
7 - NL
Voor het goed functioneren van het
ventilatiesysteem moet aan een aantal
belangrijke voorwaarden worden voldaan:
■ Plaats geen voorwerpen, zoals
bijvoorbeeld kasten voor de bediening.
■ Zorg voor voldoende luchttoevoer. Open
daarvoor bijvoorbeeld een klapraampje
of de aanwezige ventilatieroosters in de
ramen, kozijnen of schuifpui.
■ Indien de woning is voorzien van niet
afsluitbare luchtopeningen, zoals
ventilatieroosters boven de ramen of
kieren onder de deuren, laat deze dan
open. Plak deze roosters en kieren niet
af of stop ze niet dicht.
■ Zorg er voor dat er geen wasemkap met
motor op het ventilatiesysteem wordt
aangesloten.
4.1 Ventilatiestand instellen
Niet op elke bediening kan een handmatige
ventilatiestand worden ingesteld. Dit is
alleen mogelijk op een bediening die door de
installateur is ingesteld als hoofdbediening
of als CO2 controller.
In een handmatige ventilatiestand
wordt de ventilatie niet geregeld
op basis van de CO2-concentratie.
Een handmatige ventilatiestand
blijft maximaal 12 uur actief.
1. Indien indicatoren niet maximaal
branden: Druk kortstondig op de
bedieningsknop.
- De indicatoren gaan maximaal
branden.
2. Druk kortstondig op de bedieningsknop
om een andere ventilatiestand te kiezen.
3. Herhaal stap 2 totdat de indicatoren van
de gewenste ventilatiestand branden.
Indien alleen de CO2 indicator brandt, staat
de bediening op automatische ventilatie.
4.2 Helderheid instellen
De helderheid van de indicatoren is
instelbaar in de volgende standen:
fel, hoog, medium, laag, waarschuwing, uit.
De standaard instelling is: waarschuwing -
de CO2 indicator geeft uitsluitend verhoogd
CO2 niveau of storingswaarschuwingen
weer.
1. Druk gedurende 5 seconden op de
bedieningsknop.
- Alle indicatoren knipperen 3x groen.
- De onderste (RF) of middelste (0-10V)
indicator in de rechter kolom knippert
rood.
2. Druk binnen 30 seconden kortstondig
op de bedieningsknop.
- De bovenste indicator in de rechter
kolom knippert rood.
3. Druk gedurende 5 seconden op de
bedieningsknop.
- Alle indicatoren knipperen 3x groen.
4. Druk kortstondig op de bedieningsknop
om een andere helderheid te kiezen.
5. Herhaal stap 4 totdat de indicatoren de
gewenste helderheid hebben.
6. Druk gedurende 5 seconden op de
bedieningsknop.
- Alle indicatoren knipperen 3x groen.
5 Onderhoud
Verwijder regelmatig het stof van de
bediening met een droge stofdoek of met
een stofzuiger.
Niet nat reinigen.
Zie erop toe dat ook het onderhoud van
het bijbehorende ventilatiesysteem wordt
uitgevoerd zoals vermeld in zijn eigen
handleiding.