Faber Farum User manual

Farum
Installatie handleiding
Installasjonsveiledning
Installationsvejledning
Installationsanleitung
Instalační průvodce
Installation manual
Üzembe helyezési útmutató
Manualul de instalare
Руководство по установке
NL
NO
DK
DE
CZ
ENG
HU
RO
RU
NL
NO
DK
DE
CZ
ENG
HU
RO
RU
4000xxx-1108
40011116-1430

1 < <<<
L
1.1
2.1 2.2 2.3
3.1 3.2

2 < <<<
L
3.3 3.4
3.5
4.1
4.2

3 < <<<
L

4 < <<<
L

5 < <<<
L
1NL ..................................................................................................... 6
2NO.................................................................................................... 13
3DK .................................................................................................... 20
4DE .................................................................................................... 27
5CZ .................................................................................................... 44
6ENG .................................................................................................. 51
7HU.................................................................................................... 58
8RO .................................................................................................... 65
9RU .................................................................................................... 72

6 < <<<
L
1NL
1.1 Inleiding
De haard mag alleen door een
gekwalificeerde installateur/dealer
worden geïnstalleerd.
We adviseren dringend deze
installatievoorschriften goed te lezen.
Dit toestel voldoet aan de richtlijnen voor
Europese gastoestellen (GAD) en draagt
de CE markering.
1.2 Veiligheidsaanwijzingen.
Het toestel moet geïnstalleerd en
jaarlijks gecontroleerd worden
volgens dit installatievoorschrift en
de geldende nationale en lokale
voorschriften.
Controleer of de gegevens op de
kenplaat overeenkomen met de
lokale gassoort en druk.
De instellingen en de constructie
van de haard mogen niet worden
gewijzigd!
Plaats geen extra imitatie hout of
gloei materiaal op de brander of in
de verbrandingskamer.
Het toestel is voor sfeer en
verwarmingsdoeleinden. dit houdt
in dat alle oppervlaktes, inclusief
het glas, zeer heet kunnen worden
(heter dan 100°Celsius)
uitzondering hierop vormen de
onderzijde van de haard en de
bedieningsknoppen.
Plaats geen brandbare materialen
binnen een 0,5 m van het
stralingsgedeelte van de haard.
Door de natuurlijke luchtcirculatie
van de haard worden vocht en nog
niet uitgeharde vluchtige
bestanddelen uit verf,
bouwmaterialen en vloerbedekking
e.d. aangezogen. Deze
bestanddelen kunnen zich op koude
oppervlakten als roet afzetten.
Stook daarom de haard niet kort na
een verbouwing.
Stook de haard de eerste keer enige
uren op de hoogste stand, zodat lak
de kans krijgt om uit te harden.
Zorg voor voldoende ventilatie,
zodat eventuele vrijkomende
dampen worden afgevoerd. Wij
adviseren om zo weinig mogelijk in
de ruimte aanwezig te zijn tijdens
dit proces.
Let hierbij op dat:
1. alle transportverpakkingen
verwijderd zijn.
2. kinderen en huisdieren niet in de
ruimte aanwezig zijn.
1.3 Installatie eisen
1.3.1 Minimum afstanden rondom
de haard
Houdt rekening met een minimale afstand
van 200 millimeter naar de zijwand en
80 millimeter naar de achterwand.
1.3.2 Eisen afvoerkanaal en
uitmondingen
Voor de aan- en afvoer moet u altijd
gebruik maken van de door Faber
International BV voorgeschreven
afvoermaterialen. Alleen met
gebruik van deze materialen kan
door Faber International BV een
goede werking worden
gegarandeerd.
De buitenkant van het
concentrische afvoermateriaal kan
+/- 150°C worden. Zorg bij
doorvoer door brandbare wand of
plafond constructies voor isolatie en
bescherming. En neem voldoende
afstand in acht.
Zorg ervoor dat bij grote
afvoerlengtes het concentrische
afvoermateriaal elke 2 meter
gebeugeld wordt, zodat het gewicht
van de materiaal niet op de haard
komt te rusten.
Direct op het toestel mag je nooit
met een inkortbaar concentrisch
afvoermateriaal beginnen
1.3.3 Uitmondingen
De gecombineerde aan- en afvoer kan
zowel door de gevel als door het dak
uitmonden.
Controleer of de door u gewenste
uitmonding voldoet aan de lokale
voorschriften aangaande hinder en
ventilatieopeningen.
Voor de goede werking dient de
uitmonding ten minste 0,5m verwijderd te
zijn van:
Hoeken van het gebouw.
Dakoversteken en balkons.
Dakranden.(met uitzondering van
de nokrand)

