ETNA KIV154RVS/E01 User manual

GEBRUIKSAANWIJZING
INSTRUCTIONS FOR USE
MODE D’EMPLOI
BEDIENUNGSANLEITUNG
INDUCTIEKOOKPLAAT
INDUCTION HOB
TABLE DE CUISSON À INDUCTION
INDUKTIONSKOCHFELD
KIV154RVS

NL 2
NL Handleiding NL 3 - NL 22
EN Manual EN 3 - EN 22
FR Notice d’utilisation FR 3 - FR 22
DE Anleitung DE 3 - DE 22
Gebruikte pictogrammen - Pictograms used - Pictogrammes utilisés
Benutzte Piktogramme
Belangrijk om te weten - Important information - Important à savoir - Wissenswertes
Tip - Conseil - Tipp

NL 3
INHOUDSOPGAVE
Uw inductiekookplaat
Inleiding 4
Beschrijving 5
Eerste gebruik
Gebruik van de inductiekookplaat 6
Pannen voor inductiekoken 7
Pendelen van het vermogen 8
Inductiegeluiden 8
Kookstanden 9
Temperatuurbeveiliging 10
Kookduurbegrenzing 10
Bediening
Inschakelen en vermogen instellen 11
Boost inschakelen 12
Uitschakelen 12
Restwarmte-indicatie 13
Kinderslot 13
Wekker/Kooktimer 14
Onderhoud
Reinigen 16
Storingen
Algemeen 17
Storingstabel 18
Installatie
Plaatsing 19
Technische gegevens
Technische gegevens 20
Informatie verordening (EU) 66/2014 20
Milieuaspecten
Afvoeren toestel en verpakking 22

NL 4
Inleiding
Deze inductiekookplaat is ontworpen voor de echte kookliefhebber.
Koken op een inductiekookplaat heeft een aantal voordelen. Het is
comfortabel, omdat de kookplaat snel reageert en ook op een zeer
laag vermogen is in te stellen. Dankzij het hoge vermogen gaat het aan
de kook brengen zeer snel. De ruime afstanden tussen de kookzones
maken het koken ook comfortabel.
Koken op een inductiekookplaat verschilt met koken op een
traditioneel toestel. Inductiekoken maakt gebruik van een magnetisch
veld om warmte op te wekken. Dit betekent dat u niet zomaar een
willekeurige pan kunt gebruiken. Het hoofdstuk pannen geeft u hierover
meer informatie.
Voor optimale veiligheid is de inductiekookplaat uitgerust met meerdere
temperatuurbeveiligingen en een restwarmtesignalering die aangeeft
welke kookzones nog heet zijn.
In deze handleiding staat beschreven op welke manier u de
inductiekookplaat zo optimaal mogelijk kunt benutten. Naast informatie
over de bediening treft u ook achtergrondinformatie aan die van dienst
kan zijn bij het gebruik van dit product.
Lees eerst de afzonderlijke veiligheidsinstructies
voordat u het apparaat in gebruik neemt!
Lees deze gebruikershandleiding door voordat u het apparaat
in gebruik neemt, en berg de handleiding daarna veilig op voor
toekomstig gebruik.
Veel kookplezier!
UW INDUCTIEKOOKPLAAT

NL 5
Beschrijving
UW INDUCTIEKOOKPLAAT
1. Kookzone linksachter (1,4 kW, Ø 16 cm)
2. Kookzone rechtsachter (2,3 kW, Ø 20 cm)
3. Kookzone linksvoor (2,0 kW, Ø 18 cm)
4. Kookzone rechtsvoor (1,4 kW, Ø 16 cm)
5. Bedieningspaneel
6. Selectietoets kookzone
7. Vermogen / Restwarmte indicatie / Decimale punt bij geactiveerde timer functie
8. - toets
9. Aan-/uittoets
10. + toets
11. Tijdsweergave bij instellen van de wekker/kooktimer
1
354
2
6 67 798 10
117 7

