Atag HI064 C Series User manual

Gebruiksaanwijzing
Inductiekookplaat
Instructions for use
Induction hob
HI064--C
HI064--CP1

NL 4
NL Gebruiksaanwijzing NL 3 - NL 23
EN Instructions for use EN 3 - EN 23
Gebruikte pictogrammen - Pictograms used
Belangrijk om te weten - Important information
Tip

NL 3
INHOUDSOPGAVE
Uw kookplaat
Inleiding 4
Beschrijving 5
Bedieningspaneel 6
Meldingen op het display 7
Veiligheid
Temperatuurbeveiliging 8
Kookduurbegrenzer 8
Gezond koken 8
Voor het eerste gebruik
Gebruik van de aanraaktoetsen en de schuifregelaar 9
Inductiegeluiden 9
Geschikte pannen 9
Vermogen instellen 10
Kookinstellingen 11
Bediening
Bereiding starten 12
Klaar met koken 12
Boostfunctie 13
Timerbediening 13
De automatische opwarmfunctie inschakelen 15
Pauzefunctie 16
De (kinder)slotfunctie gebruiken 16
Herstelfunctie 16
De smeltfunctie inschakelen 17
De warmhoudfunctie inschakelen 17
Instellingen
Het geluidssignaal en vergrendelingsparameters instellen 18
Onderhoud
Reiniging 20
Technische specificaties
Informatie volgens verordening (EU) 66/2014 21
Problemen oplossen
Algemeen 22
Milieuaspecten
Verpakking en apparaat afdanken 23

NL 4
Inleiding
Gefeliciteerd met uw keuze voor dit toestel. In het ontwerp van dit product heeft eenvoudige
bediening en optimale gebruiksvriendelijkheid centraal gestaan.
In deze handleiding leest u hoe u dit toestel het best kunt gebruiken. Naast informatie over de
bediening, vindt u hier ook achtergrondinformatie die u tijdens het gebruik van het toestel van
pas kan komen.
Lees eerst de separate veiligheidsinstructies voordat u het
toestel gebruikt.
Lees deze handleiding door voordat u het toestel in gebruik neemt, en berg de handleiding
daarna veilig op voor toekomstig gebruik.
Deze handleiding dient als referentie voor de servicedienst. Plak het typeplaatje in het
daarvoor bestemde kader, achter op de handleiding. Het typeplaatje bevat alle informatie die
de servicedienst nodig heeft om adequaat op uw vragen te reageren.
De installatie-instructies worden afzonderlijk meegeleverd.
Veel kookplezier!
Op onze website kunt u de meest recente versie van de gebruiksaanwijzing vinden.
UW KOOKPLAAT

NL 5
UW KOOKPLAAT
Beschrijving
1
13
2
4
1. Kookzone ø 180 mm / 1,4 kW - 2,1 kW (boost)
2. Kookzone ø 210 mm / 2,3 kW - 3,0 kW (boost)
3. Kookzone ø 160 mm / 1,4 kW - 1,85 kW (boost)
4. Bedieningspaneel

NL 6
UW KOOKPLAAT
Bedieningspaneel
1. Aan/Uit-toets / Kinderslottoets
2. Aan/uit / Indicatielampje kinderslot
3. Toets voor smelten/warm houden
4. Indicatielampje voor smelten
5. Indicatielampje voor warm houden
6. Toets voor verlagen van vermogen voor kookzone links voorzijde
7. Toets voor verlagen van vermogen voor kookzone links achterzijde
8. Display kookzone links voorzijde
9. Display kookzone links achterzijde
10. Toets voor verhogen van vermogen voor kookzone links voorzijde
11. Toets voor verhogen van vermogen voor kookzone links achterzijde
12. Toets voor verlagen van vermogen voor kookzone rechts voorzijde
13. Toets voor verlagen van vermogen voor kookzone rechts achterzijde
14. Display kookzone rechts voorzijde
15. Display kookzone rechts achterzijde
16. Toets voor verhogen van vermogen voor kookzone rechts voorzijde
17. Toets voor verhogen vermogen voor kookzone rechts achterzijde
18. Timerindicatielampje voor kookzone links voorzijde
19. Toets voor verkorten van tijd
20. Timerindicatielampje voor kookzone links achterzijde
21. Timertoets
22. Timerdisplay
23. Toets voor verlengen van tijd
24. Timerindicatielampje voor kookzone rechts achterzijde
25. Timerindicatielampje voor kookzone rechts voorzijde
26. Toets voor pauzeren/herstellen
27. Indicatielampje voor pauzeren/herstellen
Sommige bedieningsfuncties zijn niet beschikbaar, afhankelijk van het model.
2 4 5 27
20 24
1 3 19 21 23 266
7 13 18
11 2517
12
10 16
9
814
15 22