7 < <<<
L
1.3.4 Bestaande schoorsteen
U kunt de haard ook aansluiten op een
bestaande schoorsteen. De bestaande
schoorsteen functioneert dan als
luchttoevoer en een door de schoorsteen
getrokken flexibele RVS buis voert de
rookgassen af
De flexibele RVS buis van Ø 100mm moet
een CE keurmerk hebben tot 6000
De schoorsteen moet dan aan de volgende
voorwaarden voldoen:
De doorlaat van het schoorsteen
kanaal moet minimaal 150 x 150mm
zijn.
Er mag niet meer dan één toestel op
een schoorsteen aangesloten worden
De schoorsteen moet in goede staat
zijn:
oGeen lekkage en
oGoed gereinigd zijn
Voor meer informatie over de
aansluitingen op bestaande
schoorsteenkanalen, zie de handleiding
“schoorsteenaansluitset”
1.4 Voorbereiding en installatie
instructie
1.4.1 Gasaansluiting
De gasaansluiting moet voldoen aan de
lokaal geldende Normen.
Wij adviseren, een gasaansluiting van Ø
15mm direct vanaf de gasmeter naar het
toestel, met in de nabijheid van het
toestel een afsluitkraan welke altijd
bereikbaar is.
Positioneer de gasaansluiting zo dat deze
goed toegankelijk is, en voor service de
branderunit te allen tijde kan worden
gedemonteerd.
1.4.2 Elektrische aansluiting
Als voor de stroom voorziening gebruik
gemaakt wordt van een adapter moet er
een wandcontactdoos 230VAC – 50Hz in de
buurt van de haard worden gemonteerd.
1.4.3 Voorbereiding van de haard
Verwijder de haard uit zijn
verpakking. Let op dat de
gastoevoerleidingen onder het
toestel niet beschadigd raken.
Ruim een plek in, om evt. lijst en
glas veilig op te bergen.
Verwijder evt. de lijst en het glas
en neem de verpakte delen uit de
haard.
Bereid de gasaansluiting op het
gasregelblok voor.
1.4.4 Plaatsen van de haard
Houdt rekening met de Installatie eisen
(zie hoofdstuk 3)
Zet het toestel op de juiste plaats.
1.4.5 Monteren van de rookgas
afvoermaterialen
Bij een doorvoer door de wand of
plafond moet het gat minimaal
5 mm groter zijn dan de diameter
van het afvoermateriaal.
Horizontale gedeelten moeten op
afschot naar de haard toe
geïnstalleerd worden (3 graden).
Bouw het systeem op vanaf de
haard. Indien dit niet mogelijk is
kan er gebruik gemaakt worden van
een schuifbaar tussenstuk.
Voor het pasmaken van het
afvoersysteem moet men gebruik
maken van de ½ meter inkortbare
pijp. zorg dat de binnenpijp altijd
2 cm langer is dan de buitenpijp.
Gevel en dakdoorvoer zijn ook
inkortbaar. Deze delen moeten vast
gezet worden met een parker.
Een omkokerd rookgasafvoer kanaal
niet isoleren maar ventileren.
(ca.100cm2)
1.5 glas uitnemen
Plaats de zuignappen op het glas.
Haal de afdekstrippen Links en
rechts weg. (zie fig.2.1)
Verwijder de glasklemmen door
deze met een schroevendraaier los
te wippen(zie fig. 2.2)
Schuif nu het glas naar boven, zodat
de onderkant vrijkomt. Haal nu
geleidelijk het glas naar voren en
naar beneden. (Zie fig. 2.3)
Het terug plaatsen van het glas gaat in de
omgekeerde volgorde.
Verwijder alle vingerafdrukken op het
glas, deze zullen inbranden als de haard
wordt gebruikt.
1.6 Plaatsen van het
decoratiemateriaal
Het is niet toegestaan ander of meer
materiaal in de verbrandingskamer toe te
voegen.
Zorg ervoor dat de waakvlam niet
geblokkeerd wordt door
decoratiemateriaal!

