Novy Comfort 1757-2 Operation manual

Gebruiksaanwijzing en installatievoorschriften
Inductiekookplaten Comfort
Mode d’emploi et d’installation
Table à induction Comfort
Montage- und Bedienungsanleitung
Induktions Kochfelder Comfort
Instructions for use and installation
Comfort induction hob
1757-2

Geachte Klant,
We danken U hartelijk voor het in ons gestelde vertrouwen bij uw keuze van de vitrokeramische
inductiekookplaat.
Teneinde dit apparaat goed te kennen raden we U aan deze gebruiksaanwijzing volledig en
aandachtig door te lezen en ze te bewaren om ten gepaste tijde te kunnen raadplegen.
INHOUD
VEILIGHEID...................................................................................................................................3
V
OORZORGSMAATREGELEN VOOR GEBRUIK VAN HET TOESTEL
.........................................................3
G
EBRUIK VAN HET APPARAAT
........................................................................................................4
V
OORZORGSMAATREGELEN TEGEN BESCHADIGING
.........................................................................5
V
OORZORGSMAATREGELEN BIJ DEFECT VAN HET APPARAAT
.............................................................6
A
NDERE BESCHERMINGEN
.............................................................................................................6
BESCHRIJVING VAN HET APPARAAT.......................................................................................7
T
ECHNISCHE KENMERKEN
.............................................................................................................7
B
EDIENINGSPANEEL
......................................................................................................................7
GEBRUIK VAN HET APPARAAT.................................................................................................7
S
ENSORTOETSEN
.........................................................................................................................8
D
ISPLAY
......................................................................................................................................8
V
ENTILATIE
..................................................................................................................................8
IN WERKING STELLEN................................................................................................................8
V
OOR HET EERSTE GEBRUIK
..........................................................................................................8
P
RINCIPE VAN INDUCTIE
................................................................................................................8
S
LIDERBEDIENING DE TIMERINSTELLING
..........................................................................................9
I
NWERKINGSTELLING
....................................................................................................................9
D
ETECTIE VAN DE KOOKPOT
..........................................................................................................9
A
ANDUIDING RESTWARMTE
............................................................................................................9
P
OWER
FUNCTIE
........................................................................................................................10
T
IMER FUNCTIE
..........................................................................................................................10
A
ANKOOKAUTOMAAT FUNCTIE
.....................................................................................................11
S
TOP
&G
O
F
UNCTIE
....................................................................................................................12
H
ERHALINGSFUNCTIE
.................................................................................................................12
W
ARMHOUDFUNCTIE
..................................................................................................................12
V
ERGRENDELING VAN HET BEDIENINGSPANEEL
.............................................................................13
KOOKADVIES.............................................................................................................................14
K
WALITEIT VAN DE KOOKPOTTEN
..................................................................................................14
A
FMETINGEN VAN DE KOOKPOTTEN
..............................................................................................14
V
OORBEELDEN VAN VERMOGENREGELING
....................................................................................15
KLEINE STORINGEN VERHELPEN...........................................................................................15
ONDERHOUD EN REINIGING....................................................................................................17
MILIEUBESCHERMING..............................................................................................................17
INSTALLATIEVOORSCHRIFTEN...............................................................................................18
ELEKTRISCHE AANSLUITING ..................................................................................................19

3
VEILIGHEID
Voorzorgsmaatregelen voor gebruik van het toestel
•Verwijder alle verpakkingen.
•De installatie en de elektrische aansluiting van het apparaat
dienen aan een erkende vakman toevertrouwd te worden. De
fabrikant kan niet verantwoordelijk gesteld worden voor
eventuele schade voortkomend uit een foutieve inbouw of
aansluiting.
•Het apparaat mag enkel gebruikt worden wanneer het
gemonteerd en geïnstalleerd is in een meubel met een
gehomologeerd en aangepast werkvlak.
•Het is enkel bestemd voor gewoon huishoudelijk gebruik
(bereiding van voedingsmiddelen) met uitsluiting van alle ander
huishoudelijk, commercieel of industrieel gebruik.
•Verwijder alle etiketten en zelfklevers van het vitrokeramische
glas.
•Het apparaat niet ombouwen of wijzigen.
•De kookplaat dient niet als ondergrond of werkvlak.
•De veiligheid wordt enkel verzekerd wanneer het apparaat
volgens de vereiste voorschriften op een aardleiding is
aangesloten.
•Gebruik geen verlengkabel voor de aansluiting op het
elektrische net.
•Het apparaat mag niet gebruikt worden boven een
vaatwasmachine of een droogkast, de vrijgekomen damp kan
de elektronische apparatuur beschadigen.
•Dit apparaat is niet bestemd voor gebruik met een externe
tijdschakelklok of een afstandsbediening.

