ETNA KI290ZT User manual

GEBRUIKSAANWIJZING
INSTRUCTIONS FOR USE
MODE D’EMPLOI
BEDIENUNGSANLEITUNG
INDUCTIEKOOKPLAAT
INDUCTION HOB
TABLE DE CUISSON À INDUCTION
INDUKTIONSKOCHFELD
KI290ZT

NL 4
NL Handleiding NL 3 - NL 22
EN Manual EN 3 - EN 22
FR Notice d’utilisation FR 3 - FR 22
DE Anleitung DE 3 - DE 22
Gebruikte pictogrammen - Pictograms used - Pictogrammes utilisés
Benutzte Piktogramme
Belangrijk om te weten - Important information - Important à savoir - Wissenswertes
Tip - Conseil - Tipp

NL 3
INHOUD
Uw inductiekookplaat
Inleiding 4
Beschrijving 5
Bedieningspaneel 6
Veiligheid
Temperatuurbeveiliging 7
Kookduurbegrenzer 7
Gezond koken 7
Gebruik
Geluiden bij inductie 8
Pannen 8
Vermogen instellen 9
Pandetectie 10
Meldingen op het display 10
Kooktimer/wekker 10
Tabel met kookplaatfuncties 11
Boost 11
Timer 11
Pauzeren 11
Vergrendelen 11
Kookinstellingen 12
Bediening
De inductiekookplaat bedienen 13
De kooktimer/wekker instellen 14
Een kookzone uitschakelen 16
De vergrendelingsfunctie gebruiken 16
Koken pauzeren 17
Onderhoud
Reinigen 18
Problemen oplossen
Algemeen 19
Tabel voor probleemoplossing 19
Technische specificaties
Informatie over EU-verordening 66/2014 21
Milieuaspecten
Verpakking en toestel afdanken 22

NL 4
Inleiding
Deze kookplaat is ontworpen voor de echte kookliefhebber. Koken op een inductiekookplaat
heeft een aantal voordelen. De kookplaat reageert snel en is bovendien op een zeer laag
vermogen in te stellen, waardoor koken een eitje wordt. Bovendien kunt u dankzij het hoge
vermogen gerechten zeer snel aan de kook brengen. Er is voldoende ruimte tussen de
kookzones zodat u comfortabel kunt koken.
Koken op een inductiekookplaat is anders dan koken op een traditioneel toestel. Bij
inductiekoken wordt een magnetisch veld gebruikt om warmte op te wekken. Hierdoor kunt u
niet zomaar een willekeurige pan gebruiken. In het hoofdstuk 'Pannen' vindt u hierover meer
informatie.
Voor optimale veiligheid is de inductiekookplaat uitgerust met meerdere temperatuurbeveiligingen
en een restwarmte-indicator, waardoor u kunt zien welke kookzones nog heet zijn.
In deze handleiding wordt beschreven hoe u de inductiekookplaat optimaal kunt benutten. Naast
informatie over de bediening vindt u hier ook achtergrondinformatie die van pas kan komen bij
het gebruik van het product. In de handleiding staan ook kooktabellen en onderhoudstips.
Lees de handleiding door voordat u het toestel in gebruik neemt en bewaar deze op een
veilige plaats voor toekomstig gebruik.
Daarnaast dient de handleiding als referentie voor de servicedienst. Plak daarom het
gegevensplaatje in het daarvoor bestemde kader, achter in de handleiding. Het
gegevensplaatje bevat alle informatie die de servicedienst nodig heeft om adequaat op uw
vragen te reageren.
De installatie-instructies worden afzonderlijk meegeleverd.
Veel kookplezier!
UW INDUCTIEKOOKPLAAT

NL 5
Beschrijving
1. Kookzone ø 20 cm / 2,1 kW - 2,5 kW (boost)
2. Kookzone ø 25 cm / 2,8 kW - 3,5 kW (boost)
3. Kookzone ø 16 cm / 1,4 kW - 1,8 kW (boost)
4. Kookzone ø 16 cm / 1,4 kW - 1,8 kW (boost)
5. Bedieningspaneel voor de kookzones links
6. Bedieningspaneel voor de kookzones midden
7. Bedieningspaneel voor de kookzones rechts
8. Kookzone ø 20 cm / 2,1 kW - 2,5 kW (boost)
UW INDUCTIEKOOKPLAAT
1 3
2
48
6
5 7

