarna knipperen, druk op OMHOOG of OMLAAG om de hartslag die u tijdens de
training in stand wilt houden in te stellen. Druk ter bevestiging van de gewenste hartslag op ENTER.
7. Druk op START/STOP om het trainingsprogramma te starten.
Voorgeprogrammeerde programma’s: Trappen, Heuvel, Golvend, Vallei, Vet verbranden, Helling,
Berg, Intervallen, Willekeurig, Plateau, Fartlek, Klif
PROGRAMMA 2 tot PROGRAMMA 13 zijn de voorgeprogrammeerde programma’s. U kunt trainingen
met verschillende belastingniveaus en met verschillende intervallen uitvoeren, zoals de profielen
aangeven. U kunt bovendien zelf het weerstandniveau, de tijd, het aantal calorieën en de afstand
instellen (tijdens de training met behulp van OMHOOG/OMLAAG).
Bediening:
1. Gebruik OMHOOG/OMLAAG om een van de bovenstaande programma’s P2 tot P13 te selecteren.
2. Druk op ENTER om het gewenste trainingsprogramma te openen.
3. De TIJD knippert en u kunt op OMHOOG of OMLAAG drukken om de gewenste trainingstijd in te
stellen. Druk op ENTER om de gewenste tijd te bevestigen.
4. De AFSTAND zal daarna knipperen, druk op OMHOOG of OMLAAG om de afstand die u wilt
afleggen in te stellen. Druk ter bevestiging van de gewenste afstand op ENTER.
5. De CALORIEEN knipperen, druk op OMHOOG of OMLAAG om het gewenste aantal calorieën dat u
wilt verbranden in te stellen. Druk ter bevestiging van het aantal calorieën op ENTER.
6. De HARTSLAG zal daarna knipperen, druk op OMHOOG of OMLAAG om de hartslag die u tijdens
de training in stand wilt houden in te stellen. Druk ter bevestiging van de gewenste hartslag op
ENTER.
7. Druk op START/STOP om het trainingsprogramma te starten.
Persoonlijk programma: User 1, User 2
Programma 14 en 15 zijn persoonlijke programma’s. U kunt hier zelf de waarden in de volgorde TIJD,
AFSTAND, CALORIEEN en weerstandniveau instellen in 10 kolommen. De waarden en profielen worden
na het instellen opgeslagen in het geheugen. U kunt ook het belastingniveau van elke kolom aanpassen
door op OMHOOG/OMLAAG te drukken, dit past niet het weerstandniveau aan, dat is opgeslagen in
het geheugen.
Bediening:
1. Gebruik OMHOOG/OMLAAG om een van de persoonlijke programma’s P14 of P15 te selecteren.
2. Druk op ENTER om het trainingsprogramma te openen.
3. De eerste kolom knippert, gebruik OMHOOG/OMLAAG om uw persoonlijk trainingsprofiel in te
stellen. Druk daarna op ENTER om de eerste kolom te bevestigen. Het standaardbelastingniveau is
1.
4. De tweede kolom knippert, gebruik OMHOOG/OMLAAG om uw persoonlijk trainingsprofiel in te
stellen. Druk daarna op ENTER om de tweede kolom te bevestigen.
5. Volg de stappen 3 en 4 om uw persoonlijk trainingsprogramma in te stellen. Druk op ENTER om uw
gewenste profiel te bevestigen.
6. De TIJD knippert en u kunt op OMHOOG of OMLAAG drukken om de gewenste trainingstijd in te
stellen. Druk op ENTER om de gewenste tijd te bevestigen.
7. De AFSTAND zal daarna knipperen, druk op OMHOOG of OMLAAG om de afstand die u wilt afleggen
in te stellen. Druk ter bevestiging van de gewenste afstand op ENTER.
8. De CALORIEEN knipperen, druk op OMHOOG of OMLAAG om het gewenste aantal calorieën dat u
wilt verbranden in te stellen. Druk ter bevestiging van het aantal calorieën op ENTER.
9. De HARTSLAG zal daarna knipperen, druk op OMHOOG of OMLAAG om de hartslag die u tijdens de
training in stand wilt houden in te stellen. Druk ter bevestiging van de gewenste hartslag op ENTER.
10. Druk op START/STOP om het trainingsprogramma te starten.

