Pelgrim IF960RVS User manual

Handleiding
Fornuis
Manual
Cooker
IF960RVS
IF960MAT

NL Handleiding NL 3 - NL 39
EN Manual EN 3 - EN 39
Gebruikte pictogrammen - Pictograms used
Belangrijk om te weten - Important information
Tip

NL 3
INHOUD
Uw fornuis
Inleiding 4
Beschrijving 5
Bedieningspaneel 6
Gebruik
Gebruik van de oven 7
Bak- en braadtips 7
Gebruik van de inductiekookplaat 10
Bediening van de oven
Instellen van de klok 15
Bediening van de oven 15
Ovenfuncties 16
Bediening van de oven met de digitale klok 17
De duur van de baktijd programmeren 17
Het einde van de baktijd programmeren 18
Programmering van het automatische bakproces 19
Tussentijds uitschakelen van de oven 20
Kookwekker 21
Het geluidssignaal instellen 21
Reinigingsfunctie 22
Bediening inductiekookplaat
Inschakelen van een kookzone 23
Automatische aankookfunctie 24
Het koppelen van de Bridge zones 25
Kinderslot gebruiken 25
Comfortabel koken
Kookstanden 26
Onderhoud
Reinigen van de oven 27
Inschuifgeleiders verwijderen en reinigen 29
Vervangen van het ovenlampje 30
Demontage van de ovendeur 30
Reinigen van de inductiekookplaat 31
Storingen
Storingstabel 32
Installatie
Algemeen 34
Elektrische aansluiting 35
Plaatsing 35
Technische specificaties
Technische gegevens 37
Informatie volgens verordening (EU) 66/2014 37
Milieuaspecten
Afvoeren apparaat en verpakking 39

NL 4
Inleiding
U heeft gekozen voor een fornuis van Pelgrim. Optimaal gebruikscomfort
en een eenvoudige bediening stonden voorop bij de ontwikkeling van dit
product. De uitgebreide instelmogelijkheden maken het mogelijk exact dìe
bereidingswijze te kiezen die u voor ogen staat.
De inductiekookplaat is ontworpen voor de echte kookliefhebber.
Koken op een inductiekookplaat heeft een aantal voordelen. Het is
comfortabel, omdat de kookplaat snel reageert en ook op een zeer
laag vermogen is in te stellen. Dankzij het hoge vermogen gaat het aan
de kook brengen zeer snel. De ruime afstanden tussen de kookzones
maken het koken ook comfortabel.
Koken op een inductiekookplaat verschilt met koken op een traditioneel
toestel. Inductiekoken maakt gebruik van een magnetisch veld om
warmte op te wekken. Dit betekent dat u niet zomaar een willekeurige
pan kunt gebruiken. Het hoofdstuk pannen geeft u hierover meer
informatie.
De ovenfuncties zijn in een logische volgorde op de functieknop
ondergebracht. Daarnaast heeft de oven een schakelklok. Deze
schakelt de oven automatisch uit als de bereidingstijd verstreken is.
Doelmatig en zonder poespas.
In deze handleiding staat beschreven op welke manier u het fornuis zo
optimaal mogelijk kunt benutten. Naast informatie over de bediening
treft u ook achtergrondinformatie aan die u van dienst kan zijn bij het
gebruik van dit product.
Lees eerst de gebruiksaanwijzing geheel en aandachtig door
voordat u het apparaat gaat gebruiken en bewaar deze zorgvuldig
voor latere raadpleging.
Lees eerst de afzonderlijke veiligheidsinstructies
voordat u het apparaat gaat gebruiken!
De handleiding dient bovendien als referentie voor de servicedienst.
Het gegevensplaatje bevat alle informatie die de servicedienst nodig
heeft om adequaat op uw vragen te reageren.
Veel kookplezier!
UW FORNUIS

NL 5
Beschrijving
UW FORNUIS
1. Kookzone linksachter
2. Kookzone middenachter
3. Kookzone rechtsachter
4. Kookzone linksvoor
5. Kookzone middenvoor
6. Kookzone rechtsvoor
7. Kookplaat displays
8. Bedieningspaneel
9. Stelvoeten
10. Oven
11. Opbergruimte
4 5
9 910 11
7
8
6
1 2 3

