Niko 550-00003 User manual

2. Connected controller
Beschrijving
De connected controller is de centrale module van elke Niko Home Control installatie. Hij staat in voor alle basisfuncties
waarrond een Niko Home Control installatie opgebouwd wordt. Deze basisfuncties omvatten:
• De intelligentie die de Niko Home Control installatie aanstuurt. Deze logica wordt vanuit de programmeersoftware lokaal
opgeslagen in de controller.
• De voeding die een spanning van 26 Vdc levert aan de bus, de kastmodules en de bedieningen. Afhankelijk van de
grootte van de installatie kunnen extra voedingen bijgeplaatst worden. Voor meer informatie over het vereiste aantal
voedingen, zie Extra voeding op pagina 17.
• De koppeling met Niko Home Control IP-toestellen zoals touchscreens en/of videobuitenposten. Een ingebouwde router
laat toe om tot drie toestellen rechtstreeks aan te sluiten op de controller. Met een extra switch kan dit aantal verder
uitgebreid worden.
• De koppeling met het thuisnetwerk en met het internet.Dit laat toe om de installatie zowel binnen- als buitenshuis (via
mobiele netwerken zoals 3G, 4G, GPRS of een wifihotspot) te bedienen met mobiele toestellen (smartphones en tablets
met iOS of Android). Het zorgt er tevens voor dat je de Niko Home Control gebruikersinstellingensoftware op PC of Mac
kan gebruiken en de gelijknamige app op mobiele toestellen.
Overzicht
CONNECTED CONTROLLER
ALK M
BCD
G
HI
J
F E
A. Schuifbrug Hiermee verbind je de connected controller met
de volgende module waardoor de bus en de
voedingsspanning doorgegeven worden.
B. L/N insteekklemmen Hier sluit je de 230V-netspanning aan.
C. RJ45-poort (1,2,3) Hier sluit je de Niko Home Control IP-toestellen aan.
D. WAN-poort Hier sluit je de router van het thuisnetwerk aan.
E. SERVICE-knop Laat toe om upgrades binnen te halen.
F. PROG-knop In een installatie die geprogrammeerd werd met
programmeersoftware 2.0, heeft deze knop geen functie.
G. TEST-knop Hiermee zet je de controller in TEST-modus.
H. SERVER-led Geeft info over de verbinding met de Niko server en met
het internet.
I. PROGRAM-led In een installatie die geprogrammeerd werd met
programmeersoftware 2.0, heeft deze led geen functie.
J. STATUS-led Geeft info over de algemene status van de installatie.
K. +/- insteekklemmen Via deze klemmen levert de voeding secundaire spanning
(26Vdc-veiligheidsspanning).
L. B1/B2-insteekklemmen Hier sluit je de bus aan.
M. USB-aansluiting Hier sluit je een Coolmaster (HVAC-interface) aan voor de
koppeling met airco-installaties.
550-00003
Connected controller 1

Werking
De module is uitgerust met een TEST-knop waarmee je de werking en de status van de andere modules kunt controleren.
De SERVICE-knop laat toe om upgrades die klaarstaan, te installeren.
Na registratie op de registratiepagina https://mynikohomecontrol.niko.eu kan je je installatie bedienen met je smartphone
of tablet (via mobiele netwerken zoals 3G, 4G, GPRS of een wifihotspot) en geniet je van de Niko diensten voor upgrade of
diagnose van de installatie.
Installatie
Aansluitschema
L
N
Internet
PC
2Connected controller

