Atag HI06471E User manual

Gebruiksaanwijzing
Inductiekookplaat
Instructions for use
Induction hob
HI06471E
HI06471EP
HI06471EV
HI07471EV
HI08471EV
HI08571EV
HI09571EV

NL 4
NL Gebruiksaanwijzing NL 3 - NL 32
EN Instructions for use EN 3 - EN 32
Gebruikte pictogrammen – Pictograms used
Gevaar! Risico op letsel – Danger! Risk of injury
Let op! Risico op schade aan het apparaat
Caution! Risk of damaging the appliance
Let op! – Note!

NL 3
INHOUD
Uw kookplaat
Inleiding 4
Inductiekookplaat 5
Bedieningspaneel 7
Veiligheid
Temperatuurbeveiliging 8
Kookduurbegrenzer 8
Gezond koken 8
Gebruik
Geluiden bij inductie 9
Pannen 9
Vermogen instellen 11
Warmhoudfunctie 11
Automatisch opwarmen 12
De menufuncties 12
Meldingen op het display 13
Gebruik van de timer 13
Kookinstellingen 14
Bediening
Bereiding starten 15
Klaar met koken 16
De automatische opwarmfunctie inschakelen 17
De warmhoudfunctie inschakelen 17
De Bridge-inductiekookzones koppelen 17
Timerbediening 18
Werking van de menufuncties 21
Herstelfunctie 22
Instellingen
Het geluidssignaal instellen 23
De helderheid instellen 23
Installatie
Vermogensbegrenzer 24
Onderhoud
Reinigen 26
Technische specificaties
Informatie over EU-verordening 66/2014 27
Problemen oplossen
Algemeen 30
Milieuaspecten
Verpakking en toestel afdanken 32

NL 4
Inleiding
Deze kookplaat is ontworpen voor de echte kookliefhebber. Koken op een inductiekookplaat
heeft een aantal voordelen. Het is makkelijk, omdat de kookplaat snel reageert en ook op een
zeer laag vermogen is in te stellen. Bovendien kunt u dankzij het hoge vermogen gerechten zeer
snel aan de kook brengen. Door de ruime afstanden tussen de kookzones kunt u comfortabel
koken.
Koken op een inductiekookplaat is anders dan koken op een traditioneel toestel. Bij
inductiekoken wordt een magnetisch veld gebruikt om warmte op te wekken. Hierdoor kunt u
niet zomaar een willekeurige pan gebruiken. In het hoofdstuk 'Pannen' vindt u hierover meer
informatie.
Voor optimale veiligheid is de inductiekookplaat uitgerust met meerdere
temperatuurbeveiligingen en een restwarmte-indicator, waardoor u kunt zien welke kookzones
nog heet zijn.
In deze handleiding wordt beschreven hoe u de inductiekookplaat optimaal kunt benutten. Naast
informatie over de bediening vindt u hier ook achtergrondinformatie die van pas kan komen bij
het gebruik van het product. In de handleiding staan ook kooktabellen en onderhoudstips.
Lees de handleiding door voordat u het toestel in gebruik neemt en bewaar deze op een
veilige plaats voor toekomstig gebruik.
Daarnaast dient de handleiding als referentie voor de servicedienst. Plak daarom het
gegevensplaatje in het daarvoor bestemde kader, achter in de handleiding. Het
gegevensplaatje bevat alle informatie die de servicedienst nodig heeft om adequaat op uw
vragen te reageren.
De installatie-instructies worden afzonderlijk meegeleverd.
Veel kookplezier!
UW KOOKPLAAT

NL 5
UW KOOKPLAAT
Inductiekookplaat
1. Kookzone ø 21,5 cm / 2,3 kW - 3,0 kW (boost)
2. Kookzone ø 17,5 cm / 1,4 kW - 2,1 kW (boost)
3. Kookzone ø 14,5 cm / 1,4 kW - 1,85 kW (boost)
4. Bridge-inductiekookzone 19 x 21 cm / 2,1 kW - 3,0 kW (boost)
5. Bedieningspaneel
B
2
2
1
5
2
1
B
2
3
1
5
2
1
B
2
4
4
5
4
4

