
15
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees voor uw eigen veiligheid
en voor een correcte werking
van het apparaat eerst deze
handleiding aandachtig door, al-
vorenshet apparaatte installeren
en te gebruiken. Bewaar deze
instructies altijd bij het apparaat,
ook wanneer u het verkoopt of
overdraagt aan derden. Gebrui-
kers moeten volledig op de hoog-
te zijn van de werking en de vei-
ligheidsfunctiesvanhetapparaat.
De kabels moeten door een
ervaren monteur worden
aangesloten.
• Defabrikant isnietaansprakelijk
voor eventuele schade als ge-
volg van een onjuiste installatie
of oneigenlijk gebruik.
• De minimale veiligheidsafstand
tussen de kookplaat en de af-
zuigkap is 650 mm (sommige
modellenkunnenopeenkleine-
reafstandwordengeïnstalleerd;
ziedeparagraafoverdewerkaf-
metingen en de installatie).
• Als de installatievoorschriften
van de gaskookplaat bepalen
dat een grotere afstand in acht
moet worden genomen dan
hierboven is aangegeven, dan
moetdaarrekening meeworden
gehouden.
• Controleer of de netspanning
overeenstemt met de spanning
die op het typeplaatje aan de
binnenkant van de afzuigkap
staat vermeld.
• Er moeten lastscheiders in de
vaste installatie worden geïn-
stalleerd in overeenstemming
met de normen over bedra-
dingssystemen.
• Controleer voor apparaten van
klasse I of het elektriciteitsnet
in uw woning over een goede
aarding beschikt.
• Sluit de afzuigkap op het rook-
kanaal aan met een pijp met
een minimale diameter van 120
mm. De rook moet een zo kort
mogelijktrajectaeggen.
• Alle regels voor de luchtafvoer
moeten in acht worden geno-
men.
• Sluit de afzuigkap niet op
rookkanalen aan die verbran-
dingsgassen afvoeren (bijv.
van verwarmingsketels, open
haarden, enz.).
• Als de afzuigkap in combinatie
met niet-elektrische apparaten
wordt gebruikt (bijv. gasappa-
raten), moet het vertrek vol-
doende geventileerd zijn om te
voorkomen dat de uitgestoten
gassenterugstromen. Wanneer
de afzuigkap in combinatie met
niet-elektrischeapparatenwordt
gebruikt, mag de onderdruk in
het vertrek niet groter zijn dan
0,04 mbar om te voorkomen
dat de damp opnieuw door de
afzuigkapinhetvertrekgezogen
wordt.
• De lucht mag niet worden afge-
voerddoor eenkanaal datwordt
gebruikt voor de rookgasafvoer