Algemene beschrijving
Hemoglobinesaturatie staat voor de hoeveelheid HbO2(oxyhemoglobine): hemoglobine (Hb) gebonden met zuurstof. Met
andere woorden, het geeft de saturatie van HbO2in het bloed aan. Het is een cruciale fysiologische parameter voor het
ademhalingssysteem. Veel aandoeningen aan de luchtwegen kunnen leiden tot een afname van de SpO2-saturatie.
Bovendien kunnen factoren als storingen als gevolg van een automatische, natuurlijke aanpassing door anesthesie,
neveneffecten van grote operaties en verwondingen ontstaan bij lichamelijk onderzoek ook problemen opleveren in een
wisselende SpO2-saturatie, die dan weer kan bijdragen aan klachten als flauwte, overgeven, algehele malaise enz. Het
uitblijven van de juiste medische hulp kan in zulke gevallen levensgevaarlijk zijn. Het is heel aannemelijk dat doktoren voor
het achterhalen van de bron van de problemen het SpO2-saturatieniveau van een patiënt als referentie nemen om de pijn van
de patiënt op een effectieve manier te verlichten en zo spoedig mogelijk een geschikt behandelplan toe te kunnen passen.
De vingertop puls-oxymeter heeft een laag stroomverbruik, is klein van afmeting, eenvoudig te gebruiken en gemakkelijk mee
te nemen. Zolang u uw vinger in het apparaat houdt, geeft het beeldscherm de met een lichtgevoelige sensor gemeten
waarde weer. Uit klinisch onderzoek blijkt dat de puls-oxymeter bijzonder nauwkeurig is en de SpO2-waarden accuraat en
stabiel kan herhalen.
Meetprincipe
De vingertop puls-oxymeter bevat een dubbele lichtbron en een foto-elektrische sensor. Bot, weefsel, pigment en bloedvaten
absorberen standaard een constante hoeveelheid licht. Het arteriële bed pulseert en absorbeert gewoonlijk variabele
hoeveelheden licht tijdens systole en diastole, waarbij het bloedvolume toeneemt en afneemt. De verhouding van
geabsorbeerd licht tijdens systole en diastole wordt omgezet in een zuurstofsaturatiewaarde. Deze waarde wordt aangeduid
met SpO2.
De oxymeter meet hemoglobine- en oxyhemoglobinewaarden met bundels rood en nabij-infrarood licht en maakt een
waardevergelijking door toepassing van de wet van Lamnert Beer. In feite is de berekeningstechniek een combinatie van de
SpO2-detectiemethode met een foto-elektrische sensor en de polsslagmeter, zoals de procesbeschrijving hieronder laat zien.
Ten eerste wordt de vingertop met licht met een frequentie van 660 cm en met nabij-infrarood licht met een frequentie van
940 cm beschenen om de analoge data te verkrijgen.
Daarna verwerkt de microprocessor de gegevens en zijn ze in het led-scherm uit te lezen.
Diagram van het werkingsprincipe
1. Rood en infrarood licht uitstralende lichtbron.
2. Rood en infrarood lichtgevoelige sensor.
Technische specificaties
1. Weergavemodus: LED
Meetbereik voor SpO2: 70–99%.
Meetbereik voor Polsslag (PR): 30–235 slagen/min (BPM).
Polsslagweergavemodus: staafgrafiek.
Lage batterijspanningsindicator:
2. Batterijen: twee 1,5 V AAA-alkaline batterijen.
3. Stroomverbruik: minder dan 40 mA.
4. Resolutie: ±1% voor SpO2en ±1 slagen/min voor Polsslag.
5. Meetnauwkeurigheid:
SpO2: 80%–99%, ±2%; 70%–80%, ±3%; ≤69%, niet bepaald.
Polsslag: 30–235 slagen/min, ±2% of 2 slagen/min.