Bevestiging
Elke installatie moet welgeteld één connected controller hebben.
Om de connected controller te bevestigen:
• De installatie mag niet onder netspanning staan
1 Klik de controller op de DIN-rail, bij voorkeur onderaan links in het Niko Home Control gedeelte van de schakelkast.
2 Bevestig vervolgens de overige modules op de rail.Werk van links naar rechts. Plaats geen dimmodules vlak naast,
boven of onder de controller.Als de rail vol is of als je het maximumaantal van 12 toestellen per rail bereikt hebt, ga
dan verder op de rail erboven. Elke volgende rail moet links beginnen met een railkoppeling of een extra voeding als
deze vereist is (zie Extra voeding op pagina 17).
3 Verbind de connected controller met de module die je ernaast plaatst door de schuifbrug van de controller naar rechts
te schuiven tot ze vastklikt. Hierdoor zijn de bus en de voedingsspanning doorgegeven.
4 Sluit de netwerkkabel aan op de WAN-poort van de connected controller en verbind deze met de internetmodem of
-router van de bewoner. Gebruik hiervoor een afgeschermde netwerkkabel, bij voorkeur een STP-verbindingssnoer, en
houd deze gescheiden van de 230V-kabels om overspraak te vermijden. Laat deze bijvoorbeeld meelopen met de
ZLVS-kabels. De bewoner moet een goed beveiligd netwerk hebben.
5 Sluit op de andere drie poorten de Niko Home Control IP-toestellen uit de installatie aan zoals de touchscreens en/of
videobuitenposten. Indien je meer dan drie IP-toestellen moet aansluiten, kan je een Ethernet switch gebruiken (geen
router!).
6 Sluit de L-fasedraad en de N-nuldraad respectievelijk aan op de L- en de N-insteekklem en schakel de spanning in.
Vergeet niet om de informatie op de bijgeleverde sticker door te geven aan de bewoner, of om de sticker op een
goed zichtbare plaats op de connected controller of in de schakelkast te hangen. Deze sticker bevat het
MAC-adres en het serienummer (SN) van de connected controller. De bewoner heeft deze informatie nodig om
zich te registreren via https://mynikohomecontrol.niko.eu.
Dimensionering voeding
Afhankelijk van de grootte en de opbouw van de installatie, installeer je naast de voeding die ingebouwd is in de
connected controller nog maximaal twee extra voedingen. Als vuistregel om te bepalen of je een extra voeding nodig
hebt, kun je de volgende snelle controle hanteren: de voeding die ingebouwd is in de controller kan tot 24 kastmodules
en 70bedieningselementen (waarvan 20 met indicatieled) aan. Voor grotere installaties consulteer je de puntberekening,
zie Extra voeding op pagina 17. Alle bedieningselementen en modules hebben een eigen verbruik. Dit verbruik wordt
uitgedrukt in punten. Vanaf 800punten is een extra voeding nodig.
De status van de installatie controleren
Aan de hand van de indicatieleds op de controller
Als de Niko Home Control installatie normaal functioneert, brandt enkel de SERVER-led op de connected controller. De
andere leds zijn gedoofd om energie te sparen.
Als er zich een probleem voordoet, kun je de installatie in TEST-modus zetten om de status van de modules te controleren.
Om de installatie in TEST-modus te zetten, druk je op de TEST-knop. De STATUS-leds tonen de status van elke module en
al zijn outputs. De TEST-modus blijft twee minuten actief.
Connected controller 3

Op de controller staan drie leds die meer informatie geven over de controller en de installatie:
LED Status Informatie Mogelijk oorzaken en actie
STATUS-led De groene led
brandt continu
De installatie functioneert normaal. /
De groene led
knippert
De installatie is aan het opstarten of wordt
momenteel geüpdatet.
Deze status loopt na ongeveer een minuut
automatisch af. Schakel de installatie in
geen geval uit.
De oranje led
brandt continu
Er werd een probleem gedetecteerd. Raadpleeg de diagnosepagina in de
programmeersoftware voor meer
informatie (zie Aan de hand van de
diagnosepagina op pagina 5).
De rode led
brandt continu
Er werd een ernstig probleem
gedetecteerd.
Raadpleeg de diagnosepagina in de
programmeersoftware voor meer
informatie (zie Aan de hand van de
diagnosepagina op pagina 5).
De led brandt
niet
De controller ontvangt geen voedings-
spanning of is defect.
Ga na of de TEST-modus actief is. Meet
de voedingspanning. Als het probleem
blijft bestaan, contacteer je de Niko
customer service.
PROGRAM-
led
De groene led
brandt continu
De controller staat in de manuele
programmeermodus
In een installatie die geprogrammeerd
werd met programmeersoftware 2.0,
heeft deze led geen functie
SERVER-led De groene led
brandt continu
De verbinding met de Niko server werkt
goed en de installatie werd correct
geregistreerd.
/
De oranje led
brandt continu
De verbinding met Niko server werkt
goed maar de installatie werd nog niet
geregistreerd.
Houd de informatie van de controller
(MAC-adres en serienummer SN dat op
de controller en op de bijgeleverde sticker
gedrukt is) en registreer de installatie op
https://mynikohomecontrol.niko.eu.
De rode led
brandt continu
Geen communicatie mogelijk met de
Niko server. De internetverbinding werd
onderbroken of de Niko server is niet
bereikbaar.
Controleer de internetverbinding. Indien
de internetverbinding goed werkt,
contacteer je de Niko customer service.
4Connected controller