NL 6
Gebruik van de inductiekookplaat
Koken op een inductiekookplaat verschilt met koken op een traditioneel
toestel. Inductiekoken maakt gebruik van een magnetisch veld om
warmte op te wekken.
Snel
In het begin zult u verrast zijn door de snelheid van het toestel.
Vooral het op een hogere stand aan de kook brengen gaat zeer snel.
Om overkoken of droogkoken te voorkomen, kunt u er het beste altijd
bij blijven.
Het vermogen past zich aan
Bij inductiekoken wordt alleen dat deel van de zone benut waar de
pan op staat. Gebruikt u een kleine pan op een grote zone, dan zal het
vermogen zich aanpassen aan de diameter van de pan. Het vermogen
zal dus kleiner zijn en het zal langer duren voordat het gerecht in de pan
aan de kook is.
Schoon
De kookplaat is eenvoudig te reinigen. Doordat de kookzone niet heter
wordt dan de pan zelf, kunnen voedselresten niet inbranden.
Veilig
De warmte wordt opgewekt in de pan zelf. De glasplaat wordt niet
warmer dan de pan. Hierdoor blijft de kookzone een stuk koeler dan die
van bijvoorbeeld een keramische kookplaat of een gasbrander. Na het
wegnemen van een pan is de kookzone snel afgekoeld.
Let op!
• Zandkorreltjes of andere substanties kunnen krasjes en vlekken
veroorzaken die niet meer te verwijderen zijn. Zet daarom alleen
pannen met een schone bodem op het kookvlak en til pannen
altijd op als u ze verplaatst.
• Gebruik de kookplaat niet als werkvlak.
• Kook altijd met het deksel op de pan om energieverlies
te voorkomen.
EERSTE GEBRUIK

NL 7
Pannen voor inductiekoken
Inductiekoken stelt eisen aan de kwaliteit van de pannen.
Let op!
• Pannen waarmee al eerder op een gaskookplaat is gekookt,
zijn niet meer geschikt voor inductiekoken.
• Gebruik alleen pannen die geschikt zijn voor elektrisch-
en inductiekoken met:
▷een dikke bodem van minimaal 2,25 mm;
▷een vlakke bodem.
• Het beste zijn pannen met het “Class Induction” keurmerk.
Tip
Niet elke pan is geschikt voor inductiekoken. Het is daarom belangrijk
om te weten of de pan is gemaakt van het juiste materiaal. Met een
magneet kunt u zelf controleren of uw pan geschikt is. Als de magneet
wordt aangetrokken, kunt u de pan gebruiken.
Geschikt Ongeschikt
Speciale roestvrijstalen pannen Aardewerk
Class Induction Roestvrijstaal
Solide geëmailleerde pannen Porselein
Geëmailleerde gietijzeren pannen Koper
Kunststof
Aluminium
Let op!
Wees voorzichtig met dunne plaatstaal geëmailleerde pannen:
• op een hoge stand kan het emaille er afspringen wanneer de pan
te droog is;
• door het hoge vermogen kan de panbodem gemakkelijk
kromtrekken.
Let op!
Gebruik nooit pannen met een vervormde bodem. Een holle of bolle
bodem kan de werking van de oververhittingsbeveiliging belemmeren.
Het toestel kan dan te warm worden waardoor de glasplaat kan barsten
en de panbodem kan smelten. Schade, ontstaan door het gebruik van
ongeschikte pannen of droogkoken, valt buiten de garantie.
EERSTE GEBRUIK

