ETNA T311FZT User manual

700004951000
T311FZT
GEBRUIKSAANWIJZING
MODE D’EMPLOI
BEDIENUNGSANLEITUNG
INSTRUCTIONS FOR USE
INDUCTIEKOOKPLAAT
PLAQUE DE CUISSON À INDUCTION
INDUKTIONSKOCHFELT
INDUCTION HOB

NL
Handleiding NL 3 - NL 30
FR
Notice d’utilisation FR 3 - FR 30
DE
Anleitung DE 3 - DE 30
EN
Manual EN 3 - EN 30
Gebruikte pictogrammen - Pictogrammes utilisés
Benutzte Piktogramme - Pictograms used
Belangrijk om te weten - Important à savoir
Wissenswertes - Important information
Tip - Conseil - Tipp - Tip

NL 3
INHOUDSOPGAVE
Uw inductiekookplaat
Inleiding 4
Bedieningspaneel 5
Beschrijving 6
Veiligheid
Waar u op moet letten 7
Aansluiten en reparatie 7
Tijdens gebruik 7
Temperatuurbeveiliging 9
Kookduurbegrenzing 9
Gebruik
Werking van de aanraaktoetsen 10
Inductiekoken 10
Werking inductie 11
Inductiegeluiden 11
Pannen 12
Bediening
Inschakelen en vermogen instellen 14
Uitschakelen 14
Pandetectie 14
Restwarmte-indicatie 14
Boost 14
Twee achter elkaar liggende kookzones 15
Verbindingsfunctie 15
Kinderslot 16
Kooktimer 17
Koken
Gezond koken 18
Kookstanden 19
Onderhoud
Reinigen 20
Storingen
Algemeen 21
Storingstabel 22
Installatie
Waar u op moet letten 23
Beluchting 25
Elektrische aansluiting 26
Inbouwen 29
Milieuaspecten
Afvoeren toestel en verpakking 30

NL 4
Inleiding
Deze inductiekookplaat is ontworpen voor de echte kookliefhebber.
Koken op een inductiekookplaat heeft een aantal voordelen. Het is
comfortabel, omdat de kookplaat snel reageert en ook op een zeer
laag vermogen is in te stellen. Dankzij het hoge vermogen gaat het aan
de kook brengen zeer snel. De ruime afstanden tussen de kookzones
maken het koken ook comfortabel.
Koken op een inductiekookplaat verschilt met koken op een traditioneel
toestel. Inductiekoken maakt gebruik van een magnetisch veld om
warmte op te wekken. Dit betekent dat u niet zomaar een willekeurige
pan kunt gebruiken. Het hoofdstuk pannen geeft u hierover meer
informatie.
Voor optimale veiligheid is de inductiekookplaat uitgerust met meerdere
temperatuurbeveiligingen en een restwarmtesignalering
die aangeeft welke kookzones nog heet zijn.
De kookplaat heeft vier slider toetsen om het vermogen van de
kookzones te regelen. Met een speciale verbindingstoets kunt u twee
zones achter elkaar verbinden. Na activering van deze functie hebben
beide zones dezelfde instellingen.
In deze handleiding staat beschreven op welke manier u de inductie-
kookplaat zo optimaal mogelijk kunt benutten. Naast informatie over
de bediening treft u ook achtergrondinformatie aan die van dienst
kan zijn bij het gebruik van dit product. Tevens zijn kooktabellen en
onderhoudstips opgenomen.
Lees eerst de gebruiksaanwijzing geheel en aandachtig door
voordat u het apparaat gaat gebruiken en bewaar deze zorgvuldig
voor latere raadpleging.
De handleiding dient bovendien als referentie voor de servicedienst.
Plak daarom het los bijgeleverde gegevensplaatje in het daarvoor
bestemde kader, achter in de handleiding. Het gegevensplaatje
bevat alle informatie die de servicedienst nodig heeft om adequaat op
uw vragen te reageren.
Veel kookplezier!
UW INDUCTIEKOOKPLAAT