Lichaamsvetprogramma: Body Fat
Programma 16 is een speciaal programma dat is ontworpen om uw lichaamsvetverhouding te
berekenen en u vervolgens een specifiek belastingprofiel te bieden. Er zijn 3 verschillende
lichaamstypen die worden ingedeeld op basis van het berekende vetpercentage.
Type 1: LICHAAMSVETPERCENTAGE > 20
Type 2: 27 ≧ LICHAAMSVETPERCENTAGE ≧ 20
Type 3: LICHAAMSVETPERCENTAGE < 20
De computer toont de testresultaten van VET, PERCENTAGE, BMI en BMR.
Bediening:
1. Gebruik OMHOOG/OMLAAG om het lichaamsvetprogramma BODY FAT (P24) te selecteren.
2. Druk op ENTER om het trainingsprogramma te openen.
3. De LENGTE knippert op het display, druk op OMHOOG of OMLAAG om uw lengte in te stellen. Druk
ter bevestiging van uw lengte op ENTER. De standaardlengte is 170cm of 5’07” (5 voet 7 inch).
4. Het GEWICHT knippert, druk op OMHOOG of OMLAAG om uw gewicht in te stellen. Druk op ENTER
om uw gewicht te bevestigen. Het standaardgewicht is 70kgs of 155lbs.
5. Het GESLACHT knippert op het display, druk op OMHOOG of OMLAAG om uw geslacht te
selecteren. Het cijfer 1 betekent man en het cijfer 0 betekent vrouw. Druk ter bevestiging van uw
geslacht op ENTER. Het standaardgeslacht is 1 (MAN).
6. De LEEFTIJD knippert, druk op OMHOOG of OMLAAG om uw leeftijd in te stellen. Druk ter
bevestiging van uw leeftijd op ENTER. De standaardleeftijd is 35.
7. Druk op START/STOP om te starten met de meting van uw lichaamsvet. Als het display een E toont,
zorg er dan voor dat u de handvaten goed vastpakt met uw handen of dat de borstriem goed
contact maakt met uw lichaam. Druk daarna nogmaals op START/STOP om te starten met het
meten van uw lichaamsvet.
8. Nadat het meten is voltooid, zal de computer de waarden van BMR, BMI en het VETPERCENTAGE
tonen op het LCD-display. Daarnaast zal de computer uw eigen trainingsprofiel voor uw
lichaamstype tonen. Druk op START/STOP om het trainingsprogramma te starten.
Bediening:
1. Slaapmodus:
De computer schakelt naar de slaapmodus wanneer er geen signaal wordt ontvangen en er voor 4
minuten geen toetsen zijn ingedrukt. U kunt op een willekeurige toets drukken om de computer te
wekken.
2. BMI (Body Mass Index): BMI is een meting van lichaamsvet op basis van lengte en gewicht die van
toepassing is voor zowel volwassen mannen als vrouwen.
3. BMR (Basal Metabolic Rate): Uw BMR geeft een weergave van het aantal calorieën dat uw lichaam
nodig heeft om te werken. De BMR houdt geen rekening met activiteit, maar is simpelweg een
weergave van de benodigde energie voor een normale hartslag, ademhaling en
lichaamstemperatuur. Het meet het lichaam in rust, niet tijdens de slaap, op kamertemperatuur.
Foutmeldingen:
E1 (FOUT 1):
Normale staat: Als de monitor tijdens een training voor meer dan 4 seconden geen signaal van de
reductiemotor krijgt en dit drie opeenvolgende keren gebeurt, dan zal het LCD de foutmelding E1
tonen.
Ingeschakeld: De reductiemotor keert automatisch terug naar het nulpunt wanneer er voor meer dan
4 seconden geen signaal van de reductiemotor kan worden gedetecteerd. De aandrijving van de motor
wordt onmiddellijk uitgeschakeld en het LCD-display toont de foutmelding E1. Alle andere karakters en
meldingen op het LCD worden in dit geval ook uitgeschakeld.
E2 (FOUT 2): Als de monitor gegevens uit het geheugen wil lezen en het ID van de gegevens onjuist is

of het geheugen is beschadigd, dan zal het display direct na het inschakelen de foutmelding E2 tonen.
E3 (FOUT 3): Als de computer 4 seconden na het opstarten detecteert dat de motor niet het nulpunt
heeft verlaten, dan zal het LCD-display de foutmelding E3 tonen.
Technische gegevens van de netadapter
1. Beschikbaar voor invoer: 230V/50Hz or 60Hz Uitvoer: 6V AC/0.5A
2. Beschikbaar voor invoer: 110V/50Hz or 60Hz Uitvoer: 6V AC/0.5A
Afbeeldingen van trainingsprogramma’s op LCD
VOORGEPROGRAMMEERDE PROGRAMMAPROFIELEN:
PROGRAMMA 1 PROGRAMMA 2 PROGRAMMA 3
HANDMATIG TRAPPEN HEUVELS
PROGRAMMA 4 PROGRAMMA 5 PROGRAMMA 6
GOLVEND VALLEI VET VERBRANDEN
PROGRAMMA 7 PROGRAMMA 8 PROGRAMMA 9
HELLING BERG INTERVALLEN
PROGRAMMA 10 PROGRAMMA 11 PROGRAMMA 12
WILLEKEURIG PLATEAU FARTLEK
PROGRAMMA 13
KLIF

PERSOONLIJKE PROGRAMMA’S
PROGRAMMA 14
GEBRUIKER 1
PROGRAMMA 15
GEBRUIKER 2
PROGRAMMA’S VOOR TESTEN LICHAAMSVET
PROGRAMMA 16
LICHAAMSVET (STOPMODUS) LICHAAMSVET(STARTMODUS)
Een van de volgende zes profielen zal automatisch worden getoond na het meten van uw
LICHAAMSVET:
Trainingstijd: 40 minuten Trainingstijd: 40 minuten Trainingstijd: 20 minuten
Trainingstijd: 40 minuten Trainingstijd: 40 minuten Trainingstijd: 20 minuten
BELANGRIJK TRAININGSADVIES
Alvorens met training te beginnen, moet u door een arts laten bepalen in welke mate een
training met dit apparaat aangewezen is voor u. Een onjuiste of te zware training kan tot schade
aan de gezondheid leiden.
Vermijd overbelasting van uw lichaam. Train niet als u zich moe of uitgeput voelt. Start uw
trainingsprogramma langzaam als u niet gewend bent aan lichamelijke inspanning.
Stop de training onmiddellijk als u pijn voelt of enige andere problemen zich voordoen.

