
NL - 9
Aanwijzing: Als de accu bijna leeg is, zal het controlelampje langzaam gaan knipperen. Na verloop van jd schakelt het
apparaat volledig uit als de accu leeg is. Laad de accu op.
9Druk op de aan/uit knop ( ) om de ruitenreiniger uit te zeen. Zet het apparaat aljd uit als u een oppervlak aan het
inspuiten bent om de gebruiksduur van de accu te verlengen.
Het reinigen van de ramen, spiegels of tegels kan ook zonder gebruik van de spuiles. Maak uw ramen schoon
op de gebruikelijke manier en gebruik de ruitenreiniger om het reinigingsmiddel op te zuigen en uw ramen streeploos
schoon te maken.
HET LEGEN VAN HET OPVANGRESERVOIR
10 Leeg het opvangreservoir zodra de hoeveelheid vies water de maximum indicae hee bereikt. Zet het apparaat uit.
Open het lipje 1en laat het opvangreservoir leeglopen.
11 Zodra het opvangreservoir leeg is, het lipje weer dichtdrukken.
Druk op de aan/uit knop ( ) om de ruitenreiniger uit te zeen.
12 De ruitenreiniger bevat elektrische onderdelen. Reinig het apparaat zelf niet onder de kraan. Druk op de drukknop 1om het
raamtrekkeropzetstuk 2los te maken.
Het raamtrekkeropzetstuk kan onder de kraan gereinigd worden.
• Verwijder de microvezeldoek van de houder en spel deze uit onder de kraan. De microvezeldoek mag in de wasmachine
gewassen worden op 30 ᵒC. Gebruik geen wasverzachter.
• De basis van de ruitenreiniger mag met een vochge doek afgenomen worden.
13 Leeg en reinig het opvangreservoir na enkele keren gebruik. Druk het lipje 1van het opvangreservoir omlaag en verwijder
het reservoir 2uit de basis.
14 Open het opvangreservoir door de bovenste en onderste helen van elkaar los te trekken. Verwijder voorzichg het
inwendige onderdeel uit de onderste hel van het reservoir. Reinig nu de binnenkant van het reservoir onder de kraan
of met een vochge doek. (Letop: De onderdelen van de ruitenreiniger mogen NIET in de vaatwasser worden gereinigd!)
15 Plaats het inwendige onderdeel terug in de onderste hel van het reservoir. Klik beide helen van het reservoir in elkaar
en plaats het reservoir 2terug in de basis. Controleer daarbij of het lipje 1vastklikt.
• Laat alle onderdelen eerst goed drogen voordat u het apparaat weer in elkaar zet.
• Laad de accu op zodat het apparaat klaar is voor volgend gebruik. Trek na het opladen de oplader uit het stopcontact.
• Berg het apparaat rechtopstaand op in een droge ruimte.
CONTROLELAMPJE
LICHT CONTINU OP (motor is aan) Het apparaat werkt normaal
KNIPPERT LANGZAAM (motor is aan) Accu raakt leeg (minder dan 5% capaciteit resterend)
KNIPPERT SNEL (motor is uit) Accu leeg
KNIPPERT LANGZAAM (jdens opladen) Accu wordt opgeladen
LICHT CONTINU OP (jdens opladen) Accu is volledig opgeladen
KNIPPERT SNEL Beveiliging tegen overbelasng geacveerd (motor verbruikt
te veel stroom, bijv. door geblokkeerde venlaeopening
of als het opvangreservoir verkeerd is geplaatst)
NA HET GEBRUIK