ETNA FIV760RVS User manual

GEBRUIKSAANWIJZING
INSTRUCTIONS FOR USE
FORNUIS
COOKER
FIV760RVS

NL Handleiding NL 3 - NL 35
EN Manual EN 3 - EN 35
Gebruikte pictogrammen - Pictograms used
Belangrijk om te weten - Important information
Tip

NL 3
INHOUD
Uw fornuis
Inleiding 4
Beschrijving 5
Bedieningspaneel 6
Vóór het eerste gebruik
Gebruik van de oven 7
Gebruik van de inductiekookplaat 10
Pannen voor inductiekoken 11
Inductiegeluiden 12
Bediening van de oven
Instellen van de klok 13
Handbediening van de oven 13
Ovenfuncties 13
Bediening van de oven met elektronische schakelklok 15
Kookwekker 18
Het geluidssignaal instellen 18
Bediening inductiekookplaat
Inschakelen en instellen 19
Restwarmte-indicatie 20
Timer functie 20
Kinderslot 20
Kookstanden 21
Temperatuurbeveiliging 22
Kookduurbegrenzing 22
Comfortabel koken
Bak-, braad- en grilltips 23
Grilltijdentabel 24
Baktijdentabel conventioneel 25
Onderhoud
Reinigen van de oven 26
Vervangen van het ovenlampje 29
Reinigen van de inductiekookplaat 29
Storingen
Storingstabel 30
Installatie
Algemeen 32
Elektrische aansluiting 33
Plaatsing 33
Technische gegevens 34
Milieuaspecten
Verpakking en toestel afvoeren 35

NL 4
Inleiding
Gefeliciteerd met de aanschaf van dit Etna fornuis. In het ontwerp van dit
product heeft optimale gebruikersvriendelijkheid centraal gestaan. Het
fornuis biedt een uitgebreide reeks instellingen, zodat u altijd de juiste
bereidingswijze kunt kiezen.
In deze handleiding leest u hoe u dit fornuis het best kunt gebruiken.
Naast informatie over de bediening, vindt u hier ook achtergrondinformatie
die u tijdens het gebruik van het apparaat van pas kan komen.
Lees eerst de afzonderlijke veiligheidsinstructies
voordat u het apparaat gaat gebruiken!
Lees deze handleiding door voordat u het apparaat in gebruik neemt,
en berg de handleiding daarna veilig op voor toekomstig gebruik.
UW FORNUIS

NL 5
Beschrijving
UW FORNUIS
A. Bedieningspaneel
B. Oven
C. Opbergvak
D. Stelvoeten
A
B
C
D
1
3 54
2
1. Kookzone linksachter
2. Kookzone rechtsachter
3. Kookzone linksvoor
4. Kookzone rechtsvoor
5. Timertoets, - toets, + toets en
stand-by indicatie

NL 6
UW FORNUIS
Bedieningspaneel
1. Functieknop oven
2. Thermostaatlampje oven
3. Thermostaatknop oven
4. Elektronische schakelklok
4a. - toets
4b. ‘mode’ toets
4c. + toets
5. Bedieningsknop kookzone linksachter
6. Bedieningsknop kookzone linksvoor
7. Bedieningsknop kookzone rechtsvoor
8. Bedieningsknop kookzone rechtsachter
1 32 4 5 6 7 8
4a 4b 4c