Aan de hand van de diagnosepagina
Installaties met een connected controller bieden het voordeel dat ze gedetailleerd gemonitord kunnen worden met de
diagnosepagina. Je kunt deze raadplegen via de programmeersoftware.
De diagnosepagina is een waardevolle hulptool voor de installateur voor het opsporen van fouten. Ze laat immers toe
om een snelle analyse te maken van de goede werking en de opbouw van de installatie. Zo kun je bijvoorbeeld de
buscommunicatie live opvolgen en nagaan welke bedieningen en/of modules nog niet geprogrammeerd werden op de bus.
Connected controller 5

De installatie programmeren
Programmeer de installatie met de recentste versie van de programmeersoftware (beschikbaar op www.niko.eu) en laad
deze op naar de connected controller. Als je de installatie uitbreidt met bijkomende modules, moet je de installatie opnieuw
programmeren om deze modules te doen werken.
Om de installatie te programmeren:
1 Zet de installatie onder netspanning.
2 Druk op de TEST-knop en controleer of de STATUS-leds van alle modules oplichten. Zo ben je zeker dat alle
schuifbruggen tussen de modules goed dichtgeschoven werden.
Sluit de computer aan op de installatie:
• Indien er reeds een router aanwezig is voor het thuisnetwerk, kun je:
- de computer verbinden met een vrije poort op de router.
- indien het een wifirouter is, de computer draadloos verbinden met de installatie. Dit biedt het voordeel dat je
tijdens de adressering van de inputs kan rondlopen in de woning. Voor het opladen van de programmering naar
de installatie raden we een bekabelde verbinding met een vrije poort op de router aan omdat een dergelijke
verbinding betrouwbaarder is dan een wifiverbinding.
• Indien er nog geen router aanwezig is, kun je je computer rechtstreeks aansluiten op de WAN-poort van de
connected controller. Doordat er bij deze verbinding automatisch een IP-adres toegekend wordt, kan het tot
2minuten duren vooraleer de verbinding met de connected controller tot stand komt.
1 Start de programeersoftware en open het project dat bij de installatie hoort.
2 Klik op “Creëren” in de menubalk en volg de instructies op het scherm tot je alle programmeerstappen hebt doorlopen.
3 Koppel de computer los van de installatie.
De programmering is nu opgeslagen in de controller. Je kunt deze programmering ook op elk moment uitlezen uit de
controller. Bewaar een back-up op je computer. Er worden ook back-ups bewaard op de controller.
6Connected controller

Specificaties voor de internetverbinding
De connected controller wordt via de WAN-poort verbonden met het thuisnetwerk van de bewoner. De router in dit netwerk
kent de connected controller een IP-adres toe. De controller communiceert via deze verbinding met Niko Home Control
programmeersoftware (om toevoegingen of wijzigingen aan de installatie te doen). Enkel indien de installatie een actieve
internetverbinding heeft en geregistreerd werd op mynikohomecontrol.niko.eu, kan een draadloos toestel zoals een
smartphone of tablet met de installatie communiceren en deze aansturen.
Deze poort is een DHCP-client en zal dus geen IP-adressen toekennen aan andere IP-toestellen.
De routerinstellingen die nodig zijn om deze verbinding tot stand te brengen, stemmen overeen met de
standaardinstellingen van een nieuwe wifirouter:
• voor DNS-toegang moet uitgaande poort 53 opengezet worden
• voor dataverkeer moeten uitgaande poorten 80, 443 en 22 opengezet worden
• voor (S)NTP moet uitgaande poort 123 opengezet worden.
De installatie registreren
Houd het MAC-adres en serienummer (SN) van de connected controller bij de hand (deze gegevens staan op de controller
gedrukt en kan je ook terugvinden op de bijgeleverde sticker). Surf naar https://mynikohomecontrol.niko.eu en registreer je
installatie met dit MAC-adres en serienummer. Vul de gegevens van de klant in of vraag hem deze in te vullen.
De installatie kan nu met een smartphone en/of tablet bediend worden en is voortaan ook bereikbaar voor upgrades en
interventies van Niko customer service.
Connected controller 7

Technische gegevens
• uitgerust met een permanent geheugen voor de opslag van de programmering
• de opgeladen programmering kan op elk moment uitgelezen worden
• afmetingen: DIN 6E
• schuifbrug voor verbinding naar volgende module op DIN-rail
• ingangsspanning: 230 Vac ± 10 %, 50 Hz
• uitgangsspanning: 26 Vdc, 400 mA (ZLVS, zeer lage veiligheidsspanning)
• 1 x RJ45-poort voor de verbinding met het thuisnetwerk en het internet
• 3 x RJ45-poort voor het Niko Home Control netwerk (aansluiting IP-toestellen zoals touchscreens, videobuitenposten of
een Ethernet switch die deze groepeert)
• 4 insteekklemmen bovenaan om de module te verbinden met de railkoppeling op de volgende DIN-rail
• 4 insteekklemmen om de module te voorzien van 230Vac-voedingsspanning en deze eventueel door te lussen
• CE-gemarkeerd
• omgevingstemperatuur: 0 – 45 °C
• beveiligd tegen kortsluiting, overspanning en oververhitting
8Connected controller

