Alecto WS-5300 User manual

Gebruiksaanwijzing
Guide de L’utilisateur
Bedienungsanleitung
User Manual
WS-5300
Weerstation met draadloze buitensensor
Station météo avec capteur extérieur sans l
Wetterstation mit kabellosem Außensensor
Weather station with wireless outdoor sensor
<–

2
1. indicatie minimale, maximale en
voorgaande data gegevens weer-
gave.
2. indicatie lage capaciteit back-up
batterij van het weerstation.
3. indicatie voor of na de middag bij
12 uurs weergave van de klok.
4. klok weergave.
5. snooze functie toets van de wek-
k e r.
6. indicatie wekker geactiveerd.
7. indicatie DST actief (Day Saving
Time oftewel zomertijd (alleen
DCF77 ontvangst)).
8. ontvangst indicatie icoon voor
DCF77 ontvangst.
9. kans op ijzel icoon.
10. weergave van de datum.
11. weersverwachting animatie icoon.
12. weergave windrichting.
13. windsnelheidsweergave indicatie
voor average (gemiddeld) of gust
(windvlaag).
selecteren.
30. indicatie voor weergave: wind chill (gevoelstem-
peratuur), heat index (hitte index) of indoor dew-
point (dauwpunt).
31. toets om de kleur van het display te koppelen aan
buitentemperatuur.
32. indicatie windsnelheid omschrijving: Light (licht),
Moderate (matig), strong (sterk) en storm
(storm).
33. windsnelheidsalarm indicatie.
34. waarde windsnelheid.
35. waarde index.
36. selectie toets voor neerslag waarde, per dag, per
week of per maand.
37. weergave notatie windsnelheid: mph, m/s, km/h
of knots.
38. selectietoets weergave notatie barometer: hPa,
inHg of mmHg.
39. windsnelheidsweergave selectie toets voor avera-
ge (gemiddeld) of gust (windvlaag).
40. Weergave selectie toets voor: wind chill, heat in-
dex of indoor dewpoint.
41. ophang gat voor wandmontage met 1 schroef.
42. instellingstoets klok.
43. instellingstoets alarm.
44. instellingstoets weeralarm.
45. toets omhoog functie.
46. toets omlaag functie.
47. reset toets.
48. ontvangt nieuwe gegevens van de buitensensor.
49. toets RCC (radio controlled clock) om DCF77 ont-
vangst te starten.
50. selectie toets om maximale en minimale gemeten
waarde te tonen.
51. selectietoets lichtintensiteit van het display (hoog,
laag of uit).
52. selectietoets om waarde uit het verleden te bekij-
ken.
53. selectietoets temperatuurweergave in °C of °F.
54. batterij vak voor back-up batterij (CR-2032).
55. tafelstandaard
56. aansluiting netadapter.
<–
HISTORY MAX/MIN RCC SCAN RESET
°C °F OFF LO HI
1. OVERZICHT
1.1 Weerstation:
1 2 3 4 7 86 9 10
19
20
21
22
23
24
25
26
27
5
40393836312928 35
343332
30
18
17
16
15
14
13
12
11
37
41
42
43
44
45
46
47
48
49
50
51
52
53
54
55
56
14. Neerslag hoeveelheid alarm indicatie icoon.
15. neerslagtijd indicatie (dag, week of maand).
16. weergave waarde voor neerslag of luchtdruk.
17. notatie waarde voor neerslag of luchtdruk.
18. weergave verloop waarde neerslag of lucht-
druk in graekvorm.
19. emoticons ter indicatie wel of niet comforta-
bele omgeving.
20. luchtvochtigheid waarde binnen in %.
21. hoog/laag binnen-temperatuur en luchtvoch-
tigheid alarm indicatie.
22. weergave binnentemperatuur.
23. indicatie ontvangstsignaal buitensensor.
24. luchtvochtigheid waarde buiten in %.
25. hoog/laag buitentemperatuur en luchtvoch-
tigheid alarm indicatie.
26. indicatie lage capaciteit batterijen van de
buitensensor.