NL 8
Minimale pandiameter
De minimale pandiameter bedraagt 12 cm. Het beste resultaat bereikt
u door een pan te nemen met dezelfde diameter als de kookzone. Bij te
kleine pannen schakelt de kookzone niet in.
Snelkookpannen
Inductiekoken is zeer geschikt voor het koken in snelkookpannen.
De kookzone reageert zeer snel, waardoor de snelkookpan ook
snel op druk komt. Zodra u een kookzone uitschakelt, stopt het
kookproces direct.
Let op!
Laat nooit een lege pan op een ingeschakelde kookzone staan. Hoewel
de kookzone beveiligd is tegen oververhitten, wordt de pan zeer heet
en bestaat de kans dat deze beschadigd raakt.
Pendelen van het vermogen
Een eigenschap van deze inductiekookplaat is het ‘pendelen’ van het
vermogen bij standen lager dan 8. Het lijkt of een kookzone in- en
uitschakelt, maar dat is niet het geval. De zone schakelt het vermogen
telkens in en weer uit; de zone blijft dus gewoon ingeschakeld op de
ingestelde stand. De twee kleine zones pendelen minder dan de twee
grote zones.
Let op!
Dit pendelen is normaal voor deze inductiekookplaat en kan geen
kwaad. Het is geen defect aan uw inductiekookplaat.
Inductiegeluiden
Tikkend geluid
Een licht tikkend geluid wordt veroorzaakt door de vermogensverdeling
van de voorste en de achterste zone. Ook bij lage kookstanden kan een
zacht tikkend geluid optreden.
Pan maakt geluid
De pannen kunnen geluid maken tijdens het koken. Dit wordt
veroorzaakt door de doorstroming van de energie van de kookplaat
naar de pan. Met name bij een hoge kookstand is dit normaal bij
bepaalde pannen. Het is niet schadelijk voor de pan of de kookplaat.
EERSTE GEBRUIK

NL 9
Ventilator maakt geluid
Om de levensduur van de elektronica te vergroten, is het apparaat
voorzien van een ventilator. Als u het apparaat intensief gebruikt, wordt
de ventilator ingeschakeld en hoort u een zoemend geluid. Ook nadat
u het apparaat heeft uitgeschakeld, kan de ventilator nog geluid maken.
Kookstanden
Het onderstaande overzicht is uitsluitend bedoeld als leidraad, omdat
de instelwaarde afhankelijk is van de hoeveelheid en samenstelling van
het gerecht en de pan.
Gebruik ‘boost’ en stand 9 voor:
• snel aan de kook brengen;
• slinken van bladgroenten;
• verhitten van olie en vet;
• onder druk brengen van een snelkookpan.
Gebruik stand 8 voor:
• aanbraden van vlees;
• bakken van vis;
• bakken van omeletten;
• bakken van gekookte aardappelen;
• frituren.
Gebruik stand 7 voor:
• bakken van dikke pannenkoeken;
• bakken van dik, gepaneerd vlees;
• uitbakken van spek of bacon;
• bakken van rauwe aardappelen;
• bakken van wentelteefjes;
• bakken van gepaneerde vis.
Gebruik stand 5 en 6 voor:
• doorkoken;
• ontdooien van harde groenten;
• bakken en garen van dun vlees.
EERSTE GEBRUIK

NL 10
Gebruik stand 1 t/m 4 voor:
• trekken van bouillon;
• bereiden van stoofvlees;
• smoren van groenten;
• smelten van chocolade;
• smelten van kaas.
Temperatuurbeveiliging
Elke kookzone is voorzien van een sensor. Deze sensor controleert
ononderbroken de temperatuur van de bodem van de kookpan en
van de onderdelen van de kookplaat om elk risico op oververhitting,
bij bijvoorbeeld een drooggekookte pan, te vermijden. Bij een te
hoge temperatuur wordt het vermogen van de kookzone/kookplaat
automatisch verlaagd of schakelt de kookzone/kookplaat helemaal uit.
Kookduurbegrenzing
Als een kookzone gedurende een ongebruikelijk lange tijd aan is,
wordt deze automatisch uitgeschakeld.
Afhankelijk van het gekozen kookvermogen wordt de kookduur als
volgt begrensd:
Kookstand De kookzone wordt automatisch uitgeschakeld na:
1 8 uur
2 6 uur
3 - 4 5 uur
5 4 uur
6 - 9 1,5 uur
EERSTE GEBRUIK