NL 7
Gebruik van de oven
• Verwijder alle delen van het toebehoren uit de oven en reinig ze met
een warm sopje. Gebruik geen schurende schoonmaakmiddelen.
• Schakel de oven één uur lang in op de hoogste temperatuur met
boven- en onderwarmte (zie ‘Bediening van de oven’). Tijdens de
fabricage gebruikte beschermingsvetten worden dan verwijderd.
• Als de oven voor de eerste maal sterk verhit wordt, zult u een
‘nieuwigheidsluchtje’ ruiken. Dit is normaal. Schakel eventueel de
wasemkap in.
• Na het afkoelen de oven met warm water reinigen.
• Verwarm de oven alleen voor als dit in het recept is vermeld.
Waarschuwing
Plaats het ovenrooster in de rail en schuif het volledig naar achteren in
de oven.
Energiebewust ovengebruik
• Open de ovendeur zo weinig mogelijk.
• Bereid gerechten met ongeveer dezelfde bereidingstemperatuur
(bijvoorbeeld appeltaart en een ovenschotel) tegelijk op hetzelfde
rooster of met een hete lucht functie boven elkaar. Vlees laten
meestoven kan ook.
• Bereid meer gerechten na elkaar, bijvoorbeeld een ovenmaaltijd na
een cake. Vaak kan de bereidingstijd van het tweede gerecht dan
10 minuten korter zijn omdat de oven nog veel warmte in zich heeft.
• Dankzij de ovenisolatie kunnen gerechten met een langere
bereidingstijd (vanaf 1 uur) nagaren op de restwarmte van de oven.
Schakel de oven 10 minuten eerder uit dan aangegeven staat, maar
laat de deur dicht.
• Voorverwarmen is in het algemeen niet nodig, met uitzondering van
gerechten waarvan de bereidingstijd korter dan 30 minuten is of
wanneer een recept dit aangeeft.
VÓÓR HET EERSTE GEBRUIK

NL 8
VÓÓR HET EERSTE GEBRUIK
• Haal alles wat u niet nodig heeft voor de bereiding uit de oven.
• Schakel de oven uit voordat u het gare gerecht eruit haalt.
Ovenservies
• In principe kunt u elk soort hittebestendig servies gebruiken.
• Spoel glazen servies niet direct na gebruik af onder koud water.
Door het plotselinge temperatuurverschil kan het glas barsten.
• Gebruik donkere of zwarte bakvormen. Deze geleiden de warmte
beter en laten het gerecht gelijkmatiger garen.
Bodem niet afdekken
• Het afdekken van de ovenbodem met bijvoorbeeld aluminiumfolie
of een bakplaat kan tot oververhitting en beschadiging van het
email leiden.
• Vervuiling van de ovenbodem door het lekken uit een springvorm
wordt voorkomen door van aluminiumfolie een bakje te vouwen en
dat onder de vorm op het rooster te zetten of door bakpapier onder
de vorm te leggen.
Tijdinstelling
• Kies een 5 minuten kortere bereidingstijd dan in het recept staat
aangegeven. Daardoor kunt u in de laatste fase controleren of het
gerecht of gebak gaar en goed van kleur is. Zo niet, sluit dan de
ovendeur en controleer na enige tijd opnieuw. Het openen en sluiten
van de deur moet langzaam gebeuren. Bij voorkeur niet voordat
driekwart van de bereidingstijd is verstreken.
Warm houden
• U kunt de oven gebruiken voor het warm houden van reeds bereide
gerechten. Kies hiervoor de hete lucht functie en een temperatuur
van 75 °C. Dek gerechten die u warm wilt houden af om uitdrogen
te voorkomen.

