Novy 1706 Operation manual

Gebruiksaanwijzing en installatievoorschriften
Inductiekookplaten Flex Zone
Mode d’emploi et d’installation
Table à induction Flex Zone
Montage und Bedienungsanleitung
Induktions Kochfelder Flex Zone
Instructions for use and installation
Flex Zone Induction hob
1706 -1786

2
Geachte Klant,
We danken U hartelijk voor het in ons gestelde vertrouwen bij uw keuze van de
vitrokeramische inductiekookplaat.
Teneinde dit apparaat goed te kennen raden we U aan deze gebruiksaanwijzing volledig en
aandachtig door te lezen en ze te bewaren om ten gepaste tijde te kunnen raadplegen.
INHOUD
VEILIGHEID.............................................................................................................................3
VOORZORGSMAATREGELEN VOOR GEBRUIK VAN HET TOESTEL ...................................................3
GEBRUIK VAN HET APPARAAT...................................................................................................3
VOORZORGSMAATREGELEN TEGEN BESCHADIGING....................................................................4
VOORZORGSMAATREGELEN BIJ DEFECT VAN HET APPARAAT.......................................................4
ANDERE BESCHERMINGEN.......................................................................................................4
BESCHRIJVING VAN HET APPARAAT.................................................................................5
TECHNISCHE KENMERKEN .......................................................................................................5
BEDIENINGSPANEEL (AFHANKELIJK VAN HET MODEL).................................................................5
GEBRUIK VAN HET APPARAAT...........................................................................................5
TIPTOETSEN...........................................................................................................................5
DISPLAY ................................................................................................................................6
VENTILATIE ............................................................................................................................6
IN WERKING STELLEN..........................................................................................................6
VOOR HET EERSTE GEBRUIK....................................................................................................6
PRINCIPE VAN INDUCTIE ..........................................................................................................6
INWERKINGSTELLING...............................................................................................................7
DETECTIE VAN DE KOOKPOT ....................................................................................................7
AANDUIDING RESTWARMTE......................................................................................................7
POWERFUNCTIE......................................................................................................................7
SUPER POWER FUNCTIE..........................................................................................................8
TIMER FUNCTIE.......................................................................................................................8
WARMHOUDFUNCTIE...............................................................................................................9
PROGRAMMEREN VAN DE AANKOOKAUTOMAAT........................................................................10
STOP&GO FUNCTIE ..............................................................................................................10
FUNCTIE HERHALING.............................................................................................................10
VERGRENDELING VAN HET BEDIENINGSPANEEL........................................................................11
KOOKADVIES .......................................................................................................................11
KWALITEIT VAN DE KOOKPOTTEN............................................................................................11
AFMETINGEN VAN DE KOOKPOTTEN ........................................................................................11
VOORBEELDEN VAN VERMOGENREGELING ..............................................................................12
ONDERHOUD EN REINIGING..............................................................................................12
KLEINE STORINGEN VERHELPEN.....................................................................................12
MILIEUBESCHERMING ........................................................................................................13
INSTALLATIE........................................................................................................................13
ELEKTRISCHE AANSLUITING.............................................................................................14

3
VEILIGHEID
Voorzorgsmaatregelen voor gebruik van het toestel
Verwijder alle verpakkingen.
De installatie en de elektrische aansluiting van het apparaat dienen aan een erkende
vakman toevertrouwd te worden. De fabrikant kan niet verantwoordelijk gesteld worden
voor eventuele schade voortkomend uit een foutieve inbouw of aansluiting.
Het apparaat mag enkel gebruikt worden wanneer het gemonteerd en geïnstalleerd is
in een meubel met een gehomologeerd en aangepast werkvlak.
Het is enkel bestemd voor gewoon huishoudelijk gebruik (bereiding van
voedingsmiddelen) met uitsluiting van alle ander huishoudelijk, commercieel of
industrieel gebruik.
Verwijder alle etiketten en zelfklevers van het vitrokeramisch glas.
Het apparaat niet ombouwen of wijzigen.
De kookplaat dient niet als ondergrond of werkvlak.
De veiligheid wordt enkel verzekerd wanneer het apparaat volgens de vereiste
voorschriften op een aardleiding is aangesloten.
Gebruik geen verlengkabel voor de aansluiting op het elektrisch net.
Het apparaat mag niet gebruikt worden boven een vaatwasmachine of een droogkast,
de vrijgekomen damp kan de elektronische apparatuur beschadigen.
Gebruik van het apparaat
Schakel de warmtebron na gebruik steeds uit.
Waak steeds over bereidingen die oliën en vetten bevatten want deze kunnen vlug
vlam vatten.
Pas op voor brandwonden tijdens en na het gebruik van het apparaat.
Verzeker u ervan dat geen enkele elektrische kabel van een vast of los apparaat met
het warme kookvlak of met een warme kookpot in contact komt.
Magnetisch gevoelige voorwerpen (creditcards, informatica diskettes, rekenmachines)
mogen zich niet in de onmiddellijke nabijheid van het functionerende apparaat
bevinden.
Gebruik enkel de hiertoe voorziene kookpotten. Bij onverhoeds aanschakelen of
restwarmte zouden andere materialen kunnen smelten of ontbranden.
Bedek het apparaat nooit met een doek of een beschermblad. Het zou kunnen
verhitten en ontvlammen.
Dit toestel is niet geschikt voor gebruik door personen (inclusief kinderen) met
verminderd lichamelijke, zintuigelijke waarneming of geestelijke vermogens of gebrek
aan kennis en ervaring, tenzij zij begeleiding of instructies krijgen over het gebruik van
het toestel door een persoon, die verantwoordelijk is voor hun veiligheid.
Kinderen moeten zodanig begeleid worden dat het zeker is dat zij niet gaan spelen met
het toestel.
Metalen voorwerpen zoals messen, vorken, lepels en deksels mogen niet geplaatst
worden op het glazen kookoppervlak omdat deze dan heet kunnen worden.

