Atag OX611T User manual

postbus 8 •7070 AA Ulft •Nederland
gba 2630688
gebruiksaanwijzing
elektro oven
mode d'emploi
four electro
Bedienungsanleitung
Elektro Backofen
instructions for use
electric oven
OX611T

uw oven
beschrijving
bedieningspaneel
De bediening van deze oven is eenvoudig. Met deze
handleiding willen we vooral inzicht geven in alle
mogelijkheden van dit toestel.
In het hoofdstuk bediening zijn de verschillende functies
overzichtelijk gerangschikt. Ook vindt u er bak- en
braadaanwijzingen waarmee u uw voordeel kunt doen.
Voor de installatie is een separaat installatievoorschrift
bijgevoegd. Hierin vindt u tevens de veiligheidsvoorschriften
met betrekking tot de installatie en aansluiting.
Bewaar deze handleiding zorgvuldig zodat een eventuele
volgende gebruiker er ook zijn voordeel mee kan doen.
Veel kookplezier!
uw oven
voorwoord
bedieningspaneel oven ovenlamp
ventilator
grillelement
onderelement
(niet zichtbaar)
keuzetoetsen
ovenfuncties temperatuurinstelling tijdinstelling
kinderslot
stop/pauzetoets
starttoets
snel voorverwarmen
contact
culisensor
draaispitmotor
ovenfuncties (Zie voor meer informatie pagina 12)
turbo; hetelucht
infra; boven- en onderwarmte
onderwarmte
infra met ventilator
spaargrill
maxi-grill

NL 3
uw oven
inleiding
U heeft gekozen voor een oven van Atag.
Optimaal gebruikscomfort en een eenvoudige bediening
stonden voorop bij de ontwikkeling van dit product.
Door tweemaal op start te drukken kiest de oven de turbo-
functie. Een ovenfunctie met een ruim toepassingsgebied.
Uw favoriete recepten zullen op deze stand zeker een
uitstekend resultaat geven. U hoeft alleen de temperatuur
nog bij te stellen.
De uitgebreide instelmogelijkheden maken het mogelijk exact
dìe bereidingswijze te kiezen die u voor ogen staat. De
ovenfuncties zijn in een logische volgorde op het
bedieningspaneel ondergebracht.
uw oven
inhoud
veiligheid
waar u op moet letten 4 – 5
ingebruikname
voor u gaat bakken 6
bediening
inschakelen 7
extra functies 8 - 11
kookaanwijzingen
ovenfuncties 12
toebehoren 13
bak- en braadtips 14 - 15
braden 16
grillen 17 - 18
tabellen 19 - 21
onderhoud
reinigen 22
storingen
wat moet ik doen als... 23 - 24
werking
DCF tijdklok 25
milieu aspecten
verpakking en toestel afvoeren 26
garantie
bepalingen 27 - 28

NL 4 NL 5
veiligheid
waar u op moet letten
tijdens het gebruik
Zorg ervoor dat gerechten altijd voldoende verhit worden. De
tijd die daarvoor nodig is, hangt van vele factoren af, zoals de
hoeveelheid en het soort gerecht. De eventueel in het
voedsel aanwezige bacteriën worden alleen gedood als het
voedsel minimaal 10 minuten bij een temperatuur hoger dan
70 °C verhit wordt. Laat het voedsel wat langer garen als u
niet zeker weet of het voedsel genoeg verhit is.
Verwarm nooit gesloten conservenblikken. Er ontstaat een
overdruk in het blik, waardoor het kan exploderen.
De ovenruit kan door langdurig gebruik van de oven op de
maximale temperatuur (bijv. bij het grillen) warm worden. Let
op als er kinderen in de buurt zijn.
Gebruik de oven niet voor het opbergen van brandgevaarlijke
of licht vervormbare materialen.
Bij het bereiden van gerechten die alcohol bevatten kan de
alcohol door de hoge temperaturen verdampen. De damp kan
vlam vatten als hij in aanraking komt met een heet
ovenelement.
Bedek de ovenbodem nooit met aluminiumfolie en plaats ook
geen bakplaten of -vormen op de ovenbodem. Deze houden
namelijk de hitte tegen, waardoor emailschade kan ontstaan
en het bakresultaat ongunstig beïnvloed wordt.
Giet nooit water in de hete oven. Hierdoor kan emailschade
ontstaan.
Bereid diepvriesproducten zoals pizza’s bij voorkeur op het
rooster, bedekt met bakpapier. Bij gebruik van de bakplaat
kan deze vervormen door het grote temperatuurverschil.
algemeen Deze oven is uiterst veilig. Toch is er, net als bij elk product,
een aantal zaken waar u op moet letten.
Dit toestel mag alleen door een erkend installateur worden
aangesloten.
Reparaties mogen alleen door een bevoegd servicemonteur
worden uitgevoerd.
Open nooit de behuizing van het toestel en verander de
mechanische en/of elektrische opbouw van het toestel niet.
Dit kan leiden tot gevaarlijke situaties (aanraken van
spanningvoerende onderdelen) en storingen.
Gebruik het toestel niet als het beschadigd is.
Bij reparatie of schoonmaakbeurten moet het toestel
spanningsloos gemaakt worden. Neem de stekker uit de
contactdoos of draai de schakelaar in de meterkast op nul.
In verband met de elektrische veiligheid mag het toestel niet
met hogedrukreinigers of stoomreinigers schoongemaakt
worden.
Wees voorzichtig met snoeren van elektrische apparaten,
zoals van een mixer. Deze kunnen bekneld raken tussen de
deur van de hete oven.
Deze oven is ontworpen voor huishoudelijk gebruik. Gebruik
hem alleen voor het bereiden van gerechten.
veiligheid
waar u op moet letten
Voor veiligheidsaan-
wijzingen rondom de
installatie verwijzen
wij naar de voor-
schriften in het
bijbehorende
installatievoorschrift.
De oven is optimaal
geïsoleerd.
Desondanks vindt er
altijd enige warmte-
overdracht plaats,
waarbij de buitenzijde
van het toestel
opwarmt.
Deze opwarming valt
ruimschoots binnen
de normen.
De oven heeft een
ventilator die de
ovenmantel koelt.
Nadat de oven is
uitgeschakeld, kan
deze ventilator nog
enige tijd nadraaien.