NL 11
Inschakelen en vermogen instellen
Op het glazen werkoppervlak worden de vier kookzones aangeduid
door middel van een cirkel. De diameter van de panbodem moet
zoveel mogelijk overeenkomen met de diameter van de kookzone.
Een symbool bij het bedieningspaneel geeft aan welke kookzone
wordt bediend.
Inschakelen
1. Zet een pan op een kookzone.
2. Druk op de aan-/uittoets.
Er klinkt een enkel geluidssignaal en in de display verschijnt bij elke
kookzone een ‘0’ waarvan de decimale punt knippert.
3. Druk op de toets van de kookzone die moet worden ingeschakeld
om de kookzone te activeren.
In de display dimmen de vermogensstanden van de kookzones
die niet geactiveerd zijn en de decimale punten verdwijnen.
4. Druk op de – of + toets om de gewenste vermogensstand in
te stellen.
▷De kookzones zijn in 9 standen instelbaar. Raadpleeg het
overzicht met kookstanden om de juiste stand te kiezen.
▷Bij drie zones is er ook nog de stand ‘boost’ (zie ‘Boost
inschakelen’).
▷Wanneer u direct de – toets selecteert, schakelt de kookzone
in op vermogensstand 9.
Het ingestelde vermogen verschijnt in de display. Na een aantal
seconden worden alle vermogensstanden weer fel verlicht en de
kookzone schakelt in.
5. Wilt u nog een kookzone inschakelen, dan drukt u op de toets van
de desbetreffende kookzone om de zone te activeren.
In de display dimmen de vermogensstanden van de kookzones
die niet geactiveerd zijn. Ook de vermogensstanden van de
ingeschakelde zones dimmen.
6. Selecteer met de – of + toets het gewenste vermogen.
Het ingestelde vermogen verschijnt in de display. Na een aantal
seconden worden alle vermogensstanden weer fel verlicht en de
kookzone schakelt in.
BEDIENING

NL 12
BEDIENING
Let op!
Niet alle 4 zones kunnen tegelijk op stand 9 (of ‘boost’) worden
ingesteld. De 4 zones kunnen tegelijk maximaal op stand 7 worden
ingesteld. Indien een hogere stand gewenst is dient eerst een andere
zone verlaagd of uitgezet te worden. Het toestel geeft dan een pieptoon
en het ingestelde vermogen in het display gaat knipperen. Stel dan de
zone’s in op een lagere stand!
Boost inschakelen
De ‘boost’ functie kunt u gebruiken om gedurende 5 minuten op het
hoogste vermogen te koken. Na het verstrijken van de boosttijd wordt
het vermogen automatisch op stand 9 gezet.
1. Zet een pan op een kookzone.
2. Druk op de aan-/uittoets.
3. Druk op de toets van de kookzone die moet worden ingeschakeld
om de kookzone te activeren.
4. Druk op de – toets om vermogensstand ‘9’ in te stellen.
‘9’ verschijnt in de display.
5. Druk daarna meteen op de + toets om ‘boost’ in te stellen.
‘P’ verschijnt in de display. Na een aantal seconden worden alle
vermogensstanden weer fel verlicht en de kookzone schakelt in op
het allerhoogste vermogen.
Uitschakelen
Eén kookzone uitschakelen
U kunt één kookzone uitschakelen door deze eerst te activeren.
1. Druk op de toets van de kookzone die moet worden uitgeschakeld.
In de display dimmen de vermogensstanden van de kookzones die
niet geactiveerd zijn.
2. Druk gelijktijdig op de – toets en de toets van de kookzone om de
vermogensstand in één keer op ‘0’ te zetten.
‘0’ verschijnt in de display. Na een aantal seconden worden alle
vermogensstanden weer fel verlicht en de kookzone schakelt uit.
▷U kunt ook meerdere keren alleen op de - toets drukken om zo
het vermogen te verlagen naar ‘0’.

NL 13
BEDIENING
De kookplaat uitschakelen
U kunt de gehele kookplaat, met meerdere ingeschakelde kookzones,
in één keer uitschakelen.
1. Druk op de aan-/uittoets.
De display dooft en de kookplaat schakelt uit.
Restwarmte-indicatie
Restwarmte wordt met een ‘H’ per kookzone in de desbetreffende
display aangegeven. De indicatie geeft aan dat de kookzone nog warm
is en dooft zodra de glasplaat een veilige temperatuur heeft bereikt.
Kinderslot
U kunt de kookplaat met het kinderslot vergrendelen. Onbedoeld
inschakelen van de kookzones wordt hiermee voorkomen.
Kinderslot inschakelen
1. Druk op de aan-/uittoets.
In de display van elke kookzone verschijnt een ‘0’.
2. Druk, gedurende minimaal drie seconden, gelijktijdig op de toets
voor de kookzone linksachter en de - toets.
In de display van elke kookzone verschijnt enkele seconden een ‘L’
als teken dat het kinderslot is ingeschakeld.
Kinderslot uitschakelen
1. Druk op de aan-/uittoets.
In de display van elke kookzone verschijnt een ‘L’.
2. Druk, gedurende minimaal drie seconden, gelijktijdig op de toets
voor de kookzone linksachter en de - toets.
In de display van elke kookzone verschijnt enkele seconden een ‘0’
als teken dat het kinderslot is uitgeschakeld.

