Atag MX4011AUU/A02 User manual

MC4111E
Handleiding Notice d’utilisation Anleitung Manual
/
/
/
700003473000
Het toestel-identificatieplaatje bevindt zich aan de binnenzijde van het toestel.
La plaque d’identification de l’appareil se trouve sur l’intérieur de l’appareil.
Das Gerätetypenschild befindet sich an der Innenseite des Gerätes.
The appliance identification card is located on the inside of the appliance.
Houd, wanneer u contact opneemt met de serviceafdeling, het complete typenummer bij de hand.
En cas de contact avec le service après-vente, ayez auprès de vous le numéro de type complet.
Halten Sie die vollständige Typennummer bereit,
wenn Sie mit der Kundendienstabteilung Kontakt aufnehmen.
When contacting the service department,
have the complete type number to hand.
Adressen en telefoonnummers van de serviceorganisatie vindt u op de garantiekaart.
Les adresses et les numéros de téléphone du service après-vente se trouvent sur la carte de garantie.
Adressen und Telefonnummern der Kundendienstorganisation finden Sie auf der Garantiekarte.
You will find the addresses and phone numbers of the service organisation on the guarantee card.

2
NL
Handleiding 3 - 29
FR
Notice d’utilisation 31 - 57
DE
Anleitung 59 - 85
GB
Manual 87 - 113
Gebruikte pictogrammen - Pictogrammes utilisés
Benutzte Piktogramme - Pictograms used
Belangrijk om te weten - Important à savoir
Wissenswertes - Important information
Tip - Conseil - Tipp - Tip

3
Inhoud
Uw combimagnetron
1.1 Toestelbeschrijving 4
1.2 Bedieningspaneel 4
1.3 Inleiding 5
Veiligheidsvoorschriften 6 - 7 - 8
Vóór gebruik
3.1 Vóór het eerste gebruik 9
3.2 De klok instellen 9
3.3 Testen 10
3.4 Wat wel, wat niet 10 - 11
Werking 11
Bediening
5.1 Algemeen 12 - 13 - 14
5.2 Magnetronfuncties 15
5.3 Ovenfuncties 16
5.4 Combimagnetronfuncties 17
5.5 Automatische kookprogramma’s 18 - 19
5.6 Voorverwarmen 20
5.7 Kinderslot 21
5.8 Pauze 21
Kooktips 22 - 23 - 24
Onderhoud 25
Storingen 26
Installatievoorschrift
9.1 Technische gegevens 27
9.2 Productspecificaties 27
9.3 Elektrische aansluiting 27
9.4 Belangrijke aanwijzingen voor het installeren 27
9.5 Plaatsing 28
9.6 Inbouwmaten 28
9.7 Inbouwen 28
Bijlagen 29
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10

1.1 Toestelbeschrijving
1.2 Bedieningspaneel
4
1 Uw combimagnetron
1
2
3
4
5
6
7
8
10
11
1 2 3 4 5 6 7 8 9
1. Bedieningspaneel
2. Grillelement
3. Lamp
4. Insteekniveau
5. Ruit magnetrondeur
6. Scharnier
7. Rond rooster
8. Rechthoekig rooster
9. Glazen plateau
10. Draaiplateau
11. Aandrijving draaiplateau
1. Functieknop
2. Vermogen-/gewichttoets
3. Snel voorverwarmen toets
4. Aan-/uittoets
5. Temperatuur-/automenutoets
6. Kloktoets
7. Start-/pauzetoets
8. Kinderslot
9. Selectieknop

5
1 Uw combimagnetron
1.3 Inleiding
Koken in uw nieuwe combimagnetron is veilig en comfortabel. U zet binnen een
handomdraai de lekkerste gerechten op tafel. Het toestel is uiterst simpel te bedienen,
mede dankzij de automatische kook- en ontdooiprogramma’s.
In deze handleiding vindt u informatie over de installatie, veiligheid, bediening en het
onderhoud van uw combimagnetron.
Lees eerst de gebruiksaanwijzing geheel en aandachtig door voordat u het
apparaat gaat gebruiken en bewaar deze zorgvuldig voor latere raadpleging.
Veel kookplezier!