4
Voorzorgsmaatregelen tegen beschadiging
Beschadigde kookpotten of kookpotten met ruwe bodem (niet geëmailleerd gietijzer)
kunnen het vitrokeramische glas beschadigen.
De aanwezigheid van zand of andere schuurmaterialen kunnen de vitrokeramiek
beschadigen.
Laat geen voorwerpen (zelfs kleine) op het glas vallen.
Vermijd het stoten van kookpotten tegen de rand van het glas.
Verzeker u ervan dat de ventilatie van het apparaat verloopt volgens de instructies van
de fabrikant.
Plaats of laat geen lege kookpotten op de kookplaat.
Vermijd het contact van suiker, synthetische stoffen of aluminiumfolie met de hete
zones. Deze stoffen kunnen tijdens het afkoelen het vitrokeramische oppervlak doen
barsten of aantasten: schakel het apparaat uit en verwijder ze onmiddellijk van de nog
hete zones (opgepast: risico voor brandwonden)
Plaats nooit een warme kookpot op de bedieningszone.
Indien er onder het inbouwapparaat een lade is, zorg dan voor een voldoende afstand
(2 cm) tussen de inhoud van de lade en de onderkant van het apparaat teneinde een
goede ventilatie te verzekeren.
Leg geen ontvlambare voorwerpen (bv sprays) in de lade onder de kookplaat.
Eventuele bestekbakken dienen in warmtebestendig materiaal te zijn uitgevoerd.
Voorzorgsmaatregelen bij defect van het apparaat
Bij het vaststellen van een defect, het apparaat uitzetten en de elektrische toevoer
uitschakelen.
Schakel onmiddellijk de elektrische stroom van het apparaat uit indien er een barst of
spleet in het glas is en verwittig de dienst na verkoop.
De herstellingen dienen enkel door gespecialiseerd personeel te worden uitgevoerd. In
geen geval het apparaat zelf openen.
WAARSCHUWING: Als het glazen kookoppervlak gebroken is schakel het toestel uit
om een mogelijke elektrische schok te voorkomen
Andere beschermingen
Zorg ervoor dat de kookpot steeds in het midden van de kookzone staat. De bodem
van de kookpot moet de kookzone zoveel mogelijk bedekken.
Een magnetisch veld kan elektronische apparatuur beïnvloeden. Personen die een
pacemaker dragen doen er goed aan eerst een arts te raadplegen.
Gebruik geen synthetische of aluminium kookpannen: deze kunnen op de nog hete
zones smelten.
GEEN LOSSE TOEBEHOREN GEBRUIKEN OM POTTEN EN PANNEN, DIE NIET
VOOR INDUCTIE GESCHIKT ZIJN, OP TE WARMEN.
GEVAAR VOOR BRANDWONDEN EN BESCHADIGINGEN VAN DE KOOKPLAAT.

5
BESCHRIJVING VAN HET APPARAAT
Technische kenmerken
Type Totaal
vermogen Positie Zone Vermogen *
Vermogen
Power * Diameter
1706 7400 W
Links
Links midden
Rechts midden
Rechts
2300 W
2300 W
2300 W
2300 W
3200 W
3200 W
3200 W
3200 W
210 mm
210 mm
210 mm
210 mm
1786 7400 W
Links voor
Links achter
Midden
Rechts achter
Rechts voor
2300 W
2300 W
2300 W
2300 W
2300 W
3200 W
3200 W
2900/3700 W
3200 W
3200 W
210 mm
210 mm
260 mm
210 mm
210 mm
* het vermogen kan variëren in functie van de afmetingen en het materiaal van de kookpotten
Bedieningspaneel (Afhankelijk van het model)
GEBRUIK VAN HET APPARAAT
Tiptoetsen
Uw apparaat is uitgerust met tiptoetsen waarmee u de verschillende functies kan instellen.
Het aanraken van de toets zet de functie in werking. Deze activering wordt weergegeven door
een lichtje, een aflezing en/of een geluidssignaal.
Druk niet op meerdere toetsen tegelijk.
[ -] toets
[ + ] toets
Aan / Uit
Power toets
Vergrendelingstoets
Stop&Go
Aanduiding van de timer
[ + ] en [ -]
toets van de
timer
Lampjes voor keuze
van zone voor timer
Warmhoud toets
Aanduiding van het
vermogenniveau

6
Display
Display Aanduiding Functie
0 Nul Kookzone geactiveerd
1…9 Vermogenniveau Keuze kookniveau
U Detectie kookpan Geen of onaangepaste kookpan
A Onmiddellijke opwarming Aankookautomaat
E Foutmelding Defect elektronisch circuit
H Restwarmte De kookzone is warm
P Power Het turbovermogen is geactiveerd
U Warmtebehoud Automatisch behoud op 70°
II Stop&Go Stop&Go is geactiveerd
Ventilatie
De koelingsventilator functioneert helemaal automatisch. Hij komt langzaam op gang zodra
de door de elektronica vrijgekomen calorieën een bepaalde hoeveelheid overschrijden. De
ventilatie schakelt naar de tweede snelheid over wanneer het kookvlak intensief gebruikt
wordt. De ventilator vermindert snelheid en stopt automatisch zodra het elektronisch circuit
voldoende is afgekoeld.
IN WERKING STELLEN
Voor het eerste gebruik
Poets uw toestel met een vochtige doek en droog het af. Gebruik geen detergent, deze kan
op het glas een blauwachtige waas doen verschijnen.
Principe van inductie
Onder elke kookzone bevindt zich een inductie element. Wanneer dit in werking is produceert
het een variabel elektromagnetisch veld dat op zijn beurt inductiestroom produceert in de
magnetische bodem van de kookpot. Hierdoor verwarmt de kookpot die op de kookzone
staat.
Uiteraard zijn aangepaste kookpotten vereist:
Aanbevolen zijn alle metalen kookpotten met magnetische basis (eventueel met een
magneet te controleren) zoals: gietijzeren ketel, zwarte ijzeren pan, geëmailleerde
metalen kookpotten, in inox met magnetische bodem, …
Uitgesloten zijn alle kookpotten in koper, inox, aluminium, glas, hout, keramiek,
aardewerk, inox zonder magneet…
De inductie kookzone houdt onmiddellijk rekening met de afmeting van de gebruikte kookpot.
Is de diameter te klein dan werkt de kookpot niet. De diameter varieert in functie van de
diameter van de kookzone.Wanneer de kookpot niet aan de kookplaat aangepast is, blijft het
symbool ( U) branden.