NL 7
Meldingen op het display
Display Beschrijving
Vermogensniveau ‘0’ voor een kookzone
Vermogen van kookzone: 1 = lage instelling, 9 = hoge instelling
Boostfunctie actief
Geen (geschikte) pan op kookzone (pandetectiesymbool)
Automatische verhitting geselecteerd
Smeltfunctie geselecteerd
Warmhoudfunctie geselecteerd
Kinderslotfunctie geselecteerd
Restwarmte-indicator: de kookplaat heeft voor elke kookzone een restwarm-
te-indicator waarmee wordt aangegeven welke kookzone nog warm is. On-
danks dat de kookplaat is uitgeschakeld, blijft de indicator H zichtbaar zolang
de kookzone warm is! Raak de kookzones niet aan wanneer deze indicator
brandt.
Gevaar! Risico op brandwonden.
Foutcode: zie de probleemoplossingstabel
Foutcode: zie de probleemoplossingstabel
UW KOOKPLAAT

NL 8
VEILIGHEID
Lees eerst de afzonderlijke veiligheidsinstructies
voordat u het apparaat in gebruik neemt!
Temperatuurbeveiliging
Een sensor controleert continu de temperatuur van bepaalde onderdelen van de kookplaat.
Elke kookzone is voorzien van een sensor die continu de temperatuur van de bodem van de
pan controleert om risico op oververhitting te voorkomen wanneer een pan droogkookt. Bij een
te hoge temperatuur wordt het vermogen van de kookplaat automatisch verlaagd of wordt de
kookplaat automatisch uitgeschakeld.
Kookduurbegrenzer
De kookduurbegrenzer is een veiligheidsfunctie van uw kookplaat. Deze wordt
geactiveerd als u vergeet de kookplaat uit te schakelen. Afhankelijk van de gekozen
instelling wordt de kookduur als volgt begrensd:
Kookniveau Maximale gebruikstijd
U 2 uur
u 8 uur
1-2 8 uur
3-4 6 uur
5-6 4 uur
7-8 2 uur
9 1,5 uur
P 5 minuten (schakelt vervolgens terug naar niveau 9)
Gezond koken
Rookpunt van diverse oliesoorten
Geadviseerd wordt om de oliesoort af te stemmen op de baktemperatuur om zo gezond mogelijk
te bakken. Elke oliesoort heeft een ander rookpunt waarbij giftige gassen vrijkomen.
In onderstaande tabel staat het rookpunt van diverse oliesoorten.
Olie Rookpunt °C Olie Rookpunt °C
Extra vierge olijfolie 160 °C Zonnebloemolie 227 °C
Boter/kokosolie 177 °C Maïsolie/arachideolie 232 °C
Koolzaadolie 204 °C Olijfolie 242 °C
Vierge olijfolie 216 °C Rijstolie 255 °C