NL 6
UW FORNUIS
Bedieningspaneel
9A P 8 7 6 5 4 3 21 0
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
10a 10b 10c 10d
1. Controlelampjes voor oven en thermostaat
2. Functieknop oven
3. Temperatuurknop oven
4. Bedieningsknop kookzone linksachter
5. Bedieningsknop kookzone linksvoor
6. Bedieningsknop kookzone middenachter
7. Bedieningsknop kookzone middenvoor
8. Bedieningsknop kookzone rechtsvoor
9. Bedieningsknop kookzone rechtsachter
10. Digitale klok
10a. - toets
10b. Toets ‘Menu’
10c. + toets
10d. Display

NL 7
Gebruik van de oven
• Verwijder alle delen van het toebehoren uit de oven en reinig ze met
een warm sopje. Gebruik geen schurende schoonmaakmiddelen.
• Schakel de oven één uur lang in op de hoogste temperatuur met
boven- en onderwarmte (zie ‘Bediening van de oven’). Tijdens de
fabricage gebruikte beschermingsvetten worden dan verwijderd.
• Als de oven voor de eerste maal sterk verhit wordt, zult u een
‘nieuwigheidsluchtje’ ruiken. Dit is normaal. Schakel eventueel de
afzuigkap in.
• Reinig de oven, nadat deze afgekoeld is, met warm water.
Bak- en braadtips
Energiebewust ovengebruik
• Houd de ovendeur zo veel mogelijk gesloten.
• Bereid gerechten met ongeveer dezelfde bereidingstemperatuur
(bijvoorbeeld appeltaart en een ovenschotel) tegelijk op hetzelfde
rooster of met een hete lucht functie boven elkaar. Vlees laten
meestoven kan ook.
• Bereid meerdere gerechten na elkaar; bijvoorbeeld een ovenmaaltijd
na een cake. Vaak kan de bereidingstijd van het tweede gerecht
dan 10 minuten korter zijn omdat de oven nog warmte is.
• Dankzij de ovenisolatie kunnen gerechten met een langere
bereidingstijd (vanaf 1 uur) nagaren op de restwarmte van de
oven. Schakel de oven 10 minuten eerder uit dan in het recept
aangegeven staat, maar laat de deur dicht.
• Voorverwarmen is over het algemeen niet nodig, met uitzondering
van gerechten waarvan de bereidingstijd korter dan 30 minuten is of
wanneer een recept dit aangeeft.
• Haal toebehoren die niet nodig zijn voor de bereiding van het
gerecht uit de oven.
• Schakel de oven uit voordat u het gare gerecht eruit haalt.
Ovenservies
• Alle soorten hittebestendig servies kan gebruikt worden in de oven.
• Spoel glazen servies niet direct na gebruik af onder koud water.
Door het plotselinge temperatuurverschil kan het glas barsten.
• Gebruik donkere of zwarte bakvormen. Deze geleiden de warmte
beter en laten het gerecht gelijkmatiger garen.
GEBRUIK