4
Gebruik van het apparaat
•Schakel de warmtebron na gebruik steeds uit.
•Waak steeds over bereidingen die oliën en vetten bevatten
want deze kunnen vlug vlam vatten.
•Pas op voor brandwonden tijdens en na het gebruik van het
apparaat.
•Verzeker u ervan dat geen enkele elektrische kabel van een
vast of los apparaat met het warme kookvlak of met een warme
kookpot in contact komt.
•Magnetisch gevoelige voorwerpen (creditcards, informatica
diskettes, rekenmachines) mogen zich niet in de onmiddellijke
nabijheid van het functionerende apparaat bevinden.
•Gebruik enkel de hiertoe voorziene kookpotten. Bij onverhoeds
aanschakelen of restwarmte zouden andere materialen kunnen
smelten of ontbranden.
•Bedek het apparaat nooit met een doek of een beschermblad.
Het zou kunnen verhitten en ontvlammen.
•Kinderen jonger dan 8 jaar, personen van wie de psychische en
of mentale capaciteit vermindert zijn en personen van wie de
kennis onaangepast is, kunnen dit toestel enkel onder toezicht
gebruiken of indien zij opgeleid zijn om dit toestel te gebruiken
in veilige omstandigheden.
•Zij dienen daarbij op de hoogte te zijn van de mogelijke risico’s
die zich kunnen voordoen. Kinderen mogen niet met dit toestel
spelen.
•Zonder toezicht van een volwassene kan het reinigen en
onderhoud van dit toestel niet aan kinderen toevertrouwd
worden.
•Metalen voorwerpen zoals messen, vorken, lepels en deksels
mogen niet geplaatst worden op het glazen kookoppervlak
omdat deze dan heet kunnen worden.

5
Voorzorgsmaatregelen tegen beschadiging
•Beschadigde kookpotten of kookpotten met ruwe bodem (niet
geëmailleerd gietijzer) kunnen het glas beschadigen.
•De aanwezigheid van zand of andere schuurmaterialen kunnen
het glas beschadigen.
•Laat geen voorwerpen (zelfs kleine) op het glas vallen.
•Vermijd het stoten van kookpotten tegen de rand van het glas.
•Verzeker u ervan dat de ventilatie van het apparaat verloopt
volgens de instructies van de fabrikant.
•Plaats of laat geen lege kookpotten op de kookplaat.
•Vermijd het contact van suiker, synthetische stoffen of
aluminiumfolie met de hete zones. Deze stoffen kunnen tijdens
het afkoelen het vitrokeramische oppervlak doen barsten of
aantasten: schakel het apparaat uit en verwijder ze onmiddellijk
van de nog hete zones (opgepast: risico voor brandwonden)
•Risico van brand! Geen voorwerpen op de kookplaat leggen.
•Plaats nooit een warme kookpot op de bedieningszone.
•Indien er onder het inbouwapparaat een lade is, zorg dan voor
een voldoende afstand (2 cm) tussen de inhoud van de lade
en de onderkant van het apparaat teneinde een goede
ventilatie te verzekeren.
•Leg geen ontvlambare voorwerpen (bvb. sprays) in de lade
onder de kookplaat. Eventuele bestekbakken dienen in
warmtebestendig materiaal te zijn uitgevoerd.

6
Voorzorgsmaatregelen bij defect van het apparaat
•Bij het vaststellen van een defect, het apparaat uitzetten en de
elektrische toevoer uitschakelen.
•Schakel onmiddellijk de elektrische stroom van het apparaat uit
indien er een barst of spleet in de vitrokeramiek is en verwittig
de dienst na verkoop.
•De herstellingen dienen enkel door gespecialiseerd personeel
te worden uitgevoerd. In geen geval het apparaat zelf openen.
•WAARSCHUWING: Als het glazen kookoppervlak gebroken is
schakel het toestel uit om een mogelijke electrische schok te
voorkomen
Andere beschermingen
•Zorg ervoor dat de kookpot steeds in het midden van de
kookzone staat. De bodem van de kookpot moet de kookzone
zoveel mogelijk bedekken.
•Een magnetisch veld kan elektronische apparatuur
beïnvloeden. Personen die een pacemaker dragen doen er
goed aan eerst de verdeler of een arts te raadplegen.
•Gebruik geen synthetische of aluminium kookpannen: deze
kunnen op de nog hete zones smelten.
•Vuur nooit blussen met water. Schakel de kookzone uit.
Vlammen voorzichtig met een deksel, smoordeksel of iets
dergelijks verstikken.
HET GEBRUIK VAN NIET GESCHIKTE POTTEN EN
PANNEN OF VAN VERWIJDERBARE ACCESSOIRES OM
POTTEN, NIET GESCHIKT VOOR INDUCTIE, OP TE
WARMEN, VALT NIET ONDER DE
GARANTIEVOORWAARDEN.
DE FABRIKANT KAN NIET VERANTWOORDELIJK
GEHOUDEN WORDEN VOOR BESCHADIGINGEN AAN
DE KOOKPLAAT EN HAAR OMGEVING DIE HIERVAN
HET GEVOLG KUNNEN ZIJN.

7
BESCHRIJVING VAN HET APPARAAT
Technische kenmerken
Typ
e
1757
-
2
Total vermogen
6700
W
Energieverbruik van de kookplaat EChob**
181.8
Wh/kg
Vóórzijde
zone
Ø
2
1
0
mm
Detectie kookpan
Ø 100 mm
Normaal
*
2300
W
Met Booster*
3000 W
Gestandaardiseerde categorie van het kookgerei**
C
Energieverbruik EC
cw
**
180.5
Wh/kg
Midden
zone
Ø 1
7
5 mm
Detectie kookpan
Ø 90 mm
Normaal*
1100 W
Met Booster*
1400 W
Gestandaardiseerde categorie van het kookgerei**
A
Energieverbruik EC
cw
**
184,5
Wh/kg
Achter
zone
Ø
2
1
0
mm
Detectie kookpan
Ø
100
mm
Normaal*
2300
W
Met Booster*
3000
W
Gestandaardiseerde categorie van het kookgerei**
C
Energieverbruik EC
cw
**
180.5
Wh/kg
* het vermogen kan variëren in functie van de afmetingen en het materiaal van de kookpotten
** berekend volgens de methoden voor het meten van de gebruikseigenschappen(EN 60350-2)
Bedieningspaneel
“SLIDER“ sensortoets voor instellen
vermogensstand en timerinstelling
Lampjes voor keuze
van zone voor timer
Aanduiding van
de timer
Aan / Uit
toets
Lampje voor
keuze van zone
Power
toets
Stop & Go
toets
Aanduiding
van het
vermogenniveau
Aan / Uit
lampje
Pauze/Herhaling
lampje
Warmhoud toets