8 < <<<
L
Gooi niet alle decoratiemateriaal in één
keer op de brander; door de stofdelen kan
deze verstopt raken.
1.6.1 Houtset
Verdeel de vermiculietkorrels bij
voorkeur met de hand over de
buisbranders. Het oppervlak van de
korrels mag iets boven de
branderplaat uitsteken maar moet
over de hele lengte vlak zijn.
Plaatst de houtset zoals
voorgeschreven (zie fig. 4.1 of de
houtsetkaart)
Start de haard, zoals omschreven in
de gebruikershandleiding.
Plaats de glasplaat en controleer
het vuurbeeld.
1.6.2 Kiezels
Plaatst de kiezels op de brander en
de bodem. Verdeel de kiezels
gelijkmatig tot een dubbele laag.
Het oppervlak van de kiezels mag
iets boven de branderplaat
uitsteken(zie fig. 4.2)
Plaats de glasplaat en controleer
het vuurbeeld.
1.7 Controle van de installatie.
1.7.1 Controle van ontsteking
waakvlam, hoofdbrander.
Ontsteek de haard zoals beschreven in de
gebruikershandleiding.
Controleer of de waakvlam goed
boven de hoofdbrander zit en niet
afgedekt is door vermiculiet, een
houtblok of pebbles.
Controleer de ontsteking van de
hoofdbrander op vol- en kleinstand.
(de ontsteking moet vlot en rustig
verlopen).
1.7.2 Controle gaslekkage.
Controleer met een gaslekzoeker of spray
alle aansluitingen en verbindingen op
eventuele gaslekkages.
1.7.3 Controle van branderdruk en
voordruk
Controleer of de branderdruk en voordruk
overeenkomen met de gegevens op de
kenplaat
Meten voordruk:
Draai de toestelkraan dicht.
Draai de meetnippel A(zie fig.1.1)
enige slagen open en sluit een
meetslang aan op het
gasregelblok.
Doe deze meting bij volstand van
de haard en als de haard op
waakvlam staat.
Bij een te hoge druk mag u het
toestel niet aansluiten
Meten branderdruk:
Controle branderdruk alleen bij een juiste
voordruk uitvoeren.
Draai de meetnippel B (zie fig.1.1)
enige slagen open en sluit een
meetslang aan op het gasregelblok.
De druk moet overeenkomen met de
waarde vermeld op de kenplaat. Bij
afwijking contact opnemen met de
fabrikant.
*Sluit alle drukmeetnippels en
controleer deze op gaslekkage.
1.7.4 Controle vlammenbeeld
Laat de haard minimaal 20 minuten op
volstand branden en controleer dan het
vlammenbeeld op:
1. Vlamverdeling
2. Kleur van de vlammen
Als één of beide punten niet acceptabel
zijn controleer dan:
De houtset opstelling en/of de
hoeveelheid chips of pebbels op
de brander.
De verbindingen van het
pijpmateriaal op lekkage. (ingeval
van blauwe vlammen).
Of de juiste stuw gemonteerd is.
De uitmonding.
oMuurdoorvoer de juiste
zijde boven en de juiste
positie
oDakdoorvoer de juiste
positie
Of de maximum lengtes van de
rookgasafvoer niet is
overschreden.
1.8 instructie klant
Adviseer dat het toestel jaarlijks
door een erkende installateur
moet worden gecontroleerd om
een veilig gebruik en een lange
levensduur te kunnen garanderen
Geef advies en instructie over
onderhoud en reiniging van het
glas. Benadruk het gevaar van

