
4
NL
DE
EN
FR
1 INLEIDING
Je nieuwe Cortina geeft je tijdens het etsen een duwtje in
de rug. De E-Lett is een ets met trapondersteuning tot 25
km/uur. In deze handleiding lees je alles over het E-systeem
van je ets. Neem de voorzorgsmaatregelen uit hoofdstuk 2
ter harte en kijk voor tips en trucs over elektrisch etsen in
hoofdstuk 4. Hier alvast een paar belangrijke:
Belangrk
• Laad de accu vóór het eerste gebruik volledig op.
• Zoek een rustig stukje weg uit om te oefenen met de
ondersteuning. De motor kan een behoorlijke kracht
ontwikkelen.
• Controleer de acculading voor je gaat etsen.
• Zet je ets pas aan nadat je bent opgestapt. Het kan
voorkomen dat je pedalen per ongeluk meedraaien als je
naast de ets loopt en dat de ets daarmee onbedoeld al
gaat rijden.
• Houd je ets schoon en zorg voor regelmatig onder-
houd bij de dealer.
Houd je aan de wetten en verkeersregels van het land waarin
je etst. Het kan zijn dat die voorschrijven dat je een helm
moet dragen.
Het stuur rechtzetten
• Verwijder het dopje.
• Draai de inbusbout los met inbussleutel 6.
• Draai het stuur recht. Draai de inbusbout vast en plaats
het dopje weer terug. Controleer of de kabels van de
rem en de versnellingen vrij lopen. Controleer tijdens je
eerste rit ook of de remmen goed staan afgesteld. Neem
contact op met je Cortina-dealer als dat niet het geval is.
Gates Carbon (Belt)Drive
Lees hier de uitgebreide handleiding met uitleg over de
juiste hantering van de riem en informatie over de juiste
verzorging en spanning, evenals informatie over de garantie.
De pedalen monteren
• Het linker pedaal is gemarkeerd met “L”, het rechter
pedaal met “R”. Bevestig het rechter pedaal aan de
rechter crank, en het linker pedaal aan de linker crank. Als
je ze andersom monteert, beschadig je de schroefdraad.
• Draai de as van het pedaal met de hand in het daarvoor
bestemde schroefgat in de crank.
• Zet het pedaal vast met steeksleutel 15. Draai tegen de
klok in om het rechter pedaal vast te zetten. Draai met de
klok mee om het linker pedaal vast te zetten.
Voorwiel monteren
1. Steek het voorwiel in de uitvalzekering.
2. Sluit de moer van de snelspanner.
3. Sluit de snelspanhevel.
4. Ga na of het voorwiel rond loopt.
Loopt het voorwiel niet rond, positioneer dan het voorwiel in
het midden van de geveerde voorvork.
Rem
Het voertuig is uitgerust met twee van elkaar onafhankelijke
schijfremmen. De schijfremrotoren zijn bevestigd aan de
wielnaven en aan het bijbehorende remzadel aan
het frame of de voorvork. Binnenin het remzadel bevinden
zich de remblokken. Bij de bediening van de remarm worden
de remblokken tegen de schijfremrotor geduwd en remmen
ze het wiel af.
Fietspositie instellen
• Controleer je positie op de ets: als je voet met de
trapper onderaan staat zijn je knieën licht gebogen. Stel
het zadel lager in als je je been moet strekken om bij de
onderste trapper te komen. Stel het zadel hoger in als je
knieën meer dan licht gebogen zijn.
• Draai de bout bij de zadelklem los met inbussleutel 4.
Schuif het zadel omhoog of omlaag en zet het vast op
de nieuwe hoogte. Controleer je positie opnieuw en stel
desnoods bij. Zorg in ieder geval dat je het zadel niet
hoger zet dan de markering op de zadelbuis.
• Je kan de hoek van het stuur instellen met een inbus-
sleutel 4.