6.Gevoeligheidstest: bij lage perfusie en een amplitude van de polsslag van 6%, gemeten met BIO-TEK INDEX tester, is de
mate van gevoeligheid bewezen voldoende.
7.Weerstandscapaciteit voor omgevingslicht: apparaat werkt normaal als het wordt blootgesteld aan gemengde ruis
geproduceerd door BIO-TEK INDEX puls-oxymetertester.
8.Automatisch uitschakelen: het apparaat schakelt automatisch uit nadat er 8 seconden geen vinger is waargenomen.
Voorzorgsmaatregelen voor gebruik
1 Gebruik de puls-oxymeter niet in een MRI- of CT-omgeving.
2 Gebruik de puls-oxymeter niet in situaties waarin waarschuwingssignalen zijn vereist. Het apparaat geeft geen
waarschuwingssignalen.
3 Explosiegevaar: gebruik de puls-oxymeter niet in een explosiegevoelige omgeving.
4 De puls-oxymeter is uitsluitend bedoeld als hulpmiddel ter beoordeling van de patiënt. Het apparaat moet gebruikt
worden in combinatie met andere methoden voor het beoordelen van klinische verschijnselen en symptomen.
5 Controleer de plaats waar de sensor van de oxymeter is aangebracht regelmatig om de juiste positie en de circulatie
en huidgevoeligheid van de patiënt vast te stellen.
6 Rek de plakstrip niet uit bij het aanbrengen van de sensor van de puls-oxymeter. Dit kan onnauwkeurige
meetresultaten opleveren of zorgen voor blaren.
7 Lees voor gebruik de gebruiksaanwijzing aandachtig door.
8 De puls-oxymeter geeft geen SpO2-waarschuwingssignalen; hij is niet bedoeld voor constante controle, zoals het
symbool ook aangeeft.
9 Bij langdurig gebruik of verandering van de toestand van de patiënt dient u wellicht de plaats van de sensor geregeld
te veranderen. Verander de plaats van de sensor, controleer de huidconditie, circulatiestatus, en corrigeer de uitlijning
ten minste elke 4 uur.
10 Enige factoren die van negatieve invloed kunnen zijn op de prestatie van de puls-oxymeter of de nauwkeurigheid van
de meetwaarden omvatten:
•het gebruik van autoclaaf en sterilisatie met ethyleenoxide of onderdompeling van de sensor in vloeistof
•aanzienlijke niveaus disfunctionele hemoglobine (zoals carboxyhemoglobine of methemoglobine)
•intravasculaire kleurstoffen zoals cardiogroen of methyleenblauw
•te fel omgevingslicht. Scherm het meetgebied waar nodig af, bijvoorbeeld met een operatiedoek, of door het
zonlicht af te wenden
•overmatig bewegen van de patiënt
•veneuze kloppingen
•plaatsing van de sensor op ledematen met een bloeddrukmanchet, arteriekatheter of infuusslangen
•de patiënt lijdt aan hypotensie, ernstige vaatvernauwing, ernstige bloedarmoede of is onderkoeld
•de patiënt heeft een hartstilstand of is in shock
•nagellak of valse nagels
Volg de lokale regelgeving en recyclinginstructies voor het verwijderen of recyclen van het apparaat en zijn
componenten, waaronder de batterijen.
Producteigenschappen
1. Eenvoudig in gebruik.
2. Kleine afmetingen, licht in gewicht (totale gewicht, inclusief batterijen, is ongeveer 50 g) en gemakkelijk om mee te nemen.
3. Laag energieverbruik; de twee bijgesloten AAA-batterijen kunnen tot 30 uur meegaan.
4. De lage batterijspanningsindicator geeft in het beeldscherm aan als de batterijspanning te laag is en de normale werking
van de oxymeter beïnvloed kan worden.