8
GEBRUIK VAN HET APPARAAT
Sensortoetsen
Uw apparaat is uitgerust met sensortoetsen waarmee u de verschillende functies kan instellen.
Het aanraken van de toets zet de functie in werking. Deze activering wordt weergegeven door
een lichtje, een aflezing en/of een geluidssignaal.
Druk niet op meerdere toetsen tegelijk.
Display
Display Aanduiding Functie
0 Nul Kookzone geactiveerd
1…9 Vermogenniveau Keuze kookniveau
U Detectie kookpan Geen of onaangepaste kookpan
A Kookfunctie geactiveerd Automatisch koken
E Foutmelding Defect elektronisch circuit
H Restwarmte aanduiding De kookzone is warm
P Power Het turbovermogen is geactiveerd
L Vergrendeling Tafel is beveiligd
U Warmhoud functie Automatisch behoud op 70°C
II Stop & Go De pauze is geactiveerd
Ventilatie
De koelingsventilator functioneert helemaal automatisch. Hij komt langzaam op gang zodra de
door de elektronica vrijgekomen calorieën een bepaalde hoeveelheid overschrijden. De ventilatie
schakelt naar de tweede snelheid over wanneer het kookvlak intensief gebruikt wordt. De
ventilator vermindert snelheid en stopt automatisch zodra het elektronisch circuit voldoende is afgekoeld.
IN WERKING STELLEN
Voor het eerste gebruik
Poets uw toestel met een vochtige doek en droog het af. Gebruik geen detergent, deze kan op
het glas een blauwachtige waas doen verschijnen.
Principe van inductie
Onder elke kookzone bevindt zich een inductiespoel. Wanneer deze in werking is produceert ze
een variabel elektromagnetisch veld dat op zijn beurt inductiestroom produceert in de
magnetische bodem van de kookpot. Hierdoor verwarmt de kookpot die op de kookzone staat.
Uiteraard zijn aangepaste kookpotten vereist:
•Aanbevolen zijn alle metalen kookpotten met magnetische basis (eventueel met een
magneet te controleren) zoals: gietijzeren ketel, zwarte ijzeren pan, geëmailleerde metalen
kookpotten, in inox met magnetische bodem, …
•Uitgesloten zijn alle kookpotten in koper, inox, aluminium, glas, hout, keramiek,
aardewerk, inox zonder magneet…
De inductie kookzone houdt onmiddellijk rekening met de afmeting van de gebruikte kookpot. Is
de diameter te klein dan werkt de kookpot niet. De diameter varieert in functie van de diameter
van de kookzone. Wanneer de kookpot niet aan de kookplaat aangepast is, blijft het symbool
( U ) branden.

9
Sliderbediening de timerinstelling
Voor de selectie van de het vermogen volstaat het om met uw vinger over de slijder te glijden
U heeft ook de rechtstreekse toegang tot een bepaald niveau door metuw vinger het gewenste
niveau rechtstreeks te selecteren.
Inwerkingstelling
•In- en uitschakelen van de kookplaat :
Actie Bedieningspaneel Display
Inschakelen Druk 2 sec. op [ ] toets [ 0 ] knipperen
Uitschakelen Druk 2 sec. op [ ] toets geen of [ H ]
•In- en uitschakelen van een kookzone :
Actie Bedieningspaneel Display
Kiezen Druk op [ 0 ] van de zone [ 0 ] en lampje van de
zone aan
Vermogensstand kiezen Glijden over de “SLIDER“ [ 0 ] tot [ 9 ]
naar rechts of links
Uitschakelen Glijden tot [ 0 ] over de “SLIDER“ [ 0 ] of [ H ]
of druk op [ 0 ] op de “SLIDER” [ 0 ] of [ H ]
Indien binnen de 20 seconden geen regeling is uitgevoerd, valt de elektronica terug op de
wachtpositie.
Detectie van de kookpot
De detectie van de kookpot verzekert een optimale veiligheid. De inductie functioneert niet :
•indien er geen kookpot op de kookzone staat of wanneer de kookpot ongeschikt is voor
inductie. In dit geval is het onmogelijk het vermogen op te voeren en het symbool [ U ]
verschijnt op de display. Wanneer een kookpot op de kookzone wordt geplaatst verdwijnt
de [ U ].
•De werking wordt onderbroken wanneer tijdens het koken de kookpot van de kookzone
wordt genomen. Het symbool [ U ] verschijnt op de display. De [ U ] verdwijnt wanneer de
kookpot terug op het kookvlak wordt geplaatst. Het koken gaat door op het voordien
gekozen vermogen.
Schakel de kookzone uit na gebruik. De pandetectie [ U ] blijft dan niet actief.
Aanduiding restwarmte
Als na het uitzetten van de kookzones of het volledig uitzetten van de kookplaat, de kookzones
nog warm zijn, wordt dit aangegeven door [ H ].
Het symbool [ H ] gaat uit wanneer de kookzones zonder gevaar kunnen aangeraakt worden.
Zolang het lampje van de restwarmte blijft branden, de kookzones niet aanraken en geen enkel
warmtegevoelig voorwerp op de kookzones plaatsen. Gevaar voor brand of brandwonden!
“SLIDER“ sensortoets voor instellen vermogensstand
“SLIDER“
Directe keuze