NL 6
UW INDUCTIEKOOKPLAAT
Bedieningspaneel
1. Pauzetoets
2. Vergrendeltoets
3. Timertoets
4. Mintoets ‘-’
5. Plustoets ‘+’
6. Boosttoets
7. Aan-/uittoets
8. Indicatie kookzone
1 2 3 4 5 6 7
8

NL 7
Lees eerst de afzonderlijke veiligheidsinstructies
voordat uhet toestel gaat gebruiken !
Temperatuurbeveiliging
Een sensor controleert continu de temperatuur van bepaalde onderdelen van de kookplaat.
Elke kookzone is voorzien van een sensor die continu de temperatuur van de bodem van de
pan controleert om risico op oververhitting te voorkomen wanneer een pan droogkookt. Als de
temperatuur te hoog wordt, wordt het vermogen van de kookplaat automatisch verlaagd of wordt
de kookplaat automatisch uitgeschakeld.
Kookduurbegrenzer
De kookduurbegrenzer is een veiligheidsfunctie van uw kookplaat. Deze begrenzer wordt
geactiveerd als u vergeet de kookplaat uit te schakelen. Afhankelijk van de gekozen
instelling wordt de kookduur als volgt begrensd:
Kookstand Maximale gebruikstijd
1-2 6 uur
3-4 5 uur
5 4 uur
6-9 1,5 uur
Gezond koken
Rookpunt van diverse oliesoorten
Om zo gezond mogelijk te bakken, wordt geadviseerd om de oliesoort af te stemmen op de
baktemperatuur. Elke oliesoort heeft een ander rookpunt, waarop er giftige gassen kunnen
vrijkomen. Onderstaande tabel toont het rookpunt van diverse oliesoorten.
Olie Rookpunt in °C Olie Rookpunt in °C
Extra vergine olijfolie 160 °C Zonnebloemolie 227 °C
Boter/kokosolie 177 °C Maisolie/arachideolie 232 °C
Koolzaadolie 204 °C Olijfolie 242 °C
Vergine olijfolie 216 °C Rijstolie 255 °C
VEILIGHEID

NL 8
GEBRUIK
Geluiden bij inductie
Tikkend geluid
• Dit wordt veroorzaakt door de vermogensbegrenzer op de linker- en rechterzone. Ook bij
lagere instellingen kunt u een tikkend geluid horen.
Pannen maken geluid
• Pannen kunnen tijdens het koken geluid maken. Dit wordt veroorzaakt door de energie die
van de kookplaat naar de pan stroomt. Dit is normaal bij bepaalde pannen wanneer een
hoge kookstand wordt gebruikt. Dit is niet schadelijk voor de pannen of de kookplaat.
De ventilator maakt geluid
• Het toestel is voorzien van een ventilator om de levensduur van de elektronica te verlengen.
Als u het toestel intensief gebruikt, wordt de ventilator ingeschakeld om het toestel te
koelen. Dit zorgt voor een zoemend geluid. De ventilator blijft nog enkele minuten actief
nadat de kookplaat wordt uitgeschakeld.
Pannen
Plaats een pan altijd in het midden van een kookzone.
Pannen voor inductiekoken
Voor inductiekoken zijn pannen van een bepaalde kwaliteit vereist.
Pannen waarmee al eerder op een gaskookplaat is gekookt, zijn niet meer
geschikt voor een inductiekookplaat.
• Gebruik alleen pannen die geschikt zijn voor elektrisch koken en inductiekoken met:
▷een dikke bodem (minimaal 2,25 mm);
▷een vlakke bodem.
• Het meest geschikt zijn pannen die zijn voorzien van het keurmerk 'Class Induction'.
U kunt zelf met een magneet controleren of uw pannen geschikt zijn. De pan is geschikt
als de magneet door de bodem wordt aangetrokken.
Geschikt Ongeschikt
Speciale roestvrijstalen pannen Aardewerk
Class Induction Roestvrij staal
Slijtvaste geëmailleerde pannen Porselein
Geëmailleerde gietijzeren pannen Koper/aluminium
Kunststof

