Atag HIDD9471LV User manual

Gebruiksaanwijzing
inductiekookplaat met afzuigunit
Instructions for use
induction hob with extractor
HIDD9471LV
HIDD9472LV

NL Handleiding NL 3 - NL 26
EN Manual EN 3 - EN 26
Gebruikte pictogrammen / Pictograms used
Belangrijke informatie / Important information
Tip / Tip

NL 3
INHOUD
Uw inductiekookplaat
Inleiding 4
Beschrijving 5
Bedieningspaneel 6
Veiligheidsinstructies
Temperatuurbeveiliging 7
Kookduurbegrenzer 7
Gezond koken 7
Gebruik
Geluiden bij inductie 8
Pannen 8
Vermogensstanden 9
Pandetectie 10
De aanraaktoetsen gebruiken 10
Meldingen in de display 10
Functietabel 11
Kookstanden 12
Bediening
De kookplaat inschakelen en het vermogen instellen 13
De timer of kookwekker instellen 13
De automatische verhittingsfunctie inschakelen 15
Bridge induction zones koppelen 15
Een kookzone uitschakelen 16
Pauzeren 16
De functie voor automatische opwarming (menufunctie) inschakelen 17
De chef-functie inschakelen 17
De downdraft gebruiken 18
Onderhoud
Downdraft reinigingsstand 20
Reinigen 20
Vetfilter en opvangbak 21
Storingen
Algemeen 23
Tabel voor probleemoplossing 23
Technische specificaties
Informatie over Verordening (EU) 66/2014 25
Milieuaspecten
Afvoeren toestel en verpakking 26

NL 4
Inleiding
Deze kookplaat is ontworpen voor de echte kookliefhebber. Koken op een inductiekookplaat heeft
een aantal voordelen. Het is makkelijk, omdat de kookplaat snel reageert en ook op een zeer laag
vermogen is in te stellen. Bovendien kunt u dankzij het hoge vermogen gerechten zeer snel aan de
kook brengen. Door de ruime afstanden tussen de kookzones kunt u comfortabel koken.
Koken op een inductiekookplaat is anders dan koken op een traditioneel toestel. Bij inductiekoken
wordt gebruikgemaakt van een magnetisch veld om warmte op te wekken. Hierdoor kunt u niet
zomaar een willekeurige pan gebruiken. In het hoofdstuk 'Pannen' vindt u hierover meer informatie.
Voor optimale veiligheid is de inductiekookplaat uitgerust met meerdere temperatuurbeveiligingen
en een restwarmte-indicator waardoor u kunt zien welke kookzones nog heet zijn.
In deze handleiding staat beschreven hoe u de inductiekookplaat optimaal kunt benutten. Naast
informatie over de bediening vindt u hier ook achtergrondinformatie die van pas kan komen bij
het gebruik van het product. Hierin staan ook kooktabellen en onderhoudstips.
Lees de handleiding door voordat u het toestel in gebruik neemt en bewaar deze op een
veilige plaats voor toekomstig gebruik.
Daarnaast dient de handleiding als referentie voor de servicedienst. Plak daarom het
gegevensplaatje in het daarvoor bestemde kader, achter in de handleiding.
Het gegevensplaatje bevat alle informatie die de servicedienst nodig heeft om adequaat
op uw vragen te reageren.
Veel kookplezier!
UW INDUCTIEKOOKPLAAT

NL 5
Beschrijving
32 5 7 114 8 9 10 126
1
1. Downdraft
2. Bridge zone, links 180 x 220 mm, 3,7 kW (zone kan worden gekoppeld aan de zone midden
links)
3. Slide control voor zone links
4. Slide control voor de zone midden links
5. Bridge zone, middenlinks 180 x 220 mm, 3,7 kW (zone kan worden gekoppeld aan de zone
links)
6. Bediening voor downdraft
7. Bridge zone, middenrechts 180 x 220 mm, 3,7 kW (zone kan worden gekoppeld aan
de zone rechts)
8. Slide control voor zone middenrechts
9. Slide control voor zone rechts
10. Kookplaatbediening (aan/uit, pauze, chef-functie)
11. Timerbediening
12. Bridge zone, rechts 180 x 220 mm, 3,7 kW (zone kan worden gekoppeld aan de zone
middenrechts)
UW INDUCTIEKOOKPLAAT