NL 7
bediening
inschakelen
inschakelen 1 Kies een ovenfunctie door het gewenste symbool aan te
raken.
Het lampje boven de gekozen functie brandt.
In het display verschijnt de standaard oventemperatuur.
De bereidingstijd knippert.
2 Stel met de + en –toets de gewenste temperatuur in.
De temperatuur is regelbaar in stappen van 5 °C.
3 Stel met de + en –toets de bereidingstijd in.
De bereidingstijd wordt in minuten ingesteld en is
instelbaar tot 3.59 uur.
4 Tip op de starttoets.
Als u dat wenst, kunt u de oventemperatuur nog
aanpassen.
Als u vergeet de starttoets aan te tippen, worden de
ingestelde waarden na één minuut gewist. De oven gaat niet
aan.
tijdens het bakproces
Wanneer u geen bereidingstijd ingeeft en wel op de
starttoets tipt, zal de oven toch starten. In het display ziet u
de tijd oplopen.
De oven schakelt na vier uur aaneengesloten te hebben
gebakken automatisch uit. Als er tussendoor op de stoptoets
is getipt, begint de klok weer opnieuw te tellen.
De punt achter de temperatuuraanduiding dooft zodra de
oven op temperatuur is. Wanneer de verwarmingselementen
weer inschakelen, licht de punt weer op.
ingebruikname
voor u gaat bakken
oven en toebehoren reinigen
Neem het toebehoren uit de oven en reinig het toebehoren
en de binnenzijde van de oven met een mild
reinigingsmiddel.
Schakel de oven één uur lang in op 250 °C (zie pagina 7).
Tijdens de fabricage gebruikte beschermingsvetten worden
dan verwijderd.
opmerking
Als de oven voor de eerste maal sterk verhit wordt, zult u
een “nieuwigheidsluchtje” ruiken. Dit is normaal. Schakel
eventueel de wasemkap in of open een raam.
Na het afkoelen de oven met warm water reinigen.
dagtijd instellenDe klok stelt zichzelf in. Een ingebouwde ontvanger zorgt
ervoor dat het display altijd de juiste tijd aangeeft.
Als u de oven heeft aangesloten kan het even duren voordat
er ontvangst is. Zolang er geen of een gestoorde ontvangst is
verschijnen er vier liggende streepjes in het display.
U kunt de klok ook handmatig instellen.
handmatig instellen dagtijd
1 Controleer of de oven is uitgeschakeld.
2 Leg uw vinger op de tijdkeuzetoets tot het display gaat
knipperen.
3 Stel met de + en –toets de juiste tijd in.
Enkele seconden nadat u de toets hebt losgelaten is de
tijd vast ingesteld. De ingebouwde ontvanger zal daarna
de tijd automatisch bij blijven stellen (zomer- en
wintertijd).
NL 6
functie kiezen
temperatuur instellen
tijd instellen
tijdklok
start
De klok geeft de
Centraal Europese
Tijd aan.
Zie ook de werking
van de klok op
pagina 25.
thermostaatcontrole
baktijd telt op

NL 8 NL 9
bediening
extra functies
2 Stel met de + en –toets de gewenste temperatuur in.
De temperatuur is regelbaar in stappen van 5 °C.
3 Stel met de + en –toets de bereidingstijd in.
4 Tip op de tijdkeuzetoets .
Naast de bereidingstijd verschijnt de vroegst mogelijke
eindtijd.
5 Stel met de + en –toets de gewenste eindtijd in.
6 Tip op de starttoets.
De ovenverlichting dooft.
In het display verschijnen de dagtijd en de eindtijd. De
oven rekent zelf uit hoe laat hij in moet schakelen.
De oven geeft een signaal en schakelt uit zodra de
ingestelde eindtijd bereikt is. Door het openen van de
deur stopt u het signaal. U kunt het ook stoppen met de
stoptoets of de timertoetsen.
Voor het aanpassen van de instellingen, zoals de
oventemperatuur en de eindtijd, eerst de stoptoets
aantippen. De huidige instellingen worden zichtbaar.
Met de tijdkeuzetoets kunt u het te wijzigen display
kiezen. Het display dat knippert kunt u aanpassen.
Let op: zorg ervoor dat zowel de bereidingstijd als de eindtijd
zichtbaar is voordat u op de starttoets tipt. Wanneer de
eindtijd niet zichtbaar is wordt deze gewist.
bediening
extra functies
snel voorverwarmen
Bij de turbo-functie, de infra-functie en de functie infra met
ventilator kunt u kiezen voor snel voorverwarmen. De oven is
dan extra snel op temperatuur. Zodra de oven op temperatuur is
hoort u een signaal en schakelt het snel voorverwarmen
automatisch uit.
De oven gaat verder op de ingestelde functie.
Als u na het voorverwarmen of tijdens het bakproces, waarbij
u in eerste instantie geen bereidingstijd had ingesteld, alsnog
een bereidingstijd in wilt stellen moet u eerst op de
tijdkeuzetoets
tippen. Stel de bereidingstijd in zoals
beschreven op pagina 7.
uitschakelen Tip één maal op stop om het proces te onderbreken.
De ingestelde gegevens blijven bewaard, waardoor u deze
eventueel kunt wijzigen.
Tip twee maal op stop en u wist de ingestelde gegevens.
uitstellen starttijd/instellen eindtijd
U kunt het tijdstip uitstellen waarop de oven inschakelt.
Zet een gerecht in de oven. Stel de bereidingstijd in, en het
tijdstip waarop het gerecht klaar moet zijn.
De oven berekent zelf de starttijd, en schakelt na het
verstrijken van de bereidingstijd automatisch uit.
1 Kies een ovenfunctie door het gewenste symbool aan te
raken.
Het lampje boven de gekozen functie brandt.
In het display verschijnt de standaard oventemperatuur.
De bereidingstijd knippert.
stop
snel voorverwarmen
Tip op de tijdkeuze-
toets en stel de
eindtijd in.
bereidingstijd
eindtijd
functie kiezen
temperatuur instellen
tijd instellen