2. Unité de contrôle connectée
Description
L'unité de contrôle connectée constitue le module central de chaque installation Niko Home Control. Elle assure l'ensemble
des fonctions de base intégrées dans l'installation Niko Home Control. Ces fonctions de base comprennent:
• L'intelligence qui commande l'installation Niko Home Control. Cette logique est sauvegardée localement dans l'unité de
contrôle, à partir du logiciel de programmation.
• L’alimentation, qui fournit une tension de 26Vdc au bus, aux modules de l'armoire et aux éléments de commande.
Des alimentations supplémentaires peuvent être placées, en fonction de la taille de l'installation. Pour plus
d'informations sur le nombre d'alimentations supplémentaires exigées, reportez-vous au point Alimentation
supplémentaire à la page 17.
• La connexion avec des équipements IP Niko Home Control, tels des écrans tactiles et/ou des postes extérieurs vidéo.
Un routeur intégré permet de connecter directement un maximum de trois équipements à l'unité de contrôle. Ce
nombre peut être augmenté à l'aide d'un commutateur supplémentaire.
• La connexion au réseau domestique et à internet. Celle-ci permet de commander l'installation, tant de l'intérieur que
de l'extérieur de la maison (via les réseaux mobiles tels que 3G, 4G, GPRS ou borne WiFi), à l'aide d'appareils mobiles
(smartphones et tablettes sous iOS ou Android). Elle permet également d'utiliser le logiciel de réglage par l'utilisateur
Niko Home Control sur PC ou Mac et l'appli du même nom sur des appareils mobiles.
Synthèse
CONNECTED CONTROLLER
ALK M
BCD
G
HI
J
F E
A. Système de pont
coulissant Il vous permet de raccorder l'unité de contrôle connectée au module suivant, de sorte que le bus et la tension
d’alimentation sont transmis.
B. Bornes automatiques
L/N Raccordez ici la tension du secteur 230V.
C. Port RJ45 (1, 2, 3) Vous y raccordez vos appareils IP Niko Home Control.
D. Port WAN Vous y raccordez le routeur du réseau domestique.
E. Bouton SERVICE Permet de charger des mises à niveau.
F. Bouton PROG Dans une installation programmée à l'aide du logiciel de
programmation 2.0, ce bouton n'a aucune fonction.
G. Bouton TEST Fait passer l'unité de contrôle en mode TEST.
H. LED SERVEUR Fournit des informations sur la connexion avec le serveur
Niko et avec internet.
I. LED PROGRAM Dans une installation programmée à l'aide du logiciel de
programmation 2.0, cette LED n'a aucune fonction.
J. LED D'ÉTAT Fournit des informations sur le statut général de
l'installation.
K. Bornes automatiques
+/- Ces bornes permettent à l'alimentation de fournir la tension secondaire (26 Vdc - tension de sécurité).
L. Bornes automatiques
B1/B2 Vous y raccordez le bus.
M. Raccordement USB Vous y raccordez un CoolMaster (interface HVAC) pour le
raccordement à des installations de climatisation.
550-00003
Unité de contrôle connectée 9

Fonctionnement
Le module est équipé d'un bouton TEST, qui permet de contrôler le fonctionnement et le statut des autres modules. Le
bouton SERVICE permet d'installer des mises à niveau disponibles.
Après son enregistrement sur la page d'enregistrement https://mynikohomecontrol.niko.eu, vous pouvez commander votre
installation à l'aide de votre smartphone ou de votre tablette (via les réseaux mobiles tels que 3G, 4G, GPRS ou borne
Wi-Fi) et profiter des services Niko pour la mise à niveau ou le diagnostic de l'installation.
Installation
Schéma de raccordement
L
N
Internet
PC
10 Unité de contrôle connectée