NL 5
UW INDUCTIEKOOKPLAAT
Bedieningspaneel
1. Timertoets
2. Kinderslot + functietoetsen timer
3. Aan-/uittoets per zone
4. Regeltoetsen kookstanden
5. Verbindingstoets Flex zone*
*Koppelt beide flex zone aan elkaar zodat deze als 1 kookzone zijn te bedienen.
12 34 5

NL 6
UW INDUCTIEKOOKPLAAT
Beschrijving
1. Kookzone (flex zone) 50 - 3600 W
2. Kookzone (16 cm) 50 - 2200 W
3. Kookzone (21 cm) 50 - 3100 W)
4. Bedieningspaneel
5. Kookzone 50 - 2800 W
00468
Flex Zone
35
245
1

NL 7
Waar u op moet letten
• Inductiekoken is uiterst veilig. De kookplaat is uitgerust met diverse
beveiligingen zoals restwarmte-signalering en kookduurbegrenzing.
Toch is er net als bij elk toestel een aantal zaken waar u op moet
letten.
Aansluiten en reparatie
• Alleen een erkend installateur mag dit toestel aansluiten.
• Open nooit de behuizing van het toestel. Alleen een service-
technicus mag het toestel openen.
• Maak het toestel spanningsloos voordat met de reparatie wordt
gestart. Bij voorkeur door de stekker uit het stopcontact te nemen,
de (automatische) zekering(en) uit te schakelen of de schakelaar in
de meterkast op nul te zetten bij een vaste aansluiting.
Tijdens gebruik
• WAARSCHUWING: dit apparaat en de toegankelijke delen worden
heet tijdens het gebruik. Zorg dat u de verwarmingselementen niet
aanraakt. Houd kinderen jonger dan 8 jaar uit de buurt tenzij er
voortdurend op hen wordt gelet.
• Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en
ouder, alsmede personen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of
mentale vermogens of met ontbrekende ervaring en kennis, mits zij
onder toezicht staan of instructies krijgen in veilig gebruik van het
apparaat en begrijpen wat de betreffende gevaren zijn. Kinderen
mogen niet spelen met het apparaat. Kinderen mogen het apparaat
niet reinigen of onderhouden als zij niet onder toezicht staan.
• WAARSCHUWING: koken met vet of olie op een kookplaat zonder
toezicht kan gevaarlijk zijn en kan brand tot gevolg hebben. Probeer
NOOIT de brand te blussen met water, maar zet het apparaat uit
en dek de vlammen daarna af met bijvoorbeeld een deksel of een
blusdeken.
• WAARSCHUWING: brandgevaar: laat niets op de kookplaat staan.
• WAARSCHUWING: als het oppervlak is gebarsten, schakelt u het
apparaat uit om het risico van een elektrische schok te vermijden.
VEILIGHEID