NL 14
Wekker/Kooktimer
Voor elke kookzone kan een kooktimer worden ingesteld. De kookplaat
beschikt ook over een wekker. Zowel de kooktimer als de wekker
kunnen op maximaal 99 minuten worden ingesteld. De wekker werkt
op dezelfde manier als de kooktimer, maar is niet aan een kookzone
gekoppeld. Als de wekker is ingesteld, blijft hij ook aftellen nadat
de kookplaat wordt uitgeschakeld. De wekker kan alleen worden
uitgeschakeld wanneer de kookplaat is ingeschakeld.
• Wekker; de wekker geeft nadat de ingestelde tijd is verstreken
alleen een geluidssignaal.
• Kooktimer; de timer is gekoppeld aan een kookzone. Nadat de
ingestelde tijd is verstreken schakelt de kookzone automatisch uit.
Wekker
Als de kookplaat ingeschakeld is, kunt u de wekker instellen.
1. Druk op de aan-/uittoets.
2. Druk tegelijkertijd op de – en + toets.
De tijdsinstelling ‘0 0’ van de wekker wordt weergegeven in
de bovenste twee displays. De onderste twee displays zijn
uitgeschakeld.
3. Druk op de – of + toets om de gewenste tijd in te stellen.
▷Wanneer u eerst op de - toets drukt, staat de tijd meteen
ingesteld op 30 minuten.
▷Indien u de - of + toets ingedrukt houdt, loopt de tijd in
toenemend tempo op of af.
De tijdsinstelling is enkele seconden zichtbaar; hierna geven twee
knipperende decimale punten aan dat de wekker aftelt.
4. Nadat de ingestelde tijd is afgelopen knippert ‘0 0’ in de display.
U hoort bovendien een zich herhalend, kort geluidssignaal. Schakel
de wekker en het geluidssignaal uit door op een willekeurige toets
te drukken. Indien u dit niet doet, schakelt het geluidssignaal na
2 minuten automatisch uit.
Let op!
De wekker is ook in te stellen als er kookzones ingeschakeld zijn en
zelfs als er kooktimers ingesteld zijn. Is dit het geval, dan zal de display
de ingestelde vermogens weergeven (en niet de twee knipperende
decimale punten).
BEDIENING

NL 15
Kooktimer
Als de kookplaat ingeschakeld is, kunt u voor elke ingeschakelde
kookzone een aparte timer instellen.
1. Selecteer een ingeschakelde kookzone.
2. Druk tegelijkertijd op de – en + toets.
De tijdsinstelling ‘0 0’ van de geactiveerde kookzone wordt
weergegeven in de bovenste twee displays en bij de kookzone zelf
verschijnt een knipperende decimale punt om aan te geven dat voor
die kookzone de timer kan worden ingesteld.
3. Druk op de – of + toets om de gewenste tijd in te stellen.
▷Wanneer u eerst op de - toets drukt, staat de tijd meteen
ingesteld op 30 minuten.
▷Indien u de - of + toets ingedrukt houdt, loopt de tijd in
toenemend tempo op of af.
De tijdsinstelling is enkele seconden zichtbaar; hierna worden alle
ingestelde vermogens weergegeven en bij de kookzone waarvoor
een timer is ingesteld staat een decimale punt.
4. Nadat de ingestelde tijd is afgelopen knippert ‘0 0’ in de display en
de decimale punt van de timer. De kookzone schakelt uit. U hoort
bovendien een zich herhalend, kort geluidssignaal. Schakel het
geluidssignaal uit door op een willekeurige toets te drukken.
Indien u dit niet doet, schakelt het geluidssignaal na 2 minuten
automatisch uit.
Let op!
Als er geen kookzone geactiveerd is en u drukt tegelijk op de - en
+ toets, verschijnt de tijdsinstelling van de wekker (er knippert geen
decimale punt bij een kookzone)! Door nogmaals (meerdere keren)
tegelijkertijd op de - en + toets te drukken, verschijnt de tijdsinstelling
van een ingeschakelde kookzone (de decimale punt knippert bij de
desbetreffende kookzone).
Tip
Controleer de resterende tijd door (meerdere keren) tegelijkertijd op
de – en + toets te drukken. De tijd die in de display verschijnt is van
de ingeschakelde kookzone met knipperende decimale punt of van de
wekker (er knippert geen decimale punt). Pas eventueel de tijd aan met
de – of + toets.
BEDIENING