Fixation
Chaque installation doit comporter une unité de contrôle connectée unique.
Pour fixer l'unité de contrôle connectée :
• L’installation ne peut pas être sous tension.
1 Cliquez sur l’unité de contrôle sur le rail DIN, de préférence en bas à gauche de la partie Niko Home Control de
l'armoire électrique.
2 Fixez ensuite les autres modules sur le rail.Travaillez de gauche à droite. Ne placez pas de modules de variation juste
à côté, au-dessus ou en dessous de l'unité de contrôle connectée. Lorsque le rail est rempli ou lorsque vous avez
atteint le nombre maximum de 12 appareils par rail, passez au rail situé au-dessus. Chaque rail suivant doit
commencer à gauche par un accoupleur de rail ou une alimentation supplémentaire si celle-ci est requise (reportez-
vous au chapitre Alimentation supplémentaire à la page 17).
3 Raccordez l’unité de contrôle connectée au module que vous placez juste à côté, en glissant le système de pont
coulissant de l’unité de contrôle vers la droite jusqu'à ce qu'il s'encliquette. Le bus et la tension d’alimentation sont
ainsi transmis.
4 Raccordez le câble réseau au port WAN de l’unité de contrôle connectée et connectez celle-ci au modem ou au
routeur internet du résident. Utilisez pour ce faire un câble réseau blindé, de préférence un câble de liaison STP, et
maintenez-le écarté des câbles 230 V afin d'éviter tout phénomène de diaphonie. Faites-lui suivre le même parcours
que les câbles TBTS, par exemple. Le résident doit disposer d'un réseau bien protégé.
5 Raccordez les appareils IP Niko Home Control de l'installation, tels que les écrans tactiles et/ou les postes extérieurs
vidéo, aux trois autres ports. Si vous devez raccorder plus de trois appareils IP, vous pouvez utiliser un commutateur
Ethernet (pas de routeur!).
6 Raccordez fil de phase L et le neutre N respectivement aux bornes automatiques L et N et remettez le courant.
N'oubliez pas de communiquer au résident les informations mentionnées sur l'autocollant joint ou d'apposer cet
autocollant à un endroit bien visible sur l'unité de contrôle connectée ou dans l'armoire électrique. L'adresse
MAC et le numéro de série (SN) de l'unité de contrôle connectée sont indiqués sur cet autocollant. Le résident a
besoin de cette information pour s'enregistrer via https://mynikohomecontrol.niko.eu.
Dimensionnement de l'alimentation
Selon la taille et la configuration de l'installation, installez à côté de l'alimentation intégrée dans l'unité de contrôle
connectée un maximum de deux alimentations supplémentaires. Comme règle empirique permettant de déterminer
si vous avez besoin d'une alimentation supplémentaire, vous pouvez utiliser le contrôle rapide suivant : l'alimentation
intégrée dans l'unité de contrôle suffit à 24 modules et 70 éléments de commandes (dont 20 avec LED d'indication). Pour
de plus grandes installations, veuillez consulter le calcul du nombre de points, en vous référant au chapitre Alimentation
supplémentaire à la page 17. Tous les éléments de commande et modules possèdent une consommation qui leur
est propre. Cette consommation est exprimée en points. À partir de 800 points, une alimentation supplémentaire est
nécessaire.
Unité de contrôle connectée 11

Contrôler le statut de l'installation
À l'aide des LED d'indication sur l'unité de contrôle
Si l'installation Niko Home Control fonctionne normalement, seule la LED SERVEUR sur l'unité de contrôle connectée sera
allumée. Les autres LED sont éteintes afin d'économiser l'énergie.
Si un problème survient, vous pouvez faire passer l'installation en mode TEST afin de contrôler l'état des modules. Pour
placer l'installation en mode TEST, appuyez sur le bouton TEST. La LED D'ÉTAT indique l'état de chaque module et de
toutes ses sorties. Le mode TEST reste actif pendant deux minutes.
L'unité de contrôle dispose de trois LED qui apportent davantage d'informations sur l'unité de contrôle et l'installation:
LED État Information Causes possibles et action
LED D'ÉTAT La LED verte
est allumée en
continu.
L'installation fonctionne normalement. /
La LED verte
clignote
L'installation est en cours de démarrage
ou est momentanément mise à jour.
Ce statut disparaît automatiquement
après une minute environ. N'éteignez en
aucun cas l'installation.
La LED orange
est allumée en
continu
Un problème a été détecté. Consultez la page de diagnostic dans le
logiciel de programmation pour obtenir
de plus amples informations (reportez-
vous au chapitre À l’aide de la page de
diagnostic à la page 13).
La LED rouge
est allumée en
continu
Un problème grave a été détecté. Consultez la page de diagnostic dans le
logiciel de programmation pour obtenir
de plus amples informations (reportez-
vous au chapitre À l’aide de la page de
diagnostic à la page 13).
La LED n'est
pas allumée
L'unité de contrôle ne reçoit pas de
tension d'alimentation ou est défectueuse.
Vérifiez que le mode TEST est bien actif.
Mesurer la tension d'alimentation. Si le
problème persiste, contactez le service
clientèle de Niko.
LED
PROGRAM
La LED verte
est allumée en
continu
L'unité de contrôle est en mode de
programmation manuelle.
Dans une installation programmée à l'aide
du logiciel de programmation 2.0, cette
LED n'a aucune fonction.
12 Unité de contrôle connectée