NL 8
• Gebruik het toestel niet beneden 5 °C.
• Dit kooktoestel is ontworpen voor huishoudelijk gebruik. Gebruik
het alleen voor het bereiden van gerechten.
• Als de kookplaat voor de eerste keer gebruikt wordt, zult u een
‘nieuwigheidsluchtje’ ruiken. Dit is normaal. Door te ventileren
verdwijnt de geur vanzelf.
• Houd rekening met de zeer snelle opwarmtijd op de hogere
standen. Blijf er altijd bij staan als u een kookzone op een hoge
stand heeft ingesteld.
• Zorg voor voldoende ventilatie tijdens het gebruik. Houd natuurlijke
ventilatieopeningen open.
• Let op dat pannen niet droog koken. De kookplaat zelf is beveiligd
tegen oververhitting, de pan wordt echter zeer heet en kan
beschadigd raken. Schade door droogkoken valt buiten de garantie.
• Gebruik het kookvlak niet als opslagplaats.
• Zorg voor enkele centimeters afstand tussen de onderkant van de
kookplaat en de inhoud van een lade.
• Leg geen brandbare voorwerpen in een lade onder de kookplaat.
• Zorg ervoor dat snoeren van elektrische apparaten, zoals van een
mixer, niet in aanraking komen met de hete kookzone.
• De kookzones worden warm tijdens gebruik en blijven na gebruik
ook een tijd warm. Laat geen kleine kinderen in de buurt tijdens en
vlak na het koken.
• Flambeer nooit onder de afzuigkap. Door de hoge vlammen kan
brand ontstaan, ook bij een uitgeschakelde afzuigkap.
• De glaskeramische plaat is zeer sterk, maar niet onbreekbaar.
Wanneer er bijvoorbeeld een kruidenpotje of een puntig voorwerp
op valt, kan er een breuk ontstaan.
• Leg geen metalen voorwerpen, zoals bakvormen, koektrommels,
deksels van pannen of bestek, op de kookplaat. Deze kunnen zeer
snel heet worden en brandwonden veroorzaken.
• Houd tijdens het gebruik magnetiseerbare voorwerpen (creditcards,
bankpasjes e.d.) uit de buurt van het toestel. Wij adviseren
pacemaker-dragers om eerst de hartspecialist te raadplegen.
• Gebruik nooit een hogedrukreiniger of stoomreiniger voor het
reinigen van de kookplaat.
• Zodra u de kookpan van de kookplaat verwijdert, stopt automatisch
de kookactiviteit. Wen uzelf er echter aan altijd de kookplaat of
zone na gebruik uit te schakelen om onbedoeld inschakelen te
voorkomen.
VEILIGHEID

NL 9
• Een klein voorwerp, zoals een te kleine kookpan (kleiner dan
12 cm), een vork of een lepel, wordt door de kookplaat niet als een
kookpan gedetecteerd. De display van de zone knippert met de
ingestelde stand en de kookzone wordt niet ingeschakeld.
• Het apparaat is niet bedoeld om te worden bediend door middel
van een externe timer of een apart afstandsbedieningssysteem.
• Indien de aansluitkabel beschadigd is mag deze alleen worden
vervangen door de fabrikant, zijn service-organisatie of
gelijkwaardig gekwalificeerde personen, teneinde gevaarlijke
situaties te voorkomen.
Temperatuurbeveiliging
• Elke kookzone is voorzien van een sensor. Deze sensor controleert
ononderbroken de temperatuur van de bodem van de kookpan en
van de onderdelen van de kookplaat om elk risico op oververhitting,
bij bijvoorbeeld een drooggekookte pan, te vermijden. Bij een te
hoge temperatuur wordt het vermogen automatisch verlaagd.
Kookduurbegrenzing
• De kookduurbegrenzer is een beveiliging van uw kookplaat.
Als een kookzone gedurende een ongebruikelijk lange tijd in
werking is, wordt deze automatisch uitgeschakeld.
• Afhankelijk van het gekozen kookvermogen wordt de kookduur als
volgt begrensd:
Kookstand De kookzone wordt automatisch uitgeschakeld na:
1 10 uur
2 5 uur
3 5 uur
4 4 uur
5 4 uur
6 3 uur
7 3 uur
8 2 uur
9 2 uur
p 5 minuten
Als bovengenoemde tijd verstreken is schakelt de kookzone
automatisch uit. In het display verschijnt ‘A’. Er klinkt gedurende
2 minuten een pieptoon.
VEILIGHEID

NL 10
GEBRUIK
Werking van de aanraaktoetsen
Het bedienen van de kookplaat door middel van de aanraaktoetsen
is even wennen als u andere bediening gewend bent. Leg uw
vingertoppen plat op de toetsen voor het beste effect. U hoeft niet hard
te drukken.
De aanraaksensoren zijn zodanig ingesteld dat deze alleen reageren
op de druk en het formaat van vingertoppen. De kookplaat is niet te
bedienen met andere voorwerpen en zal bijvoorbeeld niet inschakelen
als uw huisdier over de kookplaat loopt.
Inductiekoken
Inductiekoken is snel
• In het begin zult u verrast zijn door de snelheid van het toestel.
Vooral het op een hogere stand aan de kook brengen gaat zeer
snel. Om overkoken of droogkoken te voorkomen, kunt u er het
beste altijd bij blijven.
Het vermogen past zich aan
• Bij inductiekoken wordt alleen dat deel van de zone benut waar de
pan op staat. Gebruikt u een kleine pan op een grote zone, dan
zal het vermogen zich aanpassen aan de diameter van de pan. Het
vermogen zal dus kleiner zijn en het zal langer duren voordat het
gerecht in de pan aan de kook is.
Let op
• Zandkorreltjes kunnen krasjes veroorzaken die niet meer te
verwijderen zijn. Zet daarom alleen pannen met een schone bodem
op het kookvlak en til pannen altijd op als u ze verplaatst.
• Gebruik de kookplaat niet als werkvlak.
• Kook altijd met het deksel op de pan om energieverlies te
voorkomen.
Geen warmteverlies en de
handgrepen blijven koud
bij inductiekoken.