NL 10 NL 11
culisensor
Bij het braden van groot vlees is de
culisensor een handig hulpmiddel. U bent
er dan altijd zeker van dat het vlees de
door u gewenste gaarheid heeft bereikt.
1 Kies een ovenfunctie.
2 Stel met de + en –toets de gewenste oventemperatuur
in.
Bij braden is voorverwarmen aan te bevelen.
3 Steek de punt van de naald in het midden van het vlees.
De punt mag geen bot raken.
4 Schuif het vlees in de oven.
5 Steek de stekker van de sensor in het contact in de linker
zijwand van de oven.
55 verschijnt als standaard kerntemperatuur.
Wanneer CU in het display verschijnt is een niet
geschikte ovenfunctie ingesteld.
6 Stel met de + en –toets de gewenste kerntemperatuur in
(zie bak- en braadtips op pagina 19).
De kerntemperatuur is regelbaar in stappen van 1 °C.
7 Tip de starttoets aan.
In het display verschijnen de gemeten kerntemperatuur
en de verstreken tijd.
De oven geeft een signaal en schakelt uit zodra de
ingestelde kerntemperatuur bereikt is. Door het openen
van de deur stopt u het signaal. U kunt het ook stoppen
met de stoptoets of de timertoetsen.
Met de temperatuur-keuzetoets °C kunt u het te wijzigen
display kiezen. Het display dat knippert kunt u aanpassen.
kinderslot Het toestel is voorzien van een kinderslot. Als het kinderslot
is ingeschakeld kunnen de toetsen niet bediend worden; de
deur van de oven kan wel geopend worden. U kunt het
kinderslot alleen inschakelen als de oven niet in gebruik is.
op slot
Leg uw vinger 5 seconden op de stoptoets totdat het
sleutelsymbool gaat branden.
U hoort twee keer een pieptoon. Het sleutelsymbool licht op.
van het slot
Leg uw vinger 5 seconden op de starttoets totdat het
sleutelsymbool dooft.
Het sleutelsymbool verdwijnt.
aanpassen standaard oventemperatuur
Na het selecteren van een ovenfunctie kiest de oven zelf een
standaard oventemperatuur. U kunt deze aanpassen.
1 Kies een ovenfunctie.
De standaard oventemperatuur verschijnt.
2 Stel met de + en –toets de gewenste
standaardtemperatuur in.
3 Tip nogmaals op de toets van de gekozen functie en houd
uw vinger op de toets tot u een signaal hoort.
kinderslot
U kunt de culisensor
gebruiken bij de
functies Turbo, Infra
en Infra met
ventilator.
standaard
kerntemperatuur
bediening
extra functies
bediening
extra functies
functie kiezen
standaard temperatuur
aanpassen

NL 12 NL 13
kookaanwijzingen
ovenfuncties
turbo; hete lucht
U kunt op verschillende niveaus tegelijk bakken. Door de
intensieve warmteoverdracht kunt u een ca. 20 °C lagere
temperatuur kiezen dan bij conventionele recepten staat
aangegeven.
infra; boven- en onderwarmte
Infra is bedoeld voor het bakken op één niveau. Plaats het
gerecht altijd in het midden van de oven voor de traditionele
manier van bereiden. De gerechten rijzen goed uit en krijgen een
mooie bruine kleur.
onderwarmte
Alleen de onderwarmte is ingeschakeld. Deze stand is geschikt
voor het kortstondig extra doorbakken van taart- en pizzabodems.
U schakelt deze stand in aan het eind van een bakproces.
infra met ventilator
Infra met ventilator is bedoeld voor het bakken op 1 niveau.
Door de intensieve warmteoverdracht kunt u een ca. 20 °C
lagere temperatuur kiezen dan bij conventionele recepten staat
aangegeven.
spaargrill
Gebruik de spaargrill wanneer alleen in het midden van de oven
een gerecht staat of bij gebruik van het draaispit. De thermostaat
regelt ook de grill. Het element zal daarom niet continu, maar van
tijd tot tijd rood oplichten.
maxi-grill
Gebruik de maxi-grill voor grote porties, bijvoorbeeld bij een
volledig bedekt rooster. De thermostaat regelt ook de grill. Het
element zal daarom niet continu, maar van tijd tot tijd rood
oplichten.
kookaanwijzingen
toebehoren
vlak rooster Voor grillen en het bakken met bakvormen.
bakplaat/braadslede
Voor het bakken van deeg zonder vorm en het braden van
vlees. De braadslede kan ook als lekbak gebruikt worden. De
braadslede kan daartoe onder het rooster worden geschoven.
bedruiprooster Met uitsparing in het rooster voor het bedruipen van vlees.
Past op de braadslede en op het draagrooster.
glazen bakplaatVoor het bakken van deeg zonder vorm en het braden van
vlees. Spoel de bakplaat nooit direct na gebruik af met koud
water; de plaat kan dan barsten.
draagrooster Voor de glazen bakplaat en de braadslede. In combinatie met
het bedruiprooster, een tweede vlak rooster.
culisensor Voor het braden van grote stukken vlees. U kunt er dan altijd
zeker van zijn dat het vlees de gewenste gaarheid heeft
bereikt (voor gebruik culisensor, zie pagina 10).
accessoires
grillset
Voor het grillen is als accessoire een draaispit met een mixed
grillset leverbaar.
1 Schuif op niveau 1 een rooster met lekbak.
2 Haak de steun in de zijkant (1).
3 Steek de grillset in de achterwand (2).
4 Leg het spit op de steun (3).
5 Verwijder het handvat en sluit de deur.
12 3