27. weergave buitentemperatuur.
28. toets om kleurverloop display te activeren.
29. toets om vaste kleur (8) van het display te
NL

3
1.2 Buitensensor:
57. Regenmeter
58. Antenne
59. Windsnelheidsmeter
60. Temperatuur + luchtvochtigheidssensor
2. INSTALLATIE
Attentie: na installatie kan het enkele uren tot een dag duren voordat de juiste waarden worden
weergegeven.
2.1 Voeding:
Advies met betrekking tot batterijen:
In het weerstation zit een knoopcel CR-2032 (inclusief). Als het indicatie icoon van lege batterij (2)oplicht
kan deze knoopcel worden vervangen voor een gelijk exemplaar.
De buitensensor wordt gevoed door 3 x AA 1,5Volt batterijen. Maar omdat normale Alkaline batterijen
niet of slecht presteren bij temperaturen van rond of onder 0°C, is het toepassen van standaard Alkaline
batterijen in de buitensensor niet aan te bevelen.
Voor de buitensensor adviseren wij dan ook om Lithium batterijen te plaatsen die ontwikkeld zijn om
te functioneren bij een temperatuurbereik van -20°C tot 60°C. Deze batterijen zijn leverbaar via de
serviceafdeling van Alecto (www.alecto.nl).
De batterij levensduur bij Lithium batterijen met een capaciteit van 2900mAh bedraagt ruim een jaar.
57 58 59
61
60
63
64
zijaanzicht onderaanzicht
61. Windrichtingsvaan
62. LED (zendindicator)
63. Toets RESET
64. Batterijcompartiment
62

4
Weerstation:
Schuif het batterijklepje aan de achterzijde naar beneden, en vervang de batterij CR-2032 zoals
aangegeven in het batterijcompartiment en schuif het batterijklepje terug op het weerstation.
Sluit meegeleverde netadapter aan. Het weerstation gaat nu gedurende 1 minuut op zoek naar de
buitensensor. Plaats dus binnen die 1 minuut batterijen in de buitensensor.
Buitensensor:
Open het batterijcompartiment door het batterijdekseltje met een kleine
kruiskopschroevendraaier los te schroeven. Plaats volgens de nevenstaande
tekening 3 x AA 1,5V batterijen. Let hierbij op de polariteit (+ en -). Plaats het
klepje terug en schroef het vast. (Batterijen zijn exclusief)
2.2 Koppelen weerstation / buitensensor:
Automatisch:
Zodra de netadapter op het weerstation is aangesloten, gaat het weerstation gedurende 1 minuut op
zoek naar een signaal van de buitensensor. Als u binnen die minuut batterijen heeft geplaatst in de
buitensensor en deze units ‘vinden’ elkaar, dan koppelen deze units zichzelf automatisch aan elkaar en
verschijnen op de display van het weerstation de temperatuur, luchtvochtigheid, windsnelheid en de
windrichting zoals de buitensensor die doorstuurt.
Handmatig:
Als de units elkaar niet automatisch vinden, of na het vervangen van de batterijen, dan kunt u als volgt de
buitensensor (opnieuw) aan het weerstation koppelen:
1. houd toets SCAN op het weerstation gedurende 2 seconden ingedrukt, het antennesymbool in het
display gaat knipperen
2. druk kort onder op de buitensensor op toets RESET
3. na enkele seconden hebben de units elkaar (weer) gevonden
2.3 Plaatsen:
Weerstation:
U kunt naar keuze het weerstation aan een simpele schroef aan de wand ophangen of met de
meegeleverde standaard als bureaumodel gebruiken. Plaats in elk geval het weerstation niet
in direct zonlicht of naast een warmte uitstralende lamp of kachel
Buitensensor:
Naar keuze kunt u de buitensensor op een vlakke ondergrond (bijvoorbeeld een hek of railing)
plaatsen of op een paal (max. Ø 32,5mm.(exclusief)). Zorg er in elk geval
voor dat de unit minimaal 1,5 meter boven de grond geplaatst wordt en
dat de unit vrij in de regen en in de wind staat.