NL 11
GEBRUIK
Werking inductie
In het toestel wordt een magnetisch veld opgewekt. Door een pan
met een ijzeren bodem op een kookzone te plaatsen ontstaat in de
panbodem een inductiestroom. Deze inductiestroom wekt warmte
op in de panbodem.
Comfortabel
De elektronische regeling is nauwkeurig en eenvoudig in te stellen.
Op de laagste stand kunt u bijvoorbeeld chocolade direct in de pan
smelten of ingrediënten bereiden die u gewoonlijk au bain marie
verwarmt.
Snel
Door het hoge vermogen van de inductiekookplaat gaat het aan de
kook brengen erg snel. Het doorkoken kost even veel tijd als koken
op een andere kookplaat.
Schoon
De kookplaat is eenvoudig te reinigen. Doordat de kookzones niet heter
worden dan de pan zelf, kunnen voedselresten niet inbranden.
Veilig
De warmte wordt opgewekt in de pan zelf. De glasplaat wordt niet
warmer dan de pan. Hierdoor blijft de kookzone een stuk koeler dan die
van bijvoorbeeld een keramische kookplaat of een gasbrander.
Na het wegnemen van een pan is de kookzone snel afgekoeld.
Inductiegeluiden
Tikkend geluid
• Een licht tikkend geluid wordt veroorzaakt door de
vermogensverdeling van de voorste en de achterste zone. Ook bij
lage kookstanden kan een zacht tikkend geluid optreden.
Pan maakt geluid
• De pannen kunnen geluid maken tijdens het koken. Dit wordt
veroorzaakt door de doorstroming van de energie van de kookplaat
naar de pan. Met name bij een hoge kookstand is dit normaal
bij bepaalde pannen. Het is niet schadelijk voor de pan of de
kookplaat.
De spoel (1) in de
kookplaat (2) wekt een
magnetisch veld (3) op.
Door een pan met een
ijzeren bodem (4) op de
spoel te plaatsen ontstaat
in de panbodem een
inductiestroom.

NL 12
Ventilator maakt geluid
• Om de levensduur van de elektronica te vergroten, is het apparaat
voorzien van een ventilator. Als u het apparaat intensief gebruikt,
wordt de ventilator ingeschakeld en hoort u een zoemend geluid.
Ook nadat u het apparaat heeft uitgeschakeld, kan de ventilator
nog geluid maken.
Pannen
Pannen voor inductiekoken
Inductiekoken stelt eisen aan de kwaliteit van de pannen.
Let op
• Pannen waarmee al eerder op een gaskookplaat is gekookt, zijn
niet meer geschikt voor inductiekoken.
• Gebruik alleen pannen die geschikt zijn voor elektrisch- en
inductiekoken met:
▷een dikke bodem van minimaal 2,25 mm;
▷een vlakke bodem.
• Het beste zijn pannen met het “Class Induction” keurmerk.
Tip
Met een magneet kunt u zelf controleren of uw pannen geschikt zijn.
Wanneer de magneet wordt aangetrokken, is de pan geschikt.
Geschikt Ongeschikt
Speciale roestvrijstalen pannen Aardewerk
Class Inductie Roestvrijstaal
Solide geëmailleerde pannen Porselein
Geëmailleerde gietijzeren pannen Koper
Kunststof
Aluminium
Let op!
Wees voorzichtig met dunne plaatstaal geëmailleerde pannen:
• op een hoge stand kan het emaille er afspringen wanneer de pan te
droog is;
• door het hoge vermogen kan de panbodem gemakkelijk
kromtrekken.
GEBRUIK