NL 16
Reinigen
Tip
Schakel, voordat u met schoonmaken begint, eerst het kinderslot in.
Dagelijkse reiniging
• Hoewel overgekookt voedsel niet kan inbranden verdient het
aanbeveling de kookplaat direct na gebruik schoon te maken.
• Voor de dagelijkse reiniging kunt u het beste een mild
reinigingsmiddel en een vochtige doek gebruiken.
• Nadrogen met keukenpapier of een droge doek.
Hardnekkige vlekken
• Ook hardnekkige vlekken zijn met een mild reinigingsmiddel,
bijvoorbeeld afwasmiddel, te verwijderen.
• Verwijder waterkringen en kalkresten met schoonmaakazijn.
• Metaalsporen (ontstaan door schuiven van pannen) zijn vaak
lastig te verwijderen. Hiervoor zijn speciale middelen verkrijgbaar.
• Verwijder overgekookte voedselresten met een glasschraper.
Ook gesmolten kunststof en suiker kunt u verwijderen met
een glasschraper.
Nooit gebruiken
• Gebruik nooit schuurmiddelen. Deze veroorzaken krasjes waarin
zich kalk en vuil ophopen.
• Gebruik ook nooit scherpe voorwerpen, zoals staalwol en
schuursponsjes.
ONDERHOUD

NL 17
Algemeen
Indien u een barstje of scheurtje (hoe klein ook) op de glasplaat ziet,
schakel dan de kookplaat onmiddellijk uit, neem direct de stekker
van de kookplaat uit het stopcontact, verbreek de (automatische)
zekering(en) in de meterkast of zet de schakelaar in de meterkast
op nul bij een vaste aansluiting. Neem vervolgens contact op met
de servicedienst.
Storingstabel
Wanneer u twijfelt over de goede werking van uw toestel betekent
dit niet automatisch dat er een defect is. Controleer in elk geval de
volgende punten in onderstaande tabel of kijk voor meer informatie
op de website ‘www.etnaservice.nl’.
Symtoom Mogelijke oorzaak Oplossing
De ventilatie blijft nog enkele
minuten doorwerken nadat de
kookplaat is uitgeschakeld.
Afkoeling van de kookplaat. Normale werking.
De kookplaat geeft bij de
eerste kookbeurten een lichte
geur af.
Opwarmen nieuw toestel. Dit is normaal en verdwijnt na
enkele keren koken. Ventileer
de keuken.
U hoort een licht tikkend geluid
op uw kookplaat.
Ook bij lage kookstanden
kan een zacht tikkend geluid
optreden.
Normale werking.
De kookpannen maken lawaai
tijdens het koken.
Dit wordt veroorzaakt door de
doorstroming van de energie
van de kookplaat naar de
kookpan.
Bij een hoge kookstand is dit
normaal bij bepaalde pannen.
Dit is niet schadelijk voor de
pannen of de kookplaat.
Nadat u een kookzone heeft
ingeschakeld blijft de display
knipperen. Er verschijnt een
pan detectie symbool ( U ) in
de display.
De gebruikte kookpan is
niet geschikt voor koken op
inductie of heeft een te kleine
diameter.
Gebruik een goede pan.
Bij het koken lijkt het alsof de
zone telkens aan en uit gaat
(de inhoud van de pan kookt,
gaat van de kook af, komt
weer aan de kook, etc.).
Dit is het ‘pendelen’ van het
vermogen; de kookzone is
wel aan, maar het vermogen
schakelt in en uit.
Normale werking; dit
is een eigenschap van
deze inductiekookplaat
(zie ‘Pendelen van het
vermogen’).
STORINGEN