NL 6
UW INDUCTIEKOOKPLAAT
Bedieningspaneel
1 2 3 4 65 7 8 9
1. Downdraft ‘-’ toets
2. Downdraft ‘+’ toets
3. Menutoets
4. Slider vermogen
5. ‘-’ toets timer
6. Pauzetoets
7. Aan-/uittoets
8. Toets chef-functie
9. ‘+’ toets timer
10. Downdraft display
11. Bridge-functie actief
12. Display voor kookzonestand
13. Timerfunctie actief
14. Timerdisplay
10 12 13 1111 14

NL 7
Lees eerst de afzonderlijke veiligheidsinstructies voordat
u het toestel gaat gebruiken.
Temperatuurbeveiliging
Een sensor controleert continu de temperatuur van bepaalde onderdelen van de kookplaat.
Elke kookzone is voorzien van een sensor die continu de temperatuur van de bodem van de
pan controleert om risico op oververhitting te voorkomen wanneer een pan droogkookt. Bij een
te hoge temperatuur wordt het vermogen van de kookplaat automatisch verlaagd of wordt de
kookplaat automatisch uitgeschakeld.
Kookduurbegrenzer
De kookduurbegrenzer is een veiligheidsfunctie van uw kookplaat.
Deze wordt geactiveerd als u vergeet de kookplaat uit te schakelen.
Afhankelijk van de gekozen stand wordt de kookduur als volgt begrensd:
Kookstand Maximale gebruikstijd (uur, minuten) Automatische verhitting (sec)
Lage temp. (2-3) 8 uur
1 8 uur, 36 min. 40
2 6 uur, 42 min. 72
3 5 uur, 18 min. 120
4 4 uur, 18 min. 176
5 3 uur, 30 min. 256
6 2 uur, 18 min. 432
7 2 uur, 18 min. 120
8 1 uur, 48 min. 192
9 1 uur, 30 min. -
P (boost) 10 m (schakelt terug naar stand 9) -
Gezond koken
Rookpunt van diverse oliesoorten
Om zo gezond mogelijk te bakken, wordt geadviseerd om de oliesoort af te stemmen op de
baktemperatuur. Elke oliesoort heeft een ander rookpunt, waarbij giftige gassen vrijkomen.
In onderstaande tabel staat het rookpunt van diverse oliesoorten.
Olie Rookpunt °C Olie Rookpunt °C
Extra vierge olijfolie 160 °C Zonnebloemolie 227 °C
Boter/kokosolie 177 °C Maisolie/Arachideolie 232 °C
Koolzaadolie 204 °C Olijfolie 242 °C
Vierge olijfolie 216 °C Rijstolie 255 °C
VEILIGHEID

NL 8
GEBRUIK
Geluiden bij inductie
Tikkend geluid
• Dit wordt veroorzaakt door de vermogensverdeling op de linker- en rechterzone. Ook bij
lagere instellingen kunt u een tikkend geluid horen.
Pannen maken geluid
• Pannen maken geluid tijdens het koken. Dit wordt veroorzaakt door de energie die van de
kookplaat naar de pan stroomt. Bij een hoge kookstand is dit normaal bij bepaalde pannen.
Dit is niet schadelijk voor de pannen of de kookplaat.
De ventilator maakt geluid
• Het toestel is voorzien van een ventilator om de levensduur van de elektronica te verlengen.
Als u het toestel intensief gebruikt, wordt de ventilator ingeschakeld om het toestel te koelen
en hoort u een zoemend geluid. De ventilator draait nog enkele minuten door nadat de
kookplaat is uitgeschakeld.
Pannen
Plaats een pan altijd in het midden van een kookzone. Gebruik bij de bridge-functie altijd een
(vis)pan die minimaal één van de middenposities van de gekoppelde zones bedekt.
Pannen voor inductiekoken
Voor inductiekoken zijn pannen van een bepaalde kwaliteit vereist.
Pannen waarmee al eerder op een gaskookplaat is gekookt, zijn niet meer
geschikt voor een inductiekookplaat.
• Gebruik alleen pannen die geschikt zijn voor elektrisch koken en inductiekoken met:
▷een dikke bodem (minimaal 2,25 mm);
▷een vlakke bodem.
• Het meest geschikt zijn pannen die zijn voorzien van het keurmerk 'Class Induction'.
U kunt zelf met een magneet controleren of uw pannen geschikt zijn. De pan is geschikt
als de magneet door de bodem wordt aangetrokken.
Geschikt Ongeschikt
Speciale roestvrijstalen pannen Aardewerk
Class Induction Roestvrijstaal
Slijtvaste geëmailleerde pannen Porselein
Geëmailleerde gietijzeren pannen Koper/aluminium
Plastic