7
Inwerkingstelling
Schakel eerst de kooktafel in, daarna de kookzone:
In-en uitschakelen van de kookplaat :
Actie Bedieningspaneel Display
Inschakelen Druk op [ 0/I ] [ 0 ]
Uitschakelen Druk op [ 0/I ] Geen of [ H ]
In-en uitschakelen van een verwarmingszone :
Actie Bedieningspaneel Display
Kiezen Druk op [ + ] van de zone [ 4 ]
Verhogen Druk op [ + ] of [ -] [ 1 ] tot [ 9 ]
Verlagen Druk op [ -] [ 9 ] tot [ 1 ]
Uitschakelen Druk tegelijkertijd op [ + ] en [ -] [ 0 ] of [ H ]
of druk op [ -] [ 0 ] of [ H ]
Indien binnen de 20 seconden geen regeling is uitgevoerd, valt de elektronica terug op de
wachtpositie.
Detectie van de kookpot
De detectie van de kookpot verzekert een optimale veiligheid :
De inductie functioneert niet indien er geen kookpot op de kookzone staat of wanneer
de kookpot ongeschikt is voor inductie. In dit geval is het onmogelijk het vermogen op
te voeren en het symbool [ U] verschijnt op de display. Wanneer een kookpot op de
kookzone wordt geplaatst verdwijnt de [ U ].
De werking wordt onderbroken wanneer tijdens het koken de kookpot van de kookzone
wordt genomen. Het symbool [ U] verschijnt op de display. De [ U] verdwijnt wanneer
de kookpot terug op het kookvlak wordt geplaatst. Het koken gaat door op het voordien
gekozen vermogen.
Aanduiding restwarmte
Na het uitzetten van de kookzones of het volledig uitzetten van de kookplaat zijn de
kookzones nog warm en wordt dit aangegeven door [ H ].
Het symbool [ H ] gaat uit wanneer de kookzones zonder gevaar kunnen aangeraakt worden.
Zolang het getuigenlampje van de restwarmte blijft branden, de kookzones niet aanraken en
geen enkel warmtegevoelig voorwerp op de kookzones plaatsen. Gevaar voor brand of
brandwonden!
Powerfunctie
De Power functie [ P ] verleent aan de gekozen kookzone een versterkt vermogen.
Indien deze functie geactiveerd is, werken deze kookzones gedurende 10 minuten met een
aanmerkelijk hoger vermogen.
De Power functie is ontworpen om bijvoorbeeld vlug grote hoeveelheden water op te warmen,
zoals bv. voor het koken van pasta.

8
In-en uitschakelen van de booster:
Actie Bedieningspaneel Display
De booster inschakelen Druk op [ P ] Controlelampje
Knippert 10 min
De zone kiezen Druk op [ + ] of [ + ] van de zone [ P ]
De booster uitschakelen Druk op [ -] [ 9 ]
Super Power functie
De Super Power functie heeft 2 vermogensniveaus:
1steniveau Power weergegeven door [ P ]
2de niveau SuperPower weergegeven door 2 en 4 verticale segmenten [ ] en [P].
Wanneer deze functie geactiveerd is werkt de zone gedurende 10 minuten met een ultra
hoog vermogen
In-en uitschakelen van Super Power :
Actie Bedieningspaneel Display
De zone kiezen Druk op [ + ] of [ -] van de zone [ 4 ] of [ 9 ]en lampje
van de zone aan
Power inschakelen Druk op [ P ] dan [ + ] [ P ]
Super Power inschakelen Druk opnieuw [ P ] dan [ + ] [ en P ]
Super Power uitschakelen Druk op [ -] [ 9 ]
Gebruik van het maximaal vermogen:
Het geheel van de kooktafel is met een maximaal vermogen uitgerust. Wanneer de booster
functie in werking is, en om dit maximaal vermogen niet te overschrijden, wordt het vermogen
van een andere kookzone automatisch verminderd.
De display van deze kookzone zal gedurende enkele seconden knipperen [ 9 ] en duidt dan
het maximum vermogen aan:
Gekozen kookzone Andere kookzone ( bv.: kookniveau 9 )
[ P ] is aangeduid [ 9 ] gaat over naar [ 6 ] of [ 8 ] volgens type kookzone
Timer functie
De timer kan voor de 4 kookzones tegelijk worden gebruikt met verschillende tijdregelingen
(van 0 tot 99 minuten) voor elke zone.
Instellen en wijzigen van de kooktijd van een kookzone:
Actie Bedieningspaneel Display
Kookzone selecteren Druk op [ + ] van de zone [ 4 ]
Vermogen selecteren Druk op [ + ] of [ -] [ 1 ] … [ 9 ]
Timer selecteren Druk tegelijkertijd op [ -] en [ + ] Controlelampje van
van de timertot gewenste kookzone aangaat
gewenste kookzone
brandt
Tijd verkorten Druk op [ -] van de timer [ 00 ] wordt 30,29,...
Tijd verlengen Druk op [ + ] van de timer Tijd wordt langer