NL 14 NL 15
ovenservies In principe kunt u elk soort hittebestendig servies gebruiken.
Spoel glazen servies niet direct na gebruik af onder koud
water. Door het plotselinge temperatuurverschil kan het glas
barsten.
Gebruik donkere of zwarte bakvormen. Deze geleiden de
warmte beter en laten het gerecht gelijkmatiger garen.
bodem niet afdekken
Het afdekken van de ovenbodem met bijvoorbeeld
aluminiumfolie of een bakplaat kan tot oververhitting en
beschadiging van het email leiden.
tijdinstelling Kies een 5 minuten kortere bereidingstijd dan in het recept
staat aangegeven. Daardoor kunt u in de laatste fase
controleren of het gerecht of gebak gaar en goed van kleur is.
Zo niet, sluit dan de ovendeur en controleer na enige tijd
opnieuw. Het openen en sluiten van de deur moet langzaam
gebeuren. Bij voorkeur niet voordat driekwart van de
bereidingstijd is verstreken.
warm houden U kunt de oven gebruiken voor het warm houden van reeds
bereide gerechten. Kies hiervoor de turbofunctie en een
temperatuur van 80 ˚C. Dek gerechten die u warm wilt
houden af om uitdrogen te voorkomen.
kookaanwijzingen
bak- en braadtips
kookaanwijzingen
bak- en braadtips
introductie In de overzichtstabellen op de pagina’s 19 t/m 21 vindt u
aanwijzingen over bereidingstijden, temperaturen en
inzethoogten. De tijden en temperaturen in de tabellen zijn
gemiddelden. Zonodig kunt u daar iets van afwijken om
gerechten gelijktijdig te bereiden.
energiebewust ovengebruik
Open de ovendeur zo weinig mogelijk.
Bereid gerechten met ongeveer dezelfde bereidings-
temperatuur (bijvoorbeeld appeltaart en een ovenschotel)
tegelijk op hetzelfde rooster of met de turbofunctie boven
elkaar. Vlees laten meestoven kan ook.
Bereid meer gerechten na elkaar, bijvoorbeeld een
ovenmaaltijd na een cake. Vaak kan de bereidingstijd van het
tweede gerecht dan 10 minuten korter zijn omdat de oven
nog veel warmte in zich heeft.
Dankzij de ovenisolatie kunnen gerechten met een langere
bereidingstijd (vanaf 1 uur) nagaren op de restwarmte van de
oven. Schakel de oven 10 minuten eerder uit dan
aangegeven staat, maar laat de deur dicht.
voorverwarmen
Voorverwarmen is in het algemeen niet nodig, met
uitzondering van gerechten waarvan de bereidingstijd korter
dan 30 minuten is of wanneer een recept dit aangeeft.
U kunt de oven extra snel voorverwarmen op de speciale
voorverwarmstand.
oven leeg Haal alles wat u niet nodig heeft voor de bereiding uit de
oven.
afkoelen Schakel de oven uit voordat u het gare gerecht eruit haalt.
Sluit de ovendeur en laat de oven afkoelen.

NL 16 NL 17
kookaanwijzingen
grillen
algemene tips • Bij het roosteren van vlees, wild, gevogelte en vis wordt
het vlees of de vis onmiddellijk dichtgeschroeid, waardoor
de voedings- en smaakstoffen behouden blijven. Boter of
olie is daarvoor niet nodig. Het meest geschikt zijn dikkere
stukken klein vlees, dunne moten vis of hele vissen.
• De grillpennen gebruikt u voor het gelijkmatig roosteren van
kleinere stukjes vlees en groenten, zoals saté, kebabs en
sjasliks.
tips voor vlees • Gebruik alleen vlees van goede kwaliteit. Reken per
persoon 100-200 gram vlees of 150-250 gram vlees met
been.
• Zet altijd een passende braadslede onder de gerechten om
afdruipend vet op te vangen. Droog het vlees zonodig met
keukenpapier, voordat u het onder de grill legt.
• Giet voor gerechten met een lange grilltijd, bijvoorbeeld
rollade en kip, ± 2,5 dl water in de braadslede.
tips voor vis • Reken per persoon 150-200 gram moten of hele vis of
100-150 gram gefileerde vis. Laat bij grotere vissen de kop
verwijderen.
• Was de vis. Afdrogen met keukenpapier. Kerf dikke vis in.
Leg de vis op het rooster en schuif er een braadslede
onder.
vlees braden Het meest geschikt is "groot vlees" vanaf 1 kg. Het vlees
krijgt een regelmatig gevormde, krokante korst, waarbij
vrijwel geen gewichtsverlies optreedt.
• Wrijf het vlees een kwartier van tevoren in met zout en
kruiden. Gebruik voor het braden 80 tot 100 gram boter of
vet (of een mengsel hiervan) per 500 gram vlees.
braadtijden • Platte, dunne stukken hebben gemiddeld 5 minuten minder
braadtijd nodig dan dikke of opgerolde stukken vlees.
• Bij gebruik van grotere stukken vlees moet per 500 gram
meer een 15 tot 20 minuten langere braadtijd worden
aangehouden.
• Door de culisensor te gebruiken bent u altijd zeker van het
gewenste resultaat.
In de tabel op pagina 20 vindt u de braadtemperaturen en
tijden voor verschillende soorten vlees met een gewicht van
ca. 1,5 kg.
In de tabel op pagina 21 vindt u de kerntemperaturen.
bereiding • Leg het vlees in een braadslede en overgiet het met hete
boter en/of vet. Als het vlees een vette kant heeft, dan legt
u deze tijdens het braden boven. Vlees zonder vette kant
om de 15 minuten bedruipen. Vlees met vette kant om de
30 minuten bedruipen.
• Voeg, als de jus te donker wordt, tijdens het braden nu en
dan enkele lepels water toe.
• Laat het vlees na de bereiding 10 minuten rusten, afgedekt
met aluminiumfolie, voordat u het aansnijdt.
kookaanwijzingen
braden