6
2 Veiligheidsvoorschriften
Waar u op moet letten
Houd rekening met onderstaande veiligheidsvoorschriften om brand, elektrische
schokken, verwonding en blootstelling aan microgolven te voorkomen.
Houd het toestel schoon. Dit verlengt de levensduur van uw combimagnetron en
voorkomt gevaarlijke situaties.
Deze combimagnetron is ontworpen voor huishoudelijk gebruik en is niet bedoeld voor
professioneel gebruik of gebruik in de horeca. Gebruik dit toestel uitsluitend voor het
bereiden van etenswaren. Wanneer het apparaat oneigenlijk gebruikt wordt, kan er bij
defecten geen aanspraak op schadevergoeding worden gemaakt en vervalt het recht op
garantie.
• Voorzorgsmaatregelen om blootstellig aan hoogspanning te voorkomen:
ºLevensgevaar! De ommanteling van de combimagnetron nooit verwijderen. Het
aanraken van interne onderdelen van dit toestel kan aanzienlijke verwonding en
zelfs de dood tot gevolg hebben.
ºLevensgevaar! In geen geval reparaties zelf uitvoeren. Reparaties aan elektrische
apparaten mogen uitsluitend door geautoriseerde servicemedewerkers
uitgevoerd worden. Het toestel nooit gebruiken met onderdelen die niet door
de fabrikant zijn aanbevolen of geleverd.
• Voorzorgsmaatregelen om blootstelling aan microgolven te voorkomen:
ºLet op! Schakel de combimagnetron nooit in met de deur open.
ºLet op! Plaats geen enkel voorwerp tussen de deur van de combimagnetron.
ºLet op! Gebruik de combimagnetron niet als er beschadigingen zijn aan de deur
(verbogen), de deurvergrendeling, de afdichting of het hang- en sluitwerk.
ºLet op! Houd deur en afdichting schoon.
• Waarschuwing! Verhitting van vloeistoffen in de combimagnetron kan resulteren
in kookpuntvertraging. Dit houdt in dat de vloeistof pas na verwijdering uit de
combimagnetron heftig kan gaan koken met het risico dat u zich brandt. Het effect
van kookpuntvertraging kunt u opheffen door een kunststof of glazen lepeltje in de
vloeistof te zetten alvorens de vloeistof op te warmen in de combimagnetron.

7
2 Veiligheidsvoorschriften
• Waarschuwing! Sluit het apparaat alleen aan op wisselstroom, op een geaard
stopcontact, met een netspanning overeenkomstig de informatie aangegeven op
het typeplaatje van het apparaat.
• Waarschuwing! Maak het toestel spanningsloos voordat met reparatie of
schoonmaken wordt gestart. Trek de stekker uit het stopcontact of draai de
schakelaar in de meterkast op nul.
• Waarschuwing! Gebruik het toestel niet wanneer de stekker, het snoer of het toestel
beschadigd is of wanneer het toestel niet (meer) naar behoren functioneert.
• Waarschuwing! Kinderen herkennen de gevaren niet die kunnen ontstaan bij het
bedienen van elektrische apparatuur. Laat de combimagnetron daarom niet door
kinderen bedienen en plaats het toestel buiten bereik van kinderen.
• Waarschuwing! Let op met babyvoeding:
ºLet op! Schud of roer de inhoud van babyflesjes of potjes babyvoeding na
verwarming.
ºLet op! Controleer de temperatuur van de voeding zorgvuldig vóór consumptie,
om brandwonden te voorkomen.
• Waarschuwing! Vloeistoffen of etenswaren in luchtdichte verpakking mag u
alleen opwarmen indien u gaatjes in de verpakking prikt. Dit in verband met
explosiegevaar.
• Waarschuwing! Let op met vocht. Gebruik het toestel daarom niet in de buitenlucht,
in vochtige ruimten of in de buurt van een waterkraan. Raak het toestel niet aan met
natte handen.
• Waarschuwing! Bestek en serviesgoed kunnen heet zijn na gebruik van de
combimagnetron.
• Voorzichtig! Gebruik uitsluitend bestek en serviesgoed dat geschikt is voor gebruik
in de combimagnetron (let op serviesgoed met goud- of zilverkleurige randjes).
ºLet op! Verwijder metalen sluitstrips van plastic zakken alvorens deze in de
combimagnetron te plaatsen.
• Voorzichtig! Schakel de combimagnetron niet in als deze leeg is. De combi-
magnetron kan zijn energie niet kwijt en kan beschadigd raken.
• Voorzichtig! Laat het toestel niet zonder toezicht achter wanneer deze in werking is.
• Voorzichtig! Houd het snoer uit de buurt van warme oppervlakken.
• Voorzichtig! Ventilatieopeningen nooit afdekken.