NL 6
UW KOOKPLAAT
1. Kookzone ø 27,5 cm / 2,3 kW - 3,0 kW (boost)
2. Kookzone ø 14,5 cm / 1,4 kW - 1,85 kW (boost)
3. Bridge-inductiekookzone 19 x 21 cm / 2,1 kW - 3,0 kW (boost)
4. Kookzone ø 17,5 cm / 1,4 kW - 2,1 kW (boost)
5. Bedieningspaneel
B
2
3
3
3
3
1
5
B
2
3
3
2
4
1
5
B
2
2
6
1
3
3

NL 7
UW KOOKPLAAT
Bedieningspaneel
Alle voorbeelden in deze handleiding tonen het bedieningspaneel van een kookplaat met
4 kookzones.
1. Aan-/uittoets
2. Schuifregelaar (van stand 0 t/m stand 9) voor:
▷het instellen van een waarde
▷het selecteren van een functie
3. Boost-toets
4. Warmhoudtoets
5. Menutoets voor:
▷Pauzefunctie
▷Vergrendelingsfunctie
▷Grillfunctie (afhankelijk van het model beschikbaar)
▷Geluidsinstelling
▷Helderheidsinstelling
6. Kookduurindicator voor elke kookzone
7. Kookduursymbool
8. Timertoets en timerdisplay
9. Kookzonetoets en kookzonedisplay
10. Timersymbool voor elke kookzone
11. Menu-symbolen
B
2
8
7
9
11
10
1 2 3 4
6
5

NL 8
VEILIGHEID
Lees eerst de afzonderlijke veiligheidsinstructies
voordat u het toestel gaat gebruiken!
Bij de eerste keer dat de kookplaat wordt aangezet, knippert de boost-toets. De
kookplaat staat in de instelmodus. Laat de vermogensbegrenzer instellen door
een installateur (zie hoofdstuk ‘Installatie’) of wacht 2 minuten. Na 2 minuten is de
kookplaat klaar voor gebruik.
Temperatuurbeveiliging
Een sensor controleert continu de temperatuur van bepaalde onderdelen van de kookplaat.
Elke kookzone is voorzien van een sensor die continu de temperatuur van de bodem van de
pan controleert om risico op oververhitting te voorkomen wanneer een pan droogkookt. Als de
temperatuur te hoog wordt, wordt het vermogen van de kookplaat automatisch verlaagd of wordt
de kookplaat automatisch uitgeschakeld.
Kookduurbegrenzer
De kookduurbegrenzer is een veiligheidsfunctie van uw kookplaat. Deze begrenzer
wordt geactiveerd als u vergeet de kookplaat uit te schakelen. Afhankelijk van de
gekozen instelling wordt de kookduur als volgt begrensd:
Kookstand Maximale gebruikstijd Kookstand Maximale gebruikstijd
1 516 minuten 6 138 minuten
2 402 minuten 7 138 minuten
3 318 minuten 8 108 minuten
4 258 minuten 9 90 minuten
5 210 minuten P 5 minuten
(schakelt dan terug naar niveau 9)
Gezond koken
Rookpunt van diverse oliesoorten
Om zo gezond mogelijk te bakken, wordt geadviseerd om de oliesoort af te stemmen op de
baktemperatuur. Elke oliesoort heeft een ander rookpunt, waarop er giftige gassen kunnen
vrijkomen. Onderstaande tabel toont het rookpunt van diverse oliesoorten.
Olie Rookpunt in °C Olie Rookpunt in °C
Extra vergine olijfolie 160 °C Zonnebloemolie 227 °C
Boter/kokosolie 177 °C Maisolie/arachideolie 232 °C
Koolzaadolie 204 °C Olijfolie 242 °C
Vergine olijfolie 216 °C Rijstolie 255 °C