NL 9
VÓÓR HET EERSTE GEBRUIK
Vlees braden
• Het meest geschikt is ‘groot vlees’ vanaf 1 kg. Het vlees krijgt
een regelmatig gevormde, krokante korst, waarbij vrijwel geen
gewichtsverlies optreedt.
• Wrijf het vlees een kwartier van tevoren in met zout en kruiden.
Gebruik voor het braden 80 tot 100 g boter of vet (of een mengsel
hiervan) per 500 g vlees.
Braadtijden
• Platte, dunne stukken hebben gemiddeld 5 minuten minder
braadtijd nodig dan dikke of opgerolde stukken vlees. Bij gebruik
van grotere stukken vlees moet per 500 gram meer een 15 tot
20 minuten langere braadtijd worden aangehouden.
• Leg het vlees in een braadslede en overgiet het met hete boter en/
of vet. Als het vlees een vette kant heeft, dan legt u deze tijdens
het braden boven. Vlees zonder vette kant om de 15 minuten
bedruipen. Vlees met vette kant om de 30 minuten bedruipen.
• Voeg, als de jus te donker wordt, tijdens het braden nu en dan
enkele lepels water toe.
• Laat het vlees na de bereiding 10 minuten rusten, afgedekt met
aluminiumfolie, voordat u het aansnijdt.
Ovengeleiders
De ovenwanden zijn uitgerust met geleiders waar het ovenrooster of
een bakplaat op verschillende niveau’s kunnen worden ingeschoven.
Raadpleeg een baktabel of de instructies op de verpakking van de
levensmiddelen voor het plaatsen op het juiste niveau.

NL 10
Gebruik van de inductiekookplaat
Koken op een inductiekookplaat verschilt met koken op een traditioneel
toestel. Inductiekoken maakt gebruik van een magnetisch veld om
warmte op te wekken.
Snel
In het begin zult u verrast zijn door de snelheid van het toestel. Vooral
het op een hogere stand aan de kook brengen gaat zeer snel. Om
overkoken of droogkoken te voorkomen, kunt u er het beste altijd bij
blijven.
Het vermogen past zich aan
Bij inductiekoken wordt alleen dat deel van de zone benut waar de
pan op staat. Gebruikt u een kleine pan op een grote zone, dan zal het
vermogen zich aanpassen aan de diameter van de pan. Het vermogen
zal dus kleiner zijn en het zal langer duren voordat het gerecht in de pan
aan de kook is.
Schoon
De kookplaat is eenvoudig te reinigen. Doordat de kookzone niet heter
wordt dan de pan zelf, kunnen voedselresten niet inbranden.
Veilig
De warmte wordt opgewekt in de pan zelf. De glasplaat wordt niet
warmer dan de pan. Hierdoor blijft de kookzone een stuk koeler dan die
van bijvoorbeeld een keramische kookplaat of een gasbrander. Na het
wegnemen van een pan is de kookzone snel afgekoeld.
Let op
• Zandkorreltjes of andere substanties kunnen krasjes en vlekken
veroorzaken die niet meer te verwijderen zijn. Zet daarom alleen
pannen met een schone bodem op het kookvlak en til pannen altijd
op als u ze verplaatst.
• Gebruik de kookplaat niet als werkvlak.
• Kook altijd met het deksel op de pan om energieverlies te
voorkomen.
VÓÓR HET EERSTE GEBRUIK

NL 11
Pannen voor inductiekoken
Inductiekoken stelt eisen aan de kwaliteit van de pannen.
Let op
• Pannen waarmee al eerder op een gaskookplaat is gekookt, zijn
niet meer geschikt voor inductiekoken.
• Gebruik alleen pannen die geschikt zijn voor elektrisch- en
inductiekoken met:
▷een dikke bodem van minimaal 2,25 mm;
▷een vlakke bodem.
• Het beste zijn pannen met het “Class Induction” keurmerk.
Tip
Niet elke pan is geschikt voor inductiekoken. Het is daarom belangrijk
om te weten of de pan is gemaakt van het juiste materiaal. Met een
magneet kunt u zelf controleren of uw pan geschikt is. Als de magneet
wordt aangetrokken, kunt de pan gebruiken.
Geschikt Ongeschikt
Speciale roestvrijstalen
pannen
Aardewerk
Class Induction Roestvrijstaal
Solide geëmailleerde pannen Porselein
Geëmailleerde gietijzeren
pannen
Koper
Kunststof
Aluminium
Let op
Wees voorzichtig met dunne plaatstaal geëmailleerde pannen:
• op een hoge stand kan het emaille er afspringen wanneer de pan te
droog is;
• door het hoge vermogen kan de panbodem gemakkelijk
kromtrekken.
Let op
Gebruik nooit pannen met een vervormde bodem. Een holle of bolle
bodem kan de werking van de oververhittingsbeveiliging belemmeren.
Het toestel kan dan te warm worden waardoor de glasplaat kan barsten
VÓÓR HET EERSTE GEBRUIK