9 < <<<
L
inbranden van vingerafdrukken.
Instrueer de klant over de werking
van het toestel en de
afstandsbediening, inclusief het
vervangen van de batterijen en
het inregelen van de ontvanger.
Overhandig aan de klant:
oInstallatievoorschrif
t
oGebruikershandleidi
ng
oHoutset Instructie
kaart
oZuignappen
1.9 Jaarlijks onderhoud
1.9.1 Controle en reiniging:
Controleer en reinig indien
noodzakelijk na controle:
oDe waakvlam
oDe brander
oDe verbrandingskamer
oHet glas
oDe houtblokken op evt. breuk.
oDe uitlaat.
1.9.2 Vervang:
Zonodig de vermiculietkorrels.
1.9.3 Schoonmaken van het glas
De meeste aanslag kan met een droge
doek verwijderd worden. Met ceramische
kookplaten reiniger kunt u het glas schoon
krijgen.
Let op: voorkom vingerafdrukken op het
glas. Deze zijn na inbranden niet meer
verwijderbaar!
Voer nu de controle uit zoals beschreven
in hoofdstuk 7“controle na installatie”.
1.10 Ombouw naar andere
gassoort (bijv. propaan)
Dit kan alleen door een juiste branderunit
te plaatsen. Neem hiertoe contact op met
uw leverancier.
Geef bij bestelling altijd het type en
serienummer van het toestel.
1.11 Afvoer berekening
De mogelijkheden van afvoerlengtes en de
eventuele stuw zijn vastgelegd in een
stuwentabel (zie hoofdstuk 12). In deze
tabel wordt gewerkt met een verticale en
een horizontale lengte.
Voor de bepaling van de horizontale
lengte moeten alle lengtes van de
afvoerbuizen in de horizontale
richting opgeteld worden:
elke 90° bocht in het horizontale
gedeelte telt voor 2 meter.
elke 45° bocht in het horizontale
gedeelte telt voor 1 meter.
Bochten van verticaal naar
horizontaal of omgekeerd tellen niet
mee voor de berekening.
De dakdoorvoer telt altijd voor
1 meter
De geveldoorvoer telt altijd voor
1 meter.Als er onder 45° versleept
wordt moeten de werkelijke verticale
en horizontale lengtes berekend
worden.
1.12 Aandachtspunten:
Er mag nooit met een inkortbare
pijp vanaf het toestel worden
gestart.

10 < <<<
L
1.12.1 Voorbeeld berekeningen
Rekenvoorbeeld 1
Tel de horizontale lengtes
C+E = 1 + 1 2 m
D = 1 x 2 m 2 m
_______ +
4 m
Tel de verticale lengtes
A 1 m
G 1 m
_______ +
2 m
Rekenvoorbeeld 2
Tel de horizontale lengtes
J + L = 0,5 + 0,5 1 m
K+ M = 2 + 2 m 4 m
N 1 m
_______ +
6 m
Tel de verticale lengtes
H 1 m
_______ +
1m

11 < <<<
L
1.12.2 Stuwentabel
Zie in de tabel bij de juiste verticale en
horizontale lengte.
Bij een “x” en als de waarden buiten de
tabel vallen, is de combinatie niet
toegestaan.
De gevonden waarde geeft de breedte van
de te plaatsen stuw aan ("0" betekent
geen stuw plaatsen).
Standaard is een stuw van 30mm
gemonteerd.
*Waneer allen een verticale afvoerlengte
geplaatst wordt dan moet de luchttoevoer
begrenzer geplaatst worden. (Zie fig.3.1
t/m 3.4)
Horizontaal
0 1 2 3 4 5 6
Verticaal
0 x x x x x x x
0.5 x 30 x x x x x
1 30* 30 30 0 0 0 0
1.5 30* 30 30 30 0 0 0
2 30* 40 30 30 30 0 0
3 40* 50 40 30 30 30 0
4 50* 50 50 40 30 30 30
5 50* 60 50 50 40 30 30
6 60* 60 60 50 50 40 30
7 60* 60 60 60 50 50 x
8 60* 65 60 60 60 x x
9 65* 65 65 60 x x x
10 65* 65 65 x x x x
11 65* 65 x x x x x
12 65* x x x x x x