NL 9
GEBRUIK
Geluiden bij inductie
Tikkend geluid
• Dit wordt veroorzaakt door de vermogensbegrenzer op de linker- en rechterzone. Ook bij
lagere instellingen kunt u een tikkend geluid horen.
Pannen maken geluid
• Pannen kunnen tijdens het koken geluid maken. Dit wordt veroorzaakt door de energie die
van de kookplaat naar de pan stroomt. Dit is normaal bij bepaalde pannen wanneer een
hoge kookstand wordt gebruikt. Dit is niet schadelijk voor de pannen of de kookplaat.
De ventilator maakt geluid
• Het apparaat is voorzien van ventilators om de levensduur van de elektronica te verlengen.
Als u het toestel intensief gebruikt, wordt de ventilator ingeschakeld om het toestel te
koelen. Dit zorgt voor een zoemend geluid. De ventilator blijft nog enkele minuten actief
nadat de kookplaat wordt uitgeschakeld.
Pannen
• Plaats een pan altijd in het midden van een kookzone.
• Voor inductiekoken zijn pannen van een bepaalde kwaliteit vereist.
• Gebruik alleen pannen die geschikt zijn voor elektrisch koken en inductiekoken met:
▷een dikke bodem (minimaal 2,25 mm);
▷een schone en vlakke onderkant.
• Het meest geschikt zijn pannen die zijn voorzien van het keurmerk 'Class Induction'.
Pannen waarmee al eerder op een gaskookplaat is gekookt, zijn niet meer
geschikt voor een inductiekookplaat.
U kunt zelf met een magneet controleren of uw pannen geschikt zijn. De pan is geschikt
als de magneet door de bodem wordt aangetrokken.
Geschikt Ongeschikt
Speciale roestvrijstalen pannen Aardewerk
Class Induction Roestvrij staal
Slijtvaste geëmailleerde pannen Porselein
Geëmailleerde gietijzeren pannen Koper/aluminium/kunststof
Wees voorzichtig met geëmailleerde pannen van plaatstaal. Als u de kookplaat op
een hoge stand inschakelt terwijl de pan (te) droog is, kan het email afsplinteren (hierbij
laat het email los van het staal). De panbodem kan kromtrekken, bijvoorbeeld door
oververhitting of door gebruik van een te hoog vermogen.

NL 10
GEBRUIK
• Gebruik nooit een pan met een vervormde bodem. Een holle of bolle bodem kan de werking
van de oververhittingsbeveiliging belemmeren, waardoor het toestel te warm wordt. Hierdoor
kan de glasplaat barsten en de panbodem smelten.
• Schade als gevolg van het gebruik van ongeschikte pannen of van droogkoken, valt buiten
de garantie.
Minimale pandiameter
• De minimale diameter van de panbodem:
▷10 cm voor zone ø 14,5, 17,5 en 13 cm voor zone ø 27,5 cm
▷11 cm voor zone 19 x 21 cm
▷23 cm voor verbonden bridge-zones
• U bereikt het beste resultaat met een pan van dezelfde diameter als de kookzone. Als de
pan te klein is, wordt de kookzone niet ingeschakeld.
Panverplaatsingsfunctie
De kookplaat heeft een panverplaatsingsfunctie. Alle instellingen die bij een kookzone horen
(vermogensniveau, timer, enz.) kunnen naar een andere kookzone worden verplaatst. Om de
instellingen te verplaatsen, raakt u de toets voor de kookzone ten minste 3 seconden aan. Er klinkt
één enkel geluidssignaal. Raak de kookzonetoets aan, waarnaar u de instellingen wilt verplaatsen.
Plaats de pan op de nieuw gekozen kookzone.
Wij adviseren om pannen op te tillen en niet te verschuiven over de kookplaat.
U kunt ook twee pannen tegelijk verwisselen.
Zorg ervoor dat de onderzijde van de pan en het oppervlak van de kookzone schoon en
droog zijn.
Pandetectie
De kookzone detecteert automatisch een geschikte pan die op een kookzone wordt geplaatst.
Het display van de kookzone licht op. Een vermogensniveau kan worden ingesteld.
• Als er geen (geschikte) pan op een kookzone staat, wordt het pandetectiesymbool
weergegeven als u een vermogensniveau instelt. Het symbool verdwijnt wanneer er een
geschikte pan op de kookzone wordt geplaatst.
• Haalt u tijdens het koken een pan van de kookzone af, dan verschijnt het
pandetectiesymbool. De kookzone schakelt uit. Het symbool verdwijnt als u de pan weer
terug plaatst. De kookzone schakelt weer in met het eerder ingestelde vermogensniveau.