NL 12
VÓÓR HET EERSTE GEBRUIK
en de panbodem kan smelten. Schade, ontstaan door het gebruik van
ongeschikte pannen of droogkoken, valt buiten de garantie.
Minimale pandiameter
De minimale pandiameter bedraagt 12 cm. Het beste resultaat bereikt u
door een pan te nemen met dezelfde diameter als de kookzone.
Bij te kleine pannen schakelt de kookzone niet in.
Snelkookpannen
Inductiekoken is zeer geschikt voor het koken in snelkookpannen.
De kookzone reageert zeer snel, waardoor de snelkookpan ook snel
op druk komt. Zodra u een kookzone uitschakelt, stopt het kookproces
direct.
Let op
• Laat nooit een lege pan op een ingeschakelde kookzone staan.
Hoewel de kookzone beveiligd is tegen oververhitten, wordt de pan
zeer heet en bestaat de kans dat deze beschadigd raakt.
• Gebruik geen pannen die kleiner zijn dan de kookzone. Hiermee
vermijdt u dat voedselresten op de gloeiend hete kookzone terecht
komen. Ingebrande voedselresten zijn moeilijk te verwijderen.
Inductiegeluiden
Tikkend geluid
Bij kookstanden kan een zacht tikkend geluid optreden.
Pan maakt geluid
De pannen kunnen geluid maken tijdens het koken. Dit wordt
veroorzaakt door de doorstroming van de energie van de kookplaat
naar de pan. Met name bij een hoge kookstand is dit normaal bij
bepaalde pannen. Het is niet schadelijk voor de pan of de kookplaat.
Ventilator maakt geluid
Om de levensduur van de elektronica te vergroten, is het apparaat
voorzien van een ventilator. Als u het apparaat intensief gebruikt, wordt
de ventilator ingeschakeld en hoort u een zoemend geluid. Ook nadat u
het apparaat heeft uitgeschakeld, kan de ventilator nog geluid maken.

NL 13
Instellen van de klok
Als u het toestel voor de eerste keer aansluit, knippert de tijds-
aanduiding ‘0 00’. De juiste dagtijd moet nog worden ingesteld.
1. Druk tegelijkertijd op de + en de - toets.
Er verschijnt een kooksymbool in de display. Tevens knippert de
punt in het midden van de tijdsaanduiding. U kunt nu de dagtijd
instellen.
2. Gebruik de + en de - toets (terwijl de punt knippert) om de juiste tijd
in te stellen.
3. Wacht nu 5 seconden; de dagtijd wordt automatisch vastgelegd.
De huidige tijd staat in de display en de punt stopt met knipperen.
Handbediening van de oven
1. Selecteer een temperatuur met de thermostaatknop en een
ovenfunctie met de functieknop.
Het thermostaatlampje van de oven gaat branden en de oven is
ingeschakeld.
▷Raadpleeg de tabel voor meer informatie over de verschillende
ovenfuncties die u kunt kiezen.
2. Zet de thermostaatknop en de functieknop na afloop van de
bereidingstijd op ‘0’ om de oven uit te schakelen.
Let op; wanneer de oven niet werkt is het mogelijk dat de
elektronische schakelklok geprogrammeerd is (er staat een
‘A’ in de display). Annuleer de programmering; zie ‘Tussentijds
uitschakelen van de oven’.
Ovenfuncties
Ovenverlichting
Ontdooien
U kunt ontdooien met de ventilator van de hetelucht oven. De ventilator blaast koude
lucht. Haal de diepvriesprodukten uit de verpakking en leg ze in een schaal. Schuif
de schaal op het rooster in richel 3.
6
5
43
2
1
BEDIENING VAN DE OVEN