9
De tijd wordt weergegeven en de kookplaat wordt warm tot de ingestelde tijd verlopen is [00].
De kooktijd van een kookzone stopzetten:
Actie Bedieningspaneel Display
De timer selecteren Druk tegelijkertijd op [ -] en [ + ] van de timer De tijd
wordt
tot gewenste kookzone aangaat weergegeven
Druk op [ -] van de timer Geeft [ 01 ] weer
Druk nogmaals op [ -] Geeft [ 00 ] weer
Herhaal het proces als u meerdere timers wil activeren/stopzetten.
Automatisch stoppen aan het eind van de kooktijd:
Zodra de geselecteerde kooktijd afgelopen is, gaat de display knipperen [ 00 ], er klinkt een
geluidssignaal en de kookzone stopt. Om het geluidssignaal en het knipperen te stoppen
drukt u op [ -] of [ + ] van de timer.
Instellen en wijzigen van de “Eierwekker”
De “Eierwekker” werkt onafhankelijk van de kookzones. Als deze timer aan staat en u zet de
kookplaat uit, dan loopt de “Eierwekker” door tot het eind van de ingestelde tijd.
Actie Bedieningspaneel Display
Inschakelen Druk op [ 0/I ] Contolelampje aan
De timer selecteren Druk tegelijkertijd op [ -] en [ + ] De tijd wordt
van de timer weergegeven
Tijd verkorten Druk op [ -] [ 00 ] wordt 30,
29,…
Tijd verlengen Druk op [ + ] Tijd wordt langer
Als de tijd op [ 00 ] komt, begint hij te knipperen en te piepen.
De “Eierwekker” stopzetten
Actie Bedieningspaneel Display
De timer selecteren Druk tegelijkertijd op [ -] en [ + ] De tijd wordt
weergegeven
De timer stopzetten Druk op [ -] Geeft [ 01 ] weer
Druk nogmaals op [ -] Geeft [ 00 ] weer
Indien meerdere timers geactiveerd zijn volstaat het de handeling te herhalen.
Warmhoudfunctie
Deze functie maakt het mogelijk een temperatuur van 70° te bereiken en automatisch te
behouden.
Dit voorkomt dat vloeistoffen overlopen en dat uw gerechten aan de bodem van de kookpot
gaan kleven.
Aanzetten, stopzetten van de Warmhoudfunctie :
Actie Bedieningspaneel Display
Aanzetten Druk op [ U ] Controlelampje
Warmhoudfunctie
knippert
Kookzone selecteren Druk op [ + ] of [ -] van de zone [ U ]
Stopzetten Druk op [ -] of [ + ] van de zone [ 0 ] tot [ 9 ]
Deze functie kan onafhankelijk gebruikt worden bij alle kookzones.

10
Wanneer de kookpot de kookzone verlaat, blijft de functie “ Warmtebehoud “ actief gedurende
ongeveer 10 minuten.
De maximale duur van het warmhouden is 2 uur.
Programmeren van de aankookautomaat
Alle kookzones zijn uitgerust met een aankookautomaat. De kookzone functioneert eerst een
zekere tijd op volle kracht en vermindert dan automatisch tot het geselecteerde niveau.
Inwerkingstelling van de automatische bediening :
Actie Bedieningspaneel Display
Zone selecteren Druk op [ + ] van de zone [ 4 ]
Volledig vermogen instellen Druk op [ + ] [ 4 ] tot [ 9 ]
Automatisch koken Druk op [ + ] [ 9 ] knippert met [A]
Vermogen selecteren Druk op [ -] [ 9 ] [ 8 ] [ 7 ]
(bijvoorbeeld 7) [ 7 ] knippert met [A]
Stopzetten van automatische bediening :
Actie Bedieningspaneel Display
Stopzetten Druk op [ + ] of [ -] van de zone [ 8 ] en [ 6 ]
(bijvoorbeeld 7) en [ + ] en [ -] van de zone [ 0 ]
Stop&Go functie
Met deze functie worden alle kookactiviteiten van de kookplaat onderbroken en kunnen ze
met dezelfde instellingen weer worden voortgezet.
De pauzefunctie aan-/uitzetten:
Actie Bedieningspaneel Display
Stop&Go instellen Druk op [ II ] Display van de 4
kookzones geeft
[ II ] weer
Stop&Gostoppen Druk op [ II ] Controlelampje
pauze knippert
en druk op willekeurige [ + ] of [ -]
Functie herhaling
Na het uitzetten van de kookplaat [ 0/I ] is het mogelijk de laatst gekozen instellingen te
herhalen:
Staat van alle kookzones (vermogen)
Minuten en seconden van de geprogrammeerde kookzones door de timers
Functie “automatisch koken”
De herhalingsprocedure is als volgt:
Duw op de toets [ 0/I ]
Vervolgens op de [ II ] toets duwen in minder dan 6 seconden
De vorige instellingen zijn opnieuw actief.