10
Power functie
Met de power functie [ P ] kan het vermogen van de gekozen kookzone gedurende een bepaalde
tijd opgevoerd worden. Indien deze functie geactiveerd is, werken deze kookzones gedurende 5
minuten met een aanmerkelijk hoger vermogen.
De Power is ontworpen om bijvoorbeeld snel grote hoeveelheden water te verwarmen, zoals bij
de bereiding van pasta.
•In- en uitschakelen van Power :
Actie Bedieningspaneel Display
Zone selecteren druk op [ 0 ] van de zone [ 0 ]
Power inschakelen druk op [ P ] [ P ]
Power uitschakelen glij over de “SLIDER“ [ P ] naar [ 0 ]
of druk op [ 9 ] [ 9 ]
•Beheer van het maximaal vermogen :
Het geheel van de kookplaat is voorzien van een maximaal vermogen. Wanneer de Power
functie geactiveerd is – en om dit maximaal vermogen niet te overschrijden – vermindert de
elektronische bediening automatisch het kookniveau van een andere kookzone.
Gedurende enkele seconden geeft de display van deze kookzone al knipperend [ 9 ] weer,
vervolgens wordt het hoogst mogelijke kookniveau weergegeven :
Gekozen kookzone Andere kookzone (bijvoorbeeld: kookniveau 9 )
[ P ] wordt weergegeven [ 9 ] wordt [ 6 ] of [ 8 ] naargelang de kookzone
Timer functie
De timerfunctie kan voor alle kookzones tegelijk gebruikt worden en dit met verschillende
tijdsaanduidingen ( van 0 tot 99 minuten ) voor iedere zone.
•Regeling of wijziging van de kooktijd :
Voorbeeld 16 minuten op stand 7 :
Actie Bedieningspaneel Display
Zone selecteren druk op [ 0 ] van de zone [ 0 ]
Vermogensstand kiezen glij over de “SLIDER“ tot [ 7 ] [ 7 ]
Timer activeren druk op [ CL ] [ 00 ]
Eenheden kiezen glij over de “SLIDER“ tot [ 6 ] [ 0 aan] [ 6 knippert ]
Enheden bevestigen druk op [ 06 ] [ 0 knippert] [ 6 aan]
TIentallen kiezen glij over de “SLIDER“ tot [ 1 ] [ 1 knippert] [ 6 aan]
Tientallen bevestigen druk op [ 16 ] [ 16 ]
De tijdsduur is ingesteld en begint te verlopen.
•Uitschakelen van de timerfunctie:
Voorbeeld nog 13 minuten op stand 7:
Actie Bedieningspaneel Display
Zone selecteren druk op [ 7 ] van de zone [ 7 ]
Timer activeren druk op [ 13 ] [ 13 ]
Eenheden uitschakelen glij over de “SLIDER“ tot [ 0 ] [ 1 aan] [ 0 knippert]
Eenheden bevestigen druk op [ 10 ] [ 1 knippert] [ 0 aan]
Tientallen uitschakelen glij over de “SLIDER“ tot [ 0 ] [ 00 ]
Tientallen bevestigen druk op [ 00 ] [ 00 ]

11
•Automatisch uitschakelen op het einde van de kooktijd :
Wanneer de gekozen tijd verlopen is, geeft het lampje van de timer al knipperend [ 00 ] weer en
een geluidssignaal weerklinkt.
Druk op [ 00 ] om het geluid en het knipperen te beëindigen.
•Kookwekker functie :
De kookwekker functie is een onafhankelijke functie. Deze functie stopt automatisch vanaf het
moment een kookzone ingeschakeld wordt.
De kookwekker functie blijft verder lopen tot de ingestelde tijd is ingeschakeld zelfs indien de
kookplaat uitgeschakeld wordt.
Voorbeeld 29 minuten :
Actie Bedieningspaneel Display
Kookplaat inschakelen druk op [ ] lampjes van de zone aan
Timer acteveren druk op [ CL ] [ 00 ]
Eenheden kiezen glij over de “SLIDER“ tot [ 9 ] [ 0 aan] [ 9 knippert]
Enheden bevestigen druk op [ 09 ] [ 0 knippert] [ 9 aan]
TIentallen kiezen glij over de “SLIDER“ tot [ 2 ] [ 2 knippert] [ 9 aan]
Tientallen bevestigen druk op [ 29 ] [ 29 ]
De tijdsduur is ingesteld en begint te verlopen.
Wanneer de gekozen tijd verlopen is, geeft het lampje van de timer al knipperend [ 00 ] weer en
een geluidssignaal weerklinkt.
Druk op [ 00 ] om het geluid en het knipperen te beëindigen.
De kookplaat schakelt uit.
Aankookautomaat functie
Alle kookzones zijn uitgerust met een aankookautomaat functie. Als de aankookautomaat
geactiveerd is, wordt de betreffende kookzone een bepaalde tijd op het hoogste vermogen
ingeschakeld (aankoken). Daarna wordt automatisch teruggeschakeld naar de ingestelde
vermogenssatnd. De aankooktijd hangt af van de ingestelde doorkooktijd (zie tabel).
•Inschakelen van de aankookautomaat :
Actie Bedieningspaneel Display
Zone selecteren druk op [ 0 ] van de zone [ 0 ] lampje van de
zone aan
Vermogensstand 9 activeren glij over de “SLIDER“ van [ 0 ] naar [ 9 ]
tot [ 9 ]
Aankookautomaat kiesen druk op [ ] [ 9 ] knippert met [ A ]
Vermogensstand selecteren glij over de “SLIDER“ van [ 9 ] naar [ 8 ] [ 7 ]
(vb. « 7 ») tot [ 7 ] [ 7 ] knippert met [ A ]
Ingestelde
doorkookstand Aankookautomaat
Tijd (min:sec)
1
0:48
2
2:24
3
3:36
4
5:24
5
6:48
6
2:00
7
2:48
8
3:36
9
-
:
-

