ETNA FKV761RVS User manual

GEBRUIKSAANWIJZING
INSTRUCTIONS FOR USE
FORNUIS
COOKER
FKV761RVS
FKV761WIT

NL Handleiding NL 3 - NL 35
EN Manual EN 3 - EN 35
Gebruikte pictogrammen - Pictograms used
Belangrijk om te weten - Important information
Tip

NL 3
INHOUD
Uw fornuis
Inleiding 4
Beschrijving 5
Bedieningspaneel 6
Vóór het eerste gebruik
Gebruik van de oven 7
Gebruik van de keramische kookplaat 10
Bediening van de oven
Instellen van de klok 12
Handbediening van de oven 12
Ovenfuncties 12
Bediening van de oven met elektronische schakelklok 14
Kookwekker 17
Het geluidssignaal instellen 17
Bediening inductiekookplaat
Inschakelen en instellen 18
Restwarmte-indicatie 18
Kookstanden 19
Comfortabel koken
Bak-, braad- en grilltips 20
Grilltijdentabel 21
Baktijdentabel conventioneel 22
Onderhoud
Reinigen van de oven 23
Vervangen van het ovenlampje 26
Reinigen van de keramische kookplaat 26
Storingen
Storingstabel 28
Installatie
Algemeen 30
Elektrische aansluiting 31
Plaatsing 31
Technische gegevens 32
Milieuaspecten
Verpakking en toestel afvoeren 35

NL 4
Inleiding
Gefeliciteerd met de aanschaf van dit Etna fornuis. In het ontwerp van dit
product heeft optimale gebruikersvriendelijkheid centraal gestaan. Het
fornuis biedt een uitgebreide reeks instellingen, zodat u altijd de juiste
bereidingswijze kunt kiezen.
In deze handleiding leest u hoe u dit fornuis het best kunt gebruiken.
Naast informatie over de bediening, vindt u hier ook achtergrondinformatie
die u tijdens het gebruik van het apparaat van pas kan komen.
Lees eerst de afzonderlijke veiligheidsinstructies
voordat u het apparaat gaat gebruiken!
Lees deze handleiding door voordat u het apparaat in gebruik neemt,
en berg de handleiding daarna veilig op voor toekomstig gebruik.
UW FORNUIS

NL 5
Beschrijving
UW FORNUIS
1
3 4
2
A
B
C
D
1. Kookzone linksachter
2. Kookzone rechtsachter
3. Kookzone linksvoor
4. Kookzone rechtsvoor
A. Bedieningspaneel
B. Oven
C. Opbergvak
D. Stelvoeten

NL 6
UW FORNUIS
Bedieningspaneel
1. Functieknop oven
2. Thermostaatlampje oven
3. Thermostaatknop oven
4. Elektronische schakelklok
4a. - toets
4b. ‘mode’ toets
4c. + toets
5. Bedieningsknop kookzone linksachter
6. Bedieningsknop kookzone linksvoor
7. Bedieningsknop kookzone rechtsvoor
8. Bedieningsknop kookzone rechtsachter
1 32 4 5 6 7 8
4a 4b 4c

