ELA-mengversterker
Lees deze handleiding grondig door, alvorens
het apparaat in gebruik te nemen en bewaar
ze voor latere raadpleging.
De luidsprekers mogen alleen worden
aangesloten door personen met grondige
kennis van de 100V-geluidstechniek (hoofd-
stuk 4.2, pos. 10). De versterker is eenvoudig
te bedienen, bedoeld voor niet-vakmensen.
Mocht u nog vragen hebben, neem dan
contact op met uw installateur of gespeci-
aliseerde winkel.
1 Veiligheidsvoorschriften
Het apparaat is in overeenstemming met alle
relevante EU-Richtlijnen en is daarom geken-
merkt met .
WAARSCHUWING
De netspanning van het
apparaat is levensgevaar-
lijk. Open het apparaat
niet, en zorg dat u niets
in de ventilatieopeningen steekt! U loopt
het risico van een elektrische schok.
Tijdens het gebruik staan de luidsprekeraan-
sluitingen (10) onder een levensgevaarlijke
spanning tot 100V. Gebruik de versterker
alleen met neergeklapte afschermkap.
Breng alle aansluitingen pas tot stand als de
versterker uitgeschakeld is.
•
Het apparaat is enkel geschikt voor gebruik
binnenshuis. Vermijd druip- en spatwater,
uitzonderlijk warme plaatsen en plaatsen
met een hoge vochtigheid (toegestaan
omgevingstemperatuurbereik: 0– 40 °C).
•
Plaats geen bekers met vloeistof zoals
drinkglazen etc. op het apparaat.
•
De warmte die in het toestel ontstaat, moet
door ventilatie afgevoerd worden. Dek de
ventilatieopeningen niet af.
•
Schakel het apparaat niet in resp. trek on-
middellijk de stekker uit het stopcontact,
1.
wanneer het apparaat of het netsnoer
zichtbaar beschadigd is,
2.wanneer er een defect zou kunnen op-
treden nadat het apparaat bijvoorbeeld
is gevallen,
3.
wanneer het apparaat slecht functio-
neert.
Het apparaat moet in elk geval worden
hersteld door een gekwalificeerd vakman.
•
Trek de stekker nooit met het snoer uit het
stopcontact, maar met de stekker zelf.
•
Verwijder het stof met een droge, zachte
doek. Gebruik zeker geen water of che-
micaliën.
•
In geval van ongeoorloofd of verkeerd ge-
bruik, verkeerde aansluiting, foutieve be-
diening of van herstelling door een niet-ge-
kwalificeerd persoon vervalt de garantie en
de verantwoordelijkheid voor hieruit resul-
terende materiële of lichamelijke schade.
Wanneer het apparaat definitief uit
bedrijf wordt genomen, bezorg het
dan voor milieuvriendelijke verwer-
king aan een plaatselijk recyclage-
bedrijf.
2 Toepassingen
Deze versterker met een sinusvermogen van
PA-306 60W
PA-312 120W
PA-324 240W
is speciaal ontworpen voor het gebruik in
geluidsinstallaties. U kunt zowel luidsprekers
van 100V of 70 V gebruiken als laagohmige
luidsprekers (impedantie ten minste 4Ω).
De versterker telt zes ingangen:
1 × lijnniveau-ingang TEL INPUT voor be-
langrijke aankondigingen (bv. van een
telefooncentrale) met prioriteit op alle
andere ingangen, d.w.z. zodra er een
signaal op deze ingang aanwezig is, wor
-
den de signalen van de andere ingangen
uitgeschakeld
1 × microfoon-/lijnniveau-ingang CH1 voor
belangrijke aankondigingen met priori-
teit op de ingangen CH2–CH5, d.w.z.
zodra er een signaal op de ingang CH1
aanwezig is, worden de signalen van de
ondergeschikte ingangen in volume ge-
reduceerd
2 × microfooningangen CH2 en CH 3
2 × lijnniveau-ingangen CH 4 en CH5, bv. voor
achtergrondmuziek van een mp3/cd-spe-
ler, radio of cassettedeck
3 De versterker opstellen
De versterker is voorzien voor montage in
een 19”-rack (482mm), maar kan ook als
tafelmodel gebruikt worden. In elk geval
moet de lucht door alle ventilatieopeningen
kunnen stromen, om voldoende ventilatie van
de versterker te verzekeren.
3.1 De montage in een rack
Voor de montage in een rack schroeft u de
beide montagebeugels (1) op de zijkant van
de versterker vast. De versterker neemt in het
rack 2HE (2rack-eenheden = 89mm) in be-
slag. Om te voorkomen dat het rack topzwaar
wordt, dient de versterker in het onderste
gedeelte van het rack gemonteerd te worden.
Voor een veilige bevestiging volstaan de mon-
tagebeugels op zich niet. Het apparaat moet
links en rechts door rails of onderaan door
een bodemplaat extra ondersteund worden.
De lucht die door de versterker wordt
afgegeven, moet uit het rack kunnen worden
afgevoerd. Anders hoopt de warmte zich op
in het rack, waardoor niet enkel de versterker
maar ook andere apparaten in het rack kun-
nen worden beschadigd. Bij een onvoldoende
warmteafvoer moet u in het rack een ventila-
tor (bv. DPVEN-04) plaatsen.
4 Bedieningselementen
enaansluitingen
4.1 Voorzijde
1
Montagebeugels (2 ×) voor het monteren
van de versterker in een rack voor appa-
raten met een breedte van 482mm (19”)
2
Ingang MIC CH1 (6,3 mm-jack, onge-
balanceerd) voor het aansluiten van een
microfoon
De bus is parallelgeschakeld met de bus
CH1 (12) aan de achterzijde, maar kan
echter geen fantoomvoeding leveren.
De ingang MIC CH1 is uitgerust met een
voorrangschakeling: Bij een aankondiging
via deze ingang worden de ingangen
CH2, CH3 (15), CH4 en CH5 (17) auto-
matisch gedempt om de verstaanbaarheid
van de aankondiging te verbeteren. De
mate waarin het volume wordt gedempt,
kunt u instellen met de regelaar MUTE
LEVEL (11).
3 Ingangsniveauregelaar voor het mengen
of in- en uitschakelen van de ingangs-
signalen
4 Equalizers BASS en TREBLE
5
Regelaar MASTER voor het volume van
het mengsignaal op de lijn- en luidspre-
keruitgangen (18, 10)
6 LED-aanduiding uitgangsniveau
LED TEMP voor oververhitting
LED PROT voor kortsluiting of overbe-
lasting van de luidsprekeruitgangen (10)
Als de oversturings-LED CLIP langer dan
normaal oplicht, draait u de regelaar
MASTER (5) of de desbetreffende in-
gangsregelaar (3) terug.
Als de LED TEMP oplicht, moet de ver-
sterker beter worden geventileerd. Zodra