8
• Let op! Het toestel is niet bedoeld voor gebruik door kleine kinderen,
hulpbehoevenden en/of personen met gebrek aan kennis en ervaring, tenzij zij
goede begeleiding krijgen of geïnstrueerd zijn in het veilig gebruiken van het toestel
door een persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid.
• Let op! Gebruik de combimagnetron alleen voor het ontdooien en bereiden van
voedsel en niet voor bijvoorbeeld het drogen van kleding of papier. Deze kunnen
vlam vatten.
• Let op! In geval van rook of vuur in de combimagnetron:
ºSchakel de combimagnetron uit.
ºHoud de combimagnetrondeur gesloten.
ºHaal de stekker uit het stopcontact.
• Let op! Gebruik geen chemicaliën in dit toestel.
• Let op! Gebruik de ovenruimte niet voor opslagdoeleinden.
• Let op! Ga nooit op de magnetrondeur zitten of staan.
• Let op! Installeer de combimagnetron volgens het installatievoorschrift.
• Let op! Trek niet aan het snoer of het toestel om de stekker uit het stopcontact te
halen.
• Let op! Vermijd het aanraken van warme oppervlakken wanneer het toestel
ingeschakeld is.
• Let op! Indien het apparaat na het inschakelen niet functioneert, dan is mogelijk
de zekering of de aardlekschakelaar in de meterkast uitgeschakeld. De betreffende
groep kan te zwaar zijn belast of het geïnstalleerde toestel is defect.
• Let op! Als u besluit het toestel, vanwege een defect, niet langer te gebruiken,
adviseren wij u, nadat u de stekker uit het stopcontact heeft verwijderd, het snoer af
te knippen. Breng het toestel naar de betreffende afvalverwerkingsafdeling van uw
gemeente.
Opmerkingen
• De koelventilator draait door nadat de combimagnetron uitgeschakeld is. Dit is
normaal. De elektronische onderdelen in de combimagnetron worden zo gekoeld.
• Tijdens het gebruik van de combimagnetron kunt u een klikkend geluid horen,
vooral wanneer u de ontdooistand gebruikt. Bij lage magnetronvermogens wordt de
magnetron afwisselend in- en uitgeschakeld. Hierdoor ontstaat het klikkende geluid,
dit is normaal.
2 Veiligheidsvoorschriften