11
Vergrendeling van het bedieningspaneel
Om te vermijden dat een selectie van de kookplaat wordt gewijzigd, bijvoorbeeld bij het
poetsen van het glas, kan het bedieningspaneel worden vergrendeld (behalve de toets aan/uit
[0/I ]).
Vergrendelen:
Actie Bedieningspaneel Display
Kookplaat vergrendelen Druk gedurende 2 sec op [ ] Controlelampje
vergrendeling
brandt
Ontgrendelen:
Actie Bedieningspaneel Display
Kookplaat ontgrendelen Druk gedurende 2 sec op [ ] Controlelampje
vergrendeling
geblust
KOOKADVIES
Kwaliteit van de kookpotten
Aangepaste kookpotten: staal, geëmailleerd staal, gietijzer, inox met magnetische bodem,
aluminium met magnetische bodem
Niet aangepaste kookpotten : aluminium en inox zonder magnetische bodem, koper,
messing, keramiek, porselein
De fabrikanten vermelden of hun producten geschikt zijn voor inductie.
Om u ervan te verzekeren of de kookpotten geschikt zijn:
Giet een beetje water in een kookpot en plaats deze op een inductie kookzone
geregeld op [ 9 ]. Het water moet binnen enkele seconden opwarmen.
Houd een magneet tegen de bodem van de kookpot. De magneet moet blijven
plakken.
Sommige kookpotten maken lawaai wanneer ze op een inductie kookzone geplaatst worden.
Dit wil niet zeggen dat het apparaat defect is en het beïnvloedt geenszins het functioneren.
Afmetingen van de kookpotten
De kookzones passen zich tot op zekere hoogte automatisch aan de diameter van de kookpot
aan. De bodem van deze kookpot dient wel een minimum diameter te hebben in functie van
de diameter van de gekozen kookzone.
Plaats de kookpot goed in het midden van de kookzone teneinde een optimaal rendement
van uw kooktafel te verkrijgen.

12
Voorbeelden van vermogenregeling
(de hieronder vermelde waarden zijn enkel richtgevend)
1 tot 2 Smelten
Opwarmen Sauzen, boter, chocolade, gelatine
Kant-en klaargerechten
2 tot 3 Opzwellen
Ontdooien Rijst, pudding en bereidde gerechten
Groenten, vis, diepgevroren producten
3 tot 4 Stoom Groenten, vis, vlees
4 tot 5 Water Gekookte aardappelen, soep, pasta
Verse groenten
6 tot 7 Zachtjes koken Vlees, lever, eieren, braadworsten
Goulash, rollade, pens
7 tot 8 Koken Braden Aardappelen, beignets, platte koeken
9 Braden Op kooktemperatuur
brengen Steaks, omeletten
water
P Braden
Op kooktemperatuur brengen
Op kooktemperatuur brengen van grote
hoeveelheden water
ONDERHOUD EN REINIGING
Laat het apparaat eerst afkoelen, anders is er risico op brandwonden.
Maak de kookplaat niet schoon als het glas te heet is: risico op brandwonden.
Verwijder de kookresten met een beetje water met afwasproduct of een in de handel
aanbevolen product voor vitrokeramisch glas..
Gebruikt in geen enkel geval apparaten „met stoom“ of „druk“.
Geen voorwerpen gebruiken die krassen kunnen maken in het glas
Gebruik geen schuurproducten, deze kunnen het apparaat beschadigen.
Droog het apparaat met een propere doek.
Verwijder onmiddellijk suiker of spijzen die suiker bevatten.
KLEINE STORINGEN VERHELPEN
De kookplaat of de kookzone werkt niet:
de kookplaat is slecht op het elektrisch net aangesloten
de veiligheidszekering is gesprongen
kijk na of de vergrendeling niet is ingeschakeld
de tiptoetsen zijn met water of vet bespat
er staat een voorwerp op de tiptoetsen.
Het symbool [ U ] licht op:
er staat geen kookpot op de kookzone
de kookpot is niet geschikt voor inductie
de diameter van de bodem van de kookpot is te klein in vergelijking met de kookzone
Het symbool [ II ] licht op:
Zie hoofdstuk “Stop&Go“.
Het symbool [ E ] licht op:
doe beroep op de dienst na verkoop

13
Een enkele zone of alle zones vallen uit:
de veiligheid is in werking getreden
deze treedt in werking wanneer u vergeten bent een kookzone uit te schakelen
de veiligheid treedt eveneens in werking wanneer één of meerdere tiptoetsen bedekt
zijn
een kookpan is leeg en de bodem is oververhit
de kookplaat beschikt eveneens over een automatisch verminderingsdispositief van
het vermogen en van een automatische uitschakeling bij oververhitting
De ventilator blijft doorwerken na het uitzetten van de kooktafel:
dit is geen defect, de ventilator beveiligt zo de elektronische apparatuur
de ventilator stopt vanzelf
De aankookautomaat treedt niet in werking:
de kookzone is nog warm [ H ]
het maximum kookniveau staat aan [ 9 ]
het kookniveau werd aangezet met de toets [ -]
Het symbool [ U ] licht op :
Zie hoofdstuk “Warmhoudfunctie“.
MILIEUBESCHERMING
de verpakkingsmaterialen zijn ecologisch en recycleerbaar
de elektronische apparaten bestaan uit recycleerbare materialen en soms uit
materialen die giftig zijn voor het milieu maar noodzakelijk voor het goed functioneren
en de veiligheid van het apparaat
INSTALLATIE
De montage dient enkel door erkende specialisten te worden uitgevoerd.
De gebruiker dient de wetgeving en de normen van het land van zijn verblijfplaats na te leven.
Plaatsen van de waterdichte strip :
De zelfklevende strip geleverd met het apparaat vermijdt infiltratie in het meubel.
Het plaatsen dient met grote zorg volgens onderstaande tekening te worden uitgevoerd.
werp het apparaat niet weg met het huisvuil
doe beroep op de daartoe voorziene ophaaldienst of
breng uw elektrisch apparaat naar het containerpark
van uw gemeente
De beschermfolie (3) verwijderen en
de dichtingstrip (2) op de rand van
de kookplaat plakken op 2 mm van
de buitenrand