NL 11
Automatische koppeling van bridge-inductiekookzones
Deze koppeling wordt automatisch gemaakt:
• als u de kookplaat inschakelt en er staat al kookgerei op de bridge-inductiekookzones;
• als u kookgerei (bijvoorbeeld een grillplaat) op de bridge-inductiekookzones plaatst als de
kookplaat ingeschakeld is.
Een verbindingssymbool verschijnt op het display van de achterste kookzone.
Grillplaten
De kookplaat heeft een grillfunctie (afhankelijk van het model) voor het gebruik van een grillplaat.
De functie houdt de grillplaat op een ideale temperatuur om te grillen.
Vermogen instellen
De kookzones hebben 9 niveaus. Daarnaast is er nog een boost-niveau (P). Nadat u de kookplaat
hebt ingeschakeld, kunt u binnen 5 seconden de gewenste kookzone kiezen. Stel het vermogen
in door de schuifregelaar aan te raken. Bij de eerste aanraking wordt het niveau ingesteld op
het deel van de schuifregelaar dat u aanraakt. De instelling van het vermogensniveau verandert
wanneer u met uw vinger over de schuifregelaar gaat.
Het niveau wordt hoger wanneer u naar rechts schuift. Het niveau wordt lager wanneer u naar
links schuift. Als u uw vinger van de schuifregelaar haalt, begint de kookzone op het ingestelde
niveau te werken.
Boostfunctie
U kunt de boostfunctie gebruiken om gedurende een korte periode (maximaal 5 minuten) op
het hoogste vermogensniveau te koken. Na het verstrijken van de maximale boosttijd wordt het
vermogen verlaagd naar stand 9.
Vermogensbegrenzer
De kookplaat is voorzien van een vermogensbegrenzer. Als het totale vermogen van de actieve
kookzones het maximaal beschikbare vermogen overschrijdt, wordt het vermogen automatisch
verlaagd. Het display van de kookzone die in vermogen wordt verlaagd knippert eerst; het niveau
wordt dan automatisch verlaagd naar het hoogste beschikbare vermogen.
Warmhoudfunctie
Gebruik deze functie om voedsel na het koken warm te houden (op ongeveer 70 °C).
• Zo wordt voorkomen dat vloeistoffen overstromen en aan de bodem van de pan branden.
• Deze functie kan onafhankelijk van elkaar op alle kookzones worden gestart.
• Wanneer de pan van de kookzone wordt gehaald, blijft de warmhoudfunctie ongeveer
10 minuten actief. De maximale duur van warmhouden is 2 uur.
GEBRUIK