12 < <<<
L
1.13 Technische gegevens
Gascat. II2L3B/P II2L3B/P
II2L3B/P
II2e+3+ II2e+3+ II2e+3+
Toesteltype C11 C31 C11 C31 C11 C31 C11 C31 C11 C31 C11 C31
Ingesteld op gassoort G25 G30 G31 G20 G30 G31
Belasting Hi kW 4.5 4.2 3.7 4.5 4.2 4.2
Rendementsklasse 2 2 2 2 2 2
NOx-klasse 4 4 4 5 4 4
Aansluitdruk mbar 25 30 30 20 30 37
Gasdebiet bij volle
belasting l/h 558 127 149 482 127 164
(Bij 15º C en 1013 mbar) gr/h 320 280 320 310
Branderdruk volstand mbar 15 24,8 24,8 10 24,8 31,6
Inspuiter hoofdbrander mm 1.90 1.1 1.1 1.90 1.1 1.1
Kleinstandstuw mm 1.10 0.85 0.85 1.1 0.85 0.85
Waakvlam OPNG9030 OPLPG9222
OPLPG9222 OPNG9030 OPLPG9222 OPLPG9222
Code inspuiter - - - - - -
Diameter aan/afvoer mm 150-100 150-100
150-100 150-100 150-100 150-100
Gasregelblok GV60 GV60
GV60 GV60 GV60 GV60
Gasaansluiting 3/8” 3/8”
3/8” Iso-7 3/8” Iso-7 3/8” Iso-7 3/8”
Elektrische aansluiting V 220 220 220 220 220 220
Batterijen ontvanger V 4x1.5 AA 4x1.5 AA 4x1.5 AA 4x1.5 AA 4x1.5 AA 4x1.5 AA
Batterijen zender V 9 9 9 9 9 9

13 < <<<
L
2NO
2.1 Innledning
Apparatet kan bare installeres av en
kompetent person i henhold til
gassikkerheten. Vi ber deg på det
sterkeste om å lese denne
installasjonsveiledningen nøye.
Dette apparatet samsvarer med
retningslinjene for europeiske
gassapparater (Gas Applicances Directive)
og bærer CE-merket.
2.2 Sikkerhetsinstruksjoner.
Apparatet skal plasseres, kobles
til og årlig sjekkes i henhold til
disse instruksjonene for
installering, og gyldige nasjonale
og lokale reguleringer for
gassikkerhet (installasjon og
bruk).
Kontroller hvorvidt data på
registreringsplaten er i samsvar
med den lokale typen gassen og
trykket.
Montøren må ikke endre disse
justeringene eller apparatets
oppbygging.
Ikke legg ekstra tennbriketter
elller glødende kull på brenneren
eller i forbrenningskammeret.
Apparatet har blitt laget for
stemning og oppvarmingsformål.
Dette betyr at alle overflater på
apparatet, inkludert glasset, kan
bli veldig varmt (varmere enn
100 °C). Et unntak for dette er
bunnen på apparatet og
kontrollene.
Ikke plasser brennbare materialer
innenfor 0,5 meters radius for
apparatet og
ventilasjonsåpningene.
På grunn av naturlig
luftsirkulering i apparatet, kan
fukt og flyktige komponenter fra
maling, bygningsmaterialer,
gulvbelegg osv, som ikke har
tørket ennå, bli trykket gjennom
konveksjonssystemet og legge seg
på kalde overflater som sot.
Derfor bør ikke apparatet brukes
rett etter renovering.
Første gang apparatet blir slått
på, må du la det kjøre på
maksimal styrke i flere timer slik
at lakken får mulighet til å sette
seg, og mulig avdamping som
slippes ut kan bli trygt fjernet av
ventilasjonen. Vi råder deg til å
være ute av rommet så mye som
mulig under denne prosessen!
Vennligst merk at:
1All transportinnpakning må
fjernes.
2Barn og husdyr må ikke være i
rommet.
2.3 Installasjonskrav
2.3.1 Minimum avstand rundt
flammen
Tenk på at det må være en minimum
avstand på 200. millimeter mellom
glassiden på apparatet og en vegg. På
baksiden må det være minst 80 millimeter
avstand.
2.3.2 Krav til skorstein og lufting
Du må alltid bruke materialer som
beskrevet av Faber International
Ltd. Bare ved bruk av disse
materialene kan Faber
International Ltd garantere at
apparatet fungerer skikkelig.
Utsiden av det konsentriske
piperør kan få temperaturer opp
mot omtr. 150°C. Sikre at du har
riktig installasjon og beskyttelse i
tilfelle varmeoverføring gjennom
brennbare vegger eller
takkonstruksjoner. Sørg for
tilstrekkelig avstand.
Sikre at de konsentriske
piperørene er festet hver
2. meter når de er svært lange,
slik at ikke vekten av piperørene
ikke hviler direkte på apparatet.
Du kan aldri starte med en
avskjært konsentrisk piperør
direkte på apparatet.
2.3.3 terminaler
Skorsteinsuttaket kan avslyttes på en
ekstern vegg eller et tak. Sjekk
hvorvidt uttaket du ønsker å bruke
samsvarer med lokale krav til god
funksjon og til ventilasjonssystemer.
For god funksjonalitet må terminalene
være minst 0,5 m. fra:
Hjørner i bygningen.
Takoverheng og balkonger.
Takutbygg (med unntak av mønet).
2.3.4 Eksisterende skorstein
Du kan også koble apparatet til en
eksisterende skorstein. Den