LED SERVER La LED verte
est allumée en
continu
La connexion avec le serveur Niko
fonctionne bien et l'installation a été
correctement enregistrée.
/
La LED orange
est allumée en
continu
La connexion avec le serveur Niko
fonctionne bien mais l'installation n'a pas
encore été enregistrée.
Notez l'information de l'unité de
contrôle (adresse MAC et numéro
de série SN repris sur l'unité de
contrôle et l'autocollant fourni)
et enregistrez l'installation sur
https://mynikohomecontrol.niko.eu.
La LED rouge
est allumée en
continu
Pas de communication possible avec le
serveur Niko. La connexion internet a été
interrompue ou le serveur Niko n'est pas
accessible.
Contrôlez la connexion internet. Si celle-ci
fonctionne correctement, contactez le
service clientèle de Niko.
À l'aide de la page de diagnostic
Les installations équipées d'une unité de contrôle connectée présentent l'avantage de pouvoir être surveillées de manière
détaillée via la page de diagnostic. Vous pouvez consulter celle-ci à l'aide du logiciel de programmation.
La page de diagnostic est un outil d'aide précieux qui permet à l'installateur de détecter des erreurs. Elle permet en
effet d'effectuer une analyse rapide du bon fonctionnement et de la configuration de l'installation. Vous pouvez ainsi, par
exemple, suivre en direct la communication de bus et vérifier quelles commandes et/ou modules n'ont pas encore été
programmés sur le bus.
Unité de contrôle connectée 13

Programmer l'installation
Programmez l'installation à l'aide de la version la plus récente du logiciel de programmation (disponibles sur www.niko.eu)
et chargez celui-ci dans l'unité de contrôle connectée. Si vous ajoutez des modules supplémentaires à l'installation, vous
devrez programmer à nouveau celle-ci pour que ces modules fonctionnent.
Pour programmer l’installation:
1 Placez l'installation sous tension.
2 Appuyez sur le bouton TEST et assurez-vous que les LED d'état de tous les modules s'allument.Vous avez ainsi la
certitude que tous les systèmes de pont coulissant entre les modules ont bien été fermés.
Connectez l’ordinateur à l’installation :
• Si le réseau domestique comporte déjà un routeur, vous pouvez:
- raccorder l'ordinateur au routeur via un port libre.
- s'il s'agit d'un routeur WiFi, connectez sans fil l'ordinateur à l'installation. Cela présente l'avantage de vous
permettre de vous déplacer dans votre habitation pendant l'adressage des entrées. Pour le chargement de la
programmation vers l'installation, nous recommandons de recourir à une connexion câblée à un port libre sur
le routeur, car celle-ci est plus fiable qu'une connexion WiFi.
• S'il n'y a pas encore de routeur présent, vous pouvez raccorder directement votre ordinateur au port WAN
de l'unité de contrôle connectée. Étant donné qu'une adresse IP est automatiquement attribuée du fait de ce
raccordement, le raccordement à l'unité de contrôle connectée peut prendre jusqu'à 2minutes.
1 Démarrez le logiciel de programmation et ouvrez le projet correspondant à l'installation.
2 Cliquez sur «Créer» dans la barre de menu, puis suivez les instructions apparaissant à l'écran jusqu'à ce que vous
ayez parcouru toutes les étapes de la programmation.
3 Déconnectez l'ordinateur de l'installation.
La programmation est à présent sauvegardée dans l'unité de contrôle.Vous pouvez également consulter cette
programmation à tout moment depuis l'unité de contrôle. Conservez une copie de sauvegarde sur votre ordinateur.
Des sauvegardes sont également conservées sur l'unité de contrôle.
14 Unité de contrôle connectée