9
3 Vóór gebruik
3.1 Vóór het eerste gebruik
• Open de deur, verwijder al het verpakkingsmateriaal en controleer de
combimagnetron op beschadigingen. Installeer de combimagnetron niet als deze
beschadigd is, maar neem contact op met uw leverancier.
• Verwijder de beschermfolie van de ommanteling.
• Reinig de ovenruimte en het toebehoren met een vochtige doek. Gebruik geen
schuurmiddel of sterk geurende schoonmaakmiddelen.
• Leg het draaiplateau in het midden van de ovenruimte met de uitsparing voor de
aandrijving naar beneden. De combimagnetron mag niet gebruikt worden zonder
draaiplateau.
• Sluit de combimagnetron op het elektriciteitsnet aan.
3.2 De klok instellen
Wanneer het toestel voor de eerste keer op het elektrici-
teitsnet wordt aangesloten, moet u eerst de klok instellen.
In de display knippert ‘00:00’. De klok loopt zolang de
combimagnetron op netspanning is aangesloten.
1. Draai aan de selectieknop om de tijd in te stellen (tussen
00:00 en 23:59).
2. Na het instellen hoort u een geluidssignaal en de tijd
stopt met knipperen.
De klok is ingesteld.
Opmerkingen
• Als u op een later tijdstip de tijd wilt wijzigen, moet u eerst lang op de kloktoets
drukken. De actuele tijd verdwijnt en vervolgens knippert de tijd. Draai aan de
selectieknop om de nieuwe tijd in te stellen. Druk vervolgens weer op de kloktoets
ter bevestiging of wacht totdat de tijd in de display stopt met knipperen.
U hoort een geluidssignaal.
• Als u de tijd niet in de display wilt zien, drukt u kort op de kloktoets. De tijd verdwijnt.
Druk nogmaals kort op de kloktoets en de tijd verschijnt weer in de display.

10
3 Vóór gebruik
3.3 Testen
Plaats een glas water in de ovenruimte. Test de combimagnetron op juiste werking door
de combimagnetron één minuut op de hoogste stand in te schakelen. Het water moet na
afloop heet zijn.
1. Zet de combimagnetron aan door op de aan-/uittoets te
drukken.
De combimagnetron staat nu op het hoogste vermogen
ingesteld (900 W). De tijd (1 minuut) knippert.
2. Druk op de start-/pauzetoets.
De combimagnetron schakelt in op de hoogste stand en
de tijd telt af. Na afloop verschijnt de huidige tijd in de
display en u hoort 5 keer een geluidssignaal.
De magnetron schakelt vanzelf uit.
3.4 Wat wel, wat niet
Als de combimagnetron ingeschakeld is, mag de deur geopend worden; de combi-
magnetron schakelt uit en de ingestelde tijd wordt stilgezet. Druk na het sluiten van
de deur op de start-/pauzetoets om de combimagnetron weer in te schakelen.
De combimagnetron is niet geschikt voor:
• het inmaken van etenswaren;
• het verhitten van frituurolie;
• het koken van eieren in de schaal in verband met explosiegevaar (ook nadat de
combimagnetron uitgeschakeld is).
Niet alle materialen mogen in de combimagnetron. In onderstaande tabel wordt
aangegeven welke materialen u wel en niet mag gebruiken.
• Voorzichtig! Gebruik uitsluitend bestek en serviesgoed dat geschikt is voor gebruik
in de combimagnetron (let op serviesgoed met goud- of zilverkleurige randjes).
ºLet op! Verwijder metalen sluitstrips van plastic zakken alvorens deze in de
combimagnetron te plaatsen.

