Atag HI8071M User manual

HI8071M - HI8071I
handleiding notice d’utilisaton Anleitung manual

UW INDUCTIEKOOKPLAAT inhoud
Uw inductiekookplaat
inleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
beschrijving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
Veiligheidsvoorschriften
waar u op moet letten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 - 7
Bediening
instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 - 13
Gebruik
even wennen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Pannen
de kookplaat optimaal gebruiken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
Kookstanden
de kookplaat optimaal gebruiken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
Onderhoud
reinigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
Storingen
algemeen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
tabel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
Veiligheidsvoorschriften
installatievoorschrift . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
Inbouwmaten
installatievoorschrift. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22 - 23
Installatievoorschrift
ventilatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24 - 25
elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26 - 27
inbouwen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28 - 29
Bijlage
afvoeren verpakking en toestel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31
technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32
FR
Mode d’emploi . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 - 20
Instruction d’installation. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21 - 32
DE
Bedienungsanleitung . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 - 20
Installationsanweisung . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21 - 32
GB Instructions for use . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 - 20
Installation guide . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21 - 32
√√

UW INDUCTIEKOOKPLAAT inleiding
NL 4
Werking inductie
Comfortabel en snel
Koken op een inductiekookplaat is comfortabel. De zones heb-
ben een hoog regelbereik en zijn nauwkeurig instelbaar. Op de
laagste stand kunt u chocolade direct in de pan smelten. Het
hoge vermogen zorgt ervoor dat het aan de kook brengen extra
snel gaat.
Veilig en schoon
Bij inductiekoken wordt de warmte direct opgewekt in de pan-
bodem. De glasplaat wordt daarom nooit warmer dan de pan-
bodem. Dit is niet alleen veiliger dan een gas of keramische
kookplaat, maar ook makkelijker schoonmaken omdat voedsel-
resten niet inbranden.
Pannen
Niet iedere pan is geschikt voor inductiekoken. Omdat inductie
koken gebruik maakt van een magnetisch veld om warmte op te
wekken moet de panbodem ijzer bevatten. Gebruik pannen die
geschikt zijn voor inductiekoken, voorzien van het “Class
Induction” keurmerk. (Zie ook blz. 15)
In deze handleiding staat beschreven hoe u de inductiekookplaat
opimaal kunt benutten. Bewaar deze handleiding zorgvuldig.
Veel kookplezier!
Gebruike pictogrammen
belangrijk om te weten
tip
De spoel (1) in de kookplaat (2)
wekt een magnetisch veld (3) op.
Door een pan met een ijzeren
bodem (4) op de spoel te plaatsen
ontstaat in de panbodem een
inductiestroom.

Kinderslot (pag. 10)
Pauze (pag. 11)
Kookzones (pag. 8) zone aanduiding
kookstand
aan/uit toets per zone
+ = hoger, - = lager
Timers (pag. 10) zone aanduiding
kooktijd
koppeltoets
+ = hoger, - = lager
Memory koken (pag. 12) programma afspelen
programma opnemen
memory toets
Display 0 - 11 kookstanden
b = boost
A1 - A3 = kookprogramma’s
PL = memoryprogramma’s afspelen
rE = memoryprogramma’s openen
H = restwarmte
UW INDUCTIEKOOKPLAAT beschrijving
NL 5
Kookzone Ø18, 50-2800W
Kookzone Ø18, 50-2800W Kookzone Ø18, 50-2800W
Kookzone Ø18, 50-2800W
Kookzone Ø23
50-3000W

VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN waar u op moet letten
NL 6
Inductiekoken is uiterst veilig. De kookplaat is uitgerust met
diverse beveiligingen zoals restwarmtesignalering en kookduur-
begrenzing. Toch zijn er net als bij elk toestel een aantal zaken
waar u op moet letten.
Aansluiten en reparatie
- Alleen een erkend installateur mag dit toestel aansluiten.
- Open de behuizing van het toestel nooit. Alleen een service-
technicus mag het toestel openen.
- Maak het toestel spanningsloos voordat met de reparatie
wordt gestart. Bij voorkeur door de stekker uit het stop-
contact te nemen, de (automatische) zekering(en) uit te
schakelen of de schakelaar in de toevoerleiding op nul te
zetten bij een vaste aansluiting.
- Gebruik het toestel niet beneden 5 °C.
Tijdens gebruik
- Dit kooktoestel is ontworpen voor huishoudelijk gebruik.
Gebruik het alleen voor het bereiden van gerechten.
- Als de kookplaat voor de eerste keer gebruikt wordt zult u een
'nieuwigheidsluchtje' ruiken. Dit is normaal. Door te ventile-
ren verdwijnt de geur vanzelf.
- Houd rekening met de zeer snelle opwarmtijd op de hogere
standen. Blijf er altijd bij staan als u een kookzone op een
hoge stand heeft ingesteld. Wanneer een programma is
ingesteld (aankookautomaat) zal deze automatisch terug-
schakelen in vermogen.
- Zorg voor voldoende ventilatie tijdens het gebruik.
Houd natuurlijke ventilatieopeningen open.
- Let op dat pannen niet droog koken. De kookplaat zelf is
beveiligd tegen oververhitting, de pan wordt echter zeer heet
en kan beschadigd raken. Schade door droogkoken valt bui-
ten de garantie.

NL 7
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN waar u op moet letten
- Gebruik het kookvlak niet als opslagplaats.
- Zorg voor enkele centimeters afstand tussen de kookplaat en
de inhoud van de lade.
- Leg geen brandbare voorwerpen in de lade onder de
kookplaat.
- Zorg ervoor dat snoeren van elektrische apparaten, zoals van
een mixer niet in aanraking komen met de hete kookzone.
- De kookzones worden warm tijdens gebruik en blijven na
gebruik ook een tijd warm. Laat geen kleine kinderen in de
buurt tijdens en vlak na het koken.
- Vet en olie zijn bij oververhitting ontvlambaar. Ga niet te
dicht bij de pan staan. Wanneer olie vlam vat, het vuur nooit
doven met water. Leg onmiddellijk een deksel op de pan en
schakel de kookzone uit.
- Flambeer nooit onder de afzuigkap. Door de hoge vlammen
kan brand ontstaan, ook bij een uitgeschakelde afzuigkap.
- De glaskeramische plaat is zeer sterk, maar niet onbreekbaar.
Wanneer er bijvoorbeeld een kruidenpotje of een puntig voor-
werp op valt, kan er een breuk ontstaan.
- Gebruik een toestel dat een breuk of scheurtjes vertoont niet
meer. Schakel het toestel onmiddellijk uit, maak het span-
ningsloos om elektrische schokken te voorkomen en bel de
servicedienst.
- Leg geen metalen voorwerpen, zoals bakvormen, koektrom-
mels, deksels van pannen of bestek, op de kookzone. Deze
kunnen zeer snel heet worden en brandwonden veroorzaken.
- Houd tijdens het gebruik magnetiseerbare voorwerpen
(creditcards, bankpasjes, diskettes e.d.) uit de buurt van het
toestel. Wij adviseren pacemaker-dragers om eerst de
hartspecialist te raadplegen.
- Gebruik nooit een hogedrukreiniger of stoomreiniger voor
het reinigen van de kookplaat.

BEDIENING instellen
NL 8
Inschakelen en vermogen instellen
1.Zet een pan op een kookzone.
2.Druk op de betreffende aan/uit toets.
In het display verschijnt een “-”.
3.Stel met de +/- toets de gewenste stand in.
In het display verschijnt stand 5. Wanneer u geen vermogen
instelt, schakelt de kookzone na een paar seconden automatisch
uit.
Uitschakelen
1.Druk op de betreffende aan/uit toets.
Het display dooft.
U kunt de kookzone ook uitschakelen door op de “-” toets te
drukken tot “-” in het display verschijnt.
Restwarmte-indicatie
Na intensief gebruik van een kookzone kan de gebruikte zone
nog enkele minuten warm blijven. Zolang de kookzone te warm is,
blijft er een “H” in het display staan.

