ETNA T302ZT User manual

700003697100
T302ZT
GEBRUIKSAANWIJZING
NOTICE D’UTILISATION
BEDIENUNGSANLEITUNG
INSTRUCTIONS FOR USE
INDUCTIEKOOKPLAAT
PLAQUE DE CUISSON À INDUCTION
INDUKTIONSKOCHFELD
INDUCTION HOB

NL
Handleiding NL 3 - NL 28
FR
Notice d’utilisation FR 3 - FR 28
DE
Anleitung DE 3 - DE 28
EN
Manual EN 3 - EN 28
Gebruikte pictogrammen - Pictogrammes utilisés
Benutzte Piktogramme - Pictograms used
Belangrijk om te weten - Important à savoir
Wissenswertes - Important information
Tip - Conseil - Tipp - Tip

NL 3
INHOUDSOPGAVE
Uw inductiekookplaat
Inleiding 4
Bedieningspaneel 5
Beschrijving 5
Veiligheid
Temperatuurbeveiliging 6
Kookduurbegrenzing 6
Bescherming bij overkoken 7
Oververhittingsbeveiliging 7
Gebruik
Werking van de aanraaktoetsen 8
Inductiekoken 8
Werking inductie 9
Pannen 9
Bediening
Inschakelen en vermogen instellen 11
Uitschakelen 11
Restwarmte-indicatie 11
Boost 11
Vermogensstanden 12
Twee achter elkaar liggende kookzones 12
Uitschakeltimer 12
Kinderslot 13
Koken
Gezond koken 15
Kookstanden 15
Onderhoud
Reinigen 17
Storingen
Algemeen 18
Storingstabel 18
Installatie
Waar u op moet letten 20
Elektrische aansluiting 23
Inbouwen 26
Technische gegevens 27
Milieu aspecten
Afvoeren toestel en verpakking 28

NL 4
Inleiding
Deze inductiekookplaat is ontworpen voor de echte kookliefhebber.
Koken op een inductiekookplaat heeft een aantal voordelen. Het is
comfortabel, omdat de kookplaat snel reageert en ook op een zeer
laag vermogen is in te stellen. Dankzij het hoge vermogen gaat het aan
de kook brengen zeer snel. De ruime afstanden tussen de kookzones
maken het koken ook comfortabel.
Koken op een inductiekookplaat verschilt met koken op een traditioneel
toestel. Inductiekoken maakt gebruik van een magnetisch veld om
warmte op te wekken. Dit betekent dat u niet zomaar een willekeurige
pan kunt gebruiken. Het hoofdstuk pannen geeft u hierover meer
informatie.
Voor optimale veiligheid is de inductiekookplaat uitgerust met meerdere
temperatuurbeveiligingen en een restwarmtesignalering die aangeeft
welke kookzones nog heet zijn.
In deze handleiding staat beschreven op welke manier u de inductie-
kookplaat zo optimaal mogelijk kunt benutten. Naast informatie over de
bediening treft u ook achtergrondinformatie aan die van dienst kan zijn
bij het gebruik van dit product.
Lees eerst de gebruiksaanwijzing geheel en aandachtig door
voordat u het apparaat gaat gebruiken en bewaar deze zorgvuldig
voor latere raadpleging.
De handleiding dient bovendien als referentie voor de servicedienst.
Plak daarom het los bijgeleverde gegevensplaatje in het daarvoor
bestemde kader, achter in de handleiding. Het gegevensplaatje
bevat alle informatie die de servicedienst nodig heeft om adequaat op
uw vragen te reageren.
Veel kookplezier!
UW INDUCTIEKOOKPLAAT

NL 5
Bedieningspaneel
1. Aan-/uittoets voor kookzone linksachter
2. Aan-/uittoets voor kookzone rechtsachter
3. Aan-/uittoets voor kookzone linksvoor
4. Aan-/uittoets voor kookzone rechtsvoor
5. - en + toets voor het instellen van het vermogen/voor de timer
6. Timertoets
7. Kinderslot
Beschrijving
UW INDUCTIEKOOKPLAAT
7
61 2 5
34
1. Kookzone linksvoor Ø 210 2,3 kW
2. Kookzone linksachter Ø 180 2,3 kW
3. Kookzone rechtsachter Ø 210 2,3 kW
4. Kookzone rechtsvoor Ø 160 2,0 kW
23
14