NL 9
GEBRUIK
Wees voorzichtig met geëmailleerde pannen van plaatstaal. Als u de kookplaat
op een hoge stand inschakelt terwijl de pan (te) droog is, kan het email er af springen
(het email laat los van het staal). Ook kan de panbodem kromtrekken door bijvoorbeeld
oververhitting of gebruik van een te hoog vermogen.
• Gebruik nooit een pan met een vervormde bodem. Een holle of bolle bodem kan de werking
van de beveiliging tegen oververhitting belemmeren. Het toestel wordt dan te warm.
Hierdoor kan de glasplaat barsten en de panbodem smelten. Schade die het gevolg is van
het gebruik van ongeschikte pannen of van droogkoken, valt buiten de garantie.
Minimale pandiameter
• De minimale diameter van de panbodem bedraagt 12 cm. U bereikt het beste resultaat met
een pan van dezelfde diameter als de kookzone. Bij een te kleine pan wordt de kookzone
niet ingeschakeld.
• Op de bridge zones moet de minimale lengte van een (ovale) vispan 22 cm zijn.
Snelkookpannen
• Inductiekoken is bij uitstek geschikt voor het gebruik van snelkookpannen. De kookzone
reageert zeer snel, waardoor de snelkookpan ook snel op druk is. Het kookproces stopt
zodra u een kookzone uitschakelt.
Het vermogen instellen
De kookzones hebben 9 standen. Daarnaast is er nog een boost-stand (P). Nadat u de kookplaat
hebt ingeschakeld, kunt u binnen 5 seconden de gewenste kookzone kiezen. Stel het vermogen in
door de slider aan te raken. Bij de eerste aanraking wordt het niveau ingesteld op het deel van de
slider dat u aanraakt. Wanneer u langs de slider schuift, verandert de instelling van het vermogen.
Wanneer u naar rechts schuift, wordt het niveau verhoogd. Wanneer u naar links schuift, wordt het
niveau verlaagd. Als u uw vinger van de slider haalt, begint het kookveld op het ingestelde niveau.
Boost-functie
• Met de boost-functie kunt u gedurende korte tijd (maximaal 10 minuten) op het hoogste
vermogen koken. Na het verstrijken van de maximale boost-tijd wordt het vermogen
verlaagd naar stand 9.
• Wanneer de bridge-functie is geactiveerd, is de boost-functie niet beschikbaar.
Boost instellen
• Vanwege het beperkte vermogen van de inductiekookplaat kunt u de boost-functie alleen op
één kookzone tegelijkertijd instellen (voor zowel linker- als rechterkookzone). Wanneer u op
een kookzone de boost-functie activeert, wordt de andere kookzone waar deze functie is
geactiveerd automatisch ingesteld op een lager vermogen.
▷De kookzone waarvan het vermogen wordt verlaagd, knippert in de display.

NL 10
Pandetectie
Als de kookplaat na het instellen van het vermogen geen (ijzerhoudende) pan detecteert, knipperen
het symbool voor pandetectie en de geselecteerde vermogensstand om de beurt in de display en
verwarmt de kookplaat niet. Indien u niet binnen 1 minuut een (ijzerhoudende) pan op de kookzone
plaatst, wordt de kookzone automatisch uitgeschakeld (zie ook het hoofdstuk 'Pannen').
De aanraaktoetsen gebruiken
Plaats uw vingertop plat op een toets of op de slider. U hoeft geen druk uit te voeren.
De aanraaktoetsen reageren alleen op lichte druk van een vingertop. Bedien de regelaars niet
met andere objecten. Na activering van een toets of de slider klinkt er een geluidssignaal.
Meldingen in de display
Op display Status
Vermogen van kookzone: 1 = lage stand, 9 = hoge stand
Boost-functie actief.
Geen (geschikte) pan op de kookzone (symbool voor pandetectie).
Automatische verhitting geselecteerd.
De menufunctie (automatisch verwarmen) is actief (het symbool voor de lage,
middelste of hoge stand is zichtbaar)
Foutcode: zie de tabel voor probleemoplossing.
Restwarmte-indicator: de kookplaat heeft voor elke kookzone een restwarmte-
indicator waarmee wordt aangegeven welke kookzone nog warm is.
Ondanks dat de kookplaat is uitgeschakeld, blijft de indicator H zichtbaar
zolang de kookzone warm is.
Raak de kookzones niet aan wanneer deze indicator brandt. Gevaar! Risico op
brandwonden.
Indicator voor het reinigen van het vetfilter
Indicator voor het vervangen van het koolstoffilter
GEBRUIK
<->