NL 9
BEDIENING instellen
Speciale standen
Stand 11 (wokstand)
Deze stand is uitermate geschikt om vlees te bakken of wokge-
rechten te bereiden. Op stand 11 gaat de wokindicatie branden
bij de linkerzone.
Stand b (boost)
De booststand is bedoeld voor het snel aan de kook brengen van
water. Deze stand is te hoog voor het verhitten van boter of
melk.
Wanneer de zone op stand bstaat kunt u A1, A2 en A3 instel-
len door nog een keer op de + toets te drukken.
Easy Cook Kookautomaat A1, A2 en A3 (zie ook blz. 32)
De 4 rechter kookzones zijn voorzien van Easy Cook Kook-
automaten. Op A1, A2 en A3 kunt u gerechten automatisch
koken. Na het aankoken schakelt de kookplaat automatisch
terug op een lage stand om door te koken. Aan het einde van
het programma klinkt er een signaal en wordt de kookzone uit-
geschakeld.
Programma A1 is geschikt voor het koken van eieren;
Programma A2 is geschikt voor het koken van zachte groenten
zoals bloemkool en andere koolsoorten, spruitjes en dunne wor-
telen;
Programma A3 is geschikt voor het koken van harde groenten,
zoals aardappelen, rode bietjes en dikke wortelen.
De programma’s zijn afgestemd voor hoeveelheden voor 4 perso-
nen (0,8 tot 1 kg.) en voor het koken met het deksel op de pan.
Voeg het gerecht (bijvoorbeeld de eieren) aan het begin toe. De
kooktijden kunnen afwijken van uw eigen voorkeuren. Mocht
het kookproces te hard gaan, dan kunt u het deksel iets schuin
plaatsen of een scheutje koud water toevoegen.

NL 10
BEDIENING instellen
Kookwekker
1. Stel een tijd in met de +/– toetsen van de timer.
De maximale tijd die u in kunt stellen is 4 uur.
Wanneer de tijd verstreken is hoort u een signaal. U kunt dit
signaal uitschakelen met de timer toets. Met de + toets kunt u
direct een nieuwe tijd instellen.
Uitschakeltimer
1. Zet een pan op de kookzone.
2. Schakel de zone in waar de pan op staat en kies een
kookstand.
3. Koppel de timer aan de kookzone met de timertoets.
4. Stel de gewenste tijd in met de +/– toets van de timer.
De maximale tijd die u in kunt stellen is 4 uur.
Let op: Schakel altijd eerst de zone in en daarna de uitschakel-
timer.
Zones die niet zijn ingeschakeld, worden overgeslagen tijdens
het koppelen.
U kunt de ingestelde tijd op elk moment wijzigen. Na het ver-
strijken van de ingestelde tijd hoort u een signaal. U kunt het
signaal uitschakelen met de timertoets.
Wanneer u dit niet doet, stopt het signaal na 30 minuten vanzelf.
Kinderslot
Met het kinderslot kunt u de uitgeschakelde kookplaat vergren-
delen. Onbedoeld inschakelen tijdens onderhoud of door kinde-
ren kunt u hiermee voorkomen.
In- en uitschakelen
Leg uw vinger 3 seconden op de toets. Wanneer het lampje
boven de toets oplicht, is het kinderslot ingeschakeld.
Tijdens het koken kunt u het kinderslot niet inschakelen. U kunt
de kookwekker wel gebruiken wanneer de kookplaat op slot staat.

NL 11
BEDIENING instellen
Pauzefunctie
Dit toestel is uitgerust met een pauzefunctie. Hiermee kunt u
de kookprocessen tijdelijk "op een laag pitje" zetten wanneer
u even niet bij de kookplaat kunt blijven.
Pauzefunctie activeren
Bedien het kinderslot totdat u een tweede signaal hoort. Alle
ingeschakelde kookzones gaan naar stand 2 gedurende
maximaal 5 minuten. Het lampje boven het sleutelsymbool
gaat knipperen en de door u ingestelde stand en stand 2
gaan afwisselend knipperen.
Pauzefunctie deactiveren
Bedien het kinderslot totdat u een tweede signaal hoort. Alle
ingeschakelde kookzones gaan van stand 2 terug naar de
door u ingestelde kookstand. Het lampje naast het
sleutelsymbool dooft.
Wanneer u de pauzefunctie niet deactiveert binnen
5 minuten, schakelen de zones uit. De pauzefunctie werkt
niet op zones die automatisch stoppen door een functie die u
gekozen hebt. Dit kan een gekoppelde timer zijn, een Easy
Cook kookautomaat of een programma dat u afspeelt met het
memorykoken. Wanneer u de pauzefunctie activeert, gaan
deze kookzones dus door met het programma of de ingestelde
kookstand. Een kookzone die u op stand 1 in heeft
gesteld, blijft op stand 1 doorgaan wanneer u de pauzefunctie
activeert.