NL 7
Gebruik van de oven
• Verwijder alle delen van het toebehoren uit de oven en reinig ze met
een warm sopje. Gebruik geen schurende schoonmaakmiddelen.
• Schakel de oven één uur lang in op de hoogste temperatuur met
boven- en onderwarmte (zie ‘Bediening van de oven’). Tijdens de
fabricage gebruikte beschermingsvetten worden dan verwijderd.
• Als de oven voor de eerste maal sterk verhit wordt, zult u een
‘nieuwigheidsluchtje’ ruiken. Dit is normaal. Schakel eventueel de
wasemkap in.
• Na het afkoelen de oven met warm water reinigen.
• Verwarm de oven alleen voor als dit in het recept is vermeld.
Waarschuwing
Plaats het ovenrooster in de rail en schuif het volledig naar achteren in
de oven.
Energiebewust ovengebruik
• Open de ovendeur zo weinig mogelijk.
• Bereid gerechten met ongeveer dezelfde bereidingstemperatuur
(bijvoorbeeld appeltaart en een ovenschotel) tegelijk op hetzelfde
rooster of met een hete lucht functie boven elkaar. Vlees laten
meestoven kan ook.
• Bereid meer gerechten na elkaar, bijvoorbeeld een ovenmaaltijd na
een cake. Vaak kan de bereidingstijd van het tweede gerecht dan
10 minuten korter zijn omdat de oven nog veel warmte in zich heeft.
• Dankzij de ovenisolatie kunnen gerechten met een langere
bereidingstijd (vanaf 1 uur) nagaren op de restwarmte van de oven.
Schakel de oven 10 minuten eerder uit dan aangegeven staat, maar
laat de deur dicht.
• Voorverwarmen is in het algemeen niet nodig, met uitzondering van
gerechten waarvan de bereidingstijd korter dan 30 minuten is of
wanneer een recept dit aangeeft.
VÓÓR HET EERSTE GEBRUIK

NL 8
VÓÓR HET EERSTE GEBRUIK
• Haal alles wat u niet nodig heeft voor de bereiding uit de oven.
• Schakel de oven uit voordat u het gare gerecht eruit haalt.
Ovenservies
• In principe kunt u elk soort hittebestendig servies gebruiken.
• Spoel glazen servies niet direct na gebruik af onder koud water.
Door het plotselinge temperatuurverschil kan het glas barsten.
• Gebruik donkere of zwarte bakvormen. Deze geleiden de warmte
beter en laten het gerecht gelijkmatiger garen.
Bodem niet afdekken
• Het afdekken van de ovenbodem met bijvoorbeeld aluminiumfolie
of een bakplaat kan tot oververhitting en beschadiging van het
email leiden.
• Vervuiling van de ovenbodem door het lekken uit een springvorm
wordt voorkomen door van aluminiumfolie een bakje te vouwen en
dat onder de vorm op het rooster te zetten of door bakpapier onder
de vorm te leggen.
Tijdinstelling
• Kies een 5 minuten kortere bereidingstijd dan in het recept staat
aangegeven. Daardoor kunt u in de laatste fase controleren of het
gerecht of gebak gaar en goed van kleur is. Zo niet, sluit dan de
ovendeur en controleer na enige tijd opnieuw. Het openen en sluiten
van de deur moet langzaam gebeuren. Bij voorkeur niet voordat
driekwart van de bereidingstijd is verstreken.
Warm houden
• U kunt de oven gebruiken voor het warm houden van reeds bereide
gerechten. Kies hiervoor de hete lucht functie en een temperatuur
van 75 °C. Dek gerechten die u warm wilt houden af om uitdrogen
te voorkomen.

NL 9
VÓÓR HET EERSTE GEBRUIK
Vlees braden
• Het meest geschikt is ‘groot vlees’ vanaf 1 kg. Het vlees krijgt
een regelmatig gevormde, krokante korst, waarbij vrijwel geen
gewichtsverlies optreedt.
• Wrijf het vlees een kwartier van tevoren in met zout en kruiden.
Gebruik voor het braden 80 tot 100 g boter of vet (of een mengsel
hiervan) per 500 g vlees.
Braadtijden
• Platte, dunne stukken hebben gemiddeld 5 minuten minder
braadtijd nodig dan dikke of opgerolde stukken vlees. Bij gebruik
van grotere stukken vlees moet per 500 gram meer een 15 tot
20 minuten langere braadtijd worden aangehouden.
• Leg het vlees in een braadslede en overgiet het met hete boter en/
of vet. Als het vlees een vette kant heeft, dan legt u deze tijdens
het braden boven. Vlees zonder vette kant om de 15 minuten
bedruipen. Vlees met vette kant om de 30 minuten bedruipen.
• Voeg, als de jus te donker wordt, tijdens het braden nu en dan
enkele lepels water toe.
• Laat het vlees na de bereiding 10 minuten rusten, afgedekt met
aluminiumfolie, voordat u het aansnijdt.
Ovengeleiders
De ovenwanden zijn uitgerust met geleiders waar het ovenrooster of
een bakplaat op verschillende niveau’s kunnen worden ingeschoven.
Raadpleeg een baktabel of de instructies op de verpakking van de
levensmiddelen voor het plaatsen op het juiste niveau.