12
•Uitschakelen van de aankookautomaat :
Actie Bedieningspaneel Display
Zone selecteren druk op [ 0 ] van de zone [ 1 ] tot [ 9 ] knippert
met [A]
Vermogensstand selecteren glij over de “SLIDER“ [ 1 ] tot [ 9 ]
Stop&Go Functie
Deze functie laat toe het koken te onderbreken of te hervatten met dezelfde
vermogeninstellingen.
•Aanzetten, stopzetten Stop&Go :
Actie Bedieningspaneel Display
Stop&Go activeren druk 2s op [ II ] [ II ] aan
Stop&Go stopzetten druk 2s op [ II ]
Druk op een andere toets of [ II ] uit
glijd over “SLIDER“
Herhalingsfunctie
Na het uitzetten van de kookplaat ( ) is het mogelijk de laatst gekozen instellingen te herhalen:
•Staat van alle kookzones (vermogen)
•Minuten en seconden van de geprogrammeerde kookzones door de timers
•Functie “automatisch koken”
De herhalingsprocedure is als volgt:
•Duw op de toets [ ]
•Vervolgens op de [ II ] toets duwen in minder dan 6 seconden
De vorige instellingen zijn opnieuw actief.
Warmhoudfunctie
Deze functie maakt het mogelijk een temperatuur van 70° te bereiken en automatisch te
behouden.
Dit voorkomt dat vloeistoffen overlopen en dat uw gerechten aan de bodem van de kookpot gaan
kleven.
De functie toets is gelegen tussen [ 0 ] en [ 1 ].
•Aanzetten, stopzetten warmhoudfunctie :
Actie Bedieningspaneel Display
Zone selecteren druk op [ 0 ] van de zone [ 0 ] tot [ 9 ] of [ H ]
70° inschakelen druk op [ ] [ U ]
Uitschakelen glij over de “SLIDER“ [ 0 ] tot [ 9 ] of [ H ]
Deze functie kan onafhankelijk gebruikt worden bij alle kookzones.
Wanneer de kookpot de kookzone verlaat, blijft de functie actief gedurende ongeveer 10 minuten.
De maximale duur van het warmhouden is 2 uur.

13
Vergrendeling van het bedieningspaneel
Om te vermijden dat een selectie van de kookplaat wordt gewijzigd, bijvoorbeeld bij het poetsen
van het glas, kan het bedieningspaneel worden vergrendeld (behalve de toets aan/uit [ 0/I ]).
•Vergrendeling :
Actie Bedieningspaneel Display
Kookplaat inschakelen druk 2 sec. op [ ] [ 0 ] of [ H ]
Vergrendelen 1. Druk gelijktijdig op [ P ] en [ 0 ] [ L ]
van de zone RECHTS VOOR
2. Druk nogmaals op [ 0 ]
•Ontgrendeling :
Actie Bedieningspaneel Display
Kookplaat inschakelen druk 2 sec. op [ ] [ L ]
In de 5 sec. na het inschakelen :
Kookplaat ontgrendelen 1. Druk gelijktijdig op [ P ] en [ L ] [ 0 ]
van de zone RECHTS VOOR
2. Druk nogmaals op [ P ] alle zone lampjes uit

14
KOOKADVIES
Kwaliteit van de kookpotten
Aangepaste kookpotten :
staal, geëmailleerd staal, gietijzer, inox met magnetische bodem,
aluminium met magnetische bodem
Niet aangepaste kookpotten :
aluminium en inox zonder magnetische bodem, koper,
messing, keramiek, porselein
De fabrikanten vermelden of hun producten geschikt zijn voor inductie.
Om u ervan te verzekeren of de kookpotten geschikt zijn:
•Giet een beetje water in een kookpot en plaats deze op een inductie kookzone geregeld
op [ 9 ]. Het water moet binnen enkele seconden opwarmen.
•Houd een magneet tegen de bodem van de kookpot. De magneet moet blijven plakken.
Sommige kookpotten maken lawaai wanneer ze op een inductie kookzone geplaatst worden. Dit
wil niet zeggen dat het apparaat defect is en het beïnvloedt geenszins het functioneren.
De kwaliteit van de bodem van de pan kan het bereidingsresultaat beïnvloeden, zoals het niet
doorkoken van gerechten door te weinig vermogensopname of niet gelijke warmteverdeling.
Gebruik alleen pannen met een gladde bodem. Een ruwe bodem kan krassen op het glas van de
kookplaat veroorzaken.
Gebruik waar mogelijk pannen met rechte rand. Bij pannen met schuine rand werkt de inductie
ook bij de randen van de pan. Daardoor kan de rand van een pan verkleuren.
Afmetingen van de kookpotten
De kookzones passen zich tot op zekere hoogte automatisch aan de diameter van de kookpot
aan. De bodem van deze kookpot dient wel een minimum diameter te hebben in functie van de
diameter van de gekozen kookzone.
Plaats de kookpot goed in het midden van de kookzone teneinde een optimaal rendement van
uw kooktafel te verkrijgen.