NL 8
GEBRUIK
Bodem niet afdekken
• Het afdekken van de ovenbodem met bijvoorbeeld aluminiumfolie
of een bakplaat kan tot oververhitting en beschadiging van het
email leiden.
• Voorkom vervuiling van de ovenbodem door het lekken van vocht
uit een springvorm, door van aluminiumfolie een bakje te vouwen
en dat onder de springvorm op het rooster te plaatsen of door
bakpapier onder de springvorm te plaatsen.
Tijdinstelling
• Kies een 5 minuten kortere bereidingstijd dan in het recept staat
aangegeven. Daardoor kunt u in de laatste fase controleren of het
gerecht of gebak gaar en goed van kleur is. Zo niet, sluit dan de
ovendeur en controleer het gerecht na enige tijd opnieuw. Openen
en sluit de ovendeur langzaam. Bij voorkeur niet voordat driekwart
van de bereidingstijd is verstreken.
Warm houden
• U kunt de oven gebruiken voor het warm houden van reeds bereide
gerechten. Kies hiervoor de hete lucht functie en een temperatuur
van 75 °C. Dek gerechten die u warm wilt houden af om uitdrogen
te voorkomen.
Vlees braden
• Het meest geschikt is ‘groot vlees’ vanaf 1 kg. Het vlees krijgt
een regelmatig gevormde, krokante korst, waarbij vrijwel geen
gewichtsverlies optreedt.
• Wrijf het vlees een kwartier van tevoren in met zout en kruiden.
Gebruik voor het braden 80 tot 100 g boter of vet (of een mengsel
hiervan) per 500 g vlees.
Braadtijden
• Platte, dunne stukken hebben gemiddeld 5 minuten minder
braadtijd nodig dan dikke of opgerolde stukken vlees.
Bij gebruik van grotere stukken vlees moet per 500 gram meer een
15 tot 20 minuten langere braadtijd worden aangehouden.

NL 9
GEBRUIK
• Leg het vlees in een braadslede en overgiet het met hete boter en/
of vet. Als het vlees een vette kant heeft, dan legt u deze tijdens
het braden boven. Vlees zonder vette kant om de 15 minuten
bedruipen. Vlees met vette kant om de 30 minuten bedruipen.
• Voeg, als de jus te donker wordt, tijdens het braden nu en dan
enkele lepels water toe.
• Laat het vlees na de bereiding 10 minuten rusten, afgedekt met
aluminiumfolie, voordat u het aansnijdt.
Ovengeleiders
De ovenwanden zijn uitgerust met geleiders waar het ovenrooster of
een bakplaat op verschillende niveaus kunnen worden ingeschoven.
Raadpleeg een baktabel of de instructies op de verpakking van de
levensmiddelen voor het plaatsen op het juiste niveau.
niveau 4
niveau 3
niveau 2
niveau 1

NL 10
Gebruik van de inductiekookplaat
• Reinig het toestel met een vochtige doek en droog het zorgvuldig.
• Gebruik geen reinigingsmiddelen die een afwijkende kleuring van
het glas kunnen veroorzaken.
• Op het moment van de eerste inschakeling zullen alle displays van
alle kookzones gelijktijdig oplichten.
• Als er 1 of meerdere knoppen bij eerste inschakeling niet op de ‘0’
stand staan, dan zal de kookzone waarvan de knop niet op ‘0’ staat
niet werken.
• Door aan de knop te draaien, zal op het bijbehorende display het
symbool van de afbeelding hiernaast getoond worden, dat aangeeft
dat het kookzone niet werkt. Draait de knop terug naar de “0” stand
en daarna opnieuw naar het gewenste vermogen.
Pannen voor inductiekoken
Inductiekoken stelt eisen aan de kwaliteit van de pannen.
Let op!
• Pannen waarmee al eerder op een gaskookplaat is gekookt, zijn
niet meer geschikt voor inductiekoken.
• Gebruik alleen pannen die geschikt zijn voor elektrisch- en
inductiekoken met:
▷een dikke bodem van minimaal 2,25 mm;
▷een vlakke bodem.
• Het beste zijn pannen met het ‘Class Induction’ keurmerk.
Tip!
Met een magneet kunt u zelf controleren of uw pannen geschikt zijn.
Wanneer de magneet wordt aangetrokken, is de pan geschikt.
Geschikt Ongeschikt
Speciale roestvrijstalen pannen Aardewerk
Class Induction Roestvrijstaal
Solide geëmailleerde pannen Porselein
Geëmailleerde gietijzeren pannen Koper
Kunststof
Aluminium
GEBRUIK