NL 14
BEDIENING VAN DE OVEN
Hetelucht
De ventilator in de achterwand verspreidt de hete lucht in de oven. Hiermee worden
de gerechten verwarmd. U kunt op meerdere niveaus tegelijk bakken, waardoor u
energie kunt besparen. Het heteluchtsysteem is uitermate geschikt voor het bakken
van cakes, koekjes en appeltaarten.
Boven- en onderwarmte (conventioneel)
Het gerecht wordt verwarmd door de stralingswarmte van de onder- en
bovenelementen. Plaats het gerecht altijd in het midden van de oven. Deze stand is
geschikt voor het op traditionele manier bereiden van gerechten. De gerechten rijzen
goed uit en krijgen een mooie bruine kleur.
Conventioneel + ventilator
De lucht in de oven wordt verwarmd door het boven- en onderelement. De ventilator
in de achterwand blaast de hete lucht rond in de oven. Hiermee worden de
gerechten verwarmd.
Hetelucht + onderwarmte
Bij deze functie werken de onderverwarming en de ventilator met hete lucht-
verwarming tegelijkertijd. De functie is vooral geschikt voor het bakken van pizza’s.
Het beste resultaat wordt bereikt bij het bakken van vochtig of zwaar gebak,
vruchtentaarten van gistdeeg of zandtaartdeeg en kwarktaarten.
Grill
De gerechten worden verwarmd door de stralingswarmte van het gecombineerde
grillelement. Platte stukken vlees, kip of ander gevogelte kunnen direct op het
rooster gegrilld worden. Deze grillstand is ook geschikt voor het roosteren van brood.
Grill + bovenwarmte
Deze stand wordt gebruikt om snel te grillen. In deze stand heeft de oven een groter
grilloppervlak dan in de conventionele grillstand. Verwarm de oven 5 minuten voor.
Schuif het rooster in de bovenste richel. Plaats daarna een bakplaat in de derde
richel voor het opvangen van vetten uit het gerecht.
Grill + bovenwarmte +ventilator
De gecombineerde werking van de grill, bovenelement en de ventilator zorgen voor
optimale knapperigheid van uw gerecht en is de ideale instelling om gerechten te
roosteren. Verwarm de oven 5 minuten voor. Schuif het rooster in de bovenste richel.
Plaats daarna een bakplaat in de derde richel voor het opvangen van vetten uit het
gerecht.
In het hoofdstuk ‘Comfortabel koken’ staan diverse bak-, braad- en
grilltips.

NL 15
BEDIENING VAN DE OVEN
Bediening van de oven met elektronische schakelklok
De elektronische schakelklok kunt u op verschillende manieren gebruiken:
• U kunt de tijdsduur van het bakken/braden/grillen bepalen. De
oven schakelt uit zodra de ingestelde tijd is verstreken. Is de tijd
verstreken, dan klinkt er een geluidssignaal. De maximale baktijd
die u kunt instellen is 10 uur.
• Ook kunt u met de schakelklok de tijd instellen waarop het bakken/
braden/grillen moet eindigen. De oven zal tot de ingestelde tijd op
de vooringestelde temperatuur en functie functioneren. Is de tijd
verstreken, dan klinkt er een geluidssignaal.
• Tot slot kunt u zowel een tijdsduur als ook een eindtijd ingeven
(een automatisch bakproces). De oven start automatisch en eindigt
automatisch. Als het automatische bakproces is afgelopen, klinkt er
een geluidssignaal.
• De schakelklok kan ook gebruikt worden als kookwekker. De
kookwekker schakelt de oven niet uit.
De duur van de baktijd programmeren
1. Selecteer een temperatuur met de thermostaatknop en een
ovenfunctie met de functieknop.
Het thermostaatlampje van de oven gaat branden en de oven is
ingeschakeld.
2. Druk op de ‘mode’ toets totdat ‘dur’ in de display verschijnt.
Afwisselend worden nu ‘dur’ en ‘0 00’ in de display getoond en de
‘A’ knippert.
3. Gebruik de + en de - toets (terwijl de ‘A’ knippert) om de juiste
tijdsduur in te stellen.
4. Wacht nu 5 seconden; de ingestelde tijd wordt automatisch
vastgelegd.
De dagtijd verschijnt weer in de display en de ‘A’ stopt met
knipperen.
5. De oven geeft een geluidssignaal als de ingestelde tijdsduur is
verstreken. De ‘A’ gaat knipperen en de oven schakelt automatisch
uit.
6. Zet na afloop van de bereidingstijd eerst de thermostaatknop en de
functieknop op ‘0’.
7. Schakel vervolgens het geluidssignaal uit door op een willekeurige
toets te drukken.