14
Inbouw :
Inbouwafmetingen volgens model:
Typ Uitsparing voor
inbouw afmetingen glas Afmetingen voor vlakbouw
Breedte
Diepte Breedte
Diepte Dikte Breedte Diepte Dikte glas Straal
1706 985 380 1000 400 4 1006 406 4 7
1786 805 490 880 520 4 886 526 4 7
De afstand tussen de kookplaat en de muur dient minstens 50 mm te bedragen.
De kookplaat is een apparaat toebehorend aan de beschermingsklasse « Y ».
Ingebouwd mag zich een hoge kastwand of een muur aan een zijde en aan de
achterzijde bevinden. Aan de andere zijde mag geen enkel meubel of apparaat
hoger zijn dan het kookvlak.
De bekledingen van de werkbladen dienen te worden uitgevoerd in warmtebestendige
materialen (100°C)
De materialen van het werkblad kunnen opzwellen bij contact van vocht. Om de
uitsnijding te beschermen, bestrijk deze met een vernis of een speciale lijm.
De strippen aan de muurranden dienen hittebestendig te zijn.
Installeer de kookplaat niet boven een niet geventileerde oven of een vaatwasmachine.
Onder de omkasting van het apparaat een afstand van 20 mm voorzien om een
goede verluchting van de elektronische apparatuur te verzekeren
Indien er zich een lade onder de kookplaat bevindt, vermijd er ontvlambare voorwerpen
in op te bergen (bv. spray) en voorwerpen die niet warmtebestendig zijn.
Voor de afstand tussen de kookplaat en de erboven geplaatste dampkap, dient u de
instructies van de fabrikant van de dampkap te volgen. Bij gebrek aan instructies, dient
u een afstand van minimum 760 mm te respecteren.
De verbindingskabel mag na aansluiting aan geen enkele mechanische spanning
onderhevig zijn, zoals bijvoorbeeld een lade.
ELEKTRISCHE AANSLUITING
De installatie en de aansluiting op het elektrische net mag enkel toevertrouwd worden
aan een vakman (elektricien) die op hoogte is van de voorgeschreven normen.
Na het monteren moeten de stukken die onder spanning staan beschermd blijven.
De nodige aansluitgegevens staan op het kenplaatje et het aansluitingsplaatje aan de
onderkant van het apparaat.
Het apparaat dient door middel van een meerpolige stroomonderbreker van het net
gescheiden te zijn. Staat deze open (niet aangesloten), dan moet de contactopening
minstens 3mm bedragen.
Het elektrische circuit dient van het net gescheiden te zijn door middel van de nodige
voorzieningen zoals bijvoorbeeld beveiligingsschakelaars, zekeringen, differentiële
schakelaars en contacten.

15
Let op !
Dit apparaat is voorzien voor een aansluiting op een netspanning van 230V~ 50 HZ
Verbind steeds de aarding.
Respecteer het aansluitingsschema.
Om het deksel te openen, gebruik een schroevendraaier en plaats deze in de 2 gleuven voor
de 2 pijlen.
AANSLUITING VAN DE KOOKPLAAT VOOR 4 ZONEs
* berekend met de coëfficiënt van gelijktijdigheid volgens de standaard EN 60 335-2-6/1990
* berekend met de coëfficiënt van gelijktijdigheid volgens de standaard EN 60 335-2-6/1990
AANSLUITING VAN DE KOOKPLAAT VOOR 5 ZONEs
* berekend met de coëfficiënt van gelijktijdigheid volgens de standaard EN 60 335-2-6/1990
Let op ! De draden goed doorsteken en de schroeven goed
Netwerk Aansluiting Kabeldiameter Kabel Beschermingsk
aliber
230 V~ 1F+N 50 Hz 1 fase +N 3 x 2,5 mm2H 05 VV -F
H 05 RR -F 25 A *
400 V~ 2F+N 50 Hz 2 fasen + N 4 x 1,5 mm2H 05 VV -F
H 05 RR -F 16 A *
Netwerk Aansluiting Kabeldiameter Kabel Beschermingska
liber
230 V~ 1F+N 50 Hz 1 fase +N 3 x 4 mm2H 05 VV -F
H 05 RR - F 40 A *
400 V~ 2F+N 50 Hz 2 fasen + N 4 x 2,5 mm2H 05 VV -F
H 05 RR -F 25 A *
400 V~ 3F+N 50 Hz 3 faser + N 5 x 1,5 mm2H 05 VV -F
H 05 RR -F 16 A *
We kunnen niet verantwoordelijk gesteld worden voor ongevallen voortkomend uit een
slechte aansluiting of ongevallen die gebeuren door toestellen zonder of met een defecte
aarding.

16
Chère cliente, cher client,
Nous vous remercions de la confiance que vous nous avez accordée en choisissant notre
table de cuisson vitrocéramique à induction.
Afin de bien connaître cet appareil nous vous recommandons de lire attentivement cette
notice d’utilisation dans son intégralité et de la conserver pour une consultation ultérieure.
SOMMAIRE
SECURITE.............................................................................................................................17
PRECAUTIONS AVANT UTILISATION EN CUISSON .......................................................................17
UTILISATION DE L’APPAREIL ...................................................................................................17
PRECAUTIONS POUR NE PAS DETERIORER L’APPAREIL..............................................................18
PRECAUTIONS EN CAS DE DEFAILLANCE DE L’APPAREIL ............................................................18
AUTRES PROTECTIONS..........................................................................................................18
DESCRIPTION DE L’APPAREIL...........................................................................................19
CARACTERISTIQUES TECHNIQUES ..........................................................................................19
BANDEAU DE COMMANDE ......................................................................................................19
UTILISATION DE L’APPAREIL.............................................................................................19
TOUCHES SENSITIVES ...........................................................................................................19
AFFICHAGE ..........................................................................................................................20
VENTILATION........................................................................................................................20
MISE EN ROUTE ET GESTION DE L’APPAREIL ................................................................20
AVANT LA PREMIERE UTILISATION...........................................................................................20
PRINCIPE DE L’INDUCTION......................................................................................................20
MISE EN ROUTE....................................................................................................................21
DETECTION DE RECIPIENT......................................................................................................21
INDICATEUR DE CHALEUR RESIDUELLE....................................................................................21
FONCTION POWER ................................................................................................................21
FONCTION SUPER POWER......................................................................................................22
FONCTION MINUTERIE ...........................................................................................................22
FONCTION « MAINTIEN AU CHAUD » .......................................................................................23
PROGRAMMATION ACCELERATEUR DE CHAUFFE ......................................................................24
FONCTION STOP&GO ............................................................................................................24
FONCTION RAPPEL................................................................................................................24
VERROUILLAGE DU BANDEAU DE COMMANDE...........................................................................24
CONSEILS DE CUISSON......................................................................................................25
QUALITE DES CASSEROLES....................................................................................................25
DIMENSION DES CASSEROLES................................................................................................25
EXEMPLES DE REGLAGE DES PUISSANCES DE CUISSON............................................................25
ENTRETIEN ET NETTOYAGE..............................................................................................26
QUE FAIRE EN CAS DE PROBLEME..................................................................................26
PROTECTION DE L’ENVIRONNEMENT ..............................................................................27
INSTRUCTIONS D’INSTALLATION......................................................................................27
CONNEXION ELECTRIQUE.................................................................................................. 28