NL 9
VOOR HET EERSTE GEBRUIK
Gebruik van de aanraaktoetsen en de schuifregelaar
Plaats uw vingertop plat op een toets of op de schuifregelaar voor het beste resultaat. U hoeft
geen druk uit te voeren. De aanraaktoetsen reageren alleen op lichte druk van een vingertop.
Bedien de toetsen niet met andere objecten. Na activering van een toets of schuifregelaar
klinkt een geluidssignaal.
Inductiegeluiden
Een tikkend geluid
Dit wordt veroorzaakt door de vermogensbegrenzer op de linker- en rechterzones. Ook bij lagere
kookstanden kunt u een tikkend geluid horen.
Pannen maken geluid
Pannen kunnen tijdens het koken geluid maken. Dit wordt veroorzaakt door de energie die van
de kookplaat naar de pan stroomt. Bij hoge niveaus is dit bij sommige pannen een heel normaal
verschijnsel. Dit is niet schadelijk voor de pannen of de kookplaat.
De ventilator maakt geluid
Het toestel is voorzien van een ventilator om de levensduur van de elektronica te verlengen. Als u
het toestel intensief gebruikt, wordt de ventilator ingeschakeld om het toestel te koelen en hoort
u een zoemend geluid. De ventilator blijft nog enkele minuten doorwerken nadat de kookplaat is
uitgeschakeld.
Geschikte pannen
Voor inductiekoken moet een pan een dikke vlakke bodem hebben (minimaal 2,25 mm). Gebruik
pannen van magnetisch materiaal of pannen met een sandwichbodem. Andere pannen leveren
lagere prestaties. Pannen van koper, aluminium of keramisch materiaal zijn niet geschikt.
Gebruik alleen pannen met een vlakke bodem. Een holle of bolle bodem kan de werking
van de droogkookbeveiliging belemmeren; het toestel kan dan te warm worden. Dit
kan tot schade leiden. Schade, ontstaan door het gebruik van ongeschikte pannen of
droogkoken, valt buiten de garantie.
Pannen die op een gaskookplaat zijn gebruikt, zijn niet meer geschikt voor
inductiekoken.
Wees voorzichtig met dunne plaatstaal geëmailleerde pannen! Het emaille kan
beschadigen op een hoge stand wanneer de pan te droog is. Door te hoge
vermogensstanden kan de panbodem gemakkelijk kromtrekken.

NL 10
VOOR HET EERSTE GEBRUIK
Minimale pandiameter
• De minimale diameter van de panbodem:
▷90 mm voor zone ø 160 - 180 mm
▷110 mm voor zone ø 210 mm
• U bereikt het beste resultaat met een pan van dezelfde diameter als de kookzone. Als de
pan te klein is, wordt de kookzone niet ingeschakeld.
Let op
Zandkorreltjes kunnen krasjes veroorzaken die niet meer te verwijderen zijn. Zet
daarom alleen pannen met een schone bodem op de kookplaat. Wij adviseren om
pannen op te tillen en niet te verschuiven over de kookplaat.
Vermogen instellen
De kookzones hebben 9 niveaus en een boost-niveau.
• Raak de toets ‘+’ of ‘-’ van de gewenste kookzone aan.
▷Als u de toets ‘+’ voor de eerste keer aanraakt, wordt de instelling ‘9’ weergegeven.
▷Als u de toets ‘-’ voor de eerste keer aanraakt, wordt de instelling ‘4’ weergegeven.
• Gebruik de toets ‘+’ of ‘-’ van de gewenste kookzone om de gewenste vermogensinstelling
te selecteren. Stel het vermogensniveau in op 9 en raak vervolgens de toets ‘+’ aan om het
boostniveau te selecteren.
▷De kookzone start met het geselecteerde vermogensniveau.
Vermogenverdeling kookzones
• Het maximale beschikbare vermogen is afhankelijk van de voedingsaansluiting van de
kookplaat. Raadpleeg het hoofdstuk ‘Instellingen/Maximaal totaalvermogen’.
• Twee kookzones die achter elkaar liggen beïnvloeden elkaar. Wanneer deze kookzones
tegelijk ingeschakeld zijn, wordt het vermogen automatisch verdeeld.
▷Als het maximale vermogen is bereikt, klinkt er een geluidssignaal.
• Als één van de kookzones is ingesteld op boost en u wilt de andere zone op instelling 9 of
boost zetten, schakel dan eerst de kookzone die op boost is gezet, terug naar een lagere
instelling.
• De kookzones links en rechts beïnvloeden elkaar niet. U kunt één kookzone aan de
linkerzijde of één kookzone aan de rechterzijde instellen op boost.
• Als het maximaal totaalvermogen is ingesteld op 3,7 of lager, dan hebben de kookzones aan
de linkerzijde en rechterzijde wél invloed op elkaar.