NL 10
Gebruik van de keramische kookplaat
Koken op een keramische kookplaat verschilt van koken op een
traditioneel toestel. Keramisch koken maakt gebruik van warmtestraling
door de glasplaat.
Pannen voor keramisch koken
Keramisch koken stelt eisen aan de kwaliteit van de pannen.
Let op
• Gebruik alleen pannen die geschikt zijn voor elektrisch koken met:
▷een dikke bodem van minimaal 2,25 mm;
▷een vlakke bodem.
Let op
Wees voorzichtig met dunne plaatstaal geëmailleerde pannen:
• op een hoge stand kan het emaille er afspringen wanneer de pan te
droog is;
• door het hoge vermogen kan de panbodem gemakkelijk
kromtrekken.
Let op
• Gebruik geen pannen die kleiner zijn dan de kookzone. Hiermee
voorkomt u dat voedselresten op de gloeiend hete kookzone
terechtkomen. Ingebrande voedselresten zijn moeilijk te verwijderen.
Bovendien kunnen de handgrepen te heet worden en gaat er veel
energie verloren.
• Gebruik nooit aluminiumfolie, zoals bakjes van kant-en-klaar
gerechten, om voedsel in te bereiden. Wanneer aluminiumfolie op
de kookzone smelt, is het niet meer te verwijderen. Aluminiumfolie
heeft bovendien een zeer slechte warmteoverdracht.
VÓÓR HET EERSTE GEBRUIK

NL 11
Let op
• Zandkorreltjes of andere substanties kunnen krasjes en vlekken
veroorzaken die niet meer te verwijderen zijn. Zet daarom alleen
pannen met een schone bodem op het kookvlak en til pannen altijd
op als u ze verplaatst.
• Gebruik de kookplaat niet als werkvlak.
• Kook altijd met het deksel op de pan om energieverlies te
voorkomen.
Tip
• Schuif de panbodem over een licht vochtige doek, voordat u de
pan op de kookzone zet. Dit voorkomt dat er vuil op het kookvlak
terechtkomt.
• De kookzone kan 5 tot 10 minuten voordat de kooktijd is verstreken,
uit worden geschakeld. Het gerecht gaart dan na op de restwarmte,
mits u het deksel op de pan houdt.
VÓÓR HET EERSTE GEBRUIK

NL 12
Instellen van de klok
Als u het toestel voor de eerste keer aansluit, knippert de tijds-
aanduiding ‘0 00’. De juiste dagtijd moet nog worden ingesteld.
1. Druk tegelijkertijd op de + en de - toets.
Er verschijnt een kooksymbool in de display. Tevens knippert de
punt in het midden van de tijdsaanduiding. U kunt nu de dagtijd
instellen.
2. Gebruik de + en de - toets (terwijl de punt knippert) om de juiste tijd
in te stellen.
3. Wacht nu 5 seconden; de dagtijd wordt automatisch vastgelegd.
De huidige tijd staat in de display en de punt stopt met knipperen.
Handbediening van de oven
1. Selecteer een temperatuur met de thermostaatknop en een
ovenfunctie met de functieknop.
Het thermostaatlampje van de oven gaat branden en de oven is
ingeschakeld.
▷Raadpleeg de tabel voor meer informatie over de verschillende
ovenfuncties die u kunt kiezen.
2. Zet de thermostaatknop en de functieknop na afloop van de
bereidingstijd op ‘0’ om de oven uit te schakelen.
Let op; wanneer de oven niet werkt is het mogelijk dat de
elektronische schakelklok geprogrammeerd is (er staat een
‘A’ in de display). Annuleer de programmering; zie ‘Tussentijds
uitschakelen van de oven’.
Ovenfuncties
Ovenverlichting
Ontdooien
U kunt ontdooien met de ventilator van de hetelucht oven. De ventilator blaast koude
lucht. Haal de diepvriesprodukten uit de verpakking en leg ze in een schaal. Schuif
de schaal op het rooster in richel 3.
BEDIENING VAN DE OVEN