NL 6
Lees de separate veiligheidsvoorschriften
voordat u het toestel in gebruik neemt!
Temperatuurbeveiliging
• Elke kookzone is voorzien van een sensor. Deze sensor controleert
ononderbroken de temperatuur van de bodem van de kookpan en
van de onderdelen van de kookplaat om elk risico op oververhitting,
bij bijvoorbeeld een drooggekookte pan, te vermijden. Bij een te hoge
temperatuur wordt het vermogen van de kookzone/kookplaat auto-
matisch verlaagd of schakelt de kookzone/kookplaat helemaal uit.
Kookduurbegrenzing
• Als een kookzone gedurende een ongebruikelijk lange tijd aan is,
wordt deze automatisch uitgeschakeld.
• Afhankelijk van het gekozen kookvermogen wordt de kookduur als
volgt begrensd:
Kookstand De kookzone wordt automatisch
uitgeschakeld na:
1 10 uur
2 5 uur
3 5 uur
4 4 uur
5 4 uur
6 3 uur
7 3 uur
8 2 uur
9 2 uur
b 1 uur
Als bovengenoemde tijd verstreken is schakelt de kookzone
automatisch uit.
• Bij het automatisch uitschakelen van een kookzone verschijnt voor
de betreffende kookzone “A“ in de display. Een pieptoon klinkt
gedurende 2 minuten. “A” blijft in het display staan tot u op een
willekeurige toets drukt.
VEILIGHEID

NL 7
VEILIGHEID
Bescherming bij overkoken
Het toestel heeft een bescherming tegen overkoken.
• Een pieptoon klinkt en het symbool verschijnt in de display.
Het toestel schakelt automatisch uit. Dit kan één van de volgende
oorzaken hebben:
▷Overkoken waarbij de bedientoetsen worden afgedekt.
▷Natte doek op de toetsen.
▷Metalen voorwerp op de aanraaktoetsen.
• Reinig het toestel of verwijder het metalen voorwerp.
Oververhittingsbeveiliging
Het toestel kan oververhit raken, wanneer:
• de pan de warmte niet goed geleidt;
• vet of olie op een hoge stand verhit wordt;
• er onvoldoende luchtcirculatie is (zie ook ventilatiebeveiliging bij het
installatievoorschrift).
In geval van oververhitting leidt dit bij de desbetreffende kookzone,
respectievelijk alle kookzones, tot een van de volgende reacties:
• de kookplaat zal het toegevoerde vermogen iets laten afnemen (dit
is niet zichtbaar bij de kookstanden in de displays);
• wanneer dit niet helpt zal de kookplaat uitschakelen en een serie
liggende streepjes in de displays laten zien.
Wanneer de kookplaat voldoende is afgekoeld verdwijnen de streepjes
weer. Het toetsel blijft uitgeschakeld.
Voorkom dat de oververhittingsbeveiliging van het toestel geactiveerd
wordt door:
• pannen te gebruiken die de warmte goed geleiden;
• vet of olie op een lagere stand te verhitten;
• voor voldoende luchtcirculatie te zorgen.
Neem contact op met de servicedienst of een erkend vakman indien de
oververhittingsbeveiliging desondanks opnieuw geactiveerd wordt.