NL 11
Kookinstellingen
Aangezien de instellingen afhankelijk zijn van de hoeveelheid en samenstelling van het gerecht in
de pan, geldt de onderstaande tabel alleen als richtlijn.
Gebruik de boost-instelling voor:
• snel aan de kook brengen van voedsel of vloeistof;
• slinken van groene groenten;
• verhitten van olie en vet;
• wokken.
Gebruik instelling 9 voor:
• aanbraden van vlees;
• bereiden van vis;
• bakken van omeletten;
• bakken van gekookte aardappelen;
• frituren van voedsel.
Gebruik instelling 7 en 8 voor:
• bakken van dikke pannenkoeken;
• bakken van dikke lappen gepaneerd vlees;
• bakken van bacon (vet);
• koken van rauwe aardappelen;
• bakken van wentelteefjes;
• bakken van gepaneerde vis;
• doorkoken van pasta;
• bakken van dunne (gepaneerde) lappen vlees.
Gebruik instelling 4-6 voor:
• doorkoken van grote hoeveelheden;
• ontdooien van harde groenten;
• bakken van dikke lappen gepaneerd vlees.
Gebruik instelling 1-3 voor:
• trekken van bouillon;
• stoven van vlees;
• zacht koken van groenten;
• smelten van chocolade;
• pocheren;
• smelten van kaas.
VOOR HET EERSTE GEBRUIK

NL 12
Lees het hoofdstuk ‘Voor het eerste gebruik’ zorgvuldig door voordat u begint met
koken. Dit voorkomt onjuist gebruik van de kookplaat.
Bereiding starten
1. Raak de Aan/Uit-toets aan en houd deze vast totdat u een geluidssignaal hoort.
▷Het aan/uit-indicatielampje gaat branden.
▷Alle displays geven ‘0’ weer, wat aangeeft dat het toestel in stand-by stand staat.
2. Plaats een geschikte pan op een kookzone.
▷Zorg ervoor dat de onderzijde van de pan en het oppervlak van de kookzone schoon en
droog zijn.
3. Raak de toets ‘+’ of ‘-’ van de gewenste kookzone aan.
▷Als u de toets ‘+’ voor de eerste keer aanraakt, wordt de instelling ‘9’ weergegeven.
▷Als u de toets ‘-’ voor de eerste keer aanraakt, wordt de instelling ‘4’ weergegeven.
▷Er klinkt een kort geluidssignaal.
▷Stel een hoger of lager vermogensniveau in met de toets ‘+’ of ‘-’.
▷De kookzone start automatisch op het ingestelde niveau.
Wanneer het symbool voor pandetectie knippert:
• hebt u de pan niet op de juiste kookzone geplaatst;
• is de gebruikte pan niet geschikt voor inductiekoken;
• is de pan te klein of niet goed op de kookzone geplaatst.
▷De plaat wordt niet warm totdat er een geschikte pan op de kookzone is geplaatst.
▷Het display wordt na 2 minuten automatisch uitgeschakeld als er geen geschikte pan op
de plaat wordt gezet.
De kookplaat wordt automatisch uitgeschakeld als deze gedurende 10 seconden
niet wordt gebruikt.
Klaar met koken
1. Zet de vermogensstand op nul (0) om de kookzone uit te schakelen. U kunt ook tegelijkertijd
op de toets ‘-’ en ‘+’ drukken om de kookzone uit te schakelen.
2. Schakel de kookplaat uit door de Aan/Uit-toets aan te raken.
Het symbool Hwordt weergegeven op het display van de kookzone, als die te heet is
om te worden aangeraakt. Het symboo verdwijnt wanneer het oppervlak is afgekoeld tot
een veilige temperatuur. U kunt ook energie besparen door een nog hete kookzone te
gebruiken om andere pannen te verwarmen.
BEDIENING