14 < <<<
L
eksisterende skorsteinen vil fungere som
luftforsyning og et rør i fleksibelt rustfritt
stål trykket opp gjennom skorsteinen vil
fjerne avgassene.
Det fleksible røret i rustfritt stål, med en
diameter på 100 mm må ha CE-merke for
temperaturer opp til 600° C.
Skorsteinen skal oppfylle de følgende
kravene:
Diameteren på den innvendige
pipen må være minst
150 x 150 mm.
Det skal ikke være mer enn
1 apparat tilkoblet en
skorsteinspipe.
Skorsteinen må være i god stand.
oIngen lekkasje og
oDen må være skikkelig
feid.
For mer informasjon om tilkoblinger til
eksisterende skorsteinspiper, må du se
veiledningen "tilkoblinger".
2.4 Instruksjoner om
forberedelse og installasjon
2.4.1 Gasstilkobling
Gasstilkoblingen må samsvare med lokale
gyldige standarder.
Vi anbefaler at rørverk fra måleren til
apparatet er av nødvendig størrelse, med
en gasskran nær apparatet som alltid er
tilgjengelig. Plasser gassbeskyttelsen på
en sånn måte at dette er lett tilgjengelig,
og at brennerenheten når som helst kan
kobles fra før service.
2.4.2 Elektrisk tilkobling
Dersom et adapter brukes til
strømforsyningen, må en veggkontakt som
leverer 230 VAC - 50 Hz være i nærheten
av ildstedet.
2.4.3 Forberedelse av apparatet
Fjern innpakningen på apparatet.
Sikre at gassrørene under
apparatet ikke er skadet.
Rydd unna et sikkert sted der
rammen og glasset kan
oppbevares.
Fjern rammen, (om nødvendig) og
glasset, og ta de separat
innpakkede delene ut av
apparatet.
Forbered gasstilkoblingen til
gassens kontrollventil.
2.4.4 Plasser apparatet
Ta installasjonskravene med i beregning
(se kapittel 3)
2.4.5 Montere røykutslippets
materialer
I tilfeller av tilkobling til en vegg
eller tak, må hullet være minst 5
mm større enn diameteren på
rørmaterialet.
Horisontale deler må monteres
med en (3-graders) helning opp
fra apparatet.
Bygg opp systemet fra apparatet.
Dersom dette ikke er mulig, må
du bruke et justerbart rør.
For tilpasning av systemet, må et
halv-meter langt avkuttet rør
brukes. Sikre at det indre røret
alltid er 2 cm lenger enn det ytre
røret. Vegg og tak-tilkoblinger er
også forkortet. Disse delene må
sikres med en selvborende skrue.
Ikke isoler, men ventiler,
innebygget rørverket (omtr.
100cm2)
2.5 Fjerne glasset
Sett sugekoppene på glasset
Fjern dekkstripsene på høyre og
venstre side. (se fig.2.1)
Fjern glassstripsene ved hjelp av
et skrujern. se fig.2.2)
Skyv glasset oppover slik at
bunnen løsnes. Trekk nå gradvis
glasset utover, og senk det (se
fig.2.3)
For å sette tilbake glasset gjøres
dette i motsatt rekkefølge.
Fjern alle fingermerker fra glasse.
Disse blir brent fast i glasset når
apparatet tas på bruk.
2.6 Plassere
dekorasjonsmaterialet
Det er ikke tillatt å legge til andre typer
eller mer materialer i
forbrenningskammeret.
Hold alltid brenneren fri for
dekorasjonsmaterialer!
2.6.1 Plasser imitasjonskubbene
Plasser imitasjonskubbene. Sikre
at kubbene er godt koblet til
rørbrennerne. (se fig. 4.1 eller
instruksjonskortet for kubbene
som følger med)