NL 18 NL 19
kookaanwijzingen
tabellen
bakken
turbo infra tijd
oventemp. °C niveau* oventemp. °C niveau* min.
roerdeeg
cake 140 - 150 2 160 - 170 2 65 - 70
tulband 140 - 160 2 160 - 180 2 70 - 80
kruidkoek 140 - 150 2 160 - 170 2 65 - 75
vruchtentaart (bakplaat) 150 - 170 3 180 - 200 3 35 - 45
vruchtentaart (springvorm)150 - 170 2 160 - 180 2 45 - 55
taartbodem 150 - 170 3 180 - 200 3 20 - 30
klein gebak 150 - 170 3 180 - 200 3 15 - 25
biscuitdeeg
biscuitgebak 150 - 170 3 170 - 190 3 40 - 50
biscuitrol 160 - 180 3 180 - 200 3 15 - 20
zandtaartdeeg
appeltaart 165 - 175 2 180 - 200 2 50 - 60
kwarktaart 150 - 170 2 180 - 200 2 70 - 80
taartbodem 150 - 170 3 180 - 200 3 15 - 25
zandkoekjes
– op 1 niveau 150 - 160 3 170 - 180 3 15 - 18
– op 2 niveaus 150 - 160 2 + 4 - - 15 - 18
gistdeeg
vlaai 180 - 190 3 200 - 220 3 30 - 40
brood 200 - 210 2 220 - 230 2 30 - 40
pizza 190 - 210 3 210 - 230 3 20 - 35
kookdeeg
soezen 190 - 200 3 210 - 220 3 20 - 30
bladerdeeg 190 - 210 3 200 - 220 3 15 - 25
ovenschotels/gratins
rauwe ingrediënten 160 - 180 2 180 - 200 2 60 - 80
voorgekookte
ingrediënten** 160 - 180 2 180 - 200 2 30 - 40
alleen gratineren 180 - 200 2 180 - 200 2 20 - 30
lasagne 170 - 190 2 190 - 210 2 35 - 45
kookaanwijzingen
grillen
garneringen en sausjes
• Garnering kan meegegrilld worden, zoals bijvoorbeeld
plakken appel, ananas of halve tomaatjes.
• Plakken kaas de laatste minuten op het vlees leggen en
laten smelten. Bestrooi het vlees pas na het grillen met
peper en zout. De dikte van het vlees bepaalt de plaats
onder de grill. Over het algemeen geldt dat dunne stukken
hoog moeten worden geplaatst (altijd op minstens 5 cm
afstand van de grill) en dikkere stukken, die gaar moeten
worden, wat lager.
• Draai dunne stukken vlees om met een vleestang. Gebruik
een ovenwant. Prik niet in het vlees omdat er dan vleessap
verloren gaat. Bij gegrilld vlees, waarbij immers geen jus
wordt gevormd, kan desgewenst afzonderlijk een saus of
kruidenboter worden gegeven.
• Snijd gegrilld vlees en dergelijke niet direct aan maar laat
het eerst enkele minuten rusten. Er zal dan bij het
aansnijden minder vleessap verloren gaan.
tabellen Het betreft hier richtlijnen. Temperatuur en tijd kunnen
afwijken, aangezien deze afhankellijk zijn van onder andere de
hoeveelheid, de gebruikte vorm en de gewenste kleur.
* van beneden naar boven.
** De ingrediënten zijn hier nog warm. Wanneer de ingrediënten wel voorgekookt, maar
inmiddels afgekoeld zijn, dan zal de baktijd verlengd moeten worden.

NL 20 NL 21
kookaanwijzingen
tabellen
grillen
vlakgrillen grill met draaispit tijd
oventemp. °C niveau* oventemp. °C min.
karbonade 200 - 225 4 / 5 - 12 - 16
lamskoteletje 200 - 225 5 - 7 - 8
saucijs 200 - 225 4 / 5 - 16 - 20
hamburger 200 - 225 5 - 14 - 17
sjaslik 200 - 225 5 - 15 - 20
visfilet (dun) 200 - 225 5 - 8 - 10
vis (moot) 200 - 225 4 / 5 - 10 - 15
toast 200 - 225 5 - 2 - 4
toast, belegd 200 - 225 4 - 4 - 5
kip (1 kg) - - 200 - 225 60 - 70
varkensrollade (1 kg) - - 200 - 225 65 - 75
runderrollade (1 kg) - - 200 - 225 45 - 55
Draai de gerechten om als de helft van de grilltijd verstreken is.
braden met de culisensor
turbo infra kerntemp. °C resultaat
vlees (1,5 kg) oventemp. °C oventemp. °C
kalfsvlees
kalfsfricandeau 150 - 160 170 - 180 77 gaar
kalfsrollade 150 - 160 170 - 180 77 gaar
gevulde kalfsborst 150 - 160 170 - 180 77 gaar
rundvlees
ossenhaas 200 - 210 220 - 230 35 rood
rosbief 200 - 220 220 - 240 45 rood
lenderollade 150 - 160 170 - 180 70 roze
ribrollade 150 - 160 170 - 180 77 gaar
varkensvlees
varkensfricandeau 150 - 160 170 - 180 77 gaar
varkenslenderollade 150 - 160 170 - 180 77 gaar
doorregen rollade 150 - 160 170 - 180 82 gaar
lamsvlees
lamsbout 150 - 160 200 70 roze
lamsbout 150 - 160 170 - 180 80 gaar
lamsrollade 150 - 160 170 - 180 80 gaar
lamsschouder 150 - 160 170 - 180 80 gaar
gevogelte (1 kg) 160 - 170 170 - 180 95 gaar
wildhaas 160 - 170 170 - 180 95 gaar
konijn 160 - 170 170 - 180 95 gaar
kookaanwijzingen
tabellen
braden
turbo infra tijd
vlees (1,5 kg) oventemp. °C niveau* oventemp. °C niveau* min.
kalfsvlees
kalfsfricandeau 150 - 160 2/3 170 - 180 2/3 60 - 65
kalfsrollade 150 - 160 2/3 170 - 180 2/3 80 - 90
gevulde kalfsborst 150 - 160 2/3 170 - 180 2/3 80 - 90
rundvlees
ossenhaas 200 - 210 2/3 220 - 230 2/3 20 - 25
rosbief 200 - 220 2/3 220 - 240 2/3 30 - 35
lenderollade 150 - 160 2/3 170 - 180 2/3 55 - 65
ribrollade 150 - 160 2/3 170 - 180 2/3 85 - 95
staartstuk 150 - 160 2/3 170 - 180 2/3 35 - 45
varkensvlees
varkensfricandeau 150 - 160 2/3 170 - 180 2/3 80 - 90
varkenslenderollade 150 - 160 2/3 170 - 180 2/3 80 - 90
doorregen rollade 150 - 160 2/3 170 - 180 2/3 90 - 100
lamsvlees
lamsbout roze 150 - 160 2/3 200 2/3 50 - 60
lamsbout gaar 150 - 160 2/3 170 - 180 2/3 85 - 100
lamsrollade 150 - 160 2/3 170 - 180 2/3 95 - 110
lamsschouder 150 - 160 2/3 170 - 180 2/3 95 - 110
gevogelte (1 kg)
kip 160 - 170 2 170 - 180 2 50 - 60
babykalkoen (2 - 3 kg) 160 - 170 1 170 - 180 1 120 - 180
eend (wild) 160 - 170 2/3 170 - 180 2/3 50 - 60
wildhaas 160 - 170 2/3 170 - 180 2/3 110 - 120
konijn 160 - 170 2/3 170 - 180 2/3 90 - 120
* van beneden naar boven