NL 12
BEDIENING instellen
Memory koken
De linker en de beide rechter kookzones hebben een geheugen
waarmee u voor elke zone een eigen kookprogramma kunt
opnemen. Tijdens het opnemen worden de door u gekozen
standen en tijden automatisch bewaard. Een programma kan
maximaal 4 uur duren.
Met memorykoken kunt u voor elke zone apart een kookprogramma
opnemen en afspelen.
Programma opnemen
- Zet een pan met inhoud op de kookzone.
- Druk op de memorytoets “M” tot het signaallampje “record”
gaat knipperen.
- Schakel de kookzone in op de gewenste stand.
Het signaallampje “record” brandt continu.
In het display ziet u na enkele seconden afwisselend de ingestelde
stand en “rE”. De kooktijden en standen worden tijdens het koken
automatisch bewaard.
- Met de +/- toets kunt u tijdens het koken het vermogen
regelen.
- Druk aan het einde van het kookproces op de aan/uit toets of
de memorytoets om het koken en het opnemen te stoppen.
Programma afspelen
- Zet een pan met inhoud op de juiste kookzone.
- Druk op de memorytoets “M” tot het signaallampje “play”
gaat knipperen.
- Schakel de kookzone in met de aan/uit toets.
Het signaallampje “play” brandt continu.
In het display ziet u na enkele seconden afwisselend de ingestelde
stand en “PL”.
- Het programma volgt automatische de opgeslagen kooktijden en
standen.
- Druk op de aan/uit toets om het programma te stoppen.

NL 13
BEDIENING instellen
Uitschakelen geluidsignaal
U kunt het signaal, dat klinkt wanneer u een toets bedient, als
volgt uitschakelen.
1. Schakel de kookzone middenvoor in en weer uit.
2. Druk binnen 3 seconden tegelijk op beide “+” toetsen van de
middelste zones.
Een signaal bevestigt de wijziging. U kunt het signaal weer
inschakelen door de procedure te herhalen.
Synchrocontrol
Uw kookplaat is uitgerust met synchrocontrol. Wanneer er een
ATAG afzuigkap type WS411S boven de kookplaat is geïnstal-
leerd zal deze automatisch met de kookplaat mee in- en uitscha-
kelen.
Een zone voor en achter tegelijk gebruiken
Twee achter elkaar liggende kookzones worden bestuurd door
één generator. De generator verdeelt het vermogen over beide
zones. Tot en met stand 6 heeft dit geen consequenties. Vanaf
stand 7 wordt de andere kookzone automatisch begrensd. U
hoort dit aan het “tikken” van het toestel. Wilt u een van beide
zones op hogere stand instellen, dan moet u eerst de andere
zone lager zetten.
Maximale combinaties
Zones naast elkaar kunt u tegelijkertijd op de hoogste stand
instellen.
1e Zone 6710 11 b(oost)
2e Zone b(oost) 11 10 7 6

Inductiekoken is snel
In het begin zult u verrast zijn door de snelheid van het toestel.
Vooral het op een hogere stand aan de kook brengen gaat zeer
snel. Om overkoken of droogkoken te voorkomen, kunt u er
het beste altijd bij blijven.
Het vermogen past zich aan
Bij inductiekoken wordt alleen dat deel van de zone benut waar
de pan op staat. Gebruikt u een kleine pan op een grote zone,
dan zal het vermogen zich aanpassen aan de diameter van de
pan. Het vermogen zal dus kleiner zijn en het zal langer duren
voordat het gerecht in de pan aan de kook is.
Mimimale pandiameter
De minimum pandiameter bedraagt 12 cm. Het beste resultaat
bereikt u door een pan te nemen met dezelfde diameter als de
kookzone. Bij te kleine pannen schakelt de kookzone niet in.
Let op:
- Zandkorreltjes kunnen krasjes veroorzaken die niet meer te
verwijderen zijn. Zet daarom alleen pannen met een schone
bodem op het kookvlak en til pannen altijd op als u ze
verplaatst.
- Gebruik de kookplaat niet als werkvlak.
- Kook altijd met het deksel op de pan om energieverlies te
voorkomen.
NL 14
GEBRUIK even wennen
Geen warmteverlies en de hand-
grepen blijven koud bij inductie-
koken.
Til pannen altijd op; schuif er
nooit mee.