NL 13
BEDIENING VAN DE OVEN
Hetelucht
De ventilator in de achterwand verspreidt de hete lucht in de oven. Hiermee worden
de gerechten verwarmd. U kunt op meerdere niveaus tegelijk bakken, waardoor u
energie kunt besparen. Het heteluchtsysteem is uitermate geschikt voor het bakken
van cakes, koekjes en appeltaarten.
Boven- en onderwarmte (conventioneel)
Het gerecht wordt verwarmd door de stralingswarmte van de onder- en
bovenelementen. Plaats het gerecht altijd in het midden van de oven. Deze stand is
geschikt voor het op traditionele manier bereiden van gerechten. De gerechten rijzen
goed uit en krijgen een mooie bruine kleur.
Conventioneel + ventilator
De lucht in de oven wordt verwarmd door het boven- en onderelement. De ventilator
in de achterwand blaast de hete lucht rond in de oven. Hiermee worden de
gerechten verwarmd.
Hetelucht + onderwarmte
Bij deze functie werken de onderverwarming en de ventilator met hete lucht-
verwarming tegelijkertijd. De functie is vooral geschikt voor het bakken van pizza’s.
Het beste resultaat wordt bereikt bij het bakken van vochtig of zwaar gebak,
vruchtentaarten van gistdeeg of zandtaartdeeg en kwarktaarten.
Grill
De gerechten worden verwarmd door de stralingswarmte van het gecombineerde
grillelement. Platte stukken vlees, kip of ander gevogelte kunnen direct op het
rooster gegrilld worden. Deze grillstand is ook geschikt voor het roosteren van brood.
Grill + bovenwarmte
Deze stand wordt gebruikt om snel te grillen. In deze stand heeft de oven een groter
grilloppervlak dan in de conventionele grillstand. Verwarm de oven 5 minuten voor.
Schuif het rooster in de bovenste richel. Plaats daarna een bakplaat in de derde
richel voor het opvangen van vetten uit het gerecht.
Grill + bovenwarmte +ventilator
De gecombineerde werking van de grill, bovenelement en de ventilator zorgen voor
optimale knapperigheid van uw gerecht en is de ideale instelling om gerechten te
roosteren. Verwarm de oven 5 minuten voor. Schuif het rooster in de bovenste richel.
Plaats daarna een bakplaat in de derde richel voor het opvangen van vetten uit het
gerecht.
In het hoofdstuk ‘Comfortabel koken’ staan diverse bak-, braad- en
grilltips.

NL 14
BEDIENING VAN DE OVEN
Bediening van de oven met elektronische schakelklok
De elektronische schakelklok kunt u op verschillende manieren gebruiken:
• U kunt de tijdsduur van het bakken/braden/grillen bepalen. De
oven schakelt uit zodra de ingestelde tijd is verstreken. Is de tijd
verstreken, dan klinkt er een geluidssignaal. De maximale baktijd
die u kunt instellen is 10 uur.
• Ook kunt u met de schakelklok de tijd instellen waarop het bakken/
braden/grillen moet eindigen. De oven zal tot de ingestelde tijd op
de vooringestelde temperatuur en functie functioneren. Is de tijd
verstreken, dan klinkt er een geluidssignaal.
• Tot slot kunt u zowel een tijdsduur als ook een eindtijd ingeven
(een automatisch bakproces). De oven start automatisch en eindigt
automatisch. Als het automatische bakproces is afgelopen, klinkt er
een geluidssignaal.
• De schakelklok kan ook gebruikt worden als kookwekker. De
kookwekker schakelt de oven niet uit.
De duur van de baktijd programmeren
1. Selecteer een temperatuur met de thermostaatknop en een
ovenfunctie met de functieknop.
Het thermostaatlampje van de oven gaat branden en de oven is
ingeschakeld.
2. Druk op de ‘mode’ toets totdat ‘dur’ in de display verschijnt.
Afwisselend worden nu ‘dur’ en ‘0 00’ in de display getoond en de
‘A’ knippert.
3. Gebruik de + en de - toets (terwijl de ‘A’ knippert) om de juiste
tijdsduur in te stellen.
4. Wacht nu 5 seconden; de ingestelde tijd wordt automatisch
vastgelegd.
De dagtijd verschijnt weer in de display en de ‘A’ stopt met
knipperen.
5. De oven geeft een geluidssignaal als de ingestelde tijdsduur is
verstreken. De ‘A’ gaat knipperen en de oven schakelt automatisch
uit.
6. Zet na afloop van de bereidingstijd eerst de thermostaatknop en de
functieknop op ‘0’.
7. Schakel vervolgens het geluidssignaal uit door op een willekeurige
toets te drukken.