NL 18
Symtoom Mogelijke oorzaak Oplossing
Een kookzone stopt plotseling
met de werking en er klinkt
een signaal.
De ingestelde timertijd
is voorbij.
Schakel het signaal uit door
op een willekeurige toets
te drukken.
De kookplaat werkt niet en er
verschijnt niets in de display.
Geen stroomtoevoer door
defecte voeding of foutieve
aansluiting.
Controleer de zekering of de
elektrische schakelaar (bij
een toestel zonder stekker).
Bij het inschakelen van de
kookplaat slaat de zekering
van de installatie door.
Verkeerde aansluiting van
de kookplaat.
Controleer de elektrische
aansluiting.
Foutcode ER03. Het bedieningspaneel is
vervuild of er ligt water op.
Bedieningspaneel
schoonmaken.
U hebt een toets te lang
bediend.
Bedien de toetsen niet
te lang.
Foutcode E3. Verkeerde pan gebruikt. Gebruik een geschikte pan
voor inductiekoken.
Foutcode E2. Toestel oververhit. Het toestel laten afkoelen
en opnieuw beginnen
met koken.
Foutcode E6. Spanning te hoog en/of niet
goed aangesloten.
Laat uw aansluiting wijzigen.
Overige foutcodes. Generator defect. Neem contact op met de
servicedienst.
STORINGEN

NL 19
Lees eerst de afzonderlijke veiligheidsinstructies voordat u het
apparaat gaat installeren!
Plaatsing
• Plaats de kookplaat op een vlakke, stabiele, horizontale
ondergrond.
• Houd minstens 2,5 cm vrije ruimte rondom the kookplaat.
• Na plaatsing moet de wandcontactdoos of schakelaar (in geval van
een vaste aansluiting) altijd bereikbaar zijn.
• De muren en het werkblad rond het toestel moeten hittebestendig
zijn tot een temperatuur van minimaal 85 ˚C. Ook al wordt het
toestel zelf niet heet, de warmte van een hete pan kan de muur
verkleuren of vervormen.
• De aansluitkabel mag niet in aanraking komen met onderdelen die
heet kunnen worden.
• Plaats geen (licht) ontvlambare of vervormbare voorwerpen onder,
of in de directe nabijheid van de kookplaat.
INSTALLATIE

NL 20
Technische gegevens
Deze toestellen voldoen aan alle relevante CE richtlijnen.
Kookplaattype KIV154RVS
Inductie x
Aansluiting 230V - 50/60Hz
Aantal fasen 1
Max. vermogen
kookzones en diameter
Linksvoor 2,0 kW (Ø 180)
Linksachter 1,4 kW (Ø 160)
Rechtsachter 2,3 kW (Ø 200)
Rechtsvoor 1,4 kW (Ø 160)
Aansluitwaarde
Totale aansluitwaarde 3,68 kW
Maten
Toestel
breedte x diepte 540 x 560 mm
Informatie volgens verordening (EU) 66/2014
Metingen volgens EN 60350-2
Identificatie van het model KIV154RVS
Type kookplaat Inductie
Aantal kookzones en/of -gebieden 4
Verwarmingstechnologie Inductie-kookzones en -kookgebieden
Voor cirkelvormige kookzones: diameter van het nuttige
kookoppervlak per elektrisch verwarmde kookzone in
cm
Ø 16,0 cm Ø 18,0 cm Ø 20,0 cm
Voor niet-cirkelvormige kookzones of -gebieden:
lengte en breedte van het nuttige kookoppervlak per
elektrisch verwarmd(e) kookzone of -gebied L/B in cm
-
Energieverbruik per kookzone of -gebied, berekend per
kg (ECelektrisch koken) in Wh/kg
201,0 188,0 177,6
Energieverbruik van de kookplaat, berekend per kg
(ECelektrische kookplaat) in Wh/kg
191,9
TECHNISCHE GEGEVENS
This manual suits for next models
1
Table of contents
Languages:
Other ETNA Hob manuals