NL 11
Let op!
• Wees voorzichtig met dunne plaatstaal geëmailleerde pannen:
▷op een hoge stand kan het emaille er afspringen wanneer de pan
te droog is;
▷door het hoge vermogen kan de panbodem kromtrekken.
• Zandkorreltjes kunnen krasjes veroorzaken op de glasplaat die niet
meer te verwijderen zijn. Zet daarom alleen pannen met een schone
bodem op het kookvlak en til pannen altijd op als u ze verplaatst.
• Gebruik de kookplaat niet als werkvlak.
• Kook altijd met het deksel op de pan om energieverlies te
voorkomen.
• Gebruik geen pannen met een vervormde bodem. Een holle of
bolle bodem kan de werking van de oververhittingsbeveiliging
belemmeren. Het toestel kan dan te warm worden waardoor de
glasplaat kan barsten en de panbodem kan smelten.
• Schade, ontstaan door het gebruik van ongeschikte pannen of
droogkoken, valt buiten de garantie.
Minimale pandiameter
• De minimale pandiameter bedraagt 9 cm.
Het beste resultaat bereikt u door een pan te nemen met dezelfde
diameter als de kookzone. Bij te kleine pannen schakelt de
kookzone niet in.
Snelkookpannen
• Inductiekoken is zeer geschikt voor het koken in snelkookpannen.
De kookzone reageert zeer snel, waardoor de snelkookpan ook
snel op druk komt. Zodra u een kookzone uitschakelt, stopt het
kookproces direct.
Het vermogen past zich aan
• Bij inductiekoken wordt alleen dat deel van de zone benut waar de
pan op staat. Gebruikt u een kleine pan op een grote zone, dan zal
het vermogen zich aanpassen aan de diameter van de pan.
Het vermogen zal dus lager zijn en het zal langer duren voordat het
gerecht in de pan aan de kook is.
GEBRUIK

NL 12
Herkenning pan
• Een elektronische sensor detecteert de aanwezigheid of de
afwezigheid van een pan op een kookzone. Als de gebruikte pan
ongeschikt is voor inductiekoken of te klein is, zal het hiernaast
getoonde symbool weergegeven worden.
• Als een pan tijdens het koken van de kookzone wordt verwijderd,
zonder dat de betreffende knop op stand “0” gezet is, dan zal de
vermogenswaarde, die eerder ingesteld werd en op het betreffende
display weergegeven werd, automatisch door het ‘geen pan’
symbool vervangen worden.
• Als een pan (correct) op de kookzone teruggeplaatst wordt, dan zal
het symbool uitgeschakeld worden en het koken normaal hervat
worden. Wordt de pan niet teruggeplaatst, dan zal de kookzone na
10 minuten uitgeschakeld worden.
• Als een knop in een willekeurige positie wordt gedraaid voordat
er een pan op de kookzone staat, zal het bijbehorende display
afwisselend een vermogenswaarde tonen en het ‘geen pan detectie’
symbool (de kookzone blijft 10 minuten stand by).
• Als er binnen 10 minuten een pan correct op de kookzone wordt
geplaatst, dan zal het koken starten. Zo niet, dan wordt de
kookzone uitgeschakeld. Om de kookzone opnieuw te gebruiken,
moet de betreffende knop naar de “0” -positie gedraaid worden en
daarna op een nieuwe vermogenswaarde ingesteld worden.
Vermogensverdeling
• Het maximum vermogen dat beschikbaar is, wordt tussen de
actieve kookzones verdeeld.
• Het eerste vermogensniveau dat ingesteld is, heeft voorrang op de
latere instellingen van de andere kookzones. De displays van de
kookzones die later ingesteld werden, beginnen te knipperen en
tonen het aangepaste vermogen.
• Op het moment waarop het vermogen van een kookzone verlaagd
wordt, zal het beschikbare vermogen opnieuw over de actieve
kookzones verdeeld worden.
• De automatische vermogensverdeling vindt plaats tussen de linker
kookzones en de midden en rechter kookzones.
GEBRUIK

