
NL - 7
Nederlands
1.1 Instrucesvoordeveiligebedieningenhet
gebruikvandevingerpulsoximeter
• Voer geen onderhoudshandelingen uit
op de pulsoximeter. Alleen gekwaliceerd
personeel mag het apparaat ontmantelen voor
onderhoudshandelingen.
• Gebruik dit apparaat niet in situaes waarbij
alarmen vereist zijn.
• Bij langdurig gebruik of naargelang de toestand
van de paënt kan het nodig zijn om de sensor
regelmag op een andere plaats aan te brengen.
• Breng de sensor elders aan en controleer ten
minste om de 2 uur de huid op beschadigingen,
de bloedcirculae en de juiste plaatsing van de
vinger.
• Sp02-mengen kunnen negaef beïnvloed worden
in de aanwezigheid van veel omgevingslicht.
Scherm indien nodig het sensorgebied af
(bijvoorbeeld met een operaedoek).
• De volgende factoren veroorzaken storingen:
• Hoogfrequente elektrochirurgische apparaten
• Plaatsing van een sensor op een extremiteit met
een bloeddrukmanchet, arteriële katheter of
intraveneuze infuuslijn
• De paënt lijdt aan hypotensie, ernsge
vasoconstrice, ernsge anemie of hypothermie
• De paënt hee een hartslstand of is in shock.
• Nagellak of kunstnagels kunnen leiden tot
onnauwkeurige Sp02-mengen.
1.2 Waarschuwingen
WAARSCHUWING
EXPLOSIEGEVAAR— Gebruik de oximeter niet
in een brandbare atmosfeer waar concentraties
van brandbare anesthetica of andere materialen
kunnen voorkomen.
WAARSCHUWING
Gooi geen batterijen in het vuur, want dan
kunnen ze exploderen.
WAARSCHUWING
Herlaad geen normale alkalinebatterijen, ze
kunnen gaan lekken. Dit kan brand of zelfs
explosies veroorzaken.
WAARSCHUWING
Gebruik de pulsoximeter niet in een MRI- of CT-
omgeving.
LET OP
Vrijwaar de werkomgeving van stof, trillingen,
bijtende stoffen, brandbare materialen en vermijd
extreme temperaturen en luchtvochtigheid.
LET OP
Gebruik het apparaat niet als het vochtig of nat
is door condensatie of het morsen van vloeistof.
Gebruik het apparaat niet direct nadat het van
een koude omgeving naar een warme, vochtige
omgeving verplaatst is.
LET OP Gebruik nooit scherpe of puntige voorwerpen
om het voorpaneel te openen.
LET OP
De batterij moet uit het batterijcompartiment
gehaald worden als het apparaat gedurende
lange tijd niet gebruikt wordt.
LET OP Het apparaat mag alleen gebruikt worden als het
batterijdeksel gesloten is.
LET OP
De batterij moet na gebruik op de juiste wijze
afgevoerd worden volgens de plaatselijke
voorschriften.
1.3 Deniesensymbolen
Plaatsuwvingerindeoximetermetdevingernagel
naarbovengericht.
Verklaring: Gebruik de medische alcohol om het
rubber voor elke test te reinigen en reinig de geteste
vinger met alcohol voor en na de test.
• Plaats de twee AAA-baerijen in de baerijhouder
en bevesg vervolgens het deksel.
• Druk de boven- en onderkant van het achterste
gedeelte samen om de oximeter te openen,
plaats een vinger met de vingernagel naar boven
in de oximeter (idealiter tot aan het einde) en
laat het achterste gedeelte los om het apparaat
te sluiten.
• Druk op de knop op het voorpaneel;
• uw vinger mag niet trillen of bewegen jdens de
meng. Zit sl en beweeg niet.
• Druk op de knop op het voorpaneel om het
display van richng te veranderen.
• Lees de resultaten af van het beeldscherm.
• Het apparaat beschikt over een slaapstand.
Wanneer er geen signaal gedetecteerd wordt,
gaat het in de standby-stand.
• Plaats nieuwe baerijen wanneer de OLED een
lage baerijstatus aangee.
Deel 1 Veiligheid