15 < <<<
L
Fordel nå småsteinene og
brikkene i forbrenningskammeret.
Unngå å dekke til luftventilen (e).
Sett inn det glasset og sjekk
brannbildet.
2.6.2 Steinsettet
Legg steinene på brenneren og på
bunnen. Fordel steinene i to jevne
lag. Steinene kan ligge noe høyere
enn brenneren (se fig. 4.2)
Plasser glassplaten og kontroller
flammebildet.
2.7 Kontroller installasjonen.
2.7.1 Kontroller at pilot-brenneren
og hovedbrenneren tenner.
Start pilot- og hovedbrenneren i
henhold til instruksjonene i
brukerveiledningen.
Kontroller hvorvidt pilotbrenneren
er riktig plassert over
hovedbrenneren, og at den ikke er
dekket av brikker, enn
imitasjonskubbe eller småstein.
Kontroller tenningen på
hovedbrenneren på full styrke
eller laveste styrke.
(tenningen skal skje raskt og
enkelt).
2.7.2 Undersøk for gasslekkasje
Kontroller alle tilkoblinger og skjøter for
mulig gasslekkasjer ved hjelp av en
detektor eller spray
2.7.3 Kontroller brennertrykket og
fortrykket
Kontroller hvorvidt brennertrykket og
inntakstrykket som måles er i samsvar
med dataene som er angitt på
registreringsplaten
Måle inntakstrykket:
Slå av gassens kontrollkran.
Åpne trykkets målenippel A(se
fig. 1.1) noen omdreininger og
koble til en trykkmålerslange til
gassens kontrollventil.
Utfør denne målingen når
apparatet er på fullt gassmerke og
når det er på pilotmerket.
Hvis inntakstrykket er for høyt
kan du ikke koble til apparatet.
Måle brennertrykket:
Utfør denne målingen bare hvis
inntakstrykket er korrekt.
Åpne trykkmålerens nippel B(se
fig. 1.1) noen omdreininger og
koble til en trykkmålerslange til
gassens kontrollventil.
Trykket må stemme overens med
verdien som er angitt på
registreringsplaten. Ved avvik må
du ta kontakt med fabrikanten.
* Lukk trykksmålerens nipler og
kontroller om disse lekker.
2.7.4 Kontroller flammebildet.
La apparatet brenne i minst
20 minutter på fullt, og kontroller så
flammebildet for:
3. Fordeling av flammene
4. Fargen på flammene
Hvis en eller begge av disse punktene
ikke er tilfredsstillende, må du
sjekke:
Plasseringen av imitasjonskubbene
og/eller mengden småstein eller
brikker på brenneren.
Tilkoblingen av piperør for
lekkasje (i tilfelle blå flammer)
Hvorvidt korrekt rørmotstand har
blitt montert
Uttaket.
oVeggterminalen er korrekt
installert
oTakterminalen er tilpasset
og plassert korrekt
Rørsystemet er korrekt beregnet
2.8 Instruere kunden
Anbefal at apparatet får en
service av en kompetent person
hvert år, for å garantere trygg
bruk og lang levetid.
Råd og instruer kunden om
vedlikehold og rensing av glasset.
Legg vekt på risikoen for å brenne
fast fingeravtrykk.
Instruer kunden om bruken av
apparatet og fjernkontrollen,
inkludert bytte av batterier og å
justere mottakeren ved første
gangs bruk.
Overlever til kunden:
Installasjonsveiledning
Brukerveiledning
Instruksjonskortet for
imitasjonskubber
Årlig vedlikehold