NL 11
GEBRUIK
Functietabel
Functie Te gebruiken
toetsen
Beschrijving
Bridge U kunt de kookzones aan elkaar koppelen. Hierdoor ontstaat
één grote zone die u bijvoorbeeld kunt gebruiken voor een
grote vispan of een grote kookpan.
▷Als de zones zijn gekoppeld, kunt u deze niet op de
boost-stand zetten.
▷Gebruik een (vis)pan waarmee minimaal één van de
middenposities van de bridge-zones wordt bedekt.
Chef Met de chef-functie worden alle zones ingeschakeld.
Hiermee kunt u de vier kookzones activeren met vooraf
ingestelde vermogens.
• Verhitten (warm houden)
• Lage temperatuur (delicate gerechten)
• Middelhoge temperatuur (langzaam koken)
• Hoge temperatuur (aan de kook brengen of snel koken)
De chef-functie is handig voor professioneel koken. Hiermee
kunt u koken zonder dat u de vermogen-sliders hoeft te
gebruiken. In plaats daarvan verplaatst u de pannen naar
een andere zone.
Menu Met de menufunctie houdt u bereid voedsel warm.
U kunt deze functie ook gebruiken voor smelten of sudderen.
Er zijn drie instellingen die u kunt selecteren:
▷lage stand voor het smelten van chocolade enz.;
▷middelste stand om voedsel warm te houden;
▷hoge stand voor sudderen.
Auto-
matisch
verhitten
Met de functie voor automatische verhitting wordt het
vermogen tijdelijk verhoogd (stand 9) om de inhoud van
de pan te verwarmen.
Deze functie is beschikbaar in de standen 1-8.
Timer Voor elke kookzone kunt u de timer instellen. U kunt kookduur
tot 1 uur en 59 minuten programmeren. De timer stopt zodra
u de pan verwijdert en de timer wordt hervat wanneer u de pan
weer terugzet. Het timeralarm klinkt wanneer de ingestelde
tijd is verstreken. Wanneer de ingestelde tijd is verstreken,
schakelt de kookzone automatisch uit. Wanneer er geen
kookzone geselecteerd is, werkt de timer als kookwekker
(geen automatische uitschakeling).
Downdraft
U kunt de downdraft instellen op drie ventilatorsnelheden
en een boost-stand (P). Met de vertragingstimer kunt u de
ventilator tien minuten ingeschakeld laten. Na tien minuten
zal de downdraft automatisch uitschakelen.
Beide linker of
rechter sliders
gelijktijdig drukken
Slider ingedrukt
houden

NL 12
Kookstanden
Aangezien de standen afhankelijk zijn van de hoeveelheid en samenstelling van
het gerecht in de pan, geldt de onderstaande tabel alleen als richtlijn.
Gebruik de boost-stand voor:
• snel aan de kook brengen van voedsel of vloeistof;
• slinken van groene groenten;
• verhitten van olie en vet;
• wokken.
Gebruik stand 9 voor:
• aanbraden van vlees;
• bereiden van vis;
• bakken van omeletten;
• bakken van gekookte aardappelen;
• frituren van voedsel.
Gebruik stand 7 en 8 voor:
• bakken van dikke pannenkoeken;
• bakken van dikke lappen gepaneerd vlees;
• bakken van bacon (vet);
• koken van rauwe aardappelen;
• bakken van wentelteefjes;
• bakken van gepaneerde vis;
• doorkoken pasta;
• bakken van dunne (gepaneerde) lappen vlees.
Gebruik stand 4-6 voor:
• doorkoken van grote hoeveelheden;
• ontdooien van harde groenten;
• bakken van dikke lappen gepaneerd vlees.
Gebruik stand 1-3 voor:
• trekken van bouillon;
• stoven van vlees;
• zacht koken van groenten;
• smelten van chocolade;
• pocheren;
• smelten van kaas.
GEBRUIK