NL 22 NL 23
storingen
wat moet ik doen als...
storing
De klok werkt niet (zie
pagina 25).
Oven of grill wordt niet
warm.
Temperatuur niet goed.
Ovenverlichting brandt niet.
Oven schakelt plotseling uit.
oorzaak
Geen stroomtoevoer.
Zekering in de meterkast
defect.
Zekering in de meterkast
defect.
Eindtijd ingesteld.
Temperatuur verkeerd
ingesteld.
Thermostaat defect.
Eindtijd ingesteld.
Geen stroomtoevoer.
Lamp defect.
Bedrijfsduur begrenzing heeft
de oven uitgeschakeld.
oplossing
Steek de stekker in het
stopcontact.
Vervang de zekering.
Vervang de zekering.
De oven schakelt vanzelf in.
Stel de oventemperatuur
opnieuw in.
Oven uitschakelen en de
servicedienst bellen.
De lamp gaat branden bij het
openen van de deur en zodra
de oven inschakelt.
Steek de stekker in het
stopcontact.
Oven uitschakelen en de
lamp vervangen. Maak het
toestel spanningsloos door de
stekker uit het stopcontact te
trekken of door de
hoofdschakelaar in de
meterkast om te draaien. Het
glaskapje kunt u uit de
achterwand van de oven
schroeven. Daarna is het
lampje bereikbaar. Vervang
deze door een nieuw lampje
230 V-50 Hz-300 °C.
Stel de oven opnieuw in.
Wanneer het toestel niet goed werkt, betekent dit niet altijd dat het defect is. Probeer
het euvel eerst zelf als volgt te verhelpen. Bel de servicedienst indien onderstaande
adviezen niet helpen.
onderhoud
reinigen
Gebruik de geëmailleerde bakplaat als lekbak tijdens het
grillen.
reiniging na gebruik
Voor de reiniging van zowel de buiten- als de binnenzijde kunt
u het beste een mild reinigingsmiddel (afwasmiddel) en een
vochtige doek gebruiken.
Nadrogen met keukenpapier of een droge doek.
Gebruik nooit agressieve middelen. Deze kunnen het email
aantasten of krassen veroorzaken.
hardnekkige vlekken
Hardnekkige vlekken kunt u verwijderen met een vloeibaar
schuurmiddel of ovenreiniger.
Verwijder aangekoekt vuil in de ovenruimte met een
glasschraper.
Het glazen paneel aan de binnenzijde van de deur is
uitneembaar. Wanneer de oven onder het aanrechtblad is
ingebouwd kan het zijn dat het glazen paneel niet uit de deur
genomen kan worden. U kunt de ruit aan de binnenkant
schoonmaken door een doek tussen de twee ruiten door te
bewegen.
De geleiders van de glasplaat aan de binnenzijde van de
ovendeur kunnen verkleuren wanneer ze met ovenreiniger in
contact komen. Lees eerst de aanwijzingen op de verpakking
van de ovenreiniger, voordat u deze gebruikt.
reiniging toebehoren
Gebruik een mild reinigingsmiddel. Maak het toebehoren met
een droge doek goed droog. Eventueel aangekoekt vuil op de
grillset kunt u verwijderen met staalwol.

NL 24 NL 25
storingen
wat moet ik doen als...
storing
F0 - Fxx verschijnt.
F99 verschijnt.
E0 verschijnt.
E1 verschijnt.
E2 verschijnt.
CU verschijnt.
CU en 55 knipperen om en
om.
oorzaak
Toets is vuil.
Toets te lang aangeraakt.
Toets is defect.
Meerdere toetsen vuil.
Meerdere toetsen te lang
aangeraakt.
Elektronica in de oven te
warm.
Thermostaat defect.
Culisensor niet juist
aangesloten.
Culisensor defect.
De culisensor wordt gebruikt
bij de verkeerde functie.
Culisensor heeft te hoge
temperatuur.
oplossing
Maak de toets schoon.
Laat de toets eerder los.
Bel de servicedienst.
Maak de toetsen schoon.
Laat de toetsen eerder los.
Wacht tot de oven is
afgekoeld.
Bel de servicedienst.
Plaats de stekker op de juiste
wijze.
Bel de servicedienst.
Gebruik de culisensor alleen
bij de functies Turbo, Infra en
Infra met ventilator.
Laat de culisensor afkoelen.
De oven is uitgevoerd met een zogenaamde DCF tijdklok.
Een radiosignaal zorgt ervoor dat de klok zichzelf automatisch
instelt. Door verstoring van het signaal kan het soms langer
duren voordat de klok zichzelf op tijd zet. Dit is normaal.
Mocht de klok het signaal blijvend slecht ontvangen, dan is
het door verplaatsing van de antenne mogelijk de ontvangst
te optimaliseren.
De klok stelt zichzelf in op Centraal Europese Tijd. Ten
opzichte van deze tijd kunt u een zogenaamde offset kiezen
(het tijdsverschil ten opzichte van de Centraal Europese Tijd).
U kunt maximaal 1 uur verschil instellen. U doet dit als volgt:
1 Tip op de tijdkeuzetoets totdat het display gaat knipperen.
2 Laat de knop los en tip nog een keer op de
tijdkeuzetoets.
In het display verschijnt "OF 0".
3 Stel het tijdsverschil in met de + en - toets.
In het display verschijnt "OF-1", "OF 0", "OF 1".
Enkele seconden na het loslaten van de toets is de offset
ingesteld.
werking
DCF tijdklok
Als er geen
ontvangst is
werkt de klok op
een intern
signaal.
Bij een mindere
ontvangst zal de
klok zich vaak
's nachts
synchroniseren.