NL 16
Het einde van de baktijd programmeren
1. Selecteer een temperatuur met de thermostaatknop en een
ovenfunctie met de functieknop.
Het thermostaatlampje van de oven gaat branden en de oven is
ingeschakeld.
2. Druk op de ‘mode’ toets totdat ‘End’ in de display verschijnt.
Afwisselend worden nu ‘End’ en de vroegst mogelijke eindtijd in de
display getoond en de ‘A’ knippert.
3. Gebruik de + en de - toets (terwijl de ‘A’ knippert) om de juiste
eindtijd in te stellen.
4. Wacht nu 5 seconden; de ingestelde tijd wordt automatisch
vastgelegd.
De dagtijd verschijnt weer in de display en de ‘A’ stopt met
knipperen.
5. De oven geeft een geluidssignaal als de eindtijd is bereikt. De ‘A’
gaat knipperen en de oven schakelt automatisch uit.
6. Zet na afloop van de bereidingstijd eerst de thermostaatknop en de
functieknop op ‘0’.
7. Schakel vervolgens het geluidssignaal uit door op een willekeurige
toets te drukken.
Programmering van het automatische bakproces
U kunt de oven automatisch laten in- en uitschakelen door een
tijdsduur en een eindtijd in te stellen. De oven berekent zelf de starttijd,
en schakelt na het verstrijken van de bereidingstijd automatisch uit.
• Voorbeeld:
Huidige tijd: 17.30, ingestelde duur van het bakproces: 1 uur en
15 minuten, ingestelde eindtijd van het bakproces: 19.45 uur.
De oven start om 18.30 uur met het bakproces op de voor-
ingestelde temperatuur en functie en zal om 19.45 uur stoppen.
1. Druk op de ‘mode’ toets totdat ‘dur’ in de display verschijnt.
Afwisselend worden nu ‘dur’ en ‘0 00’ in de display getoond en de
‘A’ knippert.
2. Gebruik de + en de - toets (terwijl de ‘A’ knippert) om de juiste
tijdsduur in te stellen.
BEDIENING VAN DE OVEN