Spécifications de connexion internet
L'unité de contrôle connectée est raccordée au réseau domestique du résident via le port WAN. Le routeur installé sur ce
réseau attribue une adresse IP à l'unité de contrôle connectée. L'unité de contrôle communique, via cette connexion, avec
le logiciel de programmation Niko Home Control (pour faire des ajouts ou des modifications au système). Ce n'est que si
l'installation possède une connexion internet active et a été enregistrée sur mynikohomecontrol.niko.eu, qu'un appareil
sans fil, tel un smartphone ou une tablette, peut communiquer avec le système et commander celui-ci.
Ce port est un client DHCP et n'attribuera donc pas d'adresse IP à d'autres appareils IP.
Les réglages du routeur qui sont nécessaires pour établir cette connexion correspondent aux réglages standards d'un
nouveau routeur WiFi:
• pour un accès DNS, le port sortant 53 doit être ouvert
• pour le transfert de données, les ports sortants 80, 443 et 22 doivent être ouverts
• pour le (S)NTP, le port sortant 123 doit être ouvert.
Enregistrer l'installation
Conservez l'adresse MAC et le numéro de série (SN) de l'unité de contrôle connectée à portée de main (ces données
sont reprises sur l'unité de contrôle et se retrouvent également sur l'autocollant fourni). Rendez-vous sur https://
mynikohomecontrol.niko.eu et enregistrez votre installation à l'aide de cette adresse MAC et du numéro de série.
Complétez les données du client ou demandez-lui de les compléter.
L'installation peut être désormais contrôlée à l'aide d'un smartphone et/ou d'une tablette et est maintenant également
disponible pour des mises à niveau et des interventions du service clientèle de Niko.
Unité de contrôle connectée 15

Données techniques
• comprend une mémoire permanente pour la sauvegarde de la programmation
• la programmation chargée peut être lue à tout moment
• dimensions: DIN 6E
• système de pont coulissant pour raccordement au module suivant sur rail DIN
• tension d'entrée: 230 Vac ± 10%, 50 Hz
• tension de sortie: 26 Vdc, 400 mA (TBTS, très basse tension de sécurité)
• 1 x port RJ45 pour le raccordement au réseau domestique et à internet
• 3 x port RJ45 pour le réseau Niko Home Control (raccordement d'appareils IP comme des écrans tactiles, des postes
extérieurs vidéo ou un commutateur Ethernet qui les regroupe)
• 4 bornes automatiques dans la partie supérieure, permettant de raccorder le module à l’accoupleur de rail situé sur le
rail DIN suivant
• 4 bornes automatiques pour alimenter le module en 230 Vac et le cas échéant le repiquer
• marquage CE
• température ambiante: 0 – 45° C
• protection contre les courts-circuits, les surtensions et les surchauffes
16 Unité de contrôle connectée

2. Connected controller
Description
The connected controller is the central module of every Niko Home Control installation. It covers all basic functions on
which a Niko Home Control installation is built. The basic functions include:
• The intelligence directing the Niko Home Control installation. Through the programming software, the logic is saved
locally on the controller.
• The power supply module providing an input voltage of 26 Vdc to the bus, the cabinet modules and the controls.
Depending on the size of the installation, separate power supply modules can be added. For more information on the
required number of power supplies, see Additional power supply on page 17.
• The connection to Niko Home Control IP devices such as touchscreens and/or external video units. A built-in router
allows the user to connect up to three devices directly to the controller. With an extra switch, this number can be
increased.
• The connection to the home network and the internet. This enables the user to control the installation both indoors and
outdoors (via mobile networks such as 3G, 4G, GPRS or a WiFi hotspot) using mobile devices (smartphones and tablets
with iOS or Android). It also ensures that you can use the Niko Home Control User settings software on PC/Mac and on
the eponymous app on mobile devices.
Overview
CONNECTED CONTROLLER
ALK M
BCD
G
HI
J
F E
A. Sliding contact
The sliding contact is used for connecting the connected
controller with the next module, which means that the bus
and the power supply module are then also interconnected.
B. L/N plug-in terminals This is where the 230 V mains voltage is connected.
C. RJ45 port (1,2,3) This is where the Niko Home Control IP devices are
connected.
D. WAN port Use this port to establish a connection between the home
network and the router.
E. SERVICE button Enables receiving upgrades.
F. PROG button In an installation programmed with programming software
2.0, this button has no function
G. TEST button Press this button to activate TEST mode on the controller.
H. SERVER LED Provides information on the connection with the Niko server
and the internet.
I. PROGRAM LED In an installation programmed with programming software
2.0, this LED has no function
J. STATUS LED Provides information on the general status of the installation.
K. +/- plug-in terminals The power supply provides secondary voltage via these
terminals (26Vdc extra low voltage).
L. B1/B2 plug-in terminals This is where the bus is connected.
M. USB connection This is where a CoolMaster (HVAC interface) is connected for
the connection to air conditioning installations
550-00003
Connected controller 17