NL 13
Let op!
Gebruik nooit pannen met een vervormde bodem. Een holle of bolle
bodem kan de werking van de oververhittingsbeveiliging belemmeren.
Het toestel kan dan te warm worden waardoor de glasplaat kan barsten
en de panbodem kan smelten. Schade, ontstaan door het gebruik van
ongeschikte pannen of droogkoken, valt buiten de garantie.
Minimale pandiameter
De minimale diameter van de panbodem bedraagt 12 cm. Het beste
resultaat bereikt u door een pan te nemen met dezelfde diameter als
de kookzone. Bij te kleine pannen schakelt de kookzone niet in.
Snelkookpannen
Inductiekoken is zeer geschikt voor het koken in snelkookpannen.
De kookzone reageert zeer snel, waardoor de snelkookpan ook snel
op druk komt. Zodra u een kookzone uitschakelt, stopt het kookproces
direct.
GEBRUIK

NL 14
Inschakelen en vermogen instellen
Het vermogen is met 9 standen in te stellen. Deze kookplaat heeft
tevens een ‘boost’ stand welke wordt aangegeven met een ‘p’ in het
display.
• Plaats een pan op het midden van een kookzone.
• Druk op de aan-/uittoets.
Er klinkt een enkel geluidssignaal en in het display verschijnt naast
de betreffende kookzone een ‘0’. Wanneer u geen verdere actie
onderneemt, schakelt de kookzone na 10 seconden vanzelf uit.
• Druk op de - of + toets om de gewenste stand in te stellen. De
kookplaat start automatisch in de ingestelde stand (als er een pan
gedetecteerd wordt).
▷Regel het vermogen met de - en + toetsen; druk op de + toets
voor een hoger vermogen en en de - toets voor een lager
vermogen.
Uitschakelen
Eén kookzone uitschakelen
Een kookzone is ingeschakeld. Het display toont een
vermogensinstelling tussen 1 en 9, of “P.”.
•Druk op de aan-/uittoets.
Pandetectie
Indien de kookplaat na het instellen van een kookvermogen geen
(ijzerhoudende) pan detecteert, zal het display blijven knipperen en de
kookzone blijft koud. Indien er binnen 1 minuut geen (ijzerhoudende)
pan geplaatst wordt, schakelt de kookzone automatisch uit (zie ook
pagina 11 en 12; “Pannen”).
Restwarmte-indicatie
Na intensief gebruik van een kookzone kan de gebruikte zone nog
enkele minuten warm blijven. Zolang de kookzone heet is, blijft er een
“H” in de display staan.
Boost (p)
De ‘boost’ functie kunt u gebruiken om gedurende een korte tijd
(maximaal 5 minuten) op het hoogste vermogen te koken.
In de verbindingsfunctie is de boostfunctie niet beschikbaar!
BEDIENING