NL 13
Boostfunctie
U kunt de boostfunctie gebruiken om gedurende een korte periode (maximaal 5 minuten) op
het hoogste vermogensniveau te koken. Na het verstrijken van de maximale boosttijd wordt het
vermogen verlaagd naar stand 9.
1. Schakel de kookplaat in en plaats een geschikte pan op een kookzone.
2. Raak de toets ‘+’ van de gewenste kookzone aan.
▷Instelling ‘9’ wordt weergegeven.
3. Raak nogmaals de toets ‘+’ van de gewenste kookzone aan om de boostfunctie te
selecteren.
▷‘P’ verschijnt op het display.
▷Na het verstrijken van de maximale boosttijd wordt het vermogen verlaagd naar stand 9.
Timerbediening
U kunt de timer op twee manieren gebruiken:
• Keukenwekker: geen van de kookzones wordt uitgeschakeld nadat de ingestelde tijd is
verstreken. Er klinkt alleen een alarm.
▷Druk op een willekeurige toets om het alarm te stoppen.
• Kookwekker: de kookwekker is gekoppeld aan een actieve kookzone. Nadat de ingestelde
tijd is verstreken, wordt de kookzone automatisch uitgeschakeld.
• U kunt voor elke actieve kookzone een kookwekker instellen.
• Zowel de kookwekker als de keukenwekker kan op maximaal 99 minuten worden ingesteld.
• De keukenwekker werkt op dezelfde manier als de kookwekker, maar is niet aan een
kookzone gekoppeld. Wanneer de kookplaat wordt uitgeschakeld, loopt de keukenwekker
door.
• De keukenwekker kan alleen worden uitgeschakeld of aangepast wanneer de kookplaat is
ingeschakeld.
De keukenwekker gebruiken
1. Schakel de kookplaat in.
2. Raak de timertoets aan om de timer in te schakelen.
▷Op het display van de timer knippert ‘00’.
3. Stel binnen 10 seconden een tijd in met de '+' of '-’ toets van de timer.
▷Wanneer de tijd is ingesteld, begint de timer direct met aftellen.
▷Het timeralarm klinkt wanneer de ingestelde tijd is verstreken.
▷Raak een willekeurige toets aan om het alarm te stoppen. De timer schakelt automatisch
uit na 2 minuten (uitschakeltijd kan worden aangepast; zie ‘Instellingen’).
▷Op het display wordt de resterende tijd weergegeven.
▷De laatste minuut van de looptijd wordt in seconden weergegeven.
BEDIENING

NL 14
De kookwekker gebruiken
1. Schakel de kookplaat in, selecteer een kookzone en selecteer een vermogensstand.
2. Raak de timertoets aan om de timer in te schakelen.
▷Op het display van de timer knippert ‘00’.
3. Raak de timertoets opnieuw aan.
▷De stip van de betreffende kookzone naast het timerdisplay en de tijd knipperen.
▷Raak de timertoets zo vaak als nodig is aan om de kookzone te selecteren waarvoor u de
timer wilt instellen.
4. Stel binnen 10 seconden een kookduur in met de ‘+’ of ‘-’ toets van de timer.
▷Wanneer de tijd is ingesteld, begint de timer direct met aftellen.
▷De stip van de betreffende kookzone naast het timerdisplay knippert.
▷Nadat de ingestelde tijd is verstreken, schakelt de kookzone uit.
▷Het timeralarm klinkt wanneer de ingestelde tijd is verstreken.
▷Raak een willekeurige toets aan om het alarm te stoppen. Het alarm schakelt automatisch
uit na 2 minuten (de duur van het alarm kan worden aangepast; zie ‘Instellingen’).
De ingestelde kookduur wijzigen
U kunt de kookduur op elk gewenst moment wijzigen.
1. Raak de timertoets zo vaak als nodig is aan om de zone te selecteren waarvoor u de timer
wilt aanpassen.
▷De zone wordt aangegeven met een knipperende stip naast het timerdisplay.
2. Raak de ‘-’ of ‘+’ toets van de timer aan om de tijd te wijzigen.
De resterende kooktijd controleren
Het timerdisplay toont alle timerinstellingen. De verschillende timerinstellingen worden
beurtelings met de klok mee getoond op het display.
1. Raak de timertoets zo vaak als nodig is aan om de zone te selecteren waarvoor u de
resterende tijd wilt bekijken.
▷De zone wordt aangegeven met een knipperende stip naast het timerdisplay.
▷Op het display van de timer wordt de resterende tijd van de geselecteerde kookzone
weergegeven.
De timer uitschakelen
Voer de volgende stappen uit om de timer uit te schakelen voordat de ingestelde tijd is verstreken:
1. Raak de timertoets zo vaak als nodig is aan om de zone te selecteren waarvoor u de timer
wilt uitschakelen.
2. Raak de ‘-’ en ‘+’ toets van de timer tegelijkertijd aan.
▷De verlichte punt naast het display wordt uitgeschakeld.
BEDIENING