Operation
The module includes a TEST button to verify the proper functioning and status of all other modules. The SERVICE button
allows you to perform waiting upgrades.
After registering on the registration page https://mynikohomecontrol.niko.eu you can control your installation with your
smartphone or tablet (via mobile networks like 3G, 4G, GPRS or a Wi-Fi hotspot) and enjoy the Niko Upgrade or Diagnostics
services of the installation.
Installation
Wiring diagram
L
N
Internet
PC
18 Connected controller

Mounting instructions
Each installation must consist of one connected controller.
Follow the steps below to mount the connected controller:
• Ensure that the installation is disconnected from the mains.
1 Click the controller onto the DIN rail, ideally at the bottom left in the Niko Home Control part of the electrical cabinet.
2 Now mount the other modules onto the rail, from left to right. Do not place any dimming modules immediately next to,
above or below the controller.When there is no room left on the rail or the maximum number of 12 devices per rail has
been reached, you simply continue on the rail above. Each following rail must start at the left with a rail coupler or an
extra power supply if required (see Additional power supply on page 17).
3 Connect the connected controller with the module, placed next to it by sliding the sliding contact of the controller to
the right until it clicks.This will ensure that the bus and the power supply voltage are connected.
4 Connect the network cable to the WAN gateway of the connected controller and connect it with the internet modem or
router of the resident. Use a shielded network cable, preferably a STP network cable, and keep it separate from 230V
cables to avoid crosstalk. Run the network cable alongside the SELV cables,for instance.The resident must ensure
that the network is secure.
5 Connect the Niko Home Control IP devices of the installation such as the touchscreens and/or external video units to
the other three ports. If you have to connect more than three IP devices, you can use an Ethernet switch (no router!).
6 Connect the L phase wire and the N neutral wire to the L and N screw terminals respectively and switch on the mains
supply.
Remember to give the resident the information listed on the sticker or to place the sticker in a clearly visible
location on the connected controller or inside the electrical cabinet. The sticker includes the MAC address and
serial number (SN) of the connected controller. The resident needs this information to register via
https://mynikohomecontrol.niko.eu.
Power supply dimensioning
Depending on the size and the structure of the installation, up to two extra power supplies are installed next to the built-in
power supply in the connected controller. As a rule of thumb to determine if you need additional power, you can use the
following quick check: The power supply built into the controller can be up to 24 cabinet modules and 70controls (of
which 20 with indication LED). For larger installations, consult the point calculation, see Additional power supply on page
17. Each control and module consumes a specific amount of energy. This consumption is expressed in points. An
additional power supply is necessary as of 800 points.
Check the status of the installation
Using the indication LEDs on the controller
If the Niko Home Control installation functions normally, only the SERVER LED is illuminated on the connected controller.
The remaining LEDs are not lit, to help save energy.
If an error occurs, simply switch the installation to TEST mode to check the status of the modules. First press the TEST
button on the controller to switch the installation to TEST mode. The STATUS LEDS indicate the status of each module and
each output. The TEST mode remains active for two minutes.
Connected controller 19

On the controller are three LEDS providing more information on the controller and the installation:
LED Status Information Possible causes and actions
STATUS LED The green
LED lights up
continuously
The installation functions normally. /
The green LED
flashes
The installation is initializing or is currently
being updated.
After approximately one minute, the
status ends automatically. Under no
circumstances should the installation be
switched off.
The orange
LED lights up
continuously
A problem has been detected. Consult the diagnostics page in the
programming software for more
information (see Using the diagnostics
page on page 21).
The red LED
lights up
continuously
A serious problem has been detected. Consult the diagnostics page in the
programming software for more
information (see Using the diagnostics
page on page 21).
The LED is
not on
The controller does not receive power
supply voltage or is defective.
Check if the TEST mode is active.
Measure the power supply voltage. If
the problem persists, contact the Niko
customer service.
PROGRAM
LED
The green
LED lights up
continuously
The controller is in manual program mode In an installation programmed with
programming software 2.0, this LED has
no function
SERVER LED The green
LED lights up
continuously
The connection with the Niko server is
working properly and the installation was
registered correctly.
/
The orange
LED lights up
continuously
The connection with the Niko server is
working properly but the installation was
not yet registered.
Use the information of the controller
(MAC address and serial number SN
found on the controller and the included
label) to register the installation on
https://mynikohomecontrol.niko.eu.
The red LED
lights up
continuously
No communication possible with the
Niko server. The internet connection
was interrupted or the Niko server is not
accessible.
Please check the internet connection.
If the internet connection is working
properly, contact the Niko customer
service.
20 Connected controller