NL 8
GEBRUIK
Werking van de aanraaktoetsen
Het bedienen van de kookplaat door middel van de aanraaktoetsen
is even wennen als u andere bediening gewend bent. Leg uw vinger-
toppen plat op de toetsen voor het beste effect. U hoeft niet hard te
drukken.
De aanraaksensoren zijn zodanig ingesteld dat deze alleen reageren
op de druk en het formaat van vingertoppen. De kookplaat is niet te
bedienen met andere voorwerpen en zal bijvoorbeeld niet inschakelen
als uw huisdier over de kookplaat loopt.
Inductiekoken
Inductiekoken is snel
• In het begin zult u verrast zijn door de snelheid van het toestel.
Vooral het op een hogere stand aan de kook brengen gaat zeer
snel. Om overkoken of droogkoken te voorkomen, kunt u er het
beste altijd bij blijven.
Het vermogen past zich aan
• Bij inductiekoken wordt alleen dat deel van de zone benut waar de
pan op staat. Gebruikt u een kleine pan op een grote zone, dan
zal het vermogen zich aanpassen aan de diameter van de pan. Het
vermogen zal dus kleiner zijn en het zal langer duren voordat het
gerecht in de pan aan de kook is.
Let op
• Zandkorreltjes kunnen krasjes veroorzaken die niet meer te
verwijderen zijn. Zet daarom alleen pannen met een schone bodem
op het kookvlak en til pannen altijd op als u ze verplaatst.
• Gebruik de kookplaat niet als werkvlak.
• Kook altijd met het deksel op de pan om energieverlies te
voorkomen.
Geen warmteverlies en de
handgrepen blijven koud bij
inductiekoken.

NL 9
GEBRUIK
Werking inductie
In het toestel wordt een magnetisch veld opgewekt.
Door een pan met een ijzeren bodem op een kookzone te plaatsen
ontstaat in de panbodem een inductiestroom. Deze inductiestroom
wekt warmte op in de panbodem.
Comfortabel
De elektronische regeling is nauwkeurig en eenvoudig in te stellen.
Op de laagste stand kunt u bijvoorbeeld chocolade direct in de pan
smelten of ingrediënten bereiden die u gewoonlijk au bain marie
verwarmt.
Snel
Door het hoge vermogen van de inductiekookplaat gaat het aan de
kook brengen erg snel. Het doorkoken kost evenveel tijd als koken op
een andere kookplaat.
Schoon
De kookplaat is eenvoudig te reinigen. Doordat de kookzones niet heter
worden dan de pan zelf, kunnen voedselresten niet inbranden.
Veilig
De warmte wordt opgewekt in de pan zelf. De glasplaat wordt niet
warmer dan de pan. Hierdoor blijft de kookzone een stuk koeler dan die
van bijvoorbeeld een keramische kookplaat of een gasbrander.
Na het wegnemen van een pan is de kookzone snel afgekoeld.
Pannen
Pannen voor inductiekoken
Inductiekoken stelt eisen aan de kwaliteit van de pannen.
Let op
• Pannen waarmee al eerder op een gaskookplaat is gekookt, zijn
niet meer geschikt voor inductiekoken.
• Gebruik alleen pannen die geschikt zijn voor elektrisch- en
inductiekoken met:
▷een dikke bodem van minimaal 2,25 mm;
▷een vlakke bodem.
• Het beste zijn pannen met het “Class Induction” keurmerk.
De spoel (1) in de kookplaat
(2) wekt een magnetisch
veld (3) op. Door een pan
met een ijzeren bodem (4)
op de spoel te plaatsen
ontstaat in de panbodem
een inductiestroom.

NL 10
Tip
Met een magneet kunt u zelf controleren of uw pannen geschikt zijn.
Wanneer de magneet wordt aangetrokken, is de pan geschikt.
Geschikt Ongeschikt
Speciale roestvrijstalen pannen Aardewerk
Class Induction Roestvrijstaal
Solide geëmailleerde pannen Porselein
Geëmailleerde gietijzeren pannen Koper
Kunststof
Aluminium
Let op
Wees voorzichtig met dunne plaatstaal geëmailleerde pannen:
• op een hoge stand kan het emaille er afspringen wanneer de pan
te droog is;
• door het hoge vermogen kan de panbodem gemakkelijk
kromtrekken.
Let op
Gebruik nooit pannen met een vervormde bodem. Een holle of bolle
bodem kan de werking van de oververhittingsbeveiliging belemmeren.
Het toestel kan dan te warm worden waardoor de glasplaat kan barsten
en de panbodem kan smelten. Schade, ontstaan door het gebruik van
ongeschikte pannen of droogkoken, valt buiten de garantie.
Minimale pandiameter
De minimale pandiameter bedraagt 12 cm. Het beste resultaat bereikt
u door een pan te nemen met dezelfde diameter als de kookzone. Bij te
kleine pannen schakelt de kookzone niet in.
Snelkookpannen
Inductiekoken is zeer geschikt voor het koken in snelkookpannen.
De kookzone reageert zeer snel, waardoor de snelkookpan ook snel
op druk komt. Zodra u een kookzone uitschakelt, stopt het kookproces
direct.
GEBRUIK

