GE BR U IK
8 0
G ebruik
Z et het audiotoestel aan. H et groene LED-lampje van de z ender gaat aan.
2 Schuif de Aan-/Uitschakelaar van de luisterhulp naar de „ ON“ -positie.
3 Buig de armen van de luisterhulp uit elkaar z odat de oordopjes in de
oren gestoken kunnen worden. Let erop dat men de dopjes naar boven,
naar beneden en z ijwaarts kan ombuigen z odat z e een beetje dieper in
het oor gedrukt kunnen worden. Daardoor wordt de klankkwaliteit en het
volume beter. Druk de oordopjes z achtjes verder in het oor z odat z e goed
passen en de klank optimaal is.
4 Verander de volume-instelling volgens eigen behoefte .
No te e r: W anneer de batterij bijna leeg is z ult u elke minuut drie korte
pieptonen horen. De luisterhulp z al dan na ongeveer 5 minuten uitge-
schakeld worden.
D e M ic ro fo o n k n o p
De microfoonopening aan de z ijkant van uw luisterhulp neemt geluiden uit
uw omgeving op. W anneer de microfoon ingeschakeld is hoort u meer van
uw omgeving. U kunt dan bijvoorbeeld terwijl u de luisterhulp ophebt, uw
deurbel, uw telefoon of uw gesprekspartner horen.
Om de microfoon aan te z etten moet u de microfoonknop induwen. H et ver-
kliklichtje verandert dan van groen naar rood en u hoort ook twee korte
pieptonen. Let erop dat de microfoonopening aan de z ijkant niet afge-
schermd is. U hoort uw omgeving en u kunt de luisterhulp als geluidsver-
sterker gebruiken om uw gesprekspartner beter te verstaan.
H o o g g e lu id s v o lu m e b e s c h a d ig t h e t g e h o o r!
D e z e o n tv a n g e r k a n o p h o g e re v o lu m e s in g e s te ld w o rd e n d a n c o n v e n -
tio n e le k o p te le fo o n s . P e rs o n e n m e t e e n g e z o n d h o o rv e rm o g e n e n v o o -
ra l k in d e re n k u n n e n h ie rd o o r s c h a d e a a n h u n g e h o o r o p lo p e n .
• D ra a i h e t v o lu m e v a n u w lu is te rh u lp la g e r v o o rd a t u h e m a a n z e t.
• Ste l u z e lf n ie t b lo o t a a n h o g e re g e lu id s v o lu m e s .