NL 15
Stand ‘p’ is geschikt voor het aan de kook brengen van water. Deze
stand is te hoog voor het verhitten van boter of melk en veel te hoog
voor ontdooien.
Twee achter elkaar liggende kookzones
• Twee kookzones die achter elkaar liggen beïnvloeden elkaar.
Wanneer deze kookzones tegelijk ingeschakeld zijn, wordt het
vermogen automatisch verdeeld.
• Dit heeft geen gevolgen tot aan instelling 9. Door de boostinstelling
voor een van de kookzones te selecteren, wordt de andere
kookzone echter automatisch naar een lagere stand geschakeld.
• Als een van de kookzones is ingesteld op boost en u wilt de andere
zone instellen op 9 of boost, wordt de kookzone waarvoor boost is
ingesteld, automatisch naar een lagere stand geschakeld.
• Twee kookzones naast elkaar beïnvloeden elkaar niet. U kunt beide
kookzones instellen op boost.
Verbindingsfunctie
De verbindingsfunctie kan worden geactiveerd door op de
verbindingstoets te drukken. Beide zones voor en achter hebben na
het activeren van deze functie, dezelfde instellingen. De toetsen van
de voorste zone werken niet. De instellingen kunnen alleen worden
gewijzigd met de toetsen van de zone achter. Wanneer de timer actief
is, zijn de timerindicatoren in het timerdisplay voor beide verbonden
zones tegelijk aan.
Gebruik een (vis)pan die ten minste een van de zones in het midden bedekt.
De verbindingsfunctie activeren
• Plaats een pan (of twee/drie pannen) op de flexzone.
• Raak de aan-/uittoets aan.
U hoort een kort geluidssignaal en op het display van zone rechts
achter verschijnt “0.” voor elke kookzone. Als er geen verdere
handeling wordt uitgevoerd, schakelt de kookplaat na 10 seconden
automatisch uit.
• Druk op de verbindingstoets.
De verbindingsindicator gaat aan en u ziet een verbindingssymbool
op het voorste display.
BEDIENING

NL 16
BEDIENING
• Stel met de - en + toetsen van de achterste zone het vermogen in.
▷U kunt de verbonden zone aan een timer koppelen; in dit geval
ziet u ook een timersymbool op het display.
De verbindingsfunctie deactiveren
• Druk nogmaals op de verbindingstoets.
De verbindingsindicator en het verbindingssymbool verdwijnen van
het display. De kookzones zijn ingesteld op “0”.
Kinderslot
Uw inductieplaat is uitgerust met een kinderslot, zodat u het apparaat
kunt vergrendelen om het te reinigen of om te voorkomen dat het
ongewenst wordt ingeschakeld door kinderen.
Het kinderslot inschakelen
De vergrendelfunctie kan in alle functies worden geactiveerd.
• Raak gelijktijdig de - en + toets van de timer gedurende 3 seconden
aan om het kinderslot in te schakelen.
Het kinderslot symbool verschijnt in de display. En er klinkt een
enkele piep toon.
• Raak gelijktijdig de - en + toets van de timer opnieuw gedurende
3 seconden aan om het kinderslot uit te schakelen.
Het kinderslot symbool verdwijnt uit het de display.
Vergrendelde kookzone in werking
• In het display verschijnt afwisselend het kinderslot symbool en het
ingeschakelde vermogen van de betreffende kookzone. Wanneer u
een toets van de ingeschakelde kookzone bedient gaat het symbool
boven de - en + toets van de timer enkele seconden branden. Uit
veiligheidsoverwegingen kunt u de kookzone nog wel uitschakelen
met de aan/uittoets.
Tip
Schakel het kinderslot in voor u de kookplaat reinigt, zodat u ze niet per
vergissing inschakelt.

NL 17
Uitschakeltimer
Met de uitschakeltimer kunt u één van de kookzones automatisch
uitschakelen.
Met de timer kunt u de kookzone kiezen die uitgeschakeld moet
worden. De haak geeft de kookzone weer, waaraan de timer gekoppeld
gaat of kan worden.
Druk herhaaldelijk op de timertoets om de juiste zone te selecteren.
De timer kan eenmalig aan een willekeurige kookzone worden
gekoppeld.
De timer gebruiken
1. Zet een pan op de kookzone.
2. Schakel de kookzone (die u automatisch wilt uitschakelen) in met de
aan/uittoets.
3. Druk net zo vaak op de timertoets tot de betreffende kookzone is
geselecteerd.
4. Stel een tijd in (0-99 min.) d.m.v. de + en - toetsen van de timer. De
indicator op het display licht op.
U kunt de kookduur op elk moment tijdens de bereiding wijzigen d.m.v.
de + en - toetsen van de timer. Nadat de door u ingestelde tijd is
verstreken, wordt de zone uitgeschakeld en hoort u een pieptoon.
U kunt deze pieptoon uitschakelen d.m.v. de + of - toetsen van de
timer. De laatste minuut van de ingestelde tijd wordt weergegeven in
seconden.
Om de uitschakeltimer stop te zetten:
•Druk op de timertoets om timer uit te schakelen
BEDIENING