NL 15
Het einde van de baktijd programmeren
1. Selecteer een temperatuur met de thermostaatknop en een
ovenfunctie met de functieknop.
Het thermostaatlampje van de oven gaat branden en de oven is
ingeschakeld.
2. Druk op de ‘mode’ toets totdat ‘End’ in de display verschijnt.
Afwisselend worden nu ‘End’ en de vroegst mogelijke eindtijd in de
display getoond en de ‘A’ knippert.
3. Gebruik de + en de - toets (terwijl de ‘A’ knippert) om de juiste
eindtijd in te stellen.
4. Wacht nu 5 seconden; de ingestelde tijd wordt automatisch
vastgelegd.
De dagtijd verschijnt weer in de display en de ‘A’ stopt met
knipperen.
5. De oven geeft een geluidssignaal als de eindtijd is bereikt. De ‘A’
gaat knipperen en de oven schakelt automatisch uit.
6. Zet na afloop van de bereidingstijd eerst de thermostaatknop en de
functieknop op ‘0’.
7. Schakel vervolgens het geluidssignaal uit door op een willekeurige
toets te drukken.
Programmering van het automatische bakproces
U kunt de oven automatisch laten in- en uitschakelen door een
tijdsduur en een eindtijd in te stellen. De oven berekent zelf de starttijd,
en schakelt na het verstrijken van de bereidingstijd automatisch uit.
• Voorbeeld:
Huidige tijd: 17.30, ingestelde duur van het bakproces: 1 uur en
15 minuten, ingestelde eindtijd van het bakproces: 19.45 uur.
De oven start om 18.30 uur met het bakproces op de voor-
ingestelde temperatuur en functie en zal om 19.45 uur stoppen.
1. Druk op de ‘mode’ toets totdat ‘dur’ in de display verschijnt.
Afwisselend worden nu ‘dur’ en ‘0 00’ in de display getoond en de
‘A’ knippert.
2. Gebruik de + en de - toets (terwijl de ‘A’ knippert) om de juiste
tijdsduur in te stellen.
BEDIENING VAN DE OVEN

NL 16
3. Druk op de ‘mode’ toets totdat ‘End’ in de display verschijnt.
Afwisselend worden nu ‘End’ en de vroegst mogelijke eindtijd in de
display getoond en de ‘A’ knippert.
4. Gebruik de + en de - toets (terwijl de ‘A’ knippert) om de juiste
eindtijd in te stellen.
Het kooksymbool verdwijnt.
5. Wacht nu 5 seconden; de ingestelde tijd wordt automatisch
vastgelegd.
De dagtijd verschijnt weer in de display en de ‘A’ stopt met
knipperen.
6. Selecteer een temperatuur met de thermostaatknop en een
ovenfunctie met de functieknop.
De oven schakelt automatisch in als de berekende starttijd is
bereikt; het thermostaatlampje van de oven gaat branden en het
kooksymbool verschijnt in de display.
7. De oven geeft een geluidssignaal als de eindtijd is bereikt. De ‘A’
gaat knipperen en de oven schakelt automatisch uit.
8. Zet na afloop van de bereidingstijd eerst de thermostaatknop en de
functieknop op ‘0’.
9. Schakel vervolgens het geluidssignaal uit door op een willekeurige
toets te drukken.
• U kunt op elk moment de resterende tijdsduur van het bakproces of
de eindtijd in de display zien en/of aanpassen: druk op de ‘mode’
toets totdat ‘dur’ of ‘End’ in de display verschijnt; de ‘A’ in de
display knippert. Gebruik de + en de - toets (terwijl de ‘A’ knippert)
om de tijdsduur of de eindtijd aan te passen.
• Wilt u de oven tussentijds uitschakelen, zet dan de resterende
tijdsduur van het bakproces op ‘0 00’ en zet de thermostaatknop en
de functieknop op ‘0’.
BEDIENING VAN DE OVEN