15
Voorbeelden van vermogenregeling
(de hieronder vermelde waarden zijn enkel richtgevend)
1 à 2 Smelten
Opwarmen
Sauzen, boter, chocolade, gelatine
Kant
-
en klaargerechten
2 à 3 Opzwellen
Ontdooien
Rijst, pudding en bereidde gerechten
Groenten, vis, diepgevroren producten
3 à 4 Stoom Groenten, vis, vlees
4 à 5 Water Gekookte aardappelen, soep, pasta
Verse groenten
6 à 7 Zachtjes koken Vlees, lever, eieren, braadworsten
Goulash, rollade, pens
7 à 8 Koken
Braden
Aardappelen, beignets,
platte koeken
9 Braden
Op kooktemperatuur brengen
Steaks, omeletten
water
P Braden
Op
kooktemperatuur brengen
Water
KLEINE STORINGEN VERHELPEN
Het symbool [ E 4 ] verschijnt :
•De plaat moet worden geconfigureerd volgens onderstaande procedure :
I) Opgelet: u mag niet meteen recipiënten plaatsen op de inductieplaat.
II) Koppel de plaat los van het stroomnet: schakel zekering of hoofdschakelaar uit.
III) Verbind de plaat weer op het stroomnet: schakel de zekering of de hoofdschakelaar
terug in.
IV) Procedure:
* Neem een kookpot met ferromagnetische bodem met een minimale diameter van
16 cm.
* start de plaat binnen 2 minuten na het aansluiten op het stroomnet op.
* druk niet op [ 0/I ]
V) Eerst moet de bestaande configuratie worden geannuleerd
1) Druk op toets [ P ] en houd deze toets ingedrukt.
2) Het symbool [ .] verschijnt op elk display
3) Ledere zone moet nu achtereenvolgens
aangeduid worden via beweegt(a -> b -> c -> d).
Doe deze volledige beweging binnen de 2
Seconden door met de vinger van uw andere
Hand op [ .] te drukken.
Een dubbele piep duidt op een bewerkingsfout.
Herhaal in dat geval de bewerking vanaf stap 1.
4) Laat de toetsen los en druk nogmaals gedurende enkele seconden op de toets
[ 0/I ] tot de knipperende [ E ] verschijnen.
5) Wacht tot de [ E ] ophouden met knipperen.
6) De [ E ] veranderen vervolgens automatisch in [ C ]. De configuratie is
geannuleerd.
Opmerking: Inductieplaten met 3 kookzones: Begin met de zone rechtsachter (b)
(aangezien de zone rechtsvoor niet bestaat).
P
a
d
c
b

16
VI) Hoe kunt u de plaat opnieuw configureren?
1) Neem een ferromagnetisch recipiënt met een diameter van minstens 16 cm.
2) Selecteer de kookzone door op de bijbehorende [ C ] te drukken.
3) Plaats de kookpot op de zone die u wilt configureren.
4) Wacht tot [ C ] verandert in [ - ]. De kookzone is geconfigureerd.
5) Ga op dezelfde manier te werk voor alle kookzones die [ C ] weergeven.
6) De kookzones zijn geconfigureerd als alle zones zijn gedetecteerd en er niets
meer wordt weergegeven.
Gebruik slechts een kookpot om de configuratie uit te voeren.
Plaats tijdens de configuratie nooit meerdere recipiënten op de kookpunten.
•Als de weergave [E 4] blijft, bel dan de klantenservice.
De kookplaat of de kookzone werkt niet:
•de kookplaat is slecht op het elektrisch net aangesloten
•de veiligheidszekering is gesprongen
•kijk na of de vergrendeling niet is ingeschakeld
•de tiptoetsen zijn met water of vet bespat
•er staat een voorwerp op de tiptoetsen
Het symbool [ U ] licht op:
•er staat geen kookpot op de kookzone
•de kookpot is niet geschikt voor inductie
•de diameter van de bodem van de kookpot is te klein in vergelijking met de kookzone
Het symbool [ E ] licht op:
•Bel de Dienst na Verkoop.
Bedieningspaneel geeft [ L ]:
•Zie hoofdstuk vergrendeling.
Een enkele zone of alle zones vallen uit :
•de veiligheid is in werking getreden
•deze treedt in werking wanneer u vergeten heeft een kookzone uit te schakelen
•de veiligheid treedt eveneens in werking wanneer één of meerdere tiptoetsen bedekt zijn
•een kookpan is leeg en de bodem is oververhit
•de kookplaat beschikt eveneens over een automatische vermindering van het vermogen
en van een automatische uitschakeling bij oververhitting
De ventilator blijft doorwerken na het uitzetten van de kooktafel :
•dit is geen defect, de ventilator beveiligt zo de elektronische apparatuur
•de ventilator stopt vanzelf.
De bediening van automatisch koken treedt niet in werking :
•de kookzone is nog warm [ H ]
•het maximum kookniveau staat aan [ 9 ]
Het symbool [ II ] licht op :
•Zie hoofdstuk “Pauze“.
Het symbool[ ] of[ Er03 ]licht op:
•Een voorwerp of vloeistof bedekt de toetsen van de bediening. Het symbool verdwijnt van
zodra de toetsen vrijgemaakt of afgekuist zijn.