NL 13
De kookplaat inschakelen en het vermogen instellen
1. Druk op de aan-/uittoets. Er klinkt een kort geluidssignaal.
2. Druk binnen 5 seconden op een slider om een vermogensstand te selecteren.
Er klinkt een kort geluidssignaal.
Boost
<------------------------------->
De timer (kookwekker) instellen
1. Schakel de kookplaat in en selecteer een vermogensstand.
2. Druk gelijktijdig op de ‘+’ en ‘-’ toetsen om de timer in te schakelen.
▷Op het display van de timer wordt “0.00” weergegeven en het timersymbool rechts van
het display gaat branden. Dit is het symbool voor de eerste actieve kookzone vanaf links.
3. Druk gelijktijdig op de ‘+’ en ‘-’ toetsen zo vaak als nodig is om de kookzone te selecteren
waarvoor u de timer wilt instellen.
▷Het timersymbool gaat alleen branden voor de actieve kookzones.
4. Stel binnen 5 seconden een kookduur in met de ‘+’ en ‘-’ toetsen.
BEDIENING

NL 14
5. De timer is ingesteld.
▷Nadat de ingestelde tijd is verstreken, schakelt de kookzone uit.
▷Selecteer geen kookzone wanneer de timer wordt gebruikt als kookwekker.
▷Het timeralarm klinkt wanneer de ingestelde tijd is verstreken.
Druk op de ‘+’ of ‘-’ toets om het alarm te stoppen.
De ingestelde kookduur wijzigen
U kunt de kookduur op elk gewenst moment wijzigen.
1. Druk gelijktijdig op de ‘+’ en ‘-’ toetsen zo vaak als nodig is om de kookzone te selecteren
waarvoor u de timer wilt aanpassen.
▷De zone wordt aangegeven met een oplichtend timersymbool rechts van de display.
2. Druk op de ‘+’ of ‘-’ toets.
▷Als u de tijd niet binnen 5 seconden wijzigt door op de ‘+’ of ‘-’ toets te drukken, blijft
de oorspronkelijke kookduur ongewijzigd.
De resterende kookduur controleren
Op het display van de timer wordt de eerste ingestelde timerstand weergegeven (het timersymbool
rechts van het display van de betreffende kookzone brandt feller dan de andere symbolen).
1. Druk gelijktijdig op de ‘+’ en ‘-’ toetsen zo vaak als nodig is om de kookzone te selecteren
waarvan u de resterende tijd wilt zien.
▷De zone wordt aangegeven met een brandend timersymbool rechts van het display.
▷Op de timer wordt de resterende tijd van de geselecteerde kookzone weergegeven.
De timer uitschakelen
Voer de volgende stappen uit om de timer uit te schakelen voordat de ingestelde tijd is verstreken:
1. Druk gelijktijdig op de ‘+’ en ‘-’ toetsen zo vaak als nodig is om de kookzone te selecteren
waarvoor u de timer wilt uitschakelen.
2. Druk op de toets - om de waarde in te stellen op 0.
▷Het verlichte punt aan de linkerzijde van het display wordt uitgeschakeld en het
timersymbool rechts van het display wordt opnieuw geactiveerd.
BEDIENING

NL 15
De automatische verhittingsfunctie inschakelen
1. Schakel de kookplaat in en zet een pan op de kookzone.
2. Houd een slider ingedrukt om een vermogensstand met automatische verhitting te selecteren.
▷Zie het hoofdstuk 'Kookduurbegrenzer'.
Ingedrukt houden
Knipperend A -> 4
Bridge induction zones koppelen
1. Schakel de kookplaat in.
2. Druk gelijktijdig op beide sliders voor de linkerzone (of rechterzone) om de bridge-zone in
te schakelen.
3. Druk op de slider aan de linkerzijde (of midden rechts) om een vermogensstand in te stellen
(voor beide gekoppelde zones).
max. stand 9
De bridge-functie deactiveren
1. Druk gelijktijdig op beide sliders voor de linkerzone (of rechterzone) om de bridge-zone uit
te schakelen.
BEDIENING

NL 16
Een kookzone uitschakelen
1. Druk aan het begin van de slider of gebruik de aan-/uittoets om de kookplaat uit te schakelen.
Tweemaal drukken
of:
Pauzeren
1. Druk op de pauzetoets.
2. De pauzestand uitschakelen: Druk op de pauzetoets. De slider uiterst rechts gaat branden.
3. Schuif binnen 5 seconden vanaf links naar rechts over de rechterslider.
Het lampje boven de pauzetoets gaat uit en de toestand van vóór activering van de
pauzemodus wordt hersteld.
--------------------->
BEDIENING