NL 18
Gezond koken
Rookpunt van verschillende oliesoorten
Om gezond te bakken, adviseert Pelgrim om de oliesoort af te stemmen
op de baktemperatuur. Elke oliesoort heeft een ander rookpunt waarbij
giftige gassen vrijkomen. In onderstaande tabel ziet u de rookpunten
van verschillende oliesoorten.
Olie Rookpunt °C
Extra vierge olijfolie 160 °C
Boter 177 °C
Kokosolie 177 °C
Raapzaadolie 204 °C
Vierge olijfolie 216 °C
Zonnebloemolie 227 °C
Maisolie 232 °C
Arachideolie 232 °C
Rijstolie 255 °C
Olijfolie 242 °C
Kookstanden
Het onderstaande overzicht is uitsluitend bedoeld als leidraad, omdat
de instelwaarde afhankelijk is van de hoeveelheid en samenstelling van
het gerecht en de pan..
Gebruik ‘boost’ en stand 9 voor:
• snel aan de kook brengen;
• slinken van bladgroenten;
• verhitten van olie en vet;
• onder druk brengen van een snelkookpan.
Gebruik stand 8 voor:
• aanbraden van vlees;
• bakken van vis;
• bakken van omeletten;
• bakken van gekookte aardappelen;
• frituren.
KOKEN

NL 19
KOKEN
Gebruik stand 7 voor:
• bakken van dikke pannenkoeken;
• bakken van dik, gepaneerd vlees;
• uitbakken van spek of bacon;
• bakken van rauwe aardappelen;
• bakken van wentelteefjes;
• bakken van gepaneerde vis
Gebruik stand 6 en 5 voor:
• doorkoken;
• ontdooien van harde groenten;
• bakken en garen van dun vlees.
Gebruik standen 1 tot 4 voor:
• trekken van bouillon;
• bereiden van stoofvlees;
• smoren van groenten;
• smelten van chocolade;
• smelten van kaas.

NL 20
Reinigen
Tip
Schakel, voordat u met schoonmaken begint, eerst het kinderslot in.
Dagelijkse reiniging
• Hoewel overgekookt voedsel niet kan inbranden verdient het
aanbeveling de kookplaat direct na gebruik schoon te maken.
Voor de dagelijkse reiniging kunt u het beste een mild
reinigingsmiddel en een vochtige doek gebruiken.
• Nadrogen met keukenpapier of een droge doek.
Hardnekkige vlekken
• Ook hardnekkige vlekken zijn met een mild reinigingsmiddel,
bijvoorbeeld afwasmiddel, te verwijderen.
• Verwijder waterkringen en kalkresten met schoonmaakazijn.
• Metaalsporen (ontstaan door schuiven van pannen) zijn vaak lastig
te verwijderen. Hiervoor zijn speciale middelen verkrijgbaar.
• Verwijder overgekookte voedselresten met een glasschraper.
Ook gesmolten kunststof en suiker kunt u verwijderen met een
glasschraper.
Nooit gebruiken
• Gebruik nooit schuurmiddelen. Deze veroorzaken krasjes waarin
zich kalk en vuil ophopen.
• Gebruik ook nooit scherpe voorwerpen, zoals staalwol en
schuursponsjes.
ONDERHOUD
Table of contents
Languages:
Other ETNA Hob manuals

ETNA
ETNA A833 User manual

ETNA
ETNA KE129 Series User manual

ETNA
ETNA KI577ZT User manual

ETNA
ETNA KIV12ZIL/E01 User manual

ETNA
ETNA KI560K Series User manual

ETNA
ETNA KIV154RVS/E01 User manual

ETNA
ETNA AKI670 Series User manual

ETNA
ETNA KI260ZT User manual

ETNA
ETNA KIS260ZT User manual

ETNA
ETNA KI129 Series User manual