NL 11
Inschakelen en vermogen instellen
Het vermogen is in te stellen in 9 standen. Daarnaast is er nog een
‘boost’ stand, te herkennen aan een ‘P’ in de display.
• Zet een pan op een kookzone.
• Druk op de aan-/uittoets.
In de display van de kookzone verschijnt ‘0’. Wanneer u geen
verdere actie onderneemt, schakelt de kookzone na 10 seconden
vanzelf uit.
• Stel met de + of - toets de gewenste stand in. De kookplaat start auto-
matisch in de ingestelde stand (als er een pan gedetecteerd wordt).
Tip
U kunt de - of + toets ingedrukt houden om sneller het gewenste
vermogen in te stellen.
Uitschakelen
Schakel de kookzone uit door de aan-/uittoets ingedrukt te houden.
Restwarmte-indicatie
Na intensief gebruik van een kookzone kan de gebruikte zone nog
enkele minuten warm blijven. Zolang de kookzone heet is, knippert er
een ‘H’ in de display.
Boost
De ‘boost’ functie kunt u gebruiken om gedurende een korte tijd (max.
10 minuten) op het hoogste vermogen te koken. Na het verstrijken van
de boosttijd wordt het vermogen verlaagd. Boost is geschikt voor het
aan de kook brengen van water, maar te hoog voor het verhitten van
boter of melk en veel te hoog voor ontdooien.
De boost functie inschakelen
• Zet een pan op een kookzone.
• Druk op de aan-/uittoets.
In de display van de kookzone verschijnt ‘0’.
• Druk één keer op de - toets om meteen naar de boost functie te
gaan.
BEDIENING

NL 12
Vermogensstanden
Het vermogen is, afhankelijk van de diameter van de zone, instelbaar
van 50 tot 2300 Watt. Zie onderstaande tabel.
Diameter Vermogen
Ø 160 mm 50 - 2000 W
Ø 180 mm 50 - 2300 W
Ø 210 mm 50 - 2300 W
Twee achter elkaar liggende kookzones
• Twee achter elkaar liggende kookzones worden bestuurd door
één generator. Dit heeft als voordeel dat per kookzone een hoog
vermogen gerealiseerd kan worden. Dit is ideaal voor het zeer snel
aan de kook brengen van gerechten en vloeistoffen, frituren of het
aanbraden van grote hoeveelheden.
• De generator verdeelt het vermogen over beide zones. Tot en met
stand 5 heeft dit geen consequenties. Vanaf stand 6 wordt de
andere kookzone automatisch begrensd.
• Wilt u een van beide zones op hogere stand instellen, dan moet u
eerst de andere zone lager zetten.
• Maximale combinaties
Eerste zone 5 9 P
Tweede zone P 9 5
• Twee naast elkaar liggende kookzones beïnvloeden elkaar niet.
U kunt ze dus gelijktijdig op een hoge stand instellen.
Uitschakeltimer
Met de uitschakeltimer kunt u één van de kookzones automatisch
uitschakelen. U kunt de timer alleen gebruiken voor een kookzone die
is ingeschakeld. De vier timers kunnen tegelijkertijd gebruikt worden.
• Met de timertoets kunt u de kookzone kiezen die uitgeschakeld
moet worden. Een lampje geeft de kookzone weer, waaraan de
timer gekoppeld gaat of kan worden.
• Druk herhaaldelijk op de timertoets om de juiste zone te selecteren.
De timer kan aan een willekeurige kookzone worden gekoppeld.
BEDIENING