17
Het symbool[ E2 ]licht op :
•De kooktafel is oververhit, laat afkoelen, daarna kunt u ze weer terug inschakelen.
Het symbool[ E3 ] of[ E7 ]licht op:
•De kookpot is niet geschikt, gebruik een andere kookpot.
Indien één van deze foutmeldingen blijft verschijnen, kunt u de dienst na verkoop contacteren.
ONDERHOUD EN REINIGING
Laat het apparaat eerst afkoelen, anders is er risico voor brandwonden.
Maak niet de haardplaat schoon als het glas te heet is:
risico van brandwond.
•Verwijder de kookresten met een beetje water met afwasproduct of een in de handel
aanbevolen product voor vitrokeramiek.
•Gebruikt in geen enkel geval apparaten „aan stoom“ of „druk“.
•Geen voorwerpen gebruiken die het gevaar zouden lopen vitrokeramiek te strepen.
•Gebruik geen schuurproducten, deze kunnen het apparaat beschadigen.
•Droog het apparaat met een propere doek.
•Verwijder onmiddellijk suiker of spijzen die suiker bevatten.
MILIEUBESCHERMING
•de verpakkingsmaterialen zijn ecologisch en recycleerbaar
•de elektronische apparaten bestaan uit recycleerbare materialen en soms uit materialen
die giftig zijn voor het milieu maar noodzakelijk voor het goed functioneren en de veiligheid
van het apparaat
•werp het apparaat niet weg met het huisvuil
•
doe beroep op de daartoe voorziene ophaaldienst of
breng uw elektrisch apparaat naar het containerpark
van uw gemeente

18
INSTALLATIEVOORSCHRIFTEN
De montage dient enkel door erkende specialisten te worden uitgevoerd.
De gebruiker dient de wetgeving en de normen van het land van zijn verblijfplaats na te leven.
Plaatsen van de waterdichte strip
De zelfklevende strip geleverd met het apparaat vermijdt infiltratie in het meubel.
Het plaatsen dient met grote zorg volgens onderstaande tekening te worden uitgevoerd.
Inbouw
Type Afmetingen
uitsnijding Afmetingen glas Afmetingen
vlakbouw
Breedte
Diepte Breedte
Diepte Hoogte Breedte
Diepte Straal
1757-2 760 340 800 370 4 804 374 7
•De afstand tussen de kookplaat en de muur dient minstens 50 mm te bedragen.
•De kookplaat is een apparaat toebehorend aan de beschermingsklasse « Y ».
•Ingebouwd mag zich een hoge kastwand of een muur aan een zijde en aan de achterzijde
bevinden. Aan de andere zijde mag geen enkel meubel of apparaat hoger zijn dan het
kookvlak.
•De bekledingen van de werkbladen dienen te worden uitgevoerd in warmtebestendige
materialen (100°C)
•De materialen van het werkblad kunnen opzwellen bij contact van vocht. Om de uitsnijding
te beschermen, bestrijk deze met een vernis of een speciale lijm.
•De strippen aan de muurranden dienen hittebestendig te zijn.
•Installeer de kookplaat niet boven een niet geventileerde oven of een vaatwasmachine.
•Onder de omkasting van het apparaat een afstand van 20 mm voorzien om een goede
verluchting van de elektronische apparatuur te verzekeren
•Indien er zich een lade onder de kookplaat bevindt, vermijd er ontvlambare voorwerpen in
op te bergen (bv. spray) en voorwerpen die niet
warmtebestendig zijn.
•Voor de afstand tussen de kookplaat er de erboven
geplaatste dampkap, dient u de instructies van de
fabrikant van de dampkap te volgen. Bij gebrek aan
instructies, dient u een afstand van minimum 760
mm te respecteren.
•De verbindingskabel mag na aansluiting aan geen
enkele mechanische spanning onderhevig zijn,
zoals bijvoorbeeld een lade.
•Waarschuwing: Gebruik alleen kookplaat
beschermrekken ontworpen door de fabrikant van
de kookplaat, rekken die door de fabrikant
aangeduid zijn als geschikt of beschermrekken
geïntegreerd in het apparaat. Het gebruik van
ongeschikte rekken kan ongelukken veroorzaken.
De beschermfolie (3) verwijderen en
de dichtingstrip (2) op de rand van de
kookplaat plakken op 2 mm van de
buitenrand