NL 12
GEBRUIK
Automatisch opwarmen
Met deze functie wordt de kookzone op niveau 9 opgewarmd zodat deze snel op de gewenste
temperatuur is. Na verloop van een bepaalde tijd keert het vermogensniveau weer terug naar het
ingestelde vermogen. Deze functie is beschikbaar voor de vermogensniveaus 1 tot 8.
Vermogens-
niveau
Opwarmtijd (seconden)
1 45
2 140
3 230
4 310
5 408
6 120
7 175
8 215
De menufuncties
De volgende menufuncties zijn beschikbaar:
• Pauzefunctie
▷Met deze functie wordt de kookactiviteit van de gehele kookplaat tijdelijk gestopt en kan
opnieuw worden gestart met dezelfde instellingen.
• Vergrendelingsfunctie
▷Om te voorkomen dat de instelling van de kookzones per ongeluk wordt geactiveerd,
met name tijdens het schoonmaken, kan het bedieningspaneel worden vergrendeld (met
uitzondering van de aan/uit-toets).
• Grillfunctie (afhankelijk van het model beschikbaar)
▷Met deze functie kunt u een grillplaat optimaal gebruiken op ‘verbonden’ kookzones en
het juiste vermogen gebruiken.
• Geluidsinstelling
▷Stel het volume van het geluidssignaal in (zie hoofdstuk ‘Instellingen’).
• Helderheidsinstelling
▷Stel het helderheidsniveau van het display in (zie hoofdstuk ‘Instellingen’).

NL 13
Meldingen op het display
Op display Status
Vermogensniveau ‘0’ voor een kookzone
Ingesteld vermogensniveau van een kookzone: 1 = laag, 9 = hoog
Boostfunctie actief
Geen (geschikte) pan op de kookzone (pandetectiesymbool)
De Bridge-kookzones zijn gekoppeld (afhankelijk van het model beschikbaar)
Automatisch opwarmen is geactiveerd
Grillfunctie is geactiveerd (afhankelijk van het model beschikbaar)
Warmhoudfunctie is geactiveerd; wordt automatisch op ongeveer 70 °C
gehouden
Pauzefunctie geactiveerd; de kookplaat staat in de pauzestand
Vergrendelingsfunctie is geactiveerd; het bedieningspaneel is vergrendeld
Restwarmte-indicator: de kookplaat heeft voor elke kookzone een
restwarmte-indicator waarmee wordt aangegeven welke kookzone nog
warm is. Hoewel de kookplaat is uitgeschakeld, blijft indicator H zichtbaar
zolang de kookzone warm is. Raak de kookzones niet aan wanneer deze
indicator brandt. Gevaar! Risico op brandwonden.
Foutcode: zie hoofdstuk ‘Problemen oplossen’
Gebruik van de timer
De timer kan op drie verschillende manieren worden gebruikt:
• Als eierwekker (tijd is aflopend) — na afloop van de ingestelde tijd klinkt er een alarm.
▷De eierwekker kan worden ingesteld op maximaal 99 minuten.
▷De eierwekker kan onafhankelijk van de werking van de kookplaat worden gebruikt.
▷De eierwekker kan alleen worden uitgeschakeld of versteld als de kookplaat is
ingeschakeld.
▷Druk op de timertoets om het alarm uit te schakelen.
• Als kookwekker — de timer is gekoppeld aan een actieve kookzone. Na afloop van de
ingestelde tijd wordt de kookzone automatisch uitgeschakeld en klinkt er een alarm.
▷Een kookwekker kan worden ingesteld voor elke actieve kookzone op maximaal
99 minuten.
▷Druk op de timertoets om het alarm uit te schakelen.
• Als kookduur teller (tijd is oplopend) — geeft de kookduur aan.
▷De kookduur teller is gekoppeld aan een kookzone.
GEBRUIK