NL 15
De automatische opwarmfunctie inschakelen
Met deze functie wordt de kookzone op het hoogste niveau ingesteld zodat uw pan snel op de
gewenste temperatuur is. Na verloop van een bepaalde tijd keert het vermogensniveau weer
terug naar het ingestelde vermogen. Deze functie is beschikbaar voor vermogensniveau 1 t/m 8.
Vermogensniveau Opwarmtijd (seconden)
1 40
2 70
3 120
4 180
5 260
6 430
7 120
8 195
1. Schakel de kookplaat in en zet een geschikte pan op een van de kookzones.
▷De kookzone moet zijn uitgeschakeld; op het display staat een nul (0).
2. Houd de toets ‘+’ ongeveer 3 seconden ingedrukt totdat u een kort geluidssignaal hoort.
▷‘A’ en niveau ‘9’ knipperen snel afwisselend op het display.
3. Gebruik de toets ‘-’ om in te stellen met welk vermogensniveau u wilt koken nadat het
automatisch opwarmen is voltooid.
▷Na het instellen van het vermogensniveau klinkt er na ongeveer 3 seconden een kort
geluidssignaal; de automatische opwarmfunctie is geactiveerd.
▷‘A’ en het geselecteerde vermogensniveau knipperen afwisselend op het display.
4. Wanneer de tijd voor automatisch opwarmen is verstreken, schakelt de kookzone
automatisch over naar het geselecteerde vermogen.
▷Het geselecteerde vermogen wordt voortdurend op het display weergegeven.
Raak de toets ‘-’ aan om de automatische opwarmfunctie uit te schakelen of raak de
toetsen ‘-’ en ‘+’ tegelijkertijd aan om de kookzone uit te schakelen.
Raak de toets ‘+’ aan om de instelling voor de automatische opwarmfunctie te
verhogen.
BEDIENING

NL 16
Pauzefunctie
De pauzefunctie kan alleen worden gebruikt wanneer er minimaal één zone is ingeschakeld.
De maximale duur van de onderbreking is 10 minuten. Na 10 minuten in de pauzestand wordt de
kookplaat uitgeschakeld. Het koken kan binnen 10 minuten worden hervat door de pauzetoets
aan te raken.
Met de pauzefunctie geactiveerd:
• Alle timers (ook de kookwekker) die zijn ingesteld voordat de pauze werd ingeschakeld,
worden uitgeschakeld tijdens de pauzeperiode en worden weer ingeschakeld wanneer de
pauzefunctie wordt gestopt.
1. Raak de pauzetoets aan.
▷Het lampje boven de pauzetoets knippert (samen met de vermogensinstelling).
2. Raak de pauzetoets opnieuw aan om de pauzefunctie uit te schakelen.
▷De kookplaat schakelt na 10 minuten automatisch uit als de pauzefunctie in de tussentijd
niet wordt uitgeschakeld.
De (kinder)slotfunctie gebruiken
1. Schakel de kookplaat uit.
2. Houd de Aan/Uit-toets ongeveer 3 seconden ingedrukt.
▷Op alle displays wordt nu ‘L’ weergegeven.
• De kookplaat is nu vergrendeld. Na 5 seconden wordt de kookplaat automatisch
uitgeschakeld.
• Houd de Aan/Uit-toets opnieuw circa 3 seconden ingedrukt om de vergrendeling weer uit te
schakelen.
▷Het kinderslot is nu niet meer actief.
Als het kinderslot is geactiveerd in het instellingenmenu (zie hoofdstuk ‘Instellingen’),
dan wordt de kookplaat automatisch vergrendeld wanneer deze wordt uitgeschakeld.
Herstelfunctie
Als de kookplaat met de Aan/Uit-toets per ongeluk werd uitgeschakeld, kunnen met behulp van
de herstelfunctie alle instellingen worden teruggezet.
1. Raak binnen 5 seconden de Aan/Uit-toets aan.
▷Het indicatielampje voor pauzeren/herstellen gaat knipperen.
2. Bevestig dat u door wilt gaan door de pauzetoets binnen 5 seconden aan te raken.
BEDIENING

