Giant TwisT LaFree Twist 2002 Motorized Bicycle User manual

Owners Manual
June 2001
LAFREE TWIST
Model Year 2002


GEBRUIKSHANDLEIDING VOOR
DE LAFREE TWIST
1. Lees deze handleiding! 3
1.1 Handelsmerken 3
1.2 Goedkeuring en conformiteit
2. Hoe het wordt genoemd 4
2.1 Algemeen 4
2.2 Batterij en oplader 5
2.3 Stuur en stuurpen 5
2.4 Positie van de serienummers 6
3. Juiste formaat en veiligheid 7
3.1 Passend 7
3.2 Zadelstand 8
3.3 Hoogte en hoek van stuur 9
3.4 Veiligheidsuitrusting 9
3.4.1 Lichten 9
3.4.2 Reflectoren 10
3.4.3 Helm 10
3.5 Mechanische veiligheidscontroles 10
3.5.1 Moeren en bouten 10
3.5.2 Banden en wielen 10
3.5.3 Remmen 10
3.5.4 Snel ontkoppelde onderdelen 11
3.5.5 Uitlijning van stuur en zadel 11
4. Veilig en verantwoord fietsen 12
4.1 De grondbeginselen 12
4.2 Verkeersregels 12
4.3 In nat weer fietsen 12
4.4 's Nachts fietsen 12
5. Batterij en oplader bedienen 13
5.1 Batterij verwijderen, opladen en installeren 13
5.1.1 Algemeen 13
5.1.2 Verwijderen, opladen, installeren 13
5.1.3 Refresh/laden 15
5.1.4 Energie-indicator 17
5.1.5 Batterijvermogen, bereik en laadtijd 17
5.1.6 Bereik 18
5.2 Opslag en vervoer 19
Batterij bewaren 19
Vervoer van de Lafree Twist 19
5.3 Verzorging en onderhoud 19
Batterij 19
Oplader 19
5.4 Afvoer van oude batterijen 20
NEDERLANDS
1

2
6. Hoe dingen werken 21
6.1 Algemeen 21
6.2 Stroomschakelaar 21
6.3 Snelontkoppeling voor voorwiel 22
6.3.1 Algemeen 22
6.3.2 Het snelontkoppelingsmechanisme afstellen 23
6.3.3 Secundaire naspantoestellen voor het voorwiel 23
6.3.4 Een snel ontkoppelend voorwiel verwijderen 23
6.3.5 Een snel ontkoppelend voorwiel installeren 24
6.4 Remmen 24
Hoe remmen werken 24
6.5 Schakelen 25
6.5.1 Waarvoor de versnellingen dienen 25
6.5.2 Versnellingen schakelen 25
6.6 Buiten- en binnenbanden 25
6.6.1 Buitenbanden 25
6.6.2 Luchtventielen voor banden 25
6.7 Verlichtingssysteem 26
6.8 Slot 26
6.9 Standaard 26
6.10 Bagagedrager 27
7. Transport van de Lafree Twist 27
8. Reparatie en onderhoud 28
8.1 Algemeen 28
8.2 Reparatie- en onderhoudsschema. 28
8.3 Aanhaalkoppel 30
9. Voorzorgsmaatregelen en procedures 31
9.1 Nooduitrusting en kennis 31
9.2 Als u een platte band krijgt 31
9.3 Als u een spaak breekt 32
9.4 Als u botst 32
10. Accessoires voor gemak en capaciteit 33
11. Verkoopservice 33
11.1 Over uw leverancier 33
11.2 Garantiebepalingen van Lafree Europe 33