Plaatsingstips buitensensor:
Om de regenmeter zo nauwkeurig mogelijk te laten werken, moet de
buitensensor zo exact mogelijk horizontaal staan. Maak hiertoe gebruik
van de ingebouwde waterpas boven op de buitensensor.
Om aan te kunnen geven uit welke richting de wind
vandaan komt, moet de buitensensor op het Noorden
gericht worden. Zie hiervoor de aanduiding Nboven op de
buitensensor. Gebruik een nauwkeurige kompas (exclusief)
om de unit goed te richten.
Zorg dat de afstand tussen de buitensensor en het
weerstation niet meer bedraagt dan 30 tot 50 meter.
reset
>1,5m
N
-
-
+

5
2.4 Klok:
Introductie
De WS-5300 heeft een ingebouwde DCF ontvanger. Met deze ontvanger wordt het DCF kloksignaal uit
Frankfurt ontvangen. Dit signaal zorgt ervoor dat de klok zeer nauwkeurig de tijd aangeeft. Voorwaarde is
dat het signaal goed wordt ontvangen.
Automatisch:
Zodra u de netadapter op het weerstation heeft aangesloten, gaat de klok op zoek naar het DCF radio
signaal voor de tijd en de datum en knippert het antennesymbool en het display kleurt groen. Na
enkele seconden of minuten geeft de WS-5300 de correcte tijd weer. In extreme gevallen kan het zijn dat
pas na ruim een dag de DCF tijd weergegeven wordt. De DCF-tijd wordt elke dag gesynchroniseerd om
02.00, 08.00, 14.00 en 20.00uur.
Handmatig:
Als de klok het radiosignaal niet of niet goed ontvangt, dan kunt u als volgt de klok handmatig instellen:
1. druk 2 seconden op toets , 12Hr of 24Hr verschijnt in het display
2. stel met / het tijdformaat in, druk kort op toets
3. stel met / de uren in, druk kort op toets
4. stel met / de minuten in, druk kort op toets
5. zet met / de seconden op 0, (hiermee kunt u de klok exact gelijk laten lopen met uw eigen klok),
druk kort op toets
6. stel met / het jaar in, druk kort op toets
7. stel met / de maand in, druk kort op toets
8. stel met / de datum in, druk kort op toets
9. stel met / het verschil in uren in ten opzichte van de DCF tijd. Voor gebruik in de Benelux ‘0’
selecteren, druk kort op toets
10.stel met / de taal in waarmee de dag wordt weergegeven, u heeft de keuze uit: EN (Engels), FR
(Frans), DE (Duits), ES (Spaans) of IT (Italiaans), druk kort op toets
11.stel met / in of u de klok automatisch wilt laten omschakelen bij zomer- of wintertijd (AUTO) of dat
u dat zelf wilt doen (OFF), druk kort op toets
De klok is nu handmatig ingesteld.
Als de DCF ontvanger is ingeschakeld en het signaal wordt weer goed ontvangen, dan neemt deze
ontvanger de klokweergave over.
In/uitschakelen DCF ontvanger:
Als volgt schakelt u de DCF ontvanger uit zodat alleen de tijd en datum wordt weergegeven zoals u die
heeft geprogrammeerd:
• uitschakelen: druk gedurende 8 seconden achter op het weerstation op toets RCC zodat OFF oplicht en
het antennesymbool dooft
Als volgt kunt u de ontvanger weer inschakelen:
• inschakelen: druk gedurende 8 seconden achter op het weerstation op toets RCC zodat ON oplicht en
het antennesymbool gaat knipperen en het display kleurt groen.