NL 17
BEDIENING VAN DE OVEN
Kookwekker
De kookwekker geeft alleen een signaal na het verstrijken van de
ingestelde tijd. De kookwekker schakelt de oven niet uit.
1. Druk op de ‘mode’ toets.
Er verschijnt een klokje in de display en de punt in het midden van
de tijdsaanduiding knippert.
2. Gebruik de + en de - toets (terwijl de punt knippert) om de juiste tijd
in te stellen.
3. Wacht nu 5 seconden; de ingestelde tijd wordt automatisch
vastgelegd.
De dagtijd verschijnt weer in de display en het klokje stopt met
knipperen.
4. De tijd begint nu automatisch af te tellen.
Als de tijd is verstreken klinkt er een geluidssignaal en het klokje
knippert.
5. Schakel het geluidssignaal uit door op een willekeurige toets te
drukken.
• U kunt op elk moment de resterende tijd van de kookwekker in
de display zien en/of aanpassen: druk op de ‘mode’ toets; de
resterende tijd van de kookwekker verschijnt in de display en
het klokje knippert. Gebruik de + en de - toets (terwijl het klokje
knippert) om de tijd aan te passen.
Het geluidssignaal instellen
U kunt kiezen uit drie verschillende geluidssignalen. Zorg ervoor dat de
actuele tijd in de display te zien is.
1. Houd de - toets ingedrukt totdat u een geluidssignaal hoort.
2. Hierna hoort u telkens een ander geluidssignaal als u weer op de
- toets drukt.
3. Wacht 5 seconden nadat u het gewenste geluidssignaal heeft
gehoord; het ingestelde signaal wordt automatisch vastgelegd.

NL 18
BEDIENING KERAMISCHE KOOKPLAAT
Inschakelen en instellen
Op het glazen werkoppervlak worden de vier kookzones aangeduid
door middel van een cirkel. De diameter van de panbodem moet
zoveel mogelijk overeenkomen met de diameter van de kookzone.
Een symbool bij de bedieningsknop geeft aan welke kookzone wordt
bediend.
Inschakelen en uitschakelen
1. Zet een pan op een kookzone.
2. Draai de bedieningsknop in de gewenste stand.
De kookzone wordt warm.
▷U mag de bedieningsknop zowel links- als rechtsom draaien.
▷De kookzones zijn in 6 standen instelbaar.
▷De kookzone schakelt automatisch aan en uit om het door
u ingestelde vermogen te leveren. Bij lagere standen is de
kookzone lang uit en af en toe aan. Bij hogere standen is de
kookzone lang aan en af en toe uit.
3. Draai de bedieningsknop op ‘0’ om de kookzone uit te schakelen.
Let op
• Laat nooit een lege pan op een ingeschakelde kookzone staan.
Hoewel de kookzone beveiligd is tegen oververhitten, wordt de pan
zeer heet en bestaat de kans dat deze beschadigd raakt.
• Gebruik geen pannen die kleiner zijn dan de kookzone. Hiermee
vermijdt u dat voedselresten op de gloeiend hete kookzone terecht
komen. Ingebrande voedselresten zijn moeilijk te verwijderen.
Restwarmte-indicatie
Restwarmte wordt met een lampje per kookzone op de glasplaat
aangegeven. De indicatie geeft aan dat de kookzone nog warm is en
dooft zodra de glasplaat een veilige temperatuur heeft bereikt.

