
NL 9
VOOR HET EERSTE GEBRUIK
Minimale pandiameter
• De minimale diameter van de panbodem:
▷140 mm voor een kookzone ø 180 mm.
▷180 mm voor een kookzone ø 280 mm.
▷210 mm voor een gekoppelde kookzone.
• U bereikt het beste resultaat met een pan van dezelfde diameter als de kookzone. Als de
pan te klein is, wordt de kookzone niet ingeschakeld.
Let op
Zandkorreltjes kunnen krasjes veroorzaken die niet meer te verwijderen zijn. Zet
daarom alleen pannen met een schone bodem op de kookplaat. Wij adviseren om
pannen op te tillen en niet te verschuiven over de kookplaat.
Pandetectie
• Als de kookplaat, na het instellen van het vermogen, geen (ijzerhoudende) pan detecteert,
gaat het symbool voor pandetectie op het display knipperen. De kookzone schakelt na
2 minuten uit.
• Haalt u tijdens het koken een pan van de kookzone af, dan verschijnt het pandetectie-
symbool. Het symbool verdwijnt als u de pan weer terugplaatst binnen 2 minuten; de
kookzone schakelt weer in met het eerder ingestelde vermogensniveau. Duurt het langer
dan 2 minuten, dan gaat de kookzone uit.
Vermogen instellen
De kookzones hebben 10 vermogenniveaus (0-9) en een boostniveau (P). Stel het vermogen in
door de regelaar aan te raken. Bij de eerste aanraking wordt het niveau ingesteld op het deel van
de regelaar dat u aanraakt. Door over de regelaar te vegen, verandert u de instelling. De stand
wordt hoger wanneer u naar rechts schuift. De stand wordt lager wanneer u naar links schuift.
Als u uw vinger van de regelaar haalt, begint de kookzone op de ingestelde stand te verwarmen.
Boostfunctie
U kunt de boostfunctie gebruiken om gedurende een korte periode (maximaal 5 minuten) op
het hoogste vermogensniveau te koken. Na 5 minuten wordt het vermogen verlaagd naar de
oorspronkelijke stand. Als de oorspronkelijke stand gelijk is aan 0, dan wordt het vermogen
verlaagd naar stand 9.
Van de kookzones die samen op 1 fase aangesloten zijn kan er maximaal één op boost
gezet worden; de andere zone(s) moeten uitstaan.