Het symbool midden bovenin het display geeft de status van de DCF klok weer:
geen symbool: de DCF ontvanger is uitgeschakeld; de weergegeven tijd komt vanaf de interne
klok van de WS-5300
knippert: de DCF ontvanger is ingeschakeld en is op zoek naar het DCF signaal; de weer-
gegeven tijd komt vanaf de interne klok van de WS-5300
continue opgelicht: de DCF ontvanger is ingeschakeld en ontvangt het DCF signaal; de weergegeven
tijd en datum komt vanaf de DCF atoomklok uit Frankfurt
2.5 Reset meetgegevens:
Druk, nadat alles geïnstalleerd is, gedurende 10 seconden op toets HISTORY om alle meetgegevens tot
aan dat moment te wissen. Dit voorkomt dat u op een later tijdstip meetgegevens ziet die veroorzaakt
zijn door bewegingen tijdens het installeren.

6
3. GEBRUIKEN
3.1 Basis functies:
Het display toont de volgende basisfuncties / gegevens:
1. licht op als u met de knop MAX/MIN de maximum of de minimum waarden op het display laat
verschijnen (*1).
2. licht op als de back-up batterij van het weerstation leeg raakt.
3. weergave voor-(AM) of na(PM) de middag tijdens 12 uursweergave.
4. weergave van de actuele tijd.
5. licht op als de zomertijd actueel is (bij DCF77 ontvangst).
6. licht op als het DCF klok-radiosignaal wordt ontvangen.
7. weergave van de dag.
8. licht op als de wekker ingesteld is (zie WEKKER).
9. licht op als de wekker ingesteld is op ijs-alarm (zie WEKKER).
10.weergave van de datum.
*1 : Door herhaaldelijk op knop MAX/MIN te drukken, worden achtereenvolgens de volgende gegevens op
het display getoond:
max.
buitentemperatuur
min.
buitentemperatuur
max.
luchtvochtigheid buiten
min.
luchtvochtigheid buiten
max.
binnentemperatuur
min.
binnentemperatuur
max.
luchtvochtigheid binnen
min.
luchtvochtigheid binnen
max.
gevoelstemperatuur
min.
gevoelstemperatuur
max.
hitte index
min.
hitte index
max.
dauwpunt binnen
min.
dauwpunt binnen
max.
luchtdruk
min.
luchtdruk
max.
gemiddelde windsnelheid
max.
windvlaag
max.
neerslag
Rechtsboven in het display wordt weergegeven op welke dag en tijdstip de betreende minimum of
maximum waarde werd gemeten.
Houd toets MAX/MIN gedurende 2 seconden ingedrukt om dit geheugen te wissen
Druk op een willekeurige toets om het min./max. scherm te verlaten
2 3
8
4 51
9
67
10

7
3.2 Binnentemperatuur en luchtvochtigheid:
1. comfort icoon, dit is een combinatie van
temperatuur en luchtvochtigheid (*2)
2. luchtvochtigheid binnen
3. licht op als het max.- of min.-alarm is ingesteld
4. temperatuur binnen
3.3 Buitentemperatuur en luchtvochtigheid:
1. geeft de verbinding aan van het radiosignaal met de buitensensor
2. luchtvochtigheid buiten
3. licht op als het max.- of min.-alarm is ingesteld
4. licht op als de batterijen in de buitensensor leeg raken
5. temperatuur buiten
3.4 Weersverwachting:
1. hier wordt de weersverwachting getoond
zonnig licht bewolkt bewolkt regen storm (knipperend) sneeuw
Opmerkingen:
• de nauwkeurigheid van een op luchtdruk gebaseerde verwachting is 70% tot 75%; let op dat geen
garantie gegeven kan worden op een correcte verwachting
• de verwachting is gebaseerd op de komende 12 uur en hoeft niet de actuele situatie weer te geven
• de verwachting ‘sneeuw’ is gebaseerd op luchtdruk in combinatie met de temperatuur: als de
verwachting eigenlijk ‘regen’ is maar de buitentemperatuur is onder de -3°C (26°F) is, dan wordt
‘sneeuw’ verwacht
12
4
3
1 2
5
3
4
*2:
comfortabel
comfort niet OK (te koud)
comfort niet OK (te warm)
er is geen comfortindicatie bij temperaturen
<0°C (32°F) of >60°C (140°F)
1

8
3.5 Barometer (luchtdruk):
Indien dit venster niet zichtbaar is, druk dan eerst kort op toets
1. actuele luchtdruk
2. indicatie of de luchtdruk relatief of absoluut
(*3) weergegeven wordt
3. indicatie of de luchtdruk in hPa (hecto
Pascal), in inHg (inchkwikdruk) of in mmHg
(millimeterkwikdruk) weergegeven wordt.