NL 13
BEDIENING
De uitschakeltimer gebruiken
• Zet een pan op een kookzone.
• Schakel de kookzone (die u automatisch wilt uitschakelen) in met
de aan/uittoets.
• Druk net zo vaak op de timertoets tot de betreffende kookzone is
geselecteerd.
• Stel een tijd in (0-99 min.) d.m.v. de + en - toetsen van de timer.
De indicator op het display licht op.
▷U kunt de kookduur op elk moment tijdens de bereiding wijzigen
d.m.v. de + en - toetsen van de timer.
• Nadat de door u ingestelde tijd is verstreken, wordt de zone
uitgeschakeld en hoort u een pieptoon. U kunt deze pieptoon
uitschakelen d.m.v. de + of - toetsen van de timer. De laatste
minuut van de ingestelde tijd wordt weergegeven in seconden.
De uitschakeltimer uitschakelen
• Selecteer met de timertoets welke timer u wilt uitschakelen. Druk de
+ en - toets van de timer tegelijkertijd in en houdt ze vast totdat de
timer uitgeschakeld is.
Kinderslot
Uw kookplaat beschikt over een kinderslot waarmee u de kookplaat
kunt vergrendelen:
• op het moment dat de kookplaat is uitgeschakeld (met het oog
op reiniging van de kookplaat) of onbedoeld inschakelen door
kinderen;
• tijdens het koken (de zones blijven dan ingeschakeld en de op het
display weergegeven instelling kan niet gewijzigd worden).
Wanneer het kinderslot wordt gebruikt tijdens het koken werken de aan-/
uittoetsen nog wel om veiligheidsredenen. Vergeet het bedieningspaneel
niet te ontgrendelen alvorens het opnieuw te gebruiken.
Kinderslot inschakelen
• Druk op de kinderslottoets (ongeveer 5 sec.) tot het lampje boven
de toets oplicht en u een pieptoon hoort.
Het kinderslot is ingeschakeld.

NL 14
Vergrendelde kookzone in werking
In het display verschijnt afwisselend het symbool en het ingeschakelde
vermogen van de betreffende kookzone. Wanneer u een toets van
de ingeschakelde kookzone bedient gaat het lampje boven de
kinderslottoets enkele seconden branden. Uit veiligheidsoverwegingen
kunt u de kookzone nog wel uitschakelen met de aan-/uittoets.
Wanneer u een toets bedient van een kookzone die niet is ingeschakeld
gaat het symbool en het lampje boven de kinderslottoets een aantal
seconden branden.
Kinderslot uitschakelen
• Druk op de kinderslottoets (ongeveer 5 sec.) tot het lampje boven
de toets dooft en u twee pieptonen hoort.
Het kinderslot is uitgeschakeld.
Tip
Indien alle zones uitgeschakeld zijn kunt u door kort de kinderslottoets
te bedienen voor 1 minuut alle zone’s blokkeren. Gedurende deze tijd
zijn de zone’s niet in te schakelen. Dit is handig om bijvoorbeeld de
kookplaat te reinigen.
BEDIENING

NL 15
Gezond koken
Rookpunt van verschillende oliesoorten
Om gezond te bakken, adviseert Pelgrim om de oliesoort af te stemmen
op de baktemperatuur. Elke oliesoort heeft een ander rookpunt waarbij
giftige gassen vrijkomen. In onderstaande tabel ziet u de rookpunten
van verschillende oliesoorten.
Olie Rookpunt °C
Extra vierge olijfolie 160 °C
Boter 177 °C
Kokosolie 177 °C
Raapzaadolie 204 °C
Vierge olijfolie 216 °C
Zonnebloemolie 227 °C
Maisolie 232 °C
Arachideolie 232 °C
Rijstolie 255 °C
Olijfolie 242 °C
Kookstanden
Het onderstaande overzicht is uitsluitend bedoeld als leidraad, omdat
de instelwaarde afhankelijk is van de hoeveelheid en samenstelling van
het gerecht en de pan.
Gebruik ‘boost’ en stand 9 voor:
• snel aan de kook brengen;
• slinken van bladgroenten;
• verhitten van olie en vet;
• onder druk brengen van een snelkookpan.
Gebruik stand 8 voor:
• aanbraden van vlees;
• bakken van vis;
• bakken van omeletten;
• bakken van gekookte aardappelen;
• frituren.
KOKEN