PANNEN de kookplaat optimaal gebruiken
NL 15
Inductiekoken stelt eisen aan de kwaliteit van de pannen.
Pannen waarmee al eerder op een gaskookplaat is gekookt, zijn
niet meer geschikt voor inductiekoken.
Gebruik alleen pannen geschikt voor elektrisch en inductieko-
ken met:
- een dikke bodem van minimaal 2,25 mm;
- een vlakke bodem.
Het beste zijn pannen met het "Class Induction" keurmerk.
Met een magneet kunt zelf controleren of uw pannen geschikt
zijn. Wanneer de magneet wordt aangetrokken is de pan
geschikt.
Let op:
Wees voorzichtig met dunne plaatstaal geëmailleerde pannen:
- op een hoge stand kan het email er afspringen wanneer de
pan te droog is;
- door het hoge vermogen kan de panbodem gemakkelijk
kromtrekken.
Let op:
Gebruik nooit pannen met een vervormde bodem. Een holle of
bolle bodem kan de werking van de oververhittingsbeveiliging
belemmeren. Het toestel kan dan te warm worden waardoor de
glasplaat kan barsten en de panbodem kan smelten. Schade,
ontstaan door het gebruik van ongeschikte pannen of droogko-
ken, valt buiten de garantie.
Snelkookpannen
Inductiekoken is zeer geschikt voor het koken in snelkookpan-
nen. De kookzone reageert zeer snel, waardoor de snelkookpan
ook snel op druk komt. Zodra u een kookzone uitschakelt stopt
het kookproces direct.
Geschikt
Speciale roestvrijstalen pannen
Class Induction
Solide geëmailleerde pannen
Geëmailleerde gietijzeren pannen
Ongeschikt
Aardewerk
Roestvrijstaal
Porselein
Koper
Kunststof
Aluminium

De onderstaande tabel is uitsluitend bedoeld als leidraad, omdat
de instelwaarde afhankelijk is van de hoeveelheid en samenstel-
ling van het gerecht en de pan.
Gebruik de hoogste stand voor:
- snel aan de kook brengen;
- slinken van bladgroenten;
- blancheren van groenten;
- verhitten van olie en vet;
- bakken van biefstuk (saignant, rood);
- onder druk brengen van een snelkookpan;
- koken van glad gebonden pudding en vla.
Gebruik een iets lagere stand voor:
- aanbraden van vlees;
- bakken van platvis, dunne moten of filet;
- bakken van gekookte aardappelen;
- bereiden van glad gebonden soepen en sauzen;
- bakken van omeletten;
- bakken van biefstuk (medium, rozerood);
- frituren (afhankelijk van de temperatuur en de hoeveelheid).
Gebruik een stand iets boven de middelste stand voor:
- bakken van dikke pannenkoeken;
- bakken van dik, gepaneerd vlees;
- gaar bakken van dun vlees;
- doorbraden van groot vlees;
- uitbakken van spek of bacon;
- bakken van rauwe aardappelen;
- bakken van wentelteefjes;
- bakken van gepaneerde vis;
- bakken van dun, gepaneerd vlees;
- bakken van omeletten.
Gebruik de middelste standen voor:
- doorkoken van grote hoeveelheden;
- ontdooien van harde groenten, bijvoorbeeld sperziebonen.
Gebruik de laagste standen voor:
- trekken van bouillon;
- rood koken van stoofperen;
- bereiden van stoofvlees;
- doorkoken van gerechten;
- smoren van groenten.
NL 16
KOOKSTANDEN de kookplaat optimaal gebruiken