5. Als er niets te testen valt, schakelt het apparaat na 8 seconden automatisch uit.
Gebruiksterrein van het product
De vingertop oxymeter kan bij mensen de hemoglobinesaturatie en hartslag meten via de vinger. Het product is geschikt voor
thuisgebruik, in ziekenhuizen (met inbegrip van klinisch gebruik voor internisten/chirurgen, anesthesisten, kinderartsen en op
de afdeling intensive care enz.), Oxygen Clubs, sociaal medische organisaties, lichamelijke controle voor of na
sportbeoefening (Gebruik tijdens het sporten wordt niet aangeraden.) enz.
Het product is niet geschikt voor constante controle van de patiënt.
De puls-oxymeter behoeft geen kalibratie of onderhoud anders dan het vervangen van de batterijen.
Gebruiksaanwijzing
1. Plaats de twee AAA-batterijen in het batterijvak en sluit het af.
2. Open de clip zoals getoond in de afbeelding hieronder.
3. Steek een van uw vingers in de rubberen opening van de oxymeter en laat de clip los (idealiter laat u uw vinger op de
onderkant rusten).
4. Druk eenmaal op de schakelaar op het voorpaneel.
5. Beweeg tijdens de test uw vinger niet. U wordt aangeraden ook uw lichaam stil te houden.
6. Lees de gemeten waarden af van het beeldscherm.
Let op: gebruik desinfecterende alcohol om de rubberen vingerhuls aan de binnenkant van de oxymeter schoon te maken en
maak voor en na gebruik de sensor schoon met alcohol (De rubberen binnenkant van de oxymeter is gemaakt van medisch
rubber, dat geen giftige stoffen bevat en niet schadelijk is voor de menselijke huid).
Steek uw vinger met het nageloppervlak omhoog in de oxymeter.
Korte beschrijving van het voorpaneel
De lengte van de staafgrafiek geeft de intensiteit van de polsslag aan.
Productaccessoires
1. Eén hangkoord.
2. Twee batterijen.
3. Eén gebruikershandleiding.
Plaatsing van de batterijen
1. Plaats de twee AAA-batterijen met de polen in de juiste richting in het batterijvak.
2. Sluit het batterijvak door het deksel horizontaal, in de richting van de pijl, dicht te
schuiven, zoals hieronder is weergegeven.
Opmerkingen: plaats de batterijen met de polen in de juiste richting. Anders kan het
apparaat beschadigd raken.
Plaats of verwijder de batterijen op de juiste wijze anders kunt u het apparaat beschadigen.
Verwijder de batterijen als u de oxymeter lange tijd niet gebruikt.
Bevestiging van het hangkoord
1. Steek het dunne uiteinde van het hangkoord door de hangkoordopening.
2. Steek het brede uiteinde van het hangkoord door de lus en trek hem strak.
Onderhoud en opslag
1. Vervang de batterijen op tijd als de lage batterijspanningsindicator brandt.
2. Maak de vingertop oxymeter schoon voordat u een patiënt diagnosticeert.
3. Verwijder de batterijen uit het batterijvak als u de oxymeter lange tijd niet gebruikt.
4. Bewaar het product bij voorkeur op een plaats met een omgevingstemperatuur tussen de -20 en 55 ºC (-4–131 ºF) en
een vochtigheidsgraad tussen de 0 en 93%.
5. Bewaar het product bij voorkeur op een droge plaats. Een vochtige omgeving kan van invloed zijn op de levensduur
van het product en kan het zelfs beschadigen.
6. Volg de instructies van de lokale overheid over hoe u moet omgaan met lege batterijen.
Kalibreren van de oxymeter
1. Gebruik van een functietester om de nauwkeurigheid van de oxymeter te beoordelen is niet mogelijk.
2. Index 2 is een functietester geproduceerd door Bioteck. Als u Tech instelt op 1 en R curve op 2, dan kunt u deze
kalibratiecurve gebruiken om de oxymeter te testen.