(*4)
4. en 5. hier wordt het verloop van de lucht
druk over de afgelopen 24 uur
getoond
*3: De absolute luchtdruk geeft de luchtdruk aan die aanwezig is onafhankelijke van deze hoogte (neem
deze waarde als referentie). Voor de verwachting van het weer is het noodzakelijk om de juiste luchtdruk
te meten. Ook als men zich bv. 100 meter boven de zeespiegel bevindt. Dit noemt men de relatieve
luchtdruk. Per 8 meter neemt de luchtdruk met 1 hPa af. Als u zich niet in de bergen bevindt hoeft u de
relatieve luchtdruk niet aan te passen.
Als volgt stelt u de gewenste eenheid in:
1. houd toets gedurende 2 seconden ingedrukt
2. selecteer met / de gewenste eenheid
3. druk kort op toets (als de luchtdruk nu gaat knipperen, nogmaals op toets drukken)
Zie hoofdstuk “RELATIEVE LUCHTDRUK” hoe u de relatieve luchtdrukweergave kunt wijzigen in het geval u
het weerstation veel hoger dan op zeeniveau gebruikt.
*4 : In de Benelux wordt gebruik gemaakt van de hectoPascal notatie. Vroeger werd de luchtdruk ook wel
in bar uitgedrukt. 1 mbar is gelijk aan 1 hPa.
U wisselt tussen deze notaties door kort op toets te drukken.
3.6 Regen:
Indien dit venster niet zichtbaar is, druk dan eerst kort op toets
1. hoeveelheid gevallen regen
2. indicatie of de hoeveelheid gevallen
regen in in(inch) of in mm(millimeter)
weergegeven wordt. (*5)
3. hier wordt het verloop van de regenval
over de afgelopen 5 dagen getoond
4. indicatie over welke periode de weer-
gegeven regenval gemeten is (*6) .
5. licht op als het max. regenalarm is
ingesteld
*5: Als volgt stelt u de gewenste eenheid in:
1. houd toets gedurende 2 seconden
ingedrukt
2. selecteer met /de gewenste eenheid
3. druk kort op toets
<–
1
4
3
2
5
3
1
4
*6:
blanko = : regenval van het afgelopen uur (deze wordt
elke 6 minuten bijgewerkt en geeft de
regenval van de afgelopen 60 minuten weer.
DAILY = : regenval van vandaag, gerekend vanaf
middernacht.
WEEKLY = : regenval vanaf het begin van de week
(maandag)
MONTHLY = : regenval van deze maand
U wisselt tussen deze indicaties door kort op toets te
drukken.
2

9
3.7 Wind (richting + snelheid):
1. actuele windrichting
2. gemeten windrichtingen (max 6) van de laatste 5
minuten
3. windrichting
4. indicatie of de weergegeven windsnelheid een
gemiddelde snelheid betreft of een windvlaag (*7)
5. windsnelheid
6. indicatie of de windsnelheid in mph (miles per uur),
in m/s (meter per seconde), in km/h (kilometer per
uur) of in Knots (1 KNOTS = 1,852 km/h (1.151
mph)) weergegeven wordt (*8)
7. windsnelheid, uitgedrukt in spreektaal (*9)
8. licht op als het max. windsnelheidsalarm is ingesteld
*7:
AVERAGE = gemiddelde snelheid
GUST = windvlaag
U wisselt tussen deze indicaties door kort
op toets te drukken.