NL 13
Inductiegeluiden
• Tikkend geluid
▷Een tikkend geluid wordt veroorzaakt door de
vermogensverdeling van de verschillende kookzones. Ook bij
lage kookstanden kan een zacht tikkend geluid optreden.
• Pan maakt geluid
▷De pannen kunnen geluid maken tijdens het koken. Dit wordt
veroorzaakt door de doorstroming van de energie van de
kookplaat naar de pan. Met name bij een hoge kookstand is dit
normaal bij bepaalde pannen. Het is niet schadelijk voor de pan
of de kookplaat.
• Ventilator maakt geluid
▷Om de levensduur van de elektronica te vergroten, is het toestel
voorzien van een ventilator. Als u het toestel intensief gebruikt,
wordt de ventilator ingeschakeld en hoort u een zoemend geluid.
▷Ook nadat u het toestel heeft uitgeschakeld, kan de ventilator
blijven doordraaien en geluid maken.
Kookduurbegrenzing
• De kookduurbegrenzer is een beveiliging van uw kookplaat.
Als een kookzone gedurende een ongebruikelijk lange tijd in
werking is, wordt deze automatisch uitgeschakeld.
• Afhankelijk van het gekozen kookvermogen wordt de kookduur als
volgt begrensd:
Kookstand De kookzone wordt automatisch uitgeschakeld na:
1 480 minuten
2 360 minuten
3 300 minuten
4 300 minuten
5 240 minuten
6 90 minuten
7 90 minuten
8 90 minuten
9 90 minuten
boost (P) 10 minuten
GEBRUIK

NL 14
Restwarmte-indicatie
• Na intensief gebruik van een kookzone kan de gebruikte zone nog
enkele minuten heet blijven. Zolang de kookzone heet is, blijft er
een ‘H’ in de display branden.
Temperatuurbeveiliging
• Elke kookzone is voorzien van een sensor. Deze sensor controleert
ononderbroken de temperatuur van de bodem van de kookpan
en diverse onderdelen van de kookplaat. Dit vermijd risico op
oververhitting, door bijvoorbeeld een drooggekookte pan.
• Bij een te hoge temperatuur wordt het vermogen van de kookzone
automatisch verlaagd of schakelt de kookzone helemaal uit.
GEBRUIK

NL 15
Instellen van de klok
Als u het toestel voor de eerste keer aansluit, knipperen de symbolen
‘A’ en ‘0 00’. De juiste dagtijd moet nog worden ingesteld.
1. Druk tegelijkertijd op de - toets en de + toets totdat de punt tussen
de uren en minuten gaat knipperen.
▷Symbool ‘A’ verdwijnt en een kooksymbool verschijnt boven de
punt.
2. Druk op de - toets of de + toets om de tijd in te stellen.
3. Is de juiste tijd ingesteld, wacht dan even. Na enige seconden klinkt
er een geluidssignaal.
▷De huidige tijd staat in de display en de punt stopt met
knipperen.
▷Zolang de punt knippert, kunt u de tijd instellen.
▷Als de huidige tijd in de display staat, kunt u deze aanpassen
door weer tegelijkertijd de - toets en de + toets ingedrukt te
houden. De punt gaat knipperen. Druk op de - toets of de
+ toets om de tijd aan te passen.
Bediening van de oven
1. Selecteer een temperatuur met de temperatuurknop en een
ovenfunctie met de functieknop.
▷De controlelampjes van de oven en de thermostaat gaan
branden; de oven is ingeschakeld.
▷Raadpleeg de tabel met ovenfuncties voor meer informatie over
de verschillende ovenfuncties die u kunt kiezen.
2. Draai de temperatuurknop en de functieknop na afloop van de
bereiding op ‘0’ om de oven uit te schakelen.
Let op; wanneer de oven niet werkt is het mogelijk dat de digitale
klok geprogrammeerd is; er staat dan een ‘A’ in de display.
Annuleer de programmering; zie ‘Tussentijds uitschakelen
van de oven’.
Als u de deur van de oven opent als de oven ingeschakeld is, dan zal
het controlelampje van de thermostaat uitgaan. Na het sluiten van de
deur zal het lampje na enige tijd vanzelf weer gaan branden.
BEDIENING VAN DE OVEN
9A P 8 7 6 5 4 3 21 0
9A P 8 7 6 5 4 3 21 0