NL 17
3. Druk op de ‘mode’ toets totdat ‘End’ in de display verschijnt.
Afwisselend worden nu ‘End’ en de vroegst mogelijke eindtijd in de
display getoond en de ‘A’ knippert.
4. Gebruik de + en de - toets (terwijl de ‘A’ knippert) om de juiste
eindtijd in te stellen.
Het kooksymbool verdwijnt.
5. Wacht nu 5 seconden; de ingestelde tijd wordt automatisch
vastgelegd.
De dagtijd verschijnt weer in de display en de ‘A’ stopt met
knipperen.
6. Selecteer een temperatuur met de thermostaatknop en een
ovenfunctie met de functieknop.
De oven schakelt automatisch in als de berekende starttijd is
bereikt; het thermostaatlampje van de oven gaat branden en het
kooksymbool verschijnt in de display.
7. De oven geeft een geluidssignaal als de eindtijd is bereikt. De ‘A’
gaat knipperen en de oven schakelt automatisch uit.
8. Zet na afloop van de bereidingstijd eerst de thermostaatknop en de
functieknop op ‘0’.
9. Schakel vervolgens het geluidssignaal uit door op een willekeurige
toets te drukken.
• U kunt op elk moment de resterende tijdsduur van het bakproces of
de eindtijd in de display zien en/of aanpassen: druk op de ‘mode’
toets totdat ‘dur’ of ‘End’ in de display verschijnt; de ‘A’ in de
display knippert. Gebruik de + en de - toets (terwijl de ‘A’ knippert)
om de tijdsduur of de eindtijd aan te passen.
• Wilt u de oven tussentijds uitschakelen, zet dan de resterende
tijdsduur van het bakproces op ‘0 00’ en zet de thermostaatknop en
de functieknop op ‘0’.
BEDIENING VAN DE OVEN

NL 18
BEDIENING VAN DE OVEN
Kookwekker
De kookwekker geeft alleen een signaal na het verstrijken van de
ingestelde tijd. De kookwekker schakelt de oven niet uit.
1. Druk op de ‘mode’ toets.
Er verschijnt een klokje in de display en de punt in het midden van
de tijdsaanduiding knippert.
2. Gebruik de + en de - toets (terwijl de punt knippert) om de juiste tijd
in te stellen.
3. Wacht nu 5 seconden; de ingestelde tijd wordt automatisch
vastgelegd.
De dagtijd verschijnt weer in de display en het klokje stopt met
knipperen.
4. De tijd begint nu automatisch af te tellen.
Als de tijd is verstreken klinkt er een geluidssignaal en het klokje
knippert.
5. Schakel het geluidssignaal uit door op een willekeurige toets te
drukken.
• U kunt op elk moment de resterende tijd van de kookwekker in
de display zien en/of aanpassen: druk op de ‘mode’ toets; de
resterende tijd van de kookwekker verschijnt in de display en
het klokje knippert. Gebruik de + en de - toets (terwijl het klokje
knippert) om de tijd aan te passen.
Het geluidssignaal instellen
U kunt kiezen uit drie verschillende geluidssignalen. Zorg ervoor dat de
actuele tijd in de display te zien is.
1. Houd de - toets ingedrukt totdat u een geluidssignaal hoort.
2. Hierna hoort u telkens een ander geluidssignaal als u weer op de
- toets drukt.
3. Wacht 5 seconden nadat u het gewenste geluidssignaal heeft
gehoord; het ingestelde signaal wordt automatisch vastgelegd.