11
Materiaal Toegestaan
Papier Ja
Aluminiumfolie Ja
Huishoudfolie Ja
Aluminium bakjes Nee
Diepvries/combimagnetron servies Ja
Hittebestendig plastic Ja
Ongeglazuurd aardewerk Nee
Geglazuurd aardewerk Ja
Metalen kookgerei Nee
Normaal glas Ja
Pyrex, ander ovenvast glas en keramiek Ja
Serviesgoed met metaalhoudende sierrand Nee
Metalen sluitstrip Nee
Kwikthermometer Nee
Afgesloten pot Nee
Fles met nauwe hals Nee
Braadzakken Ja
Hoe werkt de magnetron
Een magnetron is een kooktoestel dat door middel van microgolven voedsel verhit.
Microgolven zijn elektromagnetische golven, net zoals radio- en tv-golven. Een radio zet
deze golven om in geluid. In een magnetron worden de golven omgezet in warmte.
De warmte ontstaat doordat de microgolven water- en vetmoleculen, die altijd in voedsel
aanwezig zijn, snel laten bewegen. Hierdoor schuren de moleculen snel langs elkaar
en ontstaat er wrijving. Deze wrijving veroorzaakt warmte (wrijf maar eens snel met uw
handen langs elkaar).
De magnetron verhit voedsel zeer intensief, aangezien de golven direct het voedsel
binnendringen. De golven warmen dus niet alleen de buitenkant van het gerecht op,
maar dringen door tot de kern. Ten opzichte van de conventionele manier van koken is
de bereidingstijd bij kleine hoeveelheden voedsel veel korter.
4 Werking

12
5 Bediening
5.1 Algemeen
5.1.1 Magnetronvermogens
In onderstaande tabel ziet u uit welke vijf magnetronvermogens u kunt kiezen en
voor welke gerechten de vermogens geschikt zijn. Tijdens gebruik is het mogelijk het
vermogen te wijzigen door op de desbetreffende toets te drukken (zie 5.2 en 5.4).
Vermogen Gerecht
900 W - Water koken, opwarmen
- Koken van kip, vis en groenten
700 W - Opwarmen
- Koken van paddestoelen en schaaldieren
- Koken van gerechten die ei en kaas bevatten
450 W - Koken van rijst en soep
300 W - Ontdooien
- Chocola en boter smelten
100 W - Ontdooien van gevoelige/kwetsbare gerechten
- Ontdooien van onregelmatig gevormde gerechten
- Consumptie-ijs zacht maken
- Laten rijzen van deeg
5.1.2 Temperatuur wijzigen
Tijdens gebruik is het mogelijk de temperatuur te wijzigen (zie 5.3 en 5.4). De status van
de temperatuur is af te lezen in de LED-balk. De ingestelde temperatuur is bereikt als
alle blokjes van de LED-balk verlicht zijn.
5.1.3 Kookduur wijzigen
Tijdens gebruik is het mogelijk de kookduur te wijzigen (zie 5.3 en 5.4). De stappen voor
het instellen van de kookduur zijn als volgt (de maximale kookduur is afhankelijk van de
gekozen modus):
Instellen 0 - 1 min. 1 - 5 min. 5 - 15 min. 15 - 60 min. 60 min.+
Stap 1 sec. 10 sec. 30 sec. 1 min. 5 min.

13
5 Bediening
5.1.4 Alle functies
Functie Modus
Magnetron Magnetron Magnetron (zie 5.2)
Gebruik de
magnetronfunctie om
groenten, aardappelen,
rijst, vis en vlees te koken
en op te warmen.
Oven Hetelucht Hetelucht (zie 5.3)
Met de hetelucht oven
kunt u gerechten bereiden
op dezelfde manier als in
een traditionele oven. De
magnetron wordt hierbij
niet gebruikt. U wordt
geadviseerd de oven voor
te verwarmen tot de juiste
temperatuur voordat u
het gerecht in de oven
plaatst.
Grill met
ventilator
Grill met ventilator
(zie 5.3)
Gebruik deze functie om
gerechten gelijkmatig te
braden en tegelijkertijd
een bruin korstje te
geven.
Grill Grill (zie 5.3)
De grill is uitermate
geschikt voor het
bereiden van dunne
stukken vlees en vis.