NL 16
BEDIENING VAN DE OVEN
Ovenfuncties
9A P 8 7 6 5 4 3 21 0
Reinigingsfunctie
Deze functie kan gebruikt worden om de oven schoon te maken. Door de combinatie van boven-
en onderwarmte en de toevoeging van 300 ml water op de bakplaat, zal er in de ovenruimte
stoom ontstaan. Zie voor meer informatie het hoofdstuk ‘Bediening van de oven’.
9A P 8 7 6 5 4 3 21 0
Turbo hetelucht
De lucht in de oven wordt verwarmd door het heteluchtelement. De ventilator in de achterwand
blaast hete lucht in de oven. Hiermee worden de gerechten verwarmd. U kunt op meer niveaus
tegelijk bakken, waardoor u energie kunt besparen. Door de intensieve warmte overdracht kunt u
een ca. 20 - 30 °C lagere temperatuur kiezen dan bij conventionele recepten staat aangegeven.
9A P 8 7 6 5 4 3 21 0
Grill + ventilator + onderwarmte
De warmte van het grillelement en het onderelement wordt gelijkmatig verspreid door de ventilator.
Dit zorgt ervoor dat zelfs ingewikkelde recepten gelijkmatig worden gebakken. Perfect voor pizza,
gebak en koekjes.
9A P 8 7 6 5 4 3 21 0
Snel voorverwarmen
Met deze functie wordt de oven snel voorverwarmd, zodat de uiteindelijke baktijd korter wordt.
9A P 8 7 6 5 4 3 21 0
Maxi grill
Het grill-element wordt gelijktijdig met het bovenste ovenelement ingeschakeld. Het grill-
element straalt direct op het gerecht. Om het verwarmingsproces te optimaliseren wordt het
bovenelement ook ingeschakeld. Deze verwarmingsmethode is ideaal voor het bereiden van
kleine stukken vlees zoals steaks, biefstukken, worstjes en karbonades.
9A P 8 7 6 5 4 3 21 0
Boven- en onderwarmte (conventioneel) + ventilator
De verwarmingselementen boven en onder in de oven geven gelijkmatig warmte af. De warmte
wordt gelijkmatig verspreid door de ventilator. Deze ovenfunctie is vooral geschikt voor het snel
braden van vlees en gebak op meerdere niveaus.
9A P 8 7 6 5 4 3 21 0
ECO
Het gerecht wordt verwarmd door de warmte van het bovenste en onderste verwarmingselement.
Deze functie is geschikt voor het op lage temperatuur (en dus langzaam) willen bereiden van
bijvoorbeeld vlees.
9A P 8 7 6 5 4 3 21 0
Bovenwarmte + ventilator
Het gerecht wordt verwarmd door het bovenste verwarmingselement. De warmte wordt door de
ventilator rondom het gerecht geblazen. Deze functie wordt gebruikt voor het bruineren van de
bovenlaag van gerechten, zoals bijvoorbeeld brood, cakes en desserts.
9A P 8 7 6 5 4 3 21 0
Ontdooien
De ventilator gaat draaien. De lucht circuleert in de oven zonder dat er verwarmingselementen
zijn ingeschakeld. Deze methode wordt gebruikt voor langzaam ontdooien van levensmiddelen.