*9:
STORM = ≥ 88 km/h (≥ 55 mph)
STRONG = 42-87 km/h (26-54 mph)
MODERATE = 14-41 km/h (9-25 mph)
LIGHT = 3-13km/h (2-8mph)
3.8 Gevoelstemperatuur en dauwtemperatuur:
1. indicatie of de weergegeven temperatuur de Wind chill
(gevoelstemperatuur), de Heat Index (warmte index)
of de Indoor Dewpoint (dauwpunttempera-tuur, bin-
nen (*10) is
2. temperatuur volgens de onder 1 aangeduide indicatie
(*11)
*10:
Gevoelstemperatuur: combinatie van de gemeten temperatuur en de windsnelheid
Warmte index: combinatie van de gemeten temperatuur en de luchtvochtigheid
Dauwpunttemperatuur, binnen: de temperatuur waarbij waterdamp omgezet wordt naar water
(mist, dauw of rijp). Deze temperatuur is afhankelijk van de
binnentemperatuur en de luchtvochtigheid.
U wisselt tussen deze indicaties door kort op toets te drukken.
*11:
Bij HEAT INDEX: is het attentieniveau:
< 27°C (weergave ‘LO’) geen gevaar
27°C - 32°C (80°F - 90°F) opletten (kans op uitputting door hitte)
33°C - 40°C (91°F - 105°F) goed opletten (kans op uitdroging door hitte)
41°C - 54°C (106°F - 129°F) gevaar (grote kans op uitputting door hitte)
≥55°C (≥130°F) groot gevaar (grote kans op uitdroging / beroerte)
*8:
Als volgt stelt u de gewenste eenheid in:
1. houd toets gedurende 2 seconden ingedrukt
2. selecteer met / de gewenste eenheid
3. druk kort op toets
12
2
5
6
3
4
8
7
1

10
4. DISPLAYVERLICHTING
Displaykleur wijzigen:
De displaykleur van het weerstation kan op verschillende manieren worden ingesteld.
Kies voor één van de vaste kleur, automatisch verloop van de kleur of een kleur afhankelijk van de
buitentemperatuur.
Vaste kleur:
Druk op toets “Rainbow”. De huidige kleur zal veranderen. Druk meerdere malen voor de volgende
kleuren:
WIT ROOD ORANJE GEEL GROEN CYAAN BLAUW PAARS
Als de gewenste kleur verschijnt, stop dan met het herhaald drukken op de toets “Rainbow”. De display
kleur zal zichtbaar blijven.
Automatisch verloop kleur:
Druk op toets “Loop”. De display kleur zal nu rustig automatisch wijzigen naar alle andere kleuren. Druk
op toets “Loop” om deze functie te stoppen.
Kleur afhankelijk van de buitentemperatuur:
Druk op de toets “Outdoor temp”.
Het display zal een kleur geven bij een bepaalde temperatuur.
Zie onderstaande tabel bij welke temperatuur welke kleur wordt weergegeven.
start
tempera-
tuur
eind
tempera-
tuur
KLEUREN
R G B
1≤ -20°C 0 0 255
2-19,9°C -11,0°C 0 102 255
3-10,9°C -5,0°C 51 204 255
4-4,9°C -2,0°C 0255 255
5-1,9°C 1,0°C 255 255 255
61,1°C 4,0°C 153 255 51
74,1°C 8,0°C 0255 0
88,1°C 12,0°C 255 255 0
912,1°C 16,0°C 255 179 0
10 16,1°C 20,0°C 255 128 0
11 20,1°C 24,0°C 255 102 0
12 24,1°C 28,0°C 255 51 0
13 28,1°C 32,0°C 255 0 0
14 32,1°C 36,0°C 255 128 128
15 36,1°C 40,0°C 255 204 204
16 40,1°C 45,0°C 204 0255
17 ≥ 45,1°C 230 230 230
Opmerking:
Tijdens het synchroniseren van de DCF-tijd, schakelt de ontvangst van de buitensensor even uit.
Dit gebeurt om 2.00 uur, 8.00 uur, 14.00 uur en 20.00 uur. Dit duurt enkele minuten.
De kleur van het display kan wijzigen, waardoor deze niet meer overeenkomt met bovenstaande tabel.
Na enkele minuten, als de buitensensor weer gegevens doorgeeft, zal de kleur weer overeenkomen met
bovenstaande tabel.