NL 9
GEBRUIK
Wees voorzichtig met geëmailleerde pannen van plaatstaal. Het emaille kan
afsplinteren (het emaille komt los van het staal) als u de kookplaat op een hoge stand
inschakelt terwijl de pan (te) droog is; de panbodem kan kromtrekken, bijvoorbeeld
vanwege oververhitting of door gebruik van een te hoog vermogen.
• Gebruik nooit een pan met een vervormde bodem. Een holle of bolle bodem kan de werking
van de oververhittingsbeveiliging belemmeren, waardoor het toestel te warm wordt. Hierdoor
kan de glasplaat barsten en de panbodem smelten. Schade als gevolg van het gebruik van
ongeschikte pannen of van droogkoken, valt buiten de garantie.
Minimale pandiameter
• De minimale diameter van de panbodem:
▷11 cm voor zone ø 16 - 21 cm
▷16 cm voor zone ø 25 cm
• U bereikt het beste resultaat met een pan van dezelfde diameter als de kookzone.
De kookzone wordt niet ingeschakeld als een pan te klein is.
Snelkookpannen
• Inductiekoken is bij uitstek geschikt voor het gebruik van snelkookpannen. De kookzone
reageert zeer snel, waardoor de snelkookpan ook snel op druk is. Het kookproces stopt
zodra u een kookzone uitschakelt.
Vermogen instellen
De kookzones hebben negen vermogensstanden. Daarnaast is er een booststand. Nadat u de
kookplaat hebt ingeschakeld, kunt u binnen 10 seconden de gewenste kookzone kiezen. Stel de
vermogensstand in door de plustoets (+) of mintoets (-) aan te raken (zie: De inductiekookplaat
bedienen.
Vermogensbeheer
• Het vermogen van de inductiekookplaat is afhankelijk van de aansluiting op het stroomnet.
• De vereiste vermogensverlaging wordt aangegeven doordat het bijbehorende
kookzonedisplay knippert. Het display blijft drie seconden actief zodat de instelling nog
verder kan worden aangepast voordat het vermogen wordt verlaagd.

NL 10
Pandetectie
Als de kookplaat na het instellen van het vermogen geen (ijzerhoudende) pan detecteert,
knipperen het symbool voor pandetectie en de geselecteerde vermogensinstelling beurtelings
op het display en blijft de kookplaat koud. Indien er niet binnen één minuut een (ijzerhoudende)
pan op de kookzone wordt geplaatst, wordt de kookzone automatisch uitgeschakeld (zie ook het
hoofdstuk 'Pannen').
Meldingen op het display
Op display Status
Vermogen van kookzone: 1 = lage instelling, 9 = hoge instelling
Boostfunctie actief
Geen (geschikte) pan op de kookzone (symbool voor pandetectie)
Restwarmte-indicator: de kookplaat heeft voor elke kookzone een restwarmte-
indicator waarmee wordt aangegeven welke kookzone nog warm is. Hoewel
de kookplaat is uitgeschakeld, blijft indicator H zichtbaar zolang de kookzone
warm is.
Raak de kookzones niet aan wanneer deze indicator brandt. Gevaar! Risico op
brandwonden.
Pauzefunctie geselecteerd
Foutcode: zie de probleemoplossingstabel
Kooktimer/wekker
• U kunt voor elke actieve kookzone een kookwekker instellen.
• De kookplaat beschikt ook over een wekker. Zowel de kooktimer als de wekker kunnen op
maximaal 99 minuten worden ingesteld.
• De wekker werkt op dezelfde manier als de kooktimer, maar is niet aan een kookzone
gekoppeld. Als de wekker is ingesteld, blijft hij ook aftellen nadat de kookplaat werd
uitgeschakeld.
• De wekker kan alleen worden uitgeschakeld wanneer de kookplaat ingeschakeld is.
De gewenste functie selecteren:
• Kooktimer — de timer is gekoppeld aan een actieve kookzone. Nadat de ingestelde tijd is
verstreken, schakelt de kookzone automatisch uit.
• Wekker — de wekker geeft nadat de ingestelde tijd is verstreken alleen een geluidssignaal.
GEBRUIK