NL 17
BEDIENING VAN DE OVEN
Bediening van de oven met de digitale klok
De digitale klok kunt u op verschillende manieren gebruiken:
• U kunt de tijdsduur van het bakken/braden/grillen bepalen.
De oven schakelt uit zodra de ingestelde tijd is verstreken.
Er klinkt dan een geluidssignaal.
• Ook kunt u met de schakelklok de tijd instellen waarop het bakken/
braden/grillen moet eindigen. De oven zal tot de ingestelde tijd op
de vooraf ingestelde temperatuur en ovenfunctie verwarmen en dan
uitschakelen. Er klinkt dan een geluidssignaal.
• Tot slot kunt u zowel een tijdsduur als ook een eindtijd ingeven
(een automatisch bakproces). De oven start automatisch en eindigt
automatisch. Als het automatische bakproces is afgelopen, klinkt er
een geluidssignaal.
• De digitale klok kan ook gebruikt worden als kookwekker.
De kookwekker schakelt de oven niet uit.
De duur van de baktijd programmeren
1. Selecteer een temperatuur met de temperatuurknop en een
ovenfunctie met de functieknop.
▷De controlelampjes van de oven en de thermostaat gaan
branden; de oven is ingeschakeld.
2. Houd de toets ‘Menu’ ingedrukt.
▷Er verschijnt een knipperend klokje in de display en de tijd staat
op 0.00.
3. Druk meteen daarna nogmaals op de toets ‘Menu’.
▷Het klokje verdwijnt en er verschijnt een knipperende ‘A’ in de
display. Ook verschijnt ‘dur’ in de display, afwisselend met ‘0.00’.
4. Stel met de + toets en - toets de bereidingstijd in.
▷Is de juiste tijd ingesteld, wacht dan even. Na enige seconden
klinkt er een geluidssignaal.
▷De huidige tijd verschijnt in de display en de ‘A’ stopt met
knipperen.
Zodra de eindtijd is bereikt, klinkt er een geluidssignaal en de oven
schakelt automatisch uit.
▷De controlelampjes van de oven en de thermostaat gaan uit, het
kooksymbool verdwijnt en de ‘A’ gaat weer knipperen.

NL 18
BEDIENING VAN DE OVEN
5. Schakel het geluidssignaal uit door op een willekeurige toets te
drukken.
6. Zet nu eerst de temperatuurknop en functieknop op ‘0’ om de oven
helemaal uit te schakelen.
7. Houd tot slot de toets ‘Menu’ ingedrukt om de ‘A’ in de display te
laten verdwijnen.
▷U kunt op elk gewenst moment de eindtijd in de display zien
door de toets ‘Menu’ ingedrukt te houden totdat het knipperende
klokje verschijnt. Druk dan meteen weer 2 keer op de toets
‘Menu’.
▷Wilt u de eindtijd aanpassen, dan houdt u de toets ‘Menu’
ingedrukt totdat het knipperende klokje verschijnt. Druk dan
meteen weer 2 keer op de toets ‘Menu’ en daarna op de + toets
of - toets om de eindtijd aan te passen.
Het einde van de baktijd programmeren
1. Selecteer een temperatuur met de temperatuurknop en een
ovenfunctie met de functieknop.
▷De controlelampjes van de oven en de thermostaat gaan
branden; de oven is ingeschakeld.
2. Houd de toets ‘Menu’ ingedrukt.
▷Er verschijnt een knipperend klokje in de display en de tijd staat
op 0.00.
3. Druk meteen daarna nogmaals 2 keer op de toets ‘Menu’.
▷Het klokje verdwijnt en er verschijnt een knipperende ‘A’ in de
display. Ook verschijnt ‘End’ in de display, afwisselend met de
huidige tijd.
4. Stel met de + toets de eindtijd in.
5. Is de juiste tijd ingesteld, wacht dan even. Na enige seconden klinkt
er een geluidssignaal.
▷De huidige tijd verschijnt in de display en de ‘A’ stopt met
knipperen.
6. Zodra de eindtijd is bereikt, klinkt er een geluidssignaal en de oven
schakelt automatisch uit.
▷De controlelampjes van de oven en de thermostaat gaan uit, het
kooksymbool verdwijnt en de ‘A’ gaat weer knipperen.
7. Schakel het geluidssignaal uit door op een willekeurige toets te
drukken.