17
SECURITE
Précautions avant utilisation en cuisson
Retirez toutes les parties de l’emballage.
L’installation et le branchement électrique de l’appareil sont à confier à des spécialistes
agrées. Le fabricant ne saurait être tenu responsable des dommages résultant d’une
erreur d’encastrement ou de raccordement.
L’appareil ne doit être utilisé que s’il est monté et installé dans un meuble et un plan de
travail homologué et adapté.
Son utilisation est uniquement destinée à l’usage domestique habituel (préparation des
aliments), à l’exclusion de toute autre utilisation domestique, commerciale ou
industrielle.
Enlevez toutes les étiquettes et autocollants du verre vitrocéramique.
Ne pas transformer ou modifier l’appareil.
La table de cuisson ne doit pas servir de support ou de plan de travail.
La sécurité n’est assurée que si l’appareil est raccordé à une terre de protection
conforme aux prescriptions en vigueur.
Pour le raccordement au réseau électrique n’utilisez pas de rallonge.
L’appareil ne doit pas être utilisé au-dessus d’un lave-vaisselle ou d’un sèche-linge :
les vapeurs d’eau dégagées pourraient détériorer l’électronique.
Utilisation de l’appareil
Coupez toujours les foyers après utilisation.
Surveillez constamment les cuissons qui utilisent des graisses et des huiles, car elles
sont susceptibles de s’enflammer rapidement.
Prenez garde aux risques de brûlures pendant et après l’utilisation de l’appareil.
Assurez-vous qu’aucun câble électrique d’appareil fixe ou mobile ne vienne en contact
avec la vitre ou la casserole chaude.
Les objets magnétisables (cartes de crédits, disquettes informatiques, calculatrices) ne
doivent pas se trouver à proximité immédiate de l’appareil en fonction.
Ne placez aucun objet métallique autre que les récipients de chauffe. En cas
d’enclenchement intempestif ou de chaleur résiduelle, celui-ci risquerait selon le
matériau de chauffer, de fondre ou de commencer à brûler.
Ne jamais couvrir l’appareil d’un chiffon ou d’une feuille de protection. Il pourrait
devenir très chaud et prendre feu.
Cet appareil n'est pas destiné à être utilisé par des personnes (enfants y compris)
ayant des facultés physiques, sensorielles ou mentales réduites, ou un manque
d'expérience et de connaissance, à moins qu'elles aient eu des explications
concernant l'utilisation de l'appareil par une personne chargée de leur sécurité.
Les enfants doivent être informés pour s'assurer qu'ils ne jouent pas avec l'appareil.
Les objets métalliques tels que des couteaux, des fourchettes, des cuillères et des
couvercles ne devraient pas être placés sur la surface vitrée puisqu'ils peuvent devenir
chauds.

18
Précautions pour ne pas détériorer l’appareil
Les casseroles à semelles brutes (fonte non émaillée,…) ou abîmées peuvent
endommager la vitrocéramique.
La présence de sable ou d’autres matériaux abrasifs peut endommager la
vitrocéramique.
Evitez de faire chuter des objets, mêmes petits, sur la vitrocéramique.
Ne heurtez pas les bords de la vitre avec les casseroles.
S’assurer que la ventilation de l’appareil se fasse suivant les instructions du
constructeur.
Ne posez pas ou ne pas laisser de casseroles vides sur la table de cuisson.
Eviter que le sucre, les matières synthétiques ou une feuille d’aluminium ne touchent
les zones chaudes. Ces substances peuvent au refroidissement provoquer des
cassures ou d’autres modifications de la surface vitrocéramique: éteindre l’appareil et
enlevez-les immédiatement de la zone de cuisson encore chaude (attention : risque de
brûlures).
Ne placez jamais de récipients chauds au dessus de la zone de commande.
Si un tiroir est situé sous l’appareil encastré, assurer un écart suffisant (2 cm) entre le
contenu de ce tiroir et la partie inférieure de l’appareil afin d’assurer une bonne
ventilation.
Ne déposez pas d’objets inflammables (ex. sprays) dans le tiroir placé sous la table de
cuisson. Les éventuels casiers à couverts doivent être en matériau résistant à la
chaleur.
Précautions en cas de défaillance de l’appareil
Si un défaut est constaté, il faut déclencher l’appareil et couper le ligne d’alimentation
électrique.
En cas de fêlure ou de fissure de la vitrocéramique il faut impérativement débrancher
l’appareil du réseau électrique et prévenir le service après-vente.
Les réparations doivent être entreprises exclusivement par un personnel spécialisé.
N’ouvrez en aucun cas l’appareil vous-même.
ATTENTION : Si la surface vitrée est fissurée, coupez l’alimentation de l’appareil pour
éviter une éventuelle décharge électrique.
Autres protections
Assurez-vous que le récipient de cuisson soit toujours centré sur la zone de cuisson.
Le fond de la casserole doit autant que possible couvrir la zone de cuisson.
Pour les utilisateurs portant un régulateur de rythme cardiaque, le champ magnétique
pourrait influencer son fonctionnement. Nous recommandons de se renseigner auprès
du revendeur ou du médecin.
N’utilisez pas de récipients en matière synthétique ou en aluminium : ils pourraient
fondre sur des foyers encore chauds.
NE PAS UTILISER D’ACCESSOIRES AMOVIBLES INTERMEDIAIRES POUR
FAIRE CHAUFFER DES CASSEROLES NON ADAPTEES A L’INDUCTION.
RISQUES DE BRULURES ET DE DETERIORATION DE LA TABLE.