16 < <<<
L
2.9 Service og rengjøring:
Kontroller og rens om nødvendig
etter å ha sjekket:
oPilotbrenneren
oBrenneren
oForbrenningskammeret
oGlasset
oKubbene for mulige
sprekker
oUttaket
2.9.1 Erstatte:
oOm nødvendig
brikkene/glør.
2.9.2 Rense glasset
De fleste flekkene kan fjernes med en
tørr klut. Du kan bruke renser for
kjeramiske ovnsplatger for å rense
glasset.
Merk: unngå fingeravtrykk på glasset.
Disse vil bli brent fast i glasset når
apparatet brukes og kan ikke lenger
fjernes!
Utfør kontrollen i henhold til
instruksjonene i kapittel 7 "kontrollere
installasjonen"
2.10 Endre til en annen type gass
(f.eks. propan)
Dette kan bare gjøres ved å installere
korrekt brenner. For å få gjort dette må
du ta kontakt med din leverandør.
Oppgi alltid type og serienummer på
apparatet når du bestiller.
2.11 Beregne avtrekk-systemet
Mulige lengder for avtrekksrørene og
mulige begrensinger har blitt oppgitt i en
tabell (se kapittel 12) Tabellen jobber med
en vertikal og en horisontal lengde.
For å definere den vertikale
lengden, må alle lengder
avtrekksrør i en vertikal retning
legges sammen.
- Takterminalen teller alltid
som en meter.
For å definere den horisontale
lengden, må alle lengder
avtrekksrør i horisontal retning
legges sammen.
- Hver 90° bøy i horisontale
deler teller som 2 meter.
- Hver 45° bøy i horisontale
deler teller som 1 meter.
- Svinger fra vertikal til
horisontal eller motsatt
blir ikke gjenkjent i
utregningen.
- Veggterminaler teller
alltid som 1 meter.
Dersom det er overføring under 45° må de
virkelige vertikale og horisontale lengdene
telles.
2.11.1 Punkter av spesiell interesse:
Du må aldri starte med et kuttet
rør fra apparatet.

17 < <<<
L
2.12
2.12.1 Eksempler på beregninger
Kalkuleringseksempel 1
Tell de horisontale lengdene
C+E = 1 + 1 2 m
D = 1 x 2 m 2 m
Total 4 m
Dell de vertikale lengdene
lengde A 1 m
G 1 m
Total 2 m
Kalkuleringseksempel 2
Tell de horisontale lengdene
J + L = 0,5 + 0,5 1 m
K+ M = 2 + 2 m 4 m
1 m
Total horisontal lengde 6 m
Dell de vertikale lengdene
Lengder avtrekksrør H 1 m
Total 1 m

18 < <<<
L
2.13 Tabell
Finn de korrekte antall vertikale og
horisontale lengder i tabellen.
I tilfelle du får en "x", eller hvis verdien
kommer utenfor tabellen, er ikke
kombinasjonen tillatt.
Verdien du finner indikerer bredden på
innskrenkingen som skal monteres ("0"
betyr at ingen innskrenking skal
monteres).
Generelt er en 30 mm innskrenking
forhåndsmontert.
*Når bare en vertical rørlengde brukes,
må du montere en luftbegrensing nederst
i apparatet (se fig 3.1 opp til 3.4)
Horisontalt
0 1 2 3 4 5 6
Vertikalt
0 x x x x x x x
0.5 x 30 x x x x x
1 30* 30 30 0 0 0 0
1.5 30* 30 30 30 0 0 0
2 30* 40 30 30 30 0 0
3 40* 50 40 30 30 30 0
4 50* 50 50 40 30 30 30
5 50* 60 50 50 40 30 30
6 60* 60 60 50 50 40 30
7 60* 60 60 60 50 50 x
8 60* 65 60 60 60 x x
9 65* 65 65 60 x x x
10 65* 65 65 x x x x
11 65* 65 x x x x x
12 65* x x x x x x

19 < <<<
L
2.14 Tekniske data
II2H3B/P II2H3B/P II2H3B/P
Type bruk C11/ C31 C11 / C31 C11/ C31
Referansegass G20 G30 G31
Inngang Nett kW 4.5 4.2 3.7
Effektivitetsklasse 2 2 2
NOx-klasse 5 4 4
inntakstrykk mbar 20 30 30
Gassgrad ved 15ºC og 1013 mbar l/h 482 127 149
Gassgrad ved 15ºC og 1013 mbar gr/h 320 280
Brennertrykk ved fullt merke mbar 10 24,8 24,8
Injektor på hovedbrenner mm 1.90 1.1 1.1
Redusert inngangsbegrensing mm 1.1 0.85 0.85
Pilot-montering OPNG9030
OPLPG9222 OPLPG9222
Kode - - -
Diameter på inntak /utgang mm 150-100
150-100 150-100
Gass kontrollventil GV60
GV60 GV60
Gasstilkobling 3/8”
3/8” 3/8”
Elektrisk tilkobling V 220
220
220
Batterier til mottaker V 4x1.5A
A
4x1.5A
A
4x1.5 AA
Batterier til sender V 9
9
9