14
5 Bediening
Functie Modus
+
Magnetron +
Oven
Hetelucht Magnetron + Hetelucht
(zie 5.4)
Gebruik deze functie om
snel gerechten te braden.
Grill met
ventilator
Magnetron + Grill met
ventilator (zie 5.4)
Grill Magnetron + Grill
(zie 5.4)
Deze functie is ideaal om
snel gerechten te koken
en tegelijkertijd een bruin
korstje te geven. Boven-
dien kunt u er ook mee
gratineren. De magnetron
en de grill functioneren
gelijktijdig. De magnetron
kookt en de grill braadt.
Auto-
programma’s
P01 - P10 Automatische kook-
programma’s (zie 5.5)
Ontdooien d01 + d02 Ontdooien (zie 5.5)
Voor-
verwarmen
xVoorverwarmen (zie 5.6)
Kinderslot x Kinderslot (zie 5.8)
Opmerking
Zie pagina 22 t/m 24 voor kooktips en informatie over gerechten.

15
5 Bediening
5.2 Magnetronfuncties
• Waarschuwing! Verhitting van vloeistoffen in de magnetron kan resulteren in
kookpuntvertraging. Dit houdt in dat de vloeistof pas na verwijdering uit de
magnetron heftig kan gaan koken met het risico dat u zich brandt. Het effect van
kookpuntvertraging kunt u opheffen door een kunststof of glazen lepeltje in de
vloeistof te zetten alvorens de vloeistof op te warmen in de magnetron.
• Waarschuwing! Let op met babyvoeding:
ºLet op! Schud of roer de inhoud van babyflesjes of potjes babyvoeding na
verwarming.
ºLet op! Controleer de temperatuur van de voeding zorgvuldig vóór consumptie
om brandwonden te voorkomen.
• Waarschuwing! Bestek en serviesgoed kunnen heet zijn na gebruik van de magnetron.
1. Druk op de aan-/uittoets om de magnetronfunctie in te
schakelen.
‘01:00’ knippert in de display en het magnetronfunctie
icoon is zichtbaar.
2. Draai aan de selectieknop om de kookduur in te stellen.
De maximale kookduur is afhankelijk van het ingestelde
vermogen.
3. Druk op de vermogen-/gewichttoets om het
magnetronvermogen in te instellen.
’900’ knippert in de display.
4. Draai aan de selectieknop om het magnetronvermogen
in te stellen (tussen 100 W en 900 W). Druk ter bevestiging
nogmaals op de vermogen-/gewichttoets of wacht totdat het vermogen in de
display stopt met knipperen.
U hoort een geluidssignaal.
5. Druk op de start-/pauzetoets om het kookproces te starten.
Wanneer het kookproces afgerond is hoort u 5 geluidssignalen. De ventilator blijft
nog enige tijd draaien en schakelt vanzelf uit.
Indien niet op de start-/pauzetoets gedrukt wordt, schakelt de combimagnetron na
15 minuten automatisch uit.

16
5 Bediening
5.3 Ovenfuncties
1. Druk op de aan-/uittoets om de magnetronfunctie in te
schakelen.
‘01:00’ knippert in de display en het magnetronfunctie
icoon is zichtbaar.
2. Draai de functieknop één positie naar rechts.
Het ‘heteluchtsymbool’ knippert. Tijd en temperatuur
verschijnen in de display en het ovenfunctie icoon is
zichtbaar.
3. Draai de selectieknop naar rechts om een modus te
kiezen (zie de tabel op pagina 13). Als het symbool stopt
met knipperen, is de gekozen modus actief. U kunt één
stap terug door de functieknop een positie naar links te
draaien.
4. U kunt nu bij elke modus (indien gewenst) de tijd en/of de
temperatuur wijzigen (bij de grill; stand 1, 2 of 3, waarbij
3 de hoogste stand is). Hiervoor drukt u op de kloktoets
of de temperatuur-/automenutoets. De tijd of temperatuur (stand) gaat knipperen.
Met de selectieknop stelt u vervolgens de gewenste tijd/temperatuur/stand in. Druk
ter bevestiging nogmaals op de kloktoets of de temperatuur-/automenutoets.
De in te stellen tijd/temperatuur is afhankelijk van de gekozen modus.
5. Druk op de start-/pauzetoets om het kookproces te starten.
Wanneer het kookproces afgerond is hoort u 5 geluidssignalen. De ventilator blijft
nog enige tijd draaien en schakelt vanzelf uit.
Indien niet op de start-/pauzetoets gedrukt wordt, schakelt de combimagnetron na
15 minuten automatisch uit.