ONDERHOUD reinigen
NL 17
Dagelijkse reiniging
Hoewel overgekookt voedsel niet kan inbranden verdient het
aanbeveling de kookplaat direct na gebruik schoon te maken.
Voor de dagelijkse reiniging kunt u het beste een mild reini-
gingsmiddel en een vochtige doek gebruiken.
Nadrogen met keukenpapier of een droge doek.
Hardnekkige vlekken
Ook hardnekkige vlekken zijn met een mild reinigingsmiddel,
bijvoorbeeld afwasmiddel, te verwijderen.
Verwijder waterkringen en kalkresten met schoonmaakazijn.
Metaalsporen (ontstaan door schuiven van pannen) zijn vaak
lastig te verwijderen.
Hiervoor zijn speciale middelen verkrijgbaar.
Verwijder overgekookte voedselresten met een glasschraper.
Ook gesmolten kunststof en suiker kunt u verwijderen met een
glasschraper.
Nooit gebruiken
Gebruik nooit schuurmiddelen. Deze veroorzaken krasjes waar-
in zich kalk en vuil ophopen.
Gebruik ook nooit scherpe voorwerpen, zoals staalwol en
schuursponsjes.
Schakel, voordat u met schoonmaken begint, eerst het kinder-
slot in.
ATAG heeft een serie schoonmaakmiddelen samengesteld onder
de naam Atag Shine. Deze zijn te verkrijgen via de website
www.hps.nl
Hier vindt u ook diverse schoonmaak- en gebruikstips.

NL 18
STORINGEN algemeen
Voor het telefoonnummer van de servicedienst kunt u de bijge-
leverde garantiekaart raadplegen of kijken op www.hps.nl
Indien u een barstje of scheurtje (hoe klein ook) op de glasplaat
ziet, schakel dan de kookplaat onmiddellijk uit, neem direct de
stekker van de kookplaat uit het stopcontact, verbreek de (auto-
matische) zekering(en) in de meterkast of zet de schakelaar in de
toevoerleiding op nul bij een vaste aansluiting. Neem vervolgens
contact op met de servicedienst.
Geluid in de bodem van de pan
Tijdens het koken kunt u een ratelend geluid horen in de
bodem van de pan. Dit is onschuldig. Het geluid wordt veroor-
zaakt doordat het hoge vermogen van de kookzone inwerkt op
de panbodem.
Verminder het ratelende geluid eventueel door een lagere stand
te kiezen.
Lager vermogen dan verwacht
Wanneer uw kookplaat is aangesloten op een 2 faseninstallatie,
dan is het vermogen van de linker en de middelste zones samen
beperkt tot 3,7kW. U kunt dan niet twee zones tegelijk op een
hoge stand instellen. Wanneer u de maximale combinatie van
kookstanden heeft bereikt hoort u een signaal en verschijnt een
punt in het display.
Het vermogen van de kookstand met de punt zal iets lager zijn
dan de normale waarde van die kookstand.