NL 11
GEBRUIK
Tabel met kookplaatfuncties
Functie Te gebruiken
toetsen
Beschrijving
Boost U kunt de boostfunctie gebruiken om max. acht
minuten op de hoogste vermogensstand te koken.
De boostfunctie kan alleen worden geactiveerd als
deze voor de geselecteerde kookzone kan worden
gebruikt. Als de boostfunctie actief is, knippert er
een P, afgewisseld door de vermogensstand, op het
bijbehorende display.
Timer
U kunt de timer afzonderlijk instellen voor elke actieve
kookzone. U kunt een kookduur tot 99 minuten
programmeren. De timer stopt zodra u de pan verwijdert
en wordt hervat wanneer u de pan weer terugzet.
Het timeralarm klinkt wanneer de ingestelde tijd is
verstreken. Het timeralarm stopt automatisch na
30 seconden of wanneer een willekeurige toets wordt
aangeraakt.
De kookzone wordt automatisch uitgeschakeld
wanneer de ingestelde tijd is verstreken. Wanneer er
geen kookzone geselecteerd is, werkt de timer als
kookwekker (geen automatische uitschakeling).
Pauzeren
Wanneer Pauzeren is geactiveerd, wordt de
vermogensstand van alle gebruikte kookzones
verlaagd. Als u de pauzefunctie uitschakelt, wordt de
vorige vermogensstand van de kookzones hersteld. De
kookplaat gaat uit als de pauzefunctie niet binnen 30
minuten wordt uitgeschakeld.
Vergrendelen Vergrendelingsfunctie: voor het vergrendelen van de
toetsen tijdens het gebruik.
Als deze functie actief is, is het niet mogelijk om
aanpassingen te maken door de toetsen aan te raken.
Alleen de aan/uit-toets is actief, zodat de kookplaat kan
worden uitgezet.

NL 12
Kookinstellingen
Aangezien de standen afhankelijk zijn van de hoeveelheid en samenstelling van het gerecht in de
pan, geldt de onderstaande tabel alleen als richtlijn.
Gebruik de boost-stand voor:
• snel aan de kook brengen van voedsel of vloeistoffen;
• slinken van groenten;
• verhitten van olie en vet;
• wokken.
Gebruik stand 9 voor het:
• aanbraden van vlees;
• bereiden van vis;
• bakken van omeletten;
• bakken van gekookte aardappelen;
• frituren van voedsel.
Gebruik stand 7 en 8 voor het:
• bakken van dikke pannenkoeken;
• bakken van dikke lappen gepaneerd vlees;
• bakken van bacon (vet);
• koken van rauwe aardappelen;
• bakken van wentelteefjes;
• bakken van gepaneerde vis;
• doorkoken pasta;
• bakken van dunne (gepaneerde) lappen vlees.
Gebruik stand 4-6 voor het:
• doorkoken van grote hoeveelheden;
• ontdooien van harde groenten;
• bakken van dikke lappen gepaneerd vlees.
Gebruik stand 1-3 voor het:
• trekken van bouillon;
• stoven van vlees;
• zacht koken van groenten;
• smelten van chocolade;
• pocheren;
• smelten van kaas.
GEBRUIK

NL 13
De inductiekookplaat bedienen
De aanraaktoetsen gebruiken
Plaats uw vingertop plat op een toets. U hoeft geen druk uit te voeren.
De aanraaktoetsen reageren op een lichte aanraking van het uiteinde van uw vinger. Bedien de
toetsen alleen met uw vinger.
Bij correcte bediening van een toets klinkt er een kort audio-signaal.
1. Houd de aan/uit-toets ingedrukt totdat u een audio-signaal hoort.
▷De kookplaat wordt ingeschakeld.
▷Nul (0) wordt op alle displays weergegeven.
2. Druk binnen 10 seconden twee keer op de plus (+) of min (-) toets om een vermogensniveau
voor koken in te stellen. Raak indien gewenst de boosttoets aan om de booststand te
starten.
▷De kookzone start op het ingestelde vermogensniveau, zichtbaar in het display.
▷Wanneer boost wordt geselecteerd, knipperen de boostindicator P en de vorige
vermogensstand om en om op het display. Na acht minuten op de booststand schakelt
de kookzone terug naar de eerdere vermogensinstelling.
▷Raak boost P opnieuw aan om de boostinstelling uit te schakelen.
BEDIENING

NL 14
De kooktimer/wekker instellen
Beschrijving timerdisplay
1
3
2
Knipperende
indicator:
De indicator knippert
binnen 10 sec. na gebruik
van de timertoets
De indicator knippert langer
dan 10 sec. na gebruik van de
timertoets
1voor actieve
kookzone links
• stel uitschakeltijd in of
wijzig uitschakeltijd.
• controleer de resterende
uitschakeltijd
2voor actieve
kookzone rechts
3voor
timeralarminstelling
(geen uitschakeling
zone).
• Instellen van een kookwekker (kan alleen worden ingesteld met
de timer van de middelste kookzone).
1. Start de kookplaat.
▷Voor gebruik als kookwekker: selecteer een kookzone en vermogensniveau.
▷Voor gebruik als alarm: selecteer geen kookzone en vermogensniveau.
▷Zie hoofdstuk: Kooktimer/wekker
2. Raak de timertoets aan om de timer te starten.
▷Druk één of twee keer op de timertoets om de voorste of achterste kookzone te
selecteren (behalve de middelste kookzone).
▷Een knipperende punt naast het timerdisplay geeft aan welke kookzone aan de timer is
gekoppeld.
▷Het display van de wekker toont een dubbele nul (00).
3. Selecteer binnen 10 seconden een kookduur met de plustoets (+) en mintoets (-).
BEDIENING