17
5.4 Combimagnetronfuncties
1. Druk op de aan-/uittoets om de magnetronfunctie in te
schakelen.
‘01:00’ knippert in de display en het magnetronfunctie
icoon is zichtbaar.
2. Draai de functieknop twee posities naar rechts.
Het ‘heteluchtsymbool’ knippert. Tijd en temperatuur
verschijnen in de display en het magnetronfunctie icoon
en ovenfunctie icoon zijn zichtbaar.
3. Draai de selectieknop naar rechts om een modus te
kiezen (zie de tabel op pagina 14). Als het symbool stopt
met knipperen, is de gekozen modus actief. U kunt één
stap terug door de functieknop een positie naar links te
draaien.
4. U kunt nu bij elke modus (indien gewenst) het vermogen,
de tijd en/of de temperatuur wijzigen (bij de grill; stand
1, 2 of 3, waarbij 3 de hoogste stand is). Hiervoor drukt u
op de vermogen-/gewichttoets, de kloktoets of de temperatuur-/automenutoets.
Het vermogen, de tijd of temperatuur (stand) gaat knipperen. Met de selectieknop
stelt u vervolgens het gewenste vermogen, de gewenste tijd en/of temperatuur/
stand in. Druk ter bevestiging nogmaals op de vermogen-/gewichttoets, de
kloktoets of de temperatuur-/automenutoets.
Het in te stellen vermogen en de in te stellen tijd/temperatuur is afhankelijk van de
gekozen modus.
5. Druk op de start-/pauzetoets om het kookproces te starten.
Wanneer het kookproces afgerond is hoort u 5 geluidssignalen. De ventilator blijft
nog enige tijd draaien en schakelt vanzelf uit.
Indien niet op de start-/pauzetoets gedrukt wordt, schakelt de combimagnetron na
15 minuten automatisch uit.
5 Bediening

18
5.5 Automatische kookprogramma’s
Er zijn 12 automatische kookprogramma’s. U hoeft alleen maar het programma te kiezen
en vervolgens het gewicht in te stellen. In het gekozen programma zijn het vermogen, de
tijd en de temperatuur al vastgelegd.
Programma Categorie Item
P01** Groenten Verse groenten
P02** Bijgerechten Gekookte aardappelen (geschild)
P03* Bijgerechten Gebakken aardappelen
U hoort een geluidssignaal. Draai de aard-
appelen om. De combimagnetron schakelt
automatisch door naar de volgende fase.
P04 Kip/vis Stukjes kip/vis
U hoort een geluidssignaal. Draai de stukjes
kip om. De combimagnetron schakelt
automatisch door naar de volgende fase.
P05* Deegwaren Cake
P06* Deegwaren Appeltaart
P07* Deegwaren Quiche
P08** Verwarmen Drinken/soep
P09** Verwarmen Bord eten
P10** Verwarmen Saus/stamppot/ovenschotel
d01 (ontdooien)** Vlees, kip en vis U hoort een geluidssignaal, waarna de
combimagnetron stopt. Draai het gerecht
om en druk op de start-/pauzetoets om
het ontdooiprogramma te vervolgen.
d02 (ontdooien)** Brood, gebak en
fruit
Let op!
• Bij de automatische kookprogramma’s wordt gebruik gemaakt van de magnetron-
functie. Gebruik geen metalen voorwerpen (zie pagina 11 voor een overzicht).
• Bij de programma’s met een * wordt het toestel voorverwarmd. Tijdens het
voorverwarmen staat de kookduur stil en brandt . Na het voorverwarmen klinkt er
een geluidsignaal en knippert .
P03: plaats het gerecht op de glazen bakplaat in de oven op inschuifniveau 1 en
druk op start.
P05/P06/P07: plaats het gerecht op het ronde rooster op het draaiplateau en druk
op start.
• Bij de programma’s met ** wordt alleen gebruik gemaakt van de magnetronfunctie.
Gebruik hiervoor altijd het draaiplateau met het ronde rooster voor optimale
warmteverdeling.
5 Bediening