19
ELEKTRISCHE AANSLUITING
•De installatie en de aansluiting op het elektrische net mag enkel toevertrouwd worden aan
een vakman (elektricien) die op hoogte is van de voorgeschreven normen.
•Na het monteren moeten de stukken die onder spanning staan beschermd blijven.
•De nodige aansluitgegevens staan op het kenplaatje et het aansluitingsplaatje aan de
onderkant van het apparaat.
•Het apparaat dient door middel van een meerpolige stroomonderbreker van het net
gescheiden te zijn. Staat deze open (niet aangesloten), dan moet de contactopening
minstens 3mm bedragen.
•Het elektrische circuit dient van het net gescheiden te zijn door middel van de nodige
voorzieningen zoals bijvoorbeeld beveiligingsschakelaars, zekeringen, differentiële
schakelaars en contacten.
•Indien het toestel niet voorzien is van een bereikbaar stopcontact, dan moeten middelen
voor uitschakeling aan de vaste installatie toegevoegd worden inovereenstemming met de
installatieregeling.
•De voedingsslang moet zo geplaatst worden zodat deze de hete delen van de kookplaat
of de oven niet raakt.
Let op !
Dit apparaat is voorzien voor een aansluiting op een netspanning van 230V~ 50 / 60 HZ
Verbind steeds de aarding. Respecteer het aansluitingsschema.
De aansluitdoos bevindt zich onder de kookplaat.
Om het deksel te openen, gebruik een schroevendraaier en plaats deze in de 2 gleuven voor de
2 pijlen.
AANSLUITING VAN DE KOOKPLAAT:
* berekend met de coëfficiënt van gelijktijdigheid volgens de standaard EN 60 335-2-6
Let op ! De draden goed doorsteken en de schroeven goed aanspannen.
Netwerk Aansluiting Aansluitsnoer Aansluitsnoer
Kaliber
automaten
230 V~ 50/60 Hz 1 fase +N 3 x 2,5 mm
2
H 05 VV - F
H 05 RR - F 25 A *
400 V~ 50/60Hz 2 fasen + N 4 x 1,5 mm
2
H 05 VV - F
H 05 RR - F 16 A *
We kunnen niet verantwoordelijk gesteld worden voor ongevallen voortkomend uit een
slechte aansluiting of ongevallen die gebeuren door toestellen zonder of met een defecte
aarding.

20
Chère cliente,cher client,
Nous vous remercions de la confiance que vous nous avez accordée en choisissant notre table
de cuisson à induction.
Afin de bien connaître cet appareil, nous vous recommandons de lire attentivement cette notice
d’utilisation dans son intégralité et de la conserver pour une consultation ultérieure.
SOMMAIRE
SECURITE...................................................................................................................................21
P
RECAUTIONS AVANT UTILISATION EN CUISSON
.............................................................................21
U
TILISATION DE L
’
APPAREIL
.........................................................................................................21
P
RECAUTIONS POUR NE PAS DETERIORER L
’
APPAREIL
...................................................................23
P
RECAUTIONS EN CAS DE DEFAILLANCE DE L
’
APPAREIL
..................................................................23
A
UTRES PROTECTIONS
...............................................................................................................24
DESCRIPTION DE L’APPAREIL ................................................................................................25
C
ARACTERISTIQUES TECHNIQUES
................................................................................................25
B
ANDEAU DE COMMANDE
............................................................................................................25
UTILISATION DE L’APPAREIL ..................................................................................................26
T
OUCHES SENSITIVES
.................................................................................................................26
A
FFICHAGE
................................................................................................................................26
V
ENTILATION
..............................................................................................................................26
MISE EN ROUTE ET GESTION DE L’APPAREIL......................................................................27
A
VANT LA PREMIERE UTILISATION
.................................................................................................27
P
RINCIPE DE L
’
INDUCTION
...........................................................................................................27
Z
ONE DE SELECTION DE PUISSANCE
“
SLIDER
“
ET DE REGLAGE DE LA MINUTERIE
..........................27
D
ETECTION DE RECIPIENT
...........................................................................................................28
I
NDICATEUR DE CHALEUR RESIDUELLE
..........................................................................................28
F
ONCTION POWER
......................................................................................................................28
F
ONCTION MINUTERIE
.................................................................................................................29
A
CCELERATEUR DE CHAUFFE
......................................................................................................30
F
ONCTION
P
AUSE
.......................................................................................................................31
F
ONCTION RAPPEL
.....................................................................................................................31
F
ONCTION
« M
AINTIEN AU CHAUD
».............................................................................................31
V
ERROUILLAGE DU BANDEAU DE COMMANDE
.................................................................................32
CONSEILS DE CUISSON ...........................................................................................................33
Q
UALITE DES CASSEROLES
.........................................................................................................33
D
IMENSION DES CASSEROLES
......................................................................................................33
E
XEMPLES DE REGLAGE DES PUISSANCES DE CUISSON
..................................................................34
ENTRETIEN ET NETTOYAGE....................................................................................................34
QUE FAIRE EN CAS DE PROBLEME........................................................................................34
PROTECTION DE L’ENVIRONNEMENT....................................................................................36
INSTRUCTIONS D’INSTALLATION ...........................................................................................37
CONNEXION ELECTRIQUE.......................................................................................................38
Table of contents
Languages:
Other Novy Hob manuals

Novy
Novy Easy User manual

Novy
Novy Comfort 1758-2 Operation manual

Novy
Novy Akan User manual

Novy
Novy Pro 1773/2 Operation manual

Novy
Novy Panorama 120 Pro 4 zones User manual

Novy
Novy 3753 Operation manual

Novy
Novy Power 1724-2 Operation manual

Novy
Novy 1851 Easy User manual

Novy
Novy 1773 Operation manual

Novy
Novy 1763 Operation manual