NL 16
KOKEN
Gebruik stand 7 voor:
• bakken van dikke pannenkoeken;
• bakken van dik, gepaneerd vlees;
• uitbakken van spek of bacon;
• bakken van rauwe aardappelen;
• bakken van wentelteefjes;
• bakken van gepaneerde vis.
Gebruik stand 6 en 5 voor:
• doorkoken;
• ontdooien van harde groenten;
• bakken en garen van dun vlees.
Gebruik stand 1 t/m 4 voor:
• trekken van bouillon;
• bereiden van stoofvlees;
• smoren van groenten;
• smelten van chocolade;
• smelten van kaas.

NL 17
Reinigen
Tip
Schakel, voordat u met schoonmaken begint, eerst het kinderslot in.
Dagelijkse reiniging
• Hoewel overgekookt voedsel niet kan inbranden verdient het
aanbeveling de kookplaat direct na gebruik schoon te maken.
• Voor de dagelijkse reiniging kunt u het beste een mild
reinigingsmiddel en een vochtige doek gebruiken.
• Nadrogen met keukenpapier of een droge doek.
Hardnekkige vlekken
• Ook hardnekkige vlekken zijn met een mild reinigingsmiddel,
bijvoorbeeld afwasmiddel, te verwijderen.
• Verwijder waterkringen en kalkresten met schoonmaakazijn.
• Metaalsporen (ontstaan door schuiven van pannen) zijn vaak lastig
te verwijderen. Hiervoor zijn speciale middelen verkrijgbaar.
• Verwijder overgekookte voedselresten met een glasschraper.
Ook gesmolten kunststof en suiker kunt u verwijderen met een
glasschraper.
Nooit gebruiken
• Gebruik nooit schuurmiddelen. Deze veroorzaken krasjes waarin
zich kalk en vuil ophopen.
• Gebruik ook nooit scherpe voorwerpen, zoals staalwol en
schuursponsjes.
ONDERHOUD

NL 18
Algemeen
Indien u een barstje of scheurtje (hoe klein ook) op de glasplaat ziet,
schakel dan de kookplaat onmiddellijk uit, neem direct de stekker
van de kookplaat uit het stopcontact, verbreek de (automatische)
zekering(en) in de meterkast of zet de schakelaar in de meterkast op
nul bij een vaste aansluiting. Neem vervolgens contact op met de
servicedienst.
Storingstabel
Wanneer u twijfelt over de goede werking van uw inductiekookplaat
betekent dit niet automatisch dat er een defect is. Controleer in elk
geval de volgende punten in onderstaande tabel of kijk voor meer
informatie op de website ‘www.pelgrimservice.nl’.
Symptoom Mogelijke oorzaak Oplossing
Bij het in werking stellen
verschijnen er tekens in de
displays.
Dit is de standaard
opstartroutine.
Normale werking.
De ventilatie blijft nog enkele
minuten doorwerken nadat de
kookplaat is uitgeschakeld.
Afkoeling van de kookplaat. Normale werking.
De kookplaat geeft bij de
eerste kookbeurten een lichte
geur af.
Opwarmen nieuw toestel. Dit is normaal en verdwijnt na
enkele keren koken. Ventileer
de keuken.
U hoort een licht tikkend
geluid op uw kookplaat.
Dit wordt veroorzaakt door de
vermogensverdeling van de
voorste en de achterste zone.
Ook bij lage kookstanden
kan een zacht tikkend geluid
optreden.
Normale werking.
De kookpannen maken lawaai
tijdens het koken.
Dit wordt veroorzaakt door de
doorstroming van de energie
van de kookplaat naar de
kookpan.
Bij een hoge kookstand is dit
normaal bij bepaalde pannen.
Dit is niet schadelijk voor de
pannen of de kookplaat.
Nadat u een kookzone heeft
ingeschakeld blijft de display
knipperen.
De gebruikte kookpan is
niet geschikt voor koken op
inductie of heeft een diameter
kleiner dan 12 cm.
Gebruik een goede pan (zie
pagina 9 en 10).
STORINGEN