19
1. Druk op de aan-/uittoets om de magnetronfunctie in te
schakelen.
‘01:00’ knippert in de display en het magnetronfunctie
icoon is zichtbaar.
2. Draai de functieknop drie posities (P01) of vier posities
(d01) naar rechts.
Tijd, gewicht en het eerste nummer van de automatische
programma’s verschijnen in de display en het automatisch
programma icoon/ontdooi icoon is zichtbaar.
3. Draai de selectieknop naar rechts om een automatisch
kookprogramma te kiezen (zie de tabel op pagina 18).
Als het symbool stopt met knipperen, is het gekozen
programma actief. U kunt één stap terug door de
functieknop een positie naar links te draaien.
4. Druk op de vermogen-/gewichttoets om het gewicht in
te instellen.
Het gewicht knippert in de display.
5. Met de selectieknop stelt u vervolgens een gewicht
in. Druk ter bevestiging nogmaals op de vermogen-/
gewichttoets.
Het in te stellen gewicht is afhankelijk van het gekozen programma.
6. Druk op de start-/pauzetoets om het automatische kookprogramma te starten.
Bij de automatische programma’s met een * (zie pagina 18) wordt het toestel
voorverwarmd. Tijdens het voorverwarmen staat de kookduur stil en brandt . Na
het voorverwarmen klinkt er een geluidsignaal en knippert . Plaats het gerecht op
de glazen bakplaat in de oven op inschuifniveau 1 (P03) of op het ronde rooster op
het draaiplateau (P05/P06/P07) en druk op start.
Wanneer het kookproces afgerond is hoort u 5 geluidssignalen. De ventilator blijft
nog enige tijd draaien en schakelt vanzelf uit.
Indien niet op de start-/pauzetoets gedrukt wordt, schakelt de combimagnetron na
15 minuten automatisch uit.
5 Bediening

20
5.6 Voorverwarmen
De voorverwarmfunctie kan ingeschakeld worden vanuit de volgende functie’s:
Modus Voorverwarmen
Magnetronfuncties Magnetron
Ovenfuncties Hetelucht x
Grill met ventilator x
Grill
Combimagnetronfuncties Magnetron + Hetelucht x
Magnetron + Grill met ventilator x
Magnetron + Grill
• De voorverwarmfunctie werkt alleen indien één van bovenstaande functies reeds
gekozen is. Tijdens het voorverwarmen werkt de magnetron niet.
• U kunt de rest van de instellingen voor of na het kiezen van de voorverwarmfunctie
aanpassen (zie 5.3 en 5.4).
1. Druk op de snel voorverwarmen toets.
Het voorverwarm icoon verschijnt in de display.
2. Druk op de start-/pauzetoets om het voorverwarmen te
starten.
Wanneer de ingestelde temperatuur bereikt is hoort u driemaal een geluidssignaal
en het voorverwarm icoon gaat knipperen.
• Het voorverwarmen kan gestopt worden door de ovendeur te openen of op de
aan-/uittoets te drukken.
3. Druk op de start-/pauzetoets om het vooraf ingestelde kookproces te starten.
Indien niet op de start-/pauzetoets gedrukt wordt, schakelt de combimagnetron na
15 minuten automatisch uit.
5 Bediening
This manual suits for next models
6
Table of contents
Languages:
Other Atag Microwave Oven manuals