Probeer tijdens te training zoveel mogelijk uw ademhaling te reguleren zodat u rustig en
gelijkmatig ademt.
Om blessures te vermijden, is het belangrijk om goed op te warmen voor de training en af te
koelen na de training. Gebruik de oefeningen die beschreven zijn in deze gebruiksaanwijzing.
Zorg ervoor dat u tijdens de training genoeg drinkt. Denk eraan dat u door de lichamelijke
belasting meer dan de aanbevolen hoeveelheid van 2 liter per dag zult moeten drinken.
Draag gemakkelijk zittende kleding terwijl u het apparaat gebruikt en draag bij voorkeur sport- of
aerobicschoenen. Vermijd wijde kledingstukken, deze kunnen immers in de bewegende
onderdelen van het apparaat vastraken.
OPWARMEN/STREKKEN/AFKOELEN
Een succesvolle trainingssessie begint met opwarmoefeningen en eindigt met oefeningen om af te
koelen en te ontspannen. Deze opwarmoefeningen bereiden uw lichaam voor op de inspanning die
gaat volgen. De afkoel- /ontspanningsperiode na de trainingssessie zorgt ervoor dat u geen
spierklachten krijgt na de training. Let alstublieft op de volgende punten:
Warm elke spiergroep die u in de trainingssessie gaat gebruiken 5-10 minuten op. De
rekoefeningen zijn goed uitgevoerd als u een comfortabele spanning voelt in de betreffende
spier.
Snelheid speelt geen rol tijdens de rekoefeningen. Snelle en plotselinge bewegingen moeten
vermeden worden.
Nekoefeningen (1)
Buig uw hoofd naar rechts en voel de spanning in uw nek. Laat uw hoofd langzaam zakken tot op uw
borst en draai dan uw hoofd naar links. U voelt weer de comfortabele spanning in uw nek.
Oefeningen voor het schoudergebied (2)
Hef de linker- en rechterschouder afwisselend op of hef ze beide tegelijk op.
Rekoefeningen voor de armen (3)
Strek afwisselend uw linker- en rechterarm in de richting van het plafond. Voel de spanning in uw
linker en rechterzijde. Herhaal deze oefening meerdere keren.
Oefeningen voor de dijen (4)
Ondersteun uzelf door uw hand op de muur te plaatsen. Reik naar beneden achter u en trek uw
linker- of rechtervoet op, zo dicht mogelijk tegen uw billen. Voel een comfortabele spanning in de
voorkant van uw dijbeen. Houd deze positie 30 seconden vast en herhaal deze oefening 2 keer voor
elk been.

Binnenkant dijbeen (5)
Ga op de vloer zitten en plaats uw voeten zodanig dat uw knieën naar buiten gericht zijn. Trek uw
voeten zo dicht mogelijk naar uw lichaam toe. Druk hierna uw knieën voorzichtig naar beneden.
Houd deze positie indien mogelijk 30-40 seconden aan.
Tenen aanraken (6)
Buig uw lichaam langzaam naar voren en probeer uw voeten met uw handen aan te raken. Reik zo
ver mogelijk naar uw tenen. Houd deze positie indien mogelijk 20-30 seconden aan.
Knie oefeningen (7)
Ga op de vloer zitten en strek uw rechterbeen. Buig uw linkerbeen en plaats uw voet op uw
rechterdijbeen. Probeer nu uw rechter voet aan te raken met uw rechter arm. Houd deze positie
indien mogelijk 20-30 seconden aan.
Oefeningen voor kuiten/achillespees (8)
Plaats beide handen tegen de muur en steun erop met uw hele lichaamsgewicht. Beweeg dan uw
linkerbeen naar achteren en wissel dit af met uw rechterbeen. Houd deze positie indien mogelijk 30-
40 seconden aan.
SERVICE
Wanneer u na het lezen van deze gebruiksaanwijzing nog vragen heeft over het product, kunt u
contact opnemen met de Powerpeak klantenservice:
telefoonnummer: 0900-873 27 28, € 1.00 per gesprek + reguliere kosten telefonie.
INFORMATIEPLICHT INZAKE BATTERIJVERORDENING
Batterijen en accu’s behoren niet tot het huisvuil. Verbruikers zijn wettelijk verplicht om gebruikte
batterijen en accu’s terug te geven. Voor het van de hand doen van batterijen zijn er speciale
containers in gespecialiseerde winkels en gemeentelijke inzamelpunten. Dit is een concrete bijdrage
Table of contents
Languages:
Other PowerPeak Exercise Bike manuals