NL 17
De functie voor automatische opwarming (menufunctie) inschakelen
1. Schakel een kookzone in.
2. Druk meerdere malen op de menutoets om de gewenste stand te selecteren (laag,
midden, hoog).
.
hoog
middelhoog
laag
1, 2 of 3 keer drukken
De chef-functie inschakelen
1. Schakel de kookplaat in.
2. Druk op de toets voor de chef-functie om koken met de chef-functie te selecteren.
▷In de chef-modus is alleen de kookwekker beschikbaar.
Zandkorrels kunnen krassen veroorzaken die niet meer te verwijderen zijn.
Zet daarom alleen pannen met een schone bodem op het kookvlak en til
pannen altijd op als u ze verplaatst.
BEDIENING

NL 18
De downdraft gebruiken
1. Druk op de ‘+’ toets van de downdraft om deze in te schakelen.
2. Druk op de ‘+’ toets om de snelheid te verhogen (stand 1 > 2 > 3 > P Boost).
3. Druk op de ‘-’ toets om de snelheid te verlagen (stand P > 3 > 2 > 1).
4. Houd de ‘-’ toets ingedrukt om de downdraft uit te schakelen.
Vertragingstijd instellen
1. Houd de ‘+’ toets ingedrukt om de functie ‘vertragingstijd’ te activeren.
Na 10 minuten vertraging zal de downdraft automatisch uitschakelen.
Knipperende punt
Ingedrukt houden
Let op: de downdraft gaat niet automatisch omlaag in de kookplaat nadat de
vertragingstijd is verstreken. Druk op de ‘-’ toets om de downdraft te laten zakken.
BEDIENING

NL 19
BEDIENING
Filter indicatie instellen
De filter indicatie voor het reinigen (vetfilter) of vervangen (koolstoffilter) kan in het downdraft
menu worden ingesteld. Standaard is de indicatie voor het reinigen van het vetfilter actief.
Instellen van de filter indicatie voor gebruik als recirculatiekap (koolstoffilter)
1. Druk gelijktijdig 5 seconden de ‘+’- en ‘-’ toets binnen 10 minuten na het aansluiten van
het toestel op de netvoeding.
▷‘C’ verschijnt in het downdraft display.

NL 20
Downdraft reinigingsstand
Voor het reinigen van de downdraft onderdelen kan deze in uitgeschoven stand worden gezet
zonder dat de ventilator wordt ingeschakeld.
• Druk vanuit de uitstand 3 seconden op de ‘+’ toets.
▷De downdraft schuift omhoog.
> 3 seconden
Reinigen
Dagelijkse reiniging
• Hoewel overgekookt voedsel niet kan inbranden in het glas, verdient het aanbeveling de
kookplaat direct na gebruik schoon te maken.
• Voor de dagelijkse reiniging kunt u het best een vochtige doek met een mild
reinigingsmiddel gebruiken.
• Droog de glasplaat vervolgens met keukenpapier of met een droge doek.
Hardnekkige vlekken
• Ook hardnekkige vlekken zijn te verwijderen met een mild reinigingsmiddel, bijvoorbeeld
afwasmiddel.
• Verwijder watervlekken en kalkaanslag met azijn.
• Metaalsporen (ontstaan door schuiven van pannen) zijn vaak lastig te verwijderen.
Hiervoor zijn speciale producten verkrijgbaar.
• Verwijder voedselresten met een glasschraper. Ook gesmolten kunststof en suiker kunt
u het best verwijderen met een glasschraper.
Gebruik nooit schuurmiddelen. Deze veroorzaken krassen waarin zich kalk
en vuil kunnen ophopen. Gebruik nooit scherpe voorwerpen, zoals staalwol of
schuursponsjes.
ONDERHOUD
This manual suits for next models
1
Table of contents
Languages:
Other Atag Hob manuals

Atag
Atag HI64 CB Series User manual

Atag
Atag HI8471SVC User manual

Atag
Atag HI6271E User manual

Atag
Atag HG1 User manual

Atag
Atag KG6111P User manual

Atag
Atag HG6411BBA User manual

Atag
Atag HI3271W User manual

Atag
Atag HG6011M Technical manual

Atag
Atag HI170G User manual

Atag
Atag HG75 A Series Technical manual
Popular Hob manuals by other brands

Belling
Belling IH60 UK Users guide & installation handbook

Caple
Caple C891C Installation and maintenance instructions

Grundig
Grundig GIEI 638980 INH user manual

Baumatic
Baumatic BHC770SS instruction manual

Gorenje
Gorenje HET949BSC installation manual

Thermador
Thermador Professional PCG30 installation manual