19
DESCRIPTION DE L’APPAREIL
Caractéristiques techniques
Type Puissance
totale Position
du foyer Puissance
Nominale *
Puissance
du booster *
Diamètre
1706 7400 W
Gauche
Centre gauche
Centre droit
Droite
2300 W
2300 W
2300 W
2300 W
3200 W
3200 W
3200 W
3200 W
210 mm
210 mm
210 mm
210 mm
1786 7400 W
Avant gauche
Arrière gauche
Centre
Arrière droit
Avant droit
2300 W
2300 W
2300 W
2300 W
2300 W
3200 W
3200 W
2900/3700 W
3200 W
3200 W
210 mm
210 mm
260 mm
210 mm
210 mm
* la puissance peut varier en fonction des dimensions et des matériaux des casseroles.
Bandeau de commande (selon modèle)
UTILISATION DE L’APPAREIL
Touches sensitives
Votre appareil est équipé de touches sensitives permettant de commander les différentes
fonctions. Un effleurage de la touche active leur fonctionnement. Cette activation est validée
par un voyant, un affichage et/ou par un signal sonore.
N’appuyez que sur une seule touche à la fois.
Maintien
Chaud
Voyants de
sélection du foyer
pour minuterie Stop&Go
Touche
Power
Touche [ + ]
Touche [ - ]
Marche/Arrêt
Verrouillage
Touches
minuterie
Affichage de la
minuterie
Affichage du niveau
de puissance

20
Affichage
Affichage Désignation Fonction
0 Zéro La zone de chauffe est activée
1…9 Niveau de puissance Choix du niveau de cuisson
UDétection de casserole Récipient manquant ou inapproprié
A Accélérateur de chauffe Cuisson automatique
E Message d’erreur Défaut de circuit électronique
H Chaleur résiduelle La zone de cuisson est chaude
P Power La puissance turbo est activée
U Maintien chaud Maintien automatique à 70°C
II Stop&Go Stop&Go est activée.
Ventilation
Le ventilateur de refroidissement a un fonctionnement entièrement automatique. Il se met en
route à petite vitesse dès que les calories dégagées par l’électronique dépassent un certain
seuil. La ventilation enclenche sa seconde vitesse lorsque la table de cuisson est utilisée
intensivement. Le ventilateur réduit sa vitesse et s’arrête automatiquement dès que le circuit
électronique est suffisamment refroidi.
MISE EN ROUTE ET GESTION DE L’APPAREIL
Avant la première utilisation
Nettoyez votre appareil avec un chiffon humide, puis séchez le. N’utilisez pas de détergent
qui risquerait de provoquer une coloration bleutée sur les surfaces vitrées.
Principe de l’induction
Une bobine d’induction se trouve sous chaque foyer de cuisson. Lorsque celle-ci est
enclenchée, elle produit un champ électromagnétique variable qui, à son tour produit des
courants induits dans le fond ferro-magnétique du récipient. Il en résulte un échauffement du
récipient placé sur la zone de chauffe.
Bien entendu le récipient doit être adapté :
Sont recommandés tous les récipients métalliques ferro-magnétiques (à vérifier
éventuellement avec un petit aimant) tels que : cocotte en fonte, poêle en fer noir,
casseroles métalliques émaillées, en inox à semelle ferro-magnétique…
Sont exclus les récipients en cuivre, inox, aluminium, verre, bois, céramique, grès,
terre cuite, inox non ferro-magnétique…
La zone de cuisson à induction prend automatiquement en compte la taille du récipient utilisé.
Avec un diamètre trop petit, le récipient ne fonctionne pas. Ce diamètre varie en fonction du
diamètre de la zone de cuisson.
Lorsque le récipient n’est pas adapté à la table de cuisson le symbole (U) reste affiché.
This manual suits for next models
1
Table of contents
Languages:
Other Novy Hob manuals

Novy
Novy 1773 Operation manual

Novy
Novy 1713 Operation manual

Novy
Novy Pro 1773/2 Operation manual

Novy
Novy 1724-2 Operation manual

Novy
Novy 1790 Operation manual

Novy
Novy 1801 One Power User manual

Novy
Novy 1758 Operation manual

Novy
Novy Easy User manual

Novy
Novy 3753 Operation manual

Novy
Novy 1811 User manual

Novy
Novy 1790 User manual

Novy
Novy 1768 Operation manual

Novy
Novy 56 0 Top Series User manual

Novy
Novy Comfort 1757-2 Operation manual

Novy
Novy Power 1724-2 Operation manual

Novy
Novy 1752-2 Operation manual

Novy
Novy 1724 Operation manual

Novy
Novy Akan User manual

Novy
Novy 1002 Operation manual

Novy
Novy 1763 Operation manual