STORINGEN tabel
NL 19
Symptoom
Bij het in werking stellen verschijnt er
tekst in de displays.
De ventilatie blijft nog enkele minuten
doorwerken nadat de kookplaat is uit-
geschakeld.
De kookplaat geeft bij de eerste kook-
beurten een lichte geur af.
U hoort een licht tikkend geluid op uw
kookplaat.
De kookpannen maken lawaai tijdens
het koken.
Nadat u een kookzone heeft ingescha-
keld blijft het display knipperen.
Een kookzone stopt plotseling met de
werking en u hoort een signaal.
De kookplaat werkt niet en er ver-
schijnt niets op het display.
Bij het inschakelen van de kookplaat
slaat de zekering van de installatie door.
Foutcode F01...F09 of F10.
Foutcode FA.
Foutcode F0 - F6.
Foutcode F8.
Foutcode F9.
Foutcode F99.
Continu geluidssignaal.
Foutcode FC.
Mogelijke oorzaak
Dit is de standaard opstartroutine.
Afkoeling van de kookplaat.
Opwarmen nieuw toestel.
Dit wordt veroorzaakt door de vermo-
gensverdeling van de voorste en de ach-
terste zone. Ook bij lage kookstanden
kan een zacht tikkend geluid optreden.
Dit wordt veroorzaakt door de door-
stroming van de energie van de kook-
plaat naar de kookpan.
De gebruikte kookpan is niet geschikt
voor koken op inductie of heeft een
diameter kleiner dan 12 cm.
De ingestelde timer is voorbij.
Geen stroomtoevoer door defecte voe-
ding of foutieve aansluiting.
Verkeerde aansluiting van de kook-
plaat.
Een toets wordt te lang bediend of er
ligt een voorwerp op de toets.
De kookplaat is verkeerd aangesloten
of de netspanning is te laag.
Generator defect.
Kookplaat oververhit.
De kookplaat is verkeerd aangesloten
of de netspanning is te hoog.
U hebt 2 of meerdere toetsen tegelijk
bediend.
De kookplaat is verkeerd aangesloten
of de netspanning is te hoog.
Communicatieprobleem tussen bedie-
ningen.
Oplossing
Normale werking.
Normale werking.
Dit is normaal en verdwijnt na enkele
keren koken.Ventileer de keuken.
Normale werking.
Bij een hoge kookstand is dit normaal
bij bepaalde pannen. Dit is niet schade-
lijk voor de pannen of de kookplaat.
Gebruik een goede pan zie blz. 14.
Schakel het signaal uit met de + of –
toets van de timer.
Controleer de zekering of de elektrische
schakelaar (bij een toestel zonder stek-
ker).
Controleer de elektrische aansluiting.
Voorwerp verwijderen. Kookplaat
opnieuw inschakelen.
Aansluiting controleren. Neem contact
op met uw energieleverancier als het
probleem blijft bestaan.
Neem contact op met de servicedienst.
De kookplaat is uitgeschakeld door
oververhitting. Laat de kookplaat af-
koelen en gebruik een lagere kookstand.
Laat de aansluiting wijzigen.
Neem contact op met de servicedienst.
Bedien maar 1 toets tegelijk.
Laat uw aansluiting wijzigen.
Neem contact op met de servicedienst.

VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN installatievoorschrift
Algemeen
- De aansluiting moet voldoen aan de nationale en lokale
voorschriften.
- Het toestel moet altijd geaard zijn.
- Alleen een erkend elektrotechnisch installateur mag dit toestel
aansluiten.
- De aansluitkabel moet vrij hangen en niet door een lade
worden aangestoten.
- Het werkblad waarin de kookplaat wordt ingebouwd moet
vlak zijn.
- De wanden en het werkblad rondom het toestel moeten
minimaal tot 85 °C hittebestendig zijn. Ook al wordt het
toestel zelf niet warm, door de warmte van een hete pan kan
de wand verkleuren of vervormen.
- Schade ontstaan door verkeerd aansluiten, verkeerd inbouwen
of verkeerd gebruik valt niet onder de garantie.
Benodigde vrije ruimte rondom
Voor een veilig gebruik is voldoende ruimte romdom de kook-
plaat noodzakelijk. Controleer of deze ruimte aanwezig is.
NL 21
HI8071M HI8071I

_
>
NL 22
INBOUWMATEN installatievoorschrift
In de bovenstaande illustratie zijn de afmetingen van de uitspa-
ring aangegeven.
Wanneer u een kastje van 600 mm breed gebruikt met een
werkblad met een dikte minder dan 50 mm dient u een uitspa-
ring ”C” (pag. 25) aan beide zijden in het kastje te zagen, zodat
het toestel vrij ligt van het kastje.
HI8071M (Maten in mm, tolerantie 0,5 mm)
Model HI8071I is speciaal bedoeld voor integratie in het werkblad.
This manual suits for next models
1
Table of contents
Languages:
Other Atag Hob manuals

Atag
Atag HI271D User manual

Atag
Atag HG6011M Technical manual

Atag
Atag HC6471E User manual

Atag
Atag HIDD8471E/A01 Parts list manual

Atag
Atag IG9571MB User manual

Atag
Atag HG41 A/J Series User manual

Atag
Atag HL2B Series User manual

Atag
Atag IGT9472MB User manual

Atag
Atag HI21471 User manual

Atag
Atag HG1 User manual