NL 19
Symptoom Mogelijke oorzaak Oplossing
Een kookzone stopt
plotseling met de werking en
er klinkt een signaal.
De ingestelde timertijd is
voorbij.
Schakel het signaal uit door
op de - of + toets van de
timer te drukken.
De kookplaat werkt niet en er
verschijnt niets in de display.
Geen stroomtoevoer door
defecte voeding of foutieve
aansluiting.
Controleer de zekering of de
elektrische schakelaar (bij een
toestel zonder stekker).
Bij het inschakelen van de
kookplaat slaat de zekering
van de installatie door.
Verkeerde aansluiting van de
kookplaat.
Controleer de elektrische
aansluiting.
Slechts één zijde werkt. Verkeerde aansluiting van de
kookplaat.
Controleer de elektrische
aansluiting.
Continue pieptoon. Verkeerde aansluiting van de
kookplaat.
Controleer de elektrische
aansluiting.
De kookplaat schakelt
zomaar uit.
U heeft per ongeluk op de
aan-/uittoets gedrukt.
Schakel de kookplaat weer in.
De kookplaat werkt niet en er
verschijnt F1, F2, F3, F4, F5,
F6 of F8 in de display.
De elektronische schakeling
werkt slecht (temperatuur
sensor defect).
Neem contact op met de
servicedienst.
De kookplaat werkt niet, er
staat of in de display.
De kookplaat is vergrendeld. Zie pagina 13 en 14;
Kinderslot.
De kookplaat schakelt uit
tijdens het gebruik en er klinkt
elke 10 seconden een piep.
Er is iets overgekookt of er
ligt een voorwerp op het
bedieningspaneel.
Reinig de kookplaat of
verwijder het voorwerp en ga
verder met koken.
Een serie kleine streepjes
of F7 verschijnt in de display.
De elektronische
schakelingen zijn warm
geworden.
Zie het hoofdstuk over
‘Installatie’.
Foutcode F0. Omgevingstemperatuur te
laag.
Zorg ervoor dat de
temperatuur hoger wordt.
Foutcode F9. Netspanning te laag. Controleer de elektrische
aansluiting.
STORINGEN

NL 20
Waar u op moet letten
Veiligheidsvoorschriften installatie
• De aansluiting moet voldoen aan de nationale en lokale
voorschriften.
• Het toestel moet altijd geaard zijn.
• Alleen een erkend elektrotechnisch installateur mag dit toestel
aansluiten.
• De aansluitkabel moet vrij hangen en mag niet door een lade
worden aangestoten.
• Wilt u een vaste aansluiting maken, zorg er dan voor dat er een
omnipolaire schakelaar met een contactafstand van minimaal 3 mm
in de toevoerleiding wordt aangebracht.
• Het werkblad waarin de kookplaat wordt ingebouwd moet vlak zijn.
• De wanden en het werkblad rondom het toestel moeten minimaal
tot 85 °C hittebestendig zijn. Ook al wordt het toestel zelf niet
warm, door de warmte van een hete pan kan de wand verkleuren of
vervormen.
• Schade ontstaan door verkeerd aansluiten, verkeerd inbouwen of
verkeerd gebruik valt niet onder de garantie.
Benodigde vrije ruimte rondom
Voor een veilig gebruik is voldoende ruimte romdom de kookplaat
noodzakelijk. Controleer of deze ruimte aanwezig is.
* T302ZT min. 600 mm
INSTALLATIE
Table of contents
Languages:
Other ETNA Hob manuals
Popular Hob manuals by other brands

Foster
Foster 7300000 Use and installation manual

NEFF
NEFF T48FD23X2 instruction manual

Elba
Elba ELIO 95-565 CG Instructions for the use - installation advices

DeDietrich
DeDietrich DPI7570XT user guide

Sanyo
Sanyo TIC-C300E datasheet

Bertazzoni
Bertazzoni P61 Instructions for the installation, maintenance and use