NL 15
4. De timer is ingesteld.
▷Nadat de ingestelde tijd is verstreken, schakelt de kookzone uit.
▷Het timerlampje knippert.
▷Het timeralarm klinkt wanneer de ingestelde tijd is verstreken.
▷Raak de timertoets aan om het alarm uit te schakelen.
De ingestelde kookduur wijzigen
U kunt de kookduur op elk gewenst moment wijzigen.
1. Raak de timertoetsen (één of twee keer) aan om de zone te selecteren waarvan u de timer
wilt aanpassen.
2. Druk op de min (-) en plus (+) toetsen om de tijd te wijzigen.
▷Als u de tijd niet binnen 10 seconden wijzigt door op de toetsen te drukken, blijft de
oorspronkelijke kookduur ongewijzigd.
De resterende kookduur controleren
De timer geeft de resterende hoeveelheid tijd weer voor de kookzone waarvan de stip naast het
timerdisplay knippert.
1. Raak de timertoetsen (één of twee keer) aan om de zone te selecteren waarvan u de timer
wilt zien.
▷Een knipperende punt naast het timerdisplay geeft aan welke kookzone aan de timer is
gekoppeld.
▷De timer geeft de resterende tijd van de geselecteerde kookzone weer.
De timer uitschakelen
Voer de volgende stappen uit om de timer uit te schakelen voordat de ingestelde tijd is
verstreken:
1. Raak de timertoetsen (één of twee keer) aan om de zone te selecteren waarvan u de timer
wilt uitschakelen.
2. Druk op de mintoets (-) om de waarde in te stellen op 0.
▷De verlichte punt van de kookzone gaat uit.
BEDIENING

NL 16
Een kookzone uitschakelen
1. Raak de mintoets (-) aan om de vermogensstand op nul (0) te zetten of gebruik de aan/uit-
toets om de kookplaat uit te schakelen.
of
De vergrendelingsfunctie gebruiken
De vergrendelingsfunctie activeren
De kookplaat staat aan.
1. Raak gedurende ten minste twee seconden de vergrendelingstoets aan totdat u een
geluidssignaal hoort.
▷De vergrendelingsindicator wordt weergegeven.
▷De toetsvergrendeling is geactiveerd.
• De toetsvergrendeling verhindert het gebruik van alle toetsen, behalve de aan/uit-toets.
De kookplaat kan op elk moment worden stopgezet.
• Om de toetsvergrendeling weer uit te schakelen, raakt u gedurende ten minste twee
seconden de vergrendelingstoets opnieuw aan totdat u een geluidssignaal hoort.
BEDIENING

NL 17
Koken pauzeren
De kookplaat staat aan.
1. Raak de pauzetoets aan totdat u een geluidssignaal hoort.
▷De displays van de kookzones geven de pauzesymbolen weer. De symbolen worden
afgewisseld door de vermogensstand.
▷Het pauzeren van het koken is geactiveerd.
▷Raak de pauzetoets opnieuw aan om de pauzemodus uit te schakelen. De kookzones
gaan verder met de eerder geselecteerde vermogensstand.
BEDIENING

NL 18
Reinigen
Tip!
Zet de kookplaat in de vergrendelingsmodus voordat u begint met schoonmaken.
Dagelijkse reiniging
• Hoewel overgekookt voedsel niet kan inbranden in het glas, verdient het aanbeveling de
kookplaat direct na gebruik schoon te maken.
• Voor de dagelijkse reiniging kunt u het best een vochtige doek met een mild
reinigingsmiddel gebruiken.
• Maak de glasplaat droog met een stuk keukenpapier of met een droge handdoek.
Hardnekkige vlekken
• Ook hardnekkige vlekken zijn te verwijderen met een mild reinigingsmiddel, bijvoorbeeld
afwasmiddel.
• Verwijder watervlekken en kalkaanslag met azijn.
• Metaalsporen (ontstaan door schuiven van pannen) zijn vaak lastig te verwijderen.
Hiervoorzijn speciale producten verkrijgbaar.
• Verwijder voedselresten met een glasschraper. Ook gesmolten kunststof en suiker kunt
uhetbest verwijderen met een glasschraper.
Nooit gebruiken
• Gebruik nooit schuurmiddelen. Deze veroorzaken krassen waarin zich kalk en vuil kunnen
ophopen.
• Gebruik nooit scherpe voorwerpen, zoals staalwol of schuursponsjes.
ONDERHOUD