NL 14
Kookinstellingen
Aangezien de standen afhankelijk zijn van de hoeveelheid en samenstelling van het gerecht in de
pan, geldt de onderstaande tabel alleen als richtlijn.
Gebruik de boost-stand voor:
• snel aan de kook brengen van voedsel of vloeistoffen;
• slinken van groenten;
• verhitten van olie en vet;
• wokken.
Gebruik stand 9 voor het:
• aanbraden van vlees;
• bereiden van vis;
• bakken van omeletten;
• bakken van gekookte aardappelen;
• frituren van voedsel.
Gebruik stand 7 en 8 voor het:
• bakken van dikke pannenkoeken;
• bakken van dikke lappen gepaneerd vlees;
• bakken van bacon (vet);
• koken van rauwe aardappelen;
• bakken van wentelteefjes;
• bakken van gepaneerde vis;
• doorkoken pasta;
• bakken van dunne (gepaneerde) lappen vlees.
Gebruik stand 4-6 voor het:
• doorkoken van grote hoeveelheden;
• ontdooien van harde groenten;
• bakken van dikke lappen gepaneerd vlees.
Gebruik stand 1-3 voor het:
• trekken van bouillon;
• stoven van vlees;
• zacht koken van groenten;
• smelten van chocolade;
• pocheren;
• smelten van kaas.
GEBRUIK

NL 15
Bereiding starten
Gebruik van de aanraaktoetsen en de schuifregelaar
Plaats uw vingertop plat op een toets of op de schuifregelaar voor het beste resultaat. U hoeft
geen druk uit te voeren. De aanraaktoetsen reageren alleen op lichte druk van een vingertop.
Bedien de toetsen niet met andere objecten.
Na activering van een toets of schuifregelaar klinkt een geluidssignaal.
1. Raak de aan/uit-toets aan totdat u een geluidssignaal hoort.
▷Alle kookzonedisplays geven ‘0’ weer, wat aangeeft dat de inductiekookplaat in de stand-
by modus staat.
B
2
B
2
2. Plaats een geschikte pan op een kookzone.
Zorg ervoor dat de onderzijde van de pan en het oppervlak van de kookzone schoon en
droog zijn.
3. De kookzone detecteert de pan automatisch. Om een andere kookzone te selecteren, raakt
u de toets van de gewenste kookzone aan of plaatst u een tweede pan op een kookzone.
▷Er klinkt één enkel geluidssignaal.
▷De ‘0’ van de geselecteerde kookzone licht gedurende 3 seconden op.
B
2
B
2
BEDIENING

NL 16
4. Stel binnen 3 seconden het vermogen in door de schuifregelaar of de boost-toets aan te
raken.
▷De kookzone start automatisch op het ingestelde niveau.
▷Stel een hoger of lager vermogensniveau in met de schuifregelaar.
▷Na 5 seconden wordt de schuifregelaar uitgeschakeld.
B
2
B
2
5. Verplaats de pannen, indien gewenst, over de kookplaat van de ene kookzone naar de
andere kookzone (met behoud van alle instellingen). Raadpleeg hoofdstuk ‘Gebruik/
panverplaatsingsfunctie’.
Wanneer het symbool voor pandetectie op het display verschijnt:
B
2
• hebt u de pan niet op de juiste kookzone geplaatst;
• is de gebruikte pan niet geschikt voor inductiekoken;
• is de pan te klein of niet goed op de kookzone geplaatst.
▷De kookzone werkt niet totdat er een geschikte pan op de kookzone is geplaatst.
Als de kookplaat 20 seconden niet wordt gebruikt, wordt deze automatisch
uitgeschakeld.
Klaar met koken
1. Zet het vermogensniveau op ‘0’ om de kookzone uit te schakelen.
2. Schakel de inductiekookplaat uit door de aan/uit-toets aan te raken.
Het symbool Hwordt weergegeven op het display van de kookzone, als die te heet is
om te worden aangeraakt. Het symbool verdwijnt wanneer het oppervlak is afgekoeld tot
een veilige temperatuur. U kunt ook energie besparen door een nog hete kookzone te
gebruiken om andere pannen te verwarmen.
BEDIENING