NL 19
8. Zet nu eerst de temperatuurknop en functieknop op ‘0’ om de oven
helemaal uit te schakelen.
9. Houd tot slot de toets ‘Menu’ ingedrukt om de ‘A’ in de display te
laten verdwijnen.
▷U kunt op elk gewenst moment de eindtijd in de display zien
door de toets ‘Menu’ ingedrukt te houden totdat het knipperende
klokje verschijnt. Druk dan meteen weer 2 keer op de toets
‘Menu’.
▷Wilt u de eindtijd aanpassen, dan houdt u de toets ‘Menu’
ingedrukt totdat het knipperende klokje verschijnt. Druk dan
meteen weer 2 keer op de toets ‘Menu’ en daarna op de + toets
of - toets om de eindtijd aan te passen.
Programmering van het automatische bakproces
U kunt de oven automatisch laten in- en uitschakelen door een
tijdsduur en een eindtijd in te stellen. De oven berekent zelf de starttijd,
en schakelt na het verstrijken van de bereidingstijd automatisch uit.
Voorbeeld
Huidige tijd: 17.30, ingestelde duur van het bakproces: 1 uur en
15 minuten, ingestelde eindtijd van het bakproces: 19.45 uur.
De oven start om 18.30 uur met het bakproces op de vooraf ingestelde
temperatuur en functie en zal om 19.45 uur stoppen.
1. Houd de toets ‘Menu’ ingedrukt.
▷Er verschijnt een knipperend klokje in de display en de tijd staat
op 0.00.
2. Druk meteen daarna nogmaals op de toets ‘Menu’.
▷Het klokje verdwijnt en er verschijnt een knipperende ‘A’ in de
display. Ook verschijnt ‘dur’ in de display, afwisselend met ‘0.00’.
3. Stel met de + toets en - toets de bereidingstijd in.
4. Is de juiste tijd ingesteld, druk dan weer op de toets ‘Menu’.
▷‘End’ verschijnt in de display, afwisselend met de huidige tijd.
5. Stel met de + toets de eindtijd in.
▷Het kooksymbool verdwijnt.
6. Is de juiste tijd ingesteld, wacht dan even. Na enige seconden klinkt
er een geluidssignaal.
▷De huidige tijd verschijnt in de display en de ‘A’ stopt met
knipperen.
BEDIENING VAN DE OVEN

NL 20
7. Selecteer een temperatuur met de temperatuurknop en een
ovenfunctie met de functieknop.
8. Als de starttijd is bereikt, schakelt de oven automatisch in.
▷De controlelampjes van de oven en de thermostaat gaan
branden en het kooksymbool verschijnt in de display.
9. Zodra de eindtijd is bereikt, klinkt er een geluidssignaal en de oven
schakelt automatisch uit.
▷De controlelampjes van de oven en de thermostaat gaan uit, het
kooksymbool verdwijnt en de ‘A’ gaat weer knipperen.
10.Schakel het geluidssignaal uit door op een willekeurige toets te
drukken.
11.Zet nu eerst de temperatuurknop en functieknop op ‘0’ om de oven
helemaal uit te schakelen.
12.Houd tot slot de toets ‘Menu’ ingedrukt om de ‘A’ in de display te
laten verdwijnen.
▷U kunt op elk gewenst moment de bereidingstijd of eindtijd in de
display zien door de toets ‘Menu’ ingedrukt te houden totdat het
knipperende klokje verschijnt. Druk dan meteen weer 1 of 2 keer
op de toets ‘Menu’.
▷Wilt u de bereidingstijd of de eindtijd aanpassen, dan houdt u de
toets ‘Menu’ ingedrukt totdat het knipperende klokje verschijnt.
Druk dan meteen weer 1 of 2 keer op de toets ‘Menu’ en daarna
op de + toets of - toets om de tijd aan te passen.
Tussentijds uitschakelen van de oven
1. Houd de toets ‘Menu’ ingedrukt.
▷Er verschijnt een knipperend klokje in de display en de tijd staat
op 0.00.
2. Druk meteen daarna nogmaals 1 keer of 2 keer op de toets ‘Menu’.
▷Het klokje verdwijnt en er verschijnt een knipperende ‘A’ in de
display. Ook verschijnt ‘Dur’ of ‘End’ in de display, afwisselend
met de ingestelde bereidings- of eindtijd.
3. Druk tegelijkertijd op de + toets en - toets om de ingestelde tijd te
verwijderen.
BEDIENING VAN DE OVEN
This manual suits for next models
1
Table of contents
Languages:
Other Pelgrim Kitchen Appliance manuals