NL 19
Algemeen
Wanneer u een barst in het glas ziet (hoe klein ook), schakelt u de kookplaat onmiddellijk uit,
haalt u de stekker uit het stopcontact en zet u de (automatische) zekering(en) in de meterkast
uit. Bij een permanente aansluiting zet u de stroomtoevoer op nul. Neem contact op met de
servicedienst.
Tabel voor probleemoplossing
Als het toestel niet naar behoren werkt, betekent dit niet altijd dat het defect is. Probeer het
probleem eerst zelf op te lossen door de onderstaande punten na te lopen.
Probeer het probleem eerst zelf op te lossen door de onderstaande punten na te lopen. U kunt
voor meer informatie ook terecht op de website ‘www.etna.nl’ of ‘www.etna.be’.
Probleem Mogelijk oorzaak Oplossing
Wanneer u de kookplaat voor
het eerst inschakelt, gaat het
display branden.
Dit is de standaardprocedure
bij opstarten.
Het toestel werkt correct.
De ventilator blijft nog
enkele minuten actief
nadat de kookplaat wordt
uitgeschakeld.
De kookplaat koelt af. Het toestel werkt correct.
De kookplaat geeft bij de
eerste paar kookbeurten een
lichte geur af.
Het nieuwe toestel wordt
opgewarmd.
Dit is normaal en verdwijnt
wanneer het toestel een paar
keer is gebruikt. Ventileer de
keuken.
De pannen maken geluid
tijdens het koken.
Dit wordt veroorzaakt door de
energie die van de kookplaat
naar de pan stroomt.
Dit is normaal bij bepaalde
pannen wanneer een hoge
kookstand wordt gebruikt.
Dit is niet schadelijk voor de
pannen of de kookplaat.
Nadat u een kookzone hebt
ingeschakeld, wordt in het
display ‘u’ weergegeven.
De gebruikte pan is niet
geschikt voor inductiekoken
of heeft een diameter van
minder dan 12 cm.
Gebruik een geschikte pan.
Een kookzone stopt
plotseling en er klinkt een
geluidssignaal.
De ingestelde timertijd is
voorbij.
Schakel het alarm uit door de
toets ‘+’ van de timer aan te
raken.
De kookplaat werkt niet en
het display geeft niets weer.
Het toestel krijgt geen stroom
door een defecte kabel of
onjuiste verbinding.
Controleer de zekeringen en
de elektriciteitsschakelaar (bij
een toestel zonder stekker).
Bij het inschakelen van de
kookplaat springt de zekering.
De kookplaat is verkeerd
aangesloten.
Controleer de elektrische
aansluitingen.
PROBLEMEN OPLOSSEN

NL 20
Probleem Mogelijk oorzaak Oplossing
Foutcode E1 Fout bij ventilator links of
rechts.
Luchtuitlaat geblokkeerd,
bijvoorbeeld door papier.
Controleer of de luchtuitlaat
van de ventilator vrij is.
Foutcode E3/E4 Voedingsspanning of
-frequentie wijkt af van de
nominale waarden.
Schakel de kookplaat uit en
laat deze afkoelen (H verdwijnt
van de displays). Schakel de
kookplaat in. Als dezelfde fout
opnieuw wordt weergegeven,
neemt u contact op met een
erkende servicemedewerker.
Foutcode E5 Interne temperatuur van de
kookplaat is te hoog.
Schakel de kookplaat uit en
laat deze afkoelen (H verdwijnt
van de displays). Schakel de
kookplaat in. Als dezelfde fout
opnieuw wordt weergegeven,
neemt u contact op met een
erkende servicemedewerker.
Foutcode F Het bedieningspaneel is vuil of
er ligt water op.
Reinig het bedieningspaneel.
Overige foutcodes. Defect. Neem contact op met de
servicedienst.
PROBLEMEN OPLOSSEN
Table of contents
Languages:
Other ETNA Hob manuals