NL 17
De automatische opwarmfunctie inschakelen
1. Schakel de kookplaat in en selecteer de gewenste kookzone.
2. Raak de schuifregelaar ten minste 3 seconden op het gewenste niveau aan.
▷In het display verschijnt een ‘A’ afgewisseld met het geselecteerde vermogensniveau. Na
afloop van de automatische opwarmtijd schakelt de kookzone automatisch over naar het
gekozen niveau, dat permanent op het display wordt weergegeven.
3. Stop de automatische opwarmfunctie door de kookzone te selecteren en de schuifregelaar
aan te raken.
De warmhoudfunctie inschakelen
1. Schakel de kookplaat in en plaats een geschikte pan op een van de kookzones.
2. Raak de kookzonetoets van de gewenste kookzone aan.
▷De ‘0’ van de geselecteerde kookzone licht duidelijk op en er klinkt een enkele pieptoon.
3. Raak de warmhoudtoets aan.
▷Het warmhoudsymbool ‘u’ verschijnt op het display. De warmhoudfunctie is
geselecteerd.
B
2
B
2
4. Zet het vermogensniveau op ‘0’ of raak de warmhoudtoets aan om de warmhoudfunctie uit
te schakelen.
De Bridge-inductiekookzones koppelen (afhankelijk van het model beschikbaar)
Twee Bridge-inductiezones kunnen aan elkaar worden gekoppeld. Hierdoor ontstaat één grote
zone die kan worden gebruikt voor bijvoorbeeld een grillplaat of een grote vispan op hetzelfde
vermogen. De pan moet groot genoeg zijn om het midden van de voorste en achterste kookzone
te bedekken.
Deze koppeling wordt automatisch gemaakt als de kookplaat op beide zones
kookgerei detecteert. Wilt u twee afzonderlijke pannen gebruiken, zet dan eerst
een pan op de voorste kookzone en stel een vermogensniveau in. Zet vervolgens
de tweede pan op de achterste kookzone en stel een vermogensniveau in voor de
achterste zone.
BEDIENING

NL 18
Automatische koppeling van Bridge-inductiekookzones
1. Schakel de kookplaat in en plaats een grote pan op twee bridge-inductiekookzones.
▷Een verbindingssymbool verschijnt op het display van de achterste kookzone om aan te
geven dat de twee kookzones zijn verbonden.
2. Gebruik de schuifregelaar om het gewenste kookvermogen voor de twee verbonden
kookzones in te stellen.
3. Om later het kookvermogen van de verbonden zones te wijzigen, drukt u eerst op de
kookzonetoets van de voorste kookzone.
Handmatige koppeling van Bridge-inductiekookzones
1. Raak tegelijkertijd de kookzonetoetsen aan de linker- of rechterzijde aan.
▷Een verbindingssymbool verschijnt op het display van de achterste kookzone om aan te
geven dat de twee kookzones zijn verbonden.
B
2
B
2
Ontkoppeling van Bridge-inductiekookzones
1. Raak de kookzonetoetsen van de verbonden kookzones tegelijk aan.
▷Het verbindingssymbool verdwijnt op het display van de achterste kookzone.
Timerbediening
De eierwekker gebruiken (tijd is aflopend)
De kookplaat is ingeschakeld en er is geen kookzone geselecteerd.
1. Raak de timertoets aan om de eierwekker in te schakelen.
▷Op het display van de timer knippert ‘0-’.
B
2
B
2
2. Gebruik de schuifregelaar om de gewenste tijd in te stellen (van 0 tot 99 minuten).
▷Stel een waarde in op het linkerdisplay en wacht totdat het cijfer niet meer knippert.
BEDIENING