NL 19
Kookstanden
Het onderstaande overzicht is uitsluitend bedoeld als leidraad, omdat
de instelwaarde afhankelijk is van de hoeveelheid en samenstelling van
het gerecht en de pan.
Gebruik stand 6 voor:
• snel aan de kook brengen;
• slinken van bladgroenten;
• verhitten van olie en vet;
• onder druk brengen van een snelkookpan.
Gebruik stand 5 voor:
• aanbraden van vlees;
• bakken van vis;
• bakken van omeletten;
• bakken van gekookte aardappelen;
• frituren.
Gebruik stand 4 voor:
• bakken van dikke pannenkoeken;
• bakken van dik, gepaneerd vlees;
• uitbakken van spek of bacon;
• bakken van rauwe aardappelen;
• bakken van wentelteefjes;
• bakken van gepaneerde vis.
Gebruik stand 3 en 2 voor:
• doorkoken;
• ontdooien van harde groenten;
• bakken en garen van dun vlees.
Gebruik stand 1 voor:
• trekken van bouillon;
• bereiden van stoofvlees;
• smoren van groenten;
• smelten van chocolade;
• smelten van kaas.
BEDIENING KERAMISCHE KOOKPLAAT

NL 20
COMFORTABEL KOKEN
Bak-, braad- en grilltips
Inzethoogten
Afhankelijk van de hoogte van gebak of koekjes plaatst u de bakplaat
op de tweede of derde richel van onderen. Bakvormen plaatst u op het
rooster op de eerste of tweede richel van onderen.
Bakvormen zijn belangrijk
Vooral voor ovens met boven-/onderwarmte is het materiaal waaruit de
bakvormen zijn vervaardigd, erg belangrijk. De beste bakvormen zijn
gemaakt van zwart blik, of bekleed met een speciale kunststof; deze
nemen het snelst de hitte op en bevorderen kortere baktijden.
Zo stelt u vast of de taart gaar is
Prik 10 minuten voor het einde van de baktijd met een prikker in de
taart op de plaats waar deze het hoogst is. Als de prikker droog blijft
en er geen deeg aan vastplakt, kunt u de oven uitschakelen en de
nawarmte benutten om de taart te laten doorbakken.
De taart zakt in
Gebruik de volgende keer minder vloeistof, of stel de temperatuur
10 °C lager in. U dient zich exact aan de roertijden te houden die in uw
recept staan aangegeven.
De taart is aan de rand prachtig hoog maar in het midden ingezakt
De rand van de springvorm niet invetten. Na het bakken moet u de taart
voorzichtig met een mes losmaken.
De taart wordt aan de bovenkant te donker
De taart op een lagere richel in de oven plaatsen, de temperatuur
lager instellen, de taart iets langer laten bakken en eventueel zwarte
bakvormen gebruiken.
De taart wordt aan de onderkant te donker
Het gebak op een hogere richel in de oven plaatsen en de temperatuur
lager instellen.
De soufflé is aan de bovenkant veel te donker
Verwijder de korst. Laat onder de grill even een bruin korstje op de
soufflé komen. Gebruik geen Parmezaanse kaas; deze kaassoort wordt
This manual suits for next models
1
Table of contents
Languages:
Other ETNA Kitchen Appliance manuals
Popular Kitchen Appliance manuals by other brands

AdHoc
AdHoc MULTICUT CG21 operating instructions

Livington
Livington Veggie Cut User instructions

EverHot
EverHot EVH 90 Plus installation instructions

U-Line
U-Line UHBV024SS01A User guide & service manual

Cuisinart
Cuisinart CJE-1000 Recipe booklet

Course Housewares
Course Housewares Wash, Chop, Rinse Collapsible Chopping Board &... quick start guide

Somerset
Somerset CDR-600 Operation manual

Whirlpool
Whirlpool WHW16BKMSW Use and care guide

Beem
Beem Mr. Tea operating instructions

Ernesto
Ernesto 375604-2104 Operation and safety notes

Bosch
Bosch CDG714 1 Series User manual and installation instructions

Team Kalorik
Team Kalorik TKG EM 1000 operating instructions