3. Door middel van klinische tests is de SpO2-nauwkeurigheid bepaald. Met de oxymeter zijn arteriële
hemoglobine/zuurstofsaturatiewaarden gemeten en die zijn vergeleken met de waarden van arteriële bloedmonsters
gemeten met een CO-oxymeter.
Verklaring
De EMC van dit product voldoet aan de IEC 60601-1-2-norm.
De materialen waarmee de gebruiker in contact kan komen, bevatten geen giftige stoffen en geven geen reactie op weefsels,
ze voldoen aan de ISO 10993-1, -5, -10 normen.
Richtlijnen en overeenkomstigheidsverklaring – elektromagnetische straling
voor alle APPARATEN en SYSTEMEN
Richtlijnen en overeenkomstigheidsverklaring – elektromagnetische straling
De puls-oxymeter is bedoeld voor gebruik in de elektromagnetische omgeving die hieronder is weergegeven. De
gebruiker van de puls-oxymeter zou zich ervan moeten verzekeren dat het product in een dusdanige omgeving wordt
gebruikt.
Emissietest Stemt
overeen met Richtlijn elektromagnetische omgeving
RF-emissie
CISPR 11
Groep 1 De puls-oxymeter maakt alleen voor interne werking gebruik van RF-energie.
Daarom is de RF-emissie zeer laag en is het niet waarschijnlijk dat het storing bij
nabijgelegen elektronische apparatuur veroorzaakt.
RF-emissie
CISPR 11
Klasse B De puls-oxymeter is geschikt voor gebruik in alle situaties, ook voor thuisgebruik en
in situaties waarin het direct wordt aangesloten op het openbare
laagspanningsnetwerk in panden die voor bewoning gebruikt worden.
Mogelijke problemen en oplossingen
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
SpO2- of
Polsslagwaarden
kunnen niet normaal
getoond worden.
1.Vinger is niet correct ingebracht.
2.De oxyhemoglobinewaarde van de patiënt is
te laag om te meten.
1. Breng de vinger opnieuw in.
2. Probeer het meerder keren zodat u kunt
vaststellen dat het niet aan het apparaat ligt. Ga
naar een ziekenhuis voor een exacte diagnose.
SpO2- of
Polsslagwaarde is
onstabiel.
1.Vinger is wellicht niet diep genoeg ingebracht.
2.Vinger trilt of lichaam van patiënt beweegt.
1.Breng de vinger opnieuw in.
2.Probeer niet te bewegen.
De oxymeter kan niet
worden ingeschakeld.
1.Batterijspanning is niet voldoende hoog of
batterijen zijn niet geplaatst.
2.Batterijen zijn wellicht verkeerd geplaatst.
3.De oxymeter is wellicht beschadigd.
1.Vervang de batterijen.
2.Plaats de batterijen opnieuw.
3.Neem contact op met een lokaal
klantenservicepunt.
Indicatielampjes gaan
plotseling uit.
1.Het product schakelt automatisch uit wanneer
er langer dan 8 seconden geen signaal wordt
gedetecteerd.
2.De batterijspanning is te laag.
1.Dit is normaal.
2.Vervang de batterijen.
Beeldscherm toont
foutcodes “Error3” of
“Error4”.
1.De batterijspanning is te laag.
2. Sensor wordt afgeschermd of is beschadigd
in combinatie met kapotte plug.
3. Verkeerde mechanische plaatsing van de
sensor.
4. Fout in het versterkingscircuit.
1.Plaats nieuwe batterijen.
2.Neem contact op met een lokaal
klantenservicepunt.
3.Neem contact op met een lokaal
klantenservicepunt.
4.Neem contact op met een lokaal
klantenservicepunt.
Betekenis van de symbolen
Symbool Betekenis
De apparatuur is van het type BF.
Raadpleeg voor gebruik de
gebruikershandleiding.
﹪SpO2Hemoglobinesaturatie
Hartslagwaarde (slagen per minuut).
Lage batterijspanningsindicator.