NL 17
De smeltfunctie inschakelen
Een temperatuur van 42 °C (+/- 5 °C) wordt in stand gehouden om voedsel te smelten
(afhankelijk van de kwaliteit van het gebruikte kookgerei).
1. Schakel de kookplaat in en zet een geschikte pan op een van de kookzones.
2. Raak de toets voor smelten/warmhouden eenmaal aan.
▷Het indicatielampje voor smelten boven de toets gaat branden.
3. Raak de toets ‘-’ of ‘+’ van de gewenste kookzone aan.
▷De smeltfunctie is geselecteerd. Op het display verschijnt het symbool ‘u’.
4. Raak de toets ‘-’ of ‘+’ aan om de smeltfunctie uit te schakelen.
▷Nul (0) wordt op het display weergegeven.
De warmhoudfunctie inschakelen
Een temperatuur van 70 °C (+/- 5 °C) wordt in stand gehouden om voedsel warm te houden
(afhankelijk van de kwaliteit van het gebruikte kookgerei).
1. Schakel de kookplaat in en zet een geschikte pan op een van de kookzones.
2. Raak de toets voor smelten/warm houden tweemaal aan.
▷Het indicatielampje voor warmhouden boven de toets gaat branden.
3. Raak de toets ‘-’ of ‘+’ van de gewenste kookzone aan.
▷De warmhoudfunctie is geselecteerd. Op het display verschijnt het symbool ‘U’.
4. Raak de toets ‘-’ of ‘+’ aan om de warmhoudfunctie uit te schakelen.
▷Nul (0) wordt op het display weergegeven.
BEDIENING

NL 18
INSTELLINGEN
Het geluidssignaal en vergrendelingsparameters instellen
U kunt het volume en de duur van het geluidssignaal en de instellingen voor automatisch
vergrendelen aanpassen.
Activeer het instellingenmenu:
1. Zet het toestel uit.
2. Houd de pauzetoets gedurende ongeveer 3 seconden ingedrukt.
▷De eerste parameter, ‘Uo’, verschijnt op het timerdisplay. Deze geeft het volume van de
geluidssignalen aan.
3. Raak de timertoets (meerdere keren) aan om het type parameter te selecteren:
• Uo - geluidssignaal en alarmvolume
• So - alarmduur
• Lo - automatische vergrendeling
• Po - maximaal totaalvermogen
▷De momenteel ingestelde waarde verschijnt op de displays voor het vermogensniveau
van de rechter kookzones.
4. Raak de toets ‘-’ of ‘+’ van de kookzone rechtsvoor aan om de waarde aan te passen.
5. Raak de pauzeknop gedurende 2 seconden aan om alle parameters te bevestigen en op te
slaan.
▷Er klinkt een kort geluidssignaal.
6. Raak de Aan/Uit-toets aan om het instellingenmenu te sluiten (als u de nieuwe
parameterinstellingen niet wilt opslaan).
Geluidssignaal en alarmvolume ‘Uo’
De volgende waarden kunnen worden ingesteld:
▷00 op het display = uit (geldt niet voor alarm en geluidssignaal in geval van een fout)
▷01 op het display = minimaal volume
▷02 op het display = gemiddeld volume
▷03 op het display = maximaal volume (standaard)
• Het eerste getal verschijnt op het display rechtsachter en het tweede getal op het display
rechtsvoor.
• Er klinkt na elke wijziging een kort geluidssignaal op het nieuwe ingestelde volume.
Duur geluidsalarm ‘So’
De volgende waarden kunnen worden ingesteld:
▷05 op het display = 5 seconden
▷1.0 op het display = 1 minuut
▷2.0 op het display = 2 minuten (standaard)