NL 19
▷Stel op het linkerdisplay de waarde ‘0’ in als u minder dan 10 minuten in wilt stellen.
▷Het rechterdisplay begint te knipperen; stel het rechterdisplay in.
▷Wanneer de tijd is ingesteld, begint de tijd direct af te tellen.
▷Op het timerdisplay wordt de resterende tijd weergegeven.
▷De laatste minuut wordt in seconden weergegeven.
▷Het alarm klinkt wanneer de ingestelde tijd is verstreken.
3. Raak de timertoets aan om het alarm uit te schakelen.
▷Het alarm stopt na 2 minuten automatisch.
Raak de timertoets aan en raak vervolgens de schuifregelaar aan op stand ‘0’ om
voortijdig de eierwekker uit te schakelen.
De kookwekker gebruiken
1. Selecteer de gewenste kookzone.
2. Raak de timertoets aan.
▷Het timersymbool boven de betreffende kookzone verschijnt.
B
2
B
2
3. Gebruik de schuifregelaar om de gewenste tijd in te stellen (van 0 tot 99 minuten).
▷Stel eerst een waarde in op het linkerdisplay en wacht totdat het cijfer niet meer knippert
en het rechterdisplay begint te knipperen. Stel vervolgens het rechterdisplay in.
▷Als u minder dan 10 minuten in wilt stellen, raakt u nogmaals de timertoets aan.
▷De geselecteerde kookzone wordt automatisch uitgeschakeld zodra de ingestelde tijd is
verstreken.
▷Het alarm klinkt wanneer de ingestelde tijd is verstreken.
4. Raak de timertoets aan om het alarm uit te schakelen.
▷Het alarm stopt automatisch na 30 seconden.
De vooraf ingestelde kookduur wijzigen
U kunt de kookduur op elk gewenst moment wijzigen.
1. Raak de kookzonetoets aan om de zone te selecteren waarvan u de kookwekker wilt aanpassen.
▷Een aan de kookwekker gekoppelde zone is te herkennen aan het timersymbool boven
het kookzonedisplay.
2. Raak de timertoets aan.
3. Gebruik de schuifregelaar om de tijd te wijzigen.
BEDIENING

NL 20
De resterende kookduur controleren
1. Druk op de kookzonetoets om de zone te selecteren waarvan u de resterende tijd wilt
bekijken.
▷Een aan de kookwekker gekoppelde zone is te herkennen aan het timersymbool boven
het kookzonedisplay.
▷De timer geeft de resterende tijd van de geselecteerde kookzone weer.
▷Tijdens de laatste minuut van de looptijd wordt de resterende tijd in seconden
weergegeven.
De kookwekker uitschakelen
Voer de volgende stappen uit om de kookwekker uit te schakelen voordat de ingestelde tijd is
verstreken:
1. Druk op de kookzonetoets om de zone te selecteren waarvan u de kookwekker wilt
uitschakelen.
▷Een aan de kookwekker gekoppelde zone is te herkennen aan het timersymbool boven
het kookzonedisplay.
2. Raak de timertoets aan.
3. Raak de schuifregelaar aan op stand ‘0’ om de tijd in te stellen op '00'.
▷Het timersymbool verdwijnt.
De kookduur teller gebruiken (tijd is oplopend)
1. Selecteer de gewenste kookzone.
2. Raak de timertoets minimaal 3 seconden aan totdat de kookduurindicator naast het
kookzonedisplay verschijnt.
▷Bij het selecteren van de kookzone verschijnt het kookduursymbool boven het
timerdisplay. De kookduur van de kookzone is zichtbaar.
▷Het timerdisplay geeft de actieve kookduur van de geselecteerde kookzone oplopend
weer.
B
2
B
2
3. Om de kookduur teller te stoppen, selecteert u de kookzone en raakt u de timertoets twee
keer aan.
▷Na een aantal seconden zijn de indicator, de symbolen en het knipperende timerdisplay
verdwenen.
▷U kunt ook de kookzone uitschakelen om de kookduur teller te stoppen
BEDIENING
This manual suits for next models
6
Table of contents
Languages:
Other Atag Hob manuals

Atag
Atag HI64 CB Series User manual

Atag
Atag IGT9472MBA User manual

Atag
Atag HG41 A/J Series User manual

Atag
Atag HI170G User manual

Atag
Atag HI9572SV User manual

Atag
Atag HIDD28471SV User manual

Atag
Atag HG9571MBA User manual

Atag
Atag KI6111P User manual

Atag
Atag HI39673TF User manual

Atag
Atag HI511M User manual