NL 19
BEDIENING INDUCTIEKOOKPLAAT
Inschakelen en instellen
Op het glazen werkoppervlak worden de vier kookzones aangeduid
door middel van een cirkel. De diameter van de panbodem moet
zoveel mogelijk overeenkomen met de diameter van de kookzone.
Een symbool bij de bedieningsknop geeft aan welke kookzone wordt
bediend.
Inschakelen en uitschakelen
1. Zet een pan op een kookzone.
2. Draai de bedieningsknop rechtsom in de gewenste stand (zie
‘Kookstanden’).
In de display verschijnt de stand die u heeft ingesteld en de
kookzone wordt warm.
▷De kookzones zijn in 9 standen instelbaar. Daarnaast is er bij de
zones nog de stand ‘boost’.
3. Draai de bedieningsknop op ‘0’ om de kookzone uit te schakelen.
Na een aantal seconden schakelt de kookplaat in stand-by.
Boost inschakelen
De ‘boost’ functie kunt u gebruiken om gedurende een korte tijd op
het hoogste vermogen te koken. Na het verstrijken van de maximale
boosttijd wordt het vermogen verlaagd naar de vooraf ingestelde stand.
1. Draai de bedieningsknop linksom op stand ‘P’ en laat de knop even
in die stand staan totdat ‘P’ in de display verschijnt.
De ‘boost’ functie is nu geactiveerd; ‘P’ verschijnt in de display.
2. Draai vervolgens de bedieningsknop terug naar ‘0’ en daarna
rechtsom in de gewenste stand.
De kookzone schakelt in op stand ‘Boost’. In de display verschijnen
afwisselend de ‘P’ en de ingestelde stand.
▷Als u de bedieningsknop naar een lagere of hogere stand draait,
blijft de ‘boost’ functie geactiveerd.
▷Draai de bedieningsknop op ‘0’ om de ‘boost’ functie
tussendoor helemaal uit te schakelen.
▷Na het verstrijken van de maximale boosttijd wordt het
vermogen verlaagd naar de gewenste stand en zal alleen nog de
ingestelde stand in de display staan.
3. Draai de bedieningsknop op ‘0’ om de kookzone uit te schakelen.
Na een aantal seconden schakelt de kookplaat in stand-by.
6
7
8
5
4
9
P
3
2
1
6
7
8
5
4
9
P
3
2
1
6
7
8
5
4
9
P
3
2
1
6
7
8
5
4
9
P
3
2
1
6
7
8
5
4
9
P
3
2
1
6
7
8
5
4
9
P
3
2
1

NL 20
Restwarmte-indicatie
Restwarmte wordt met een ‘H’ per kookzone op de glasplaat
aangegeven. De indicatie geeft aan dat de kookzone nog warm is en
dooft zodra de glasplaat een veilige temperatuur heeft bereikt.
Timer functie
Als de kookplaat ingeschakeld is, kunt u voor elke kookzone een aparte
timer instellen (van 1 tot 99 minuten).
1. Zet een pan op een kookzone.
2. Draai de bedieningsknop rechtsom in de gewenste stand.
In de display verschijnt de stand die u heeft ingesteld en de
kookzone wordt warm.
3. Druk (meerdere keren) op de timertoets.
In de display verschijnt ‘00.’ en een stip voor de desbetreffende
kookzone knippert.
4. Stel met de + toets de tijd in.
Na een aantal seconden begint de timer af te tellen.
5. Als de tijd verstreken is, schakelt de kookzone automatisch uit.
Er klinkt een geluidssignaal en de stip voor de desbetreffende
kookzone en ‘00’ knipperen.
6. Draai de bedieningsknop op ‘0’ en schakel het geluidssignaal uit
door op een willekeurige toets te drukken.
▷Als er meerdere timers zijn ingesteld, zal de display de tijd tonen
van de timer die het eerst afgelopen zal zijn.
▷Als de kookzone nog heet is, zal de restwarmte-indicatie in de
display worden aangegeven.
Kinderslot
U kunt de kookplaat met het kinderslot vergrendelen. Onbedoeld
inschakelen van de kookzones wordt hiermee voorkomen.
1. Draai gelijktijdig de bedieningsknoppen van de kookzones linksvoor
en rechtsvoor naar links en laat de knoppen 4 seconden in die
stand staan.
In de display van elke kookzone verschijnt een ‘L’ als teken dat het
kinderslot is ingeschakeld. Na een aantal seconden schakelt de
kookplaat in stand-by.
BEDIENING INDUCTIEKOOKPLAAT
Other manuals for FIV760RVS
1
Table of contents
Languages:
Other ETNA Kitchen Appliance manuals
Popular Kitchen Appliance manuals by other brands

Mellerware
Mellerware WHIP MASTER MILK FROTHER TWM007 instructions

Lang
Lang 124cm Installation operation & maintenance

Coopers
Coopers Monster Masher Instructions for use

Jata electro
Jata electro SW219 Instructions of use

Gorenje
Gorenje R 706 A instruction manual

Danby
Danby Silhouette SWC057D1BSS owner's manual