NL 19
INSTELLINGEN
Kinderslot ‘Lo’
Als de automatische vergrendeling is geactiveerd in het gebruikersinstellingenmenu, dan wordt
de kookplaat automatisch vergrendeld wanneer deze wordt uitgeschakeld.
▷00 op het display = uit (standaard)
▷01 op het display = aan
Maximaal totaalvermogen ‘Po’
Als de elektrische installatie in uw huis andere stroomlimieten heeft, dan kan het maximale
stroomverbruik van de kookplaat worden verminderd:
▷2.3 op het display = 2,3 kW (10 A)
▷2.8 op het display = 2,8 kW (12 A)
▷3.0 op het display = 3,0 kW (13 A)
▷3.7 op het display = 3,7 kW (16 A) / vooraf ingesteld voor model HI064--CP1
▷7.4 op het display = 7,4 kW (2x16 A) / vooraf ingesteld voor model HI064--C
Als het vermogensniveau beperkt is, kunnen de instellingen en het resulterende
kookvermogen ook worden beperkt. Het apparaat is uitgerust met een
vermogensbeheersysteem dat ervoor zorgt dat de invloed van beperkt vermogen
minimaal is.

NL 20
Reiniging
Activeer het kinderslot voordat u de kookplaat gaat reinigen.
Wij raden u aan het apparaat na elk gebruik te reinigen. Zo voorkomt u dat overgekookt
eten de glasplaat kan beschadigen.
Dagelijkse reiniging
1. Gebruik een vochtige doek en een mild reinigingsmiddel (afwasmiddel) om het apparaat te
reinigen.
2. Droog het apparaat af met een stukje keukenrol of een doek.
Zwaar bevuild glas
1. Verwijder eventuele etensresten, verbrand vet, suiker of hardnekkige vlekken direct van de
keramische kookplaat met een schraper, zelfs als de kookplaat nog heet is! Suiker en/of
andere etensresten kunnen het keramisch oppervlak permanent beschadigen.
▷Houd de schraper onder de juiste hoek vast (45° to 60° ten opzichte van het
glasoppervlak). Druk de schraper voorzichtig tegen het glas en schuif de schraper over
het oppervlak om het vuil te verwijderen. Zorg ervoor dat de kunststof handgreep van de
schraper (waarvan sommige modellen zijn voorzien) niet in contact komt met een hete
kookzone.
▷Druk de schraper niet loodrecht op het glas.
▷Schraap niet met de punt van de schraper over het oppervlak van de kookplaat. Dit kan
permanente krassen in het glas veroorzaken.
2. Nadat u hardnekkige vlekken van het glas hebt verwijderd, volgt u de stappen voor
dagelijkse reiniging om de kookplaat schoon te maken.
3. Als u niet tevreden bent over het resultaat, kunt u de bovenstaande reinigingsstappen zo
vaak als gewenst herhalen.
Gebruik geen bijtende reinigingsmiddelen; deze kunnen krassen veroorzaken.
Gebruik geen staalwol, schuursponsjes of andere scherpe voorwerpen om het
apparaat te reinigen.
De kookplaat kan nog zeer heet zijn na het koken! Raak het hete oppervlak niet
rechtstreeks aan. Gebruik zo nodig ovenwanten om brandwonden te voorkomen
als u direct na het koken gaat schoonmaken.
ONDERHOUD
This manual suits for next models
5
Table of contents
Languages:
Other Atag Hob manuals

Atag
Atag HI3271MV Installation instructions

Atag
Atag HIDD8471E Parts list manual

Atag
Atag KG6111P User manual

Atag
Atag HG11 MD Series User manual

Atag
Atag KI6111P User manual

Atag
Atag HI6171T User manual

Atag
Atag HIDD7472EV User manual

Atag
Atag HG41 A Series User manual

Atag
Atag HL60-B Series User manual

Atag
Atag HG9611ME User manual