NL 26 NL 27
garantie
bepalingen
wat garandeert Atag
Op dit apparaat geeft Atag u 5 jaar onderdelengarantie en
1 jaar gratis service. De garantie op Atag keukenapparatuur is
alleen geldig indien het toestel voor huishoudelijk gebruik is
geïnstalleerd en in gebruik is voor doeleinden waarvoor het is
geconstrueerd.
De garantieperiode gaat in op de datum van aflevering. Deze
datum moet u op verzoek kunnen aantonen, bijvoorbeeld met
een afleveringsbon of aankoopnota. Onderdelen die defect
zijn geraakt door materiaal-, constructie- of fabricagefouten,
worden gedurende een periode van 5 jaar gratis geruild.
Tijdens het eerste jaar ontvangt u ook gratis service. Dat wil
zeggen dat bij reparaties geen administratiekosten,
voorrijkosten en arbeidsloon in rekening worden gebracht. Bij
het verzenden van gratis onderdelen worden gedurende het
eerste jaar geen verzendkosten in rekening gebracht.
tot wie kunt u zich wenden
In de landen waar Atag een vertegenwoordiging heeft, kunt u
zich tot deze wenden als u een beroep wilt doen op de Atag
Servicedienst. In de overige landen neemt u contact op met
uw leverancier.
buiten de garantie vallen
transportschade en installatiefouten
Controleer uw nieuwe apparatuur voordat u deze in gebruik
neemt. Als u beschadigingen aantreft, neem dan contact op
met uw leverancier. Defecten en schaden die het gevolg zijn
van een installatiefout vallen buiten de garantie.
Schade, ontstaan door onvoldoende ventilatie van het toestel
of een foutieve elektrische aansluiting, wordt niet vergoed.
Ook gebreken die ontstaan omdat er wijzigingen aan de
apparatuur zijn aangebracht, zijn van garantie uitgesloten.
gebruiksfouten en verkeerd of onvoldoende onderhoud
Dit geldt bijvoorbeeld voor glasbreuk en emailbeschadigingen,
ontstaan door stoten of vallen van voorwerpen op of tegen
de apparatuur. Door onvoldoende of verkeerd onderhoud
milieu aspecten
verpakking en toestel afvoeren
De verpakking van het toestel is recyclebaar. Gebruikt kunnen
zijn:
• karton;
• polyethyleenfolie (PE);
• CFK-vrij polystyreen (PS-hardschuim).
Deze materialen op verantwoorde wijze en conform de
overheidsbepalingen afvoeren.
De overheid kan u ook informatie verschaffen over het op
verantwoorde wijze afvoeren van afgedankte huishoudelijke
apparaten.

NL 28 NL 29
garantie
bepalingen
kunnen verkleuringen aan oppervlakten ontstaan en rubbers
en kunststoffen snel verouderen. Ook dit valt niet onder de
garantie.
gebruiksslijtage of veroudering
Voorbeelden hiervan zijn defect geraakte lampen,
verkleuringen van kunststof of gelakte delen en krassen op
de apparatuur.
gegevensplaatje
De toestelspecificaties vindt u op het gegevensplaatje. Zie
hiervoor de laatste pagina van deze gebruiksaanwijzing.
waar vindt u Atag
Nederland:
ATAG Keukentechniek B.V.
bezoekadres
Nijverheidsweg 1,
7071 CH Ulft
postadres
Postbus 8, 7070 AA Ulft
Fax: 0315 687 888
0800 0222636 (gratis)
consumenteninformatie
Tel.: 0315 687 887
service
Tel.: 0544 393 944
onderdelen
Tel.: 0544 393 955
e-mail
België:
ATAG België N.V.
bezoekadres
Keerstraat 1 ERPE-MERE
postadres
Industriezone Erpe-Mere
9420 ERPE-MERE
Telex: 12467 ATAG B
Fax: 053 - 80.60.57
servicedienst-
consumenteninformatie
053 - 80.62.08

touches de
sélection des
fonctions du four
La commande de ce four est aisée. Ce manuel a surtout pour
but de vous aider à découvrir toutes les possibilités que vous
offre cet appareil.
Dans le chapitre Commande, vous trouverez les différentes
fonctions ordonnées clairement. Vous pourrez également tirer
profit des divers conseils de cuisson.
Les prescriptions d'installation sont jointes séparément. Elles
contiennent les prescriptions de sécurité relatives à
l'installation et au branchement.
Conservez bien ce manuel. Il peut servir à tout autre
utilisateur éventuel de l'appareil.
Nous vous souhaitons beaucoup de satisfactions avec votre
nouvel appareil.
votre four
avant-propos
votre four
description
panneau de commande
panneau de commande four éclairage du four
ventilateur
élément gril
élément inférieur
(non visible)
réglage de la
température réglage de la
durée
sécurité enfants
touche
stop/pause
touche mise en marche
préchauffage rapide
contact
culisenseur
moteur
tournebroche
fonctions de four (voir aussi page 12)
turbo; air chaud
infra; chaleur d'en haut et chaleur
d'en bas
chaleur d'en bas
infra avec ventilateur
ecogril
maxigril

FR 3
votre four
table des matières
sécurité
attention 4 – 5
mise en service
avant la première cuisson 6
commande
mise en marche 7
fonctions supplémentaires 8 - 11
indications de cuisson
fonctions du four 12
accessoires 13
conseils de cuisson 14 - 15
rôtir 16
griller 17 - 18
tableaux 19 - 21
entretien
nettoyage 22
problèmes
que dois-je faire si… 23 - 24
fonctionnement
minuterie DCF 25
aspects écologiques
évacuation emballage et appareil 26
garantie
dispositions 27 - 28
votre four
introduction
Vous avez choisi un four Atag. Les éléments qui sont à la
base de la création de ce produit sont le confort d'utilisation
optimal et la commande aisée.
En appuyant deux fois sur la touche "Start", vous
sélectionnerez la fonction turbo. Cette fonction turbo permet
de nombreux modes de cuisson, elle vous donnera les
meilleurs résultats pour vos plats favoris. Il vous suffit
simplement de régler la température.
Les nombreuses possibilités de réglage vous permettent de
réaliser exactement la préparation que vous désirez. Les
fonctions du four figurent logiquement sur le panneau de
commande.

FR 4 FR 5
sécurité
attention
pendant l'utilisation
Réchauffez suffisamment vos plats. Le temps nécessaire
dépend bien sûr de nombreux facteurs tels que la quantité et
la nature du mets. Les bactéries que contient éventuellement
la nourriture ne seront anéanties que si le mets est chauffé à
plus de 70 °C pendant au moins 10 minutes. N'hésitez pas à
prolonger la cuisson en cas de doute.
Ne réchauffez jamais de boites de conserves non ouvertes.
La surpression qui se produit dans la boite la ferait exploser.
Si vous utilisez le four à la température maximale pour une
longue durée (pour griller ou rôtir par ex.), la vitre du four sera
chaude. Eloignez les enfants du four.
N'utilisez pas le four pour ranger des matières inflammables
ou des matières susceptibles de se déformer légèrement.
Si vous préparez un plat contenant de l'alcool à haute
température, l'alcool va s'évaporer. La vapeur peut prendre
flamme en entrant en contact avec un élément chaud du
four.
Ne couvrez jamais le fond du four avec du papier aluminium
et ne placez pas non plus de plaque de four ou de moules sur
le fond du four. L'aluminium retenant la chaleur, vous
risqueriez d'endommager l'émail et d'obtenir un mauvais
résultat de cuisson.
Ne versez jamais d'eau dans le four chaud. Vous risqueriez
d'endommager l'émail.
Posez vos plats congelés (pizza par ex.) de préférence sur la
grille couverte de papier à cuire. Si vous les posez sur la
plaque de four, celle-ci pourra se déformer en raison de
l'énorme différence de température.
L'isolation du four est
optimale. Il se produit
cependant toujours
une transmission de
chaleur qui réchauffe
la paroi extérieure de
l'appareil. Ce
réchauffement ne
dépasse absolument
pas les normes.
Le four dispose d'un
ventilateur qui
refroidit l'enveloppe
du four. Ce
ventilateur peut
fonctionner encore
après avoir éteint le
four.
généralités Ce four offre la plus grande sécurité. Vous devrez cependant,
comme pour chaque produit, faire attention à plusieurs
aspects.
Cet appareil ne peut être raccordé que par un installateur
agréé.
Les réparations ne seront effectuées que par monteur
électrotechnique agréé.
N'ouvrez jamais le coffre de l'appareil et n'en modifiez pas la
structure mécanique ou électrique. Ceci pour éviter tout
danger (risque de contact avec des pièces sous tension) et
dérèglement.
N'utilisez pas l'appareil s'il est endommagé.
Pour nettoyer l'appareil ou effectuer toute réparation, vous
devrez débrancher l'appareil. Pour cela, retirez la fiche de la
prise de courant ou mettez l'interrupteur qui se trouve dans
le placard aux compteurs en position -0-.
Pour des raisons de sécurité, ne nettoyez jamais l'appareil
avec un nettoyeur à haute pression ou à vapeur.
Si vous utilisez un appareil électrique, un mixer par ex. prenez
soin ne pas coincer le fil électrique dans la porte du four
chaud.
Ce four a été élaboré pour un usage ménager. Ne l'utilisez
que pour la préparation de plats.
sécurité
attention
Pour les mesures de
sécurité relatives à
l'installation, nous
vous renvoyons aux
prescriptions
d'installation qui sont
jointes séparément.

FR 7
commande
mise en marche
mise en marche
1 Appuyez sur le symbole correspondant à la fonction
désirée.
Le témoin au-dessus de la fonction sélectionnée s'allume.
La température de four standard s'affiche sur le visuel.
La durée de préparation clignote.
2 Réglez la température à l'aide des touches + et -.
La température se règle par échelon de 5 °C.
3 Réglez la durée de préparation à l'aide des touches + et -.
La programmation du temps de préparation est en
minutes et est de 3.59 heures au maximum.
4 Appuyez sur "Start".
Si vous le désirez, vous pouvez encore adapter la
température du four.
Si vous oubliez d'appuyer sur "Start", votre programmation
s'effacera après une minute, le four ne s'allumera pas.
pendant la cuisson
Si vous n'indiquez pas la durée de préparation et que vous
appuyez sur "Start", le four se mettra quand même en
marche. Vous verrez la durée progresser sur le visuel.
Le four s'arrête automatiquement après 4 heures de cuisson
consécutives. Si vous avez appuyé entre-temps sur "Stop",
l'horloge recommencera à avancer.
Le point qui se trouve après l'indication de température
s'éteint dès que le four est à température. Quand les
éléments de chauffage se réenclenchent, le point s'allume.
sélection de la
fonction
réglage de la
température
réglage de la durée
start
thermostat
la durée de cuisson
progresse
mise en service
avant la première cuisson
nettoyer le four et les accessoires
Retirez les accessoires du four et nettoyez les accessoires et
l'intérieur du four avec un produit de nettoyage doux.
Mettez le four en marche pendant une heure à 250 °C (voir
page 7) afin d'éliminer les graisses de protection qui ont été
utilisées lors de la fabrication.
remarque
Quand vous faites chauffer le four pour la première fois, il se
dégage une 'odeur de neuf'. Cela est normal. Mettez
éventuellement la hotte aspirante en marche.
Nettoyez le four à l'eau chaude quand il est refroidi.
mettre l'horloge à l'heure
L'horloge se règle d'elle-même. Un récepteur intégré veille à
ce que le visuel indique toujours l'heure exacte.
Une fois le four branché, la réception peut se faire
légèrement attendre. S'il n'y a pas de réception ou que celle-
ci est dérangée, quatre tirets horizontaux s'affichent sur le
visuel.
Vous pouvez également régler l'horloge à la main.
régler l'horloge à la main
1 Contrôlez si le four est débranché.
2 Appuyez sur la touche sélection de l'heure jusqu'à ce
que le visuel clignote.
3 Réglez l'heure en vous servant des touches + et -.
Quelques secondes après que vous avez relâché la
touche, l'heure est programmée. Le récepteur intégré
mettra ensuite l'horloge automatiquement à jour (heure
d'été et heure d'hiver).
FR 6
horloge
L'horloge indique
l'heure d'Europe
Centrale. Voir
également le
fonctionnement de
l'horloge à la
page 25.
Other manuals for OX611T
1
Table of contents
Languages:
Other Atag Oven manuals