Lees alle informatie in deze handleiding
zorgvuldig door om uw elektrische Lafree
Twist fiets zo optimaal, veilig en prettig
mogelijk te kunnen gebruiken.
Gefeliciteerd! U bent zojuist de opwindende
wereld van elektrische ondersteuning voor
fietsen binnengefietst. Behalve dat de Lafree
Twist een volledig functionele fiets is, heeft
deze een geïntegreerde boordeenheid voor
elektrische ondersteuning. Het versterkte
pedaalsysteem is gebruiksvriendelijk en
inzichtelijk. Vanwege de geperfectioneerde
technologie is het echter uitermate belangrijk
dat u de richtlijnen voor de bediening
zorgvuldig en volledig in acht neemt, omdat u
anders de motor, de energievoorziening
(batterijpak/-lader) of de hele fiets zou kunnen
beschadigen.
Hoewel de Lafree Twist als een normale fiets
functioneert, dient u toch de hoofdstukken
over de bediening van de fiets te lezen,
vooral als u de afgelopen 10 jaar niet hebt
gefietst of geen fiets hebt gehad. Het
vermogen en de configuratie van onderdelen
is ingrijpend veranderd en hoewel deze
gebruiksvriendelijk en inzichtelijk zijn, zullen
deze er mogelijk anders uitzien dan wat u
kent!
Als u enige tijd neemt om de
bedieningsmethoden van de Lafree Twist te
leren begrijpen, zult u het uiterste uit elke rit
kunnen halen.
Lees paragraaf 5.1: “Batterij verwijderen,
laden en installeren” alvorens Lafree Twists
elektrisch aangedreven functies te gebruiken.
Lafree Twists batterij moet volledig zijn
geladen, voordat de motor (elektrisch
ondersteund trappen) kan worden gebruikt.
1.1 Handelsmerken
De volgende handelsmerken zijn
geregistreerde handelsmerken van Giant in
Europa en andere landen:
•Lafree
•Twist
1.2 Goedkeuring en
conformiteit
Deze Lafree Twist fiets voldoet aan de
voorschriften van de volgende EC
richtlijn:richtlijn voor Elektromagnetische
Compatibiliteit (89/336/EEG).
3
1
LEES DEZE HANDLEIDING!

2.1 Algemeen
1. Stuur
2. Stuurstang (2 versies: heren en dames)
3. Vermogensregelaar - linkerkant
4. Schakelaar voor drieversnellingsnaaf -
rechterkant
5. Frame
6. Zitbuis
7. Voorvork
8. Wiel
9. Band
10. Loopvlak
11. Zijwand
12. Klepsteel (deel van binnenband)
13. Binnenband
14. Velg
15. Spaak
16. Naaf
17. Snel ontkoppelende nokhefboom
18. Onderbeugel
19. Krukarm
20. Kettingring (in motorkast)
21. Ketting
22. Pedaal
23. Achterste drieversnellingsnaaf / getand
kettingwiel
24. Zitbalk (2 versies: heren en dames)
25. Zadel
26. Zitbalkbeugel
27. Voorste lineaire trekrem
28. Remblok
29. Achterste lineaire trekrem
30. Reflector
31. Motorkast
32. Standaard
33. Spatbord/-scherm (voor en achter)
34. Dynamo
35. Voorlicht
36. Achterlicht
37. Slot
38. Bagagedrager
4
2
HOE HET WORDT GENOEMD
25
4
3
1
1
24
26
3729
38
30
36
33
23
32 21 31 18 20 19 22
7
17
12
16
14
15
13
34
27
28
6 5
33
35
AFB. 1
9
8
10
11

2.2 Batterij en oplader
1Batterij
2Batterijslot
3Handvat
4Energie-indicator
5Laadbus
2.3 Stuur en stuurpen
1. Stuur
2. Stuurpen (2 versies: heren en dames)
3. Greep
4. Vermogensregelaar
5. Bel
6. Schakelhendel
7. Tandwielindicator
8. Voorste remhandgreep
9. Achterste remhandgreep
10. Trommel voor remafstelling
11. Afstelbout voor stuurpen
12. Inclinatiebout voor stuurstang
13. Klembout voor stuur
6Busdop
7Oplader
8Laadstekker
9Krachtstop
10 Opfrisknop
5
3
2
3 1
4 7
10
8
3
4
5
1
26
7
9
9
65 8
1
4
AFB. 2 AFB. 3
AFB. 4
stuurpenhoogte
afstelbout
minimale
insteekmarkering
afstelbout
stuurpen
klembout
13
12
11
10 AFB. 5
AFB. 6

6
2.4 Positie van de
serienummers
Noteer de serienummers van Lafree fiets en
de batterij voor toekomstige verwijzingen. Het
serienummer van de fiets is gestempeld in de
linker rugzijde van het gedeelte van het frame
dat de as van het achterwiel vasthoudt.
Serienummer van batterij.
Batterij met serienummer)
AFB. 7
AFB. 8

7
3.1 Passend
Zorg ervoor dat de fiets past. Een fiets die te
groot of te klein is voor de fietser, is moeilijker
te besturen en kan ongemakkelijk of
gevaarlijk zijn.
Frameformaat.
Uw leverancier zal het beste frameformaat
voor u hebben aangeraden op basis van de
verschafte informatie. Als u uw eigen fiets in
een fietsenwinkel hebt uitgezocht, zal uw
leverancier de tijd hebben genomen om u te
voorzien van het juiste frameformaat op dat
moment. Als iemand anders de fiets voor u
heeft uitgekozen, als een cadeau
bijvoorbeeld, is het belangrijk voor u te
controleren of deze past alvorens erop te
gaan rijden.
Standhoogte (zie afb.10).
Het is de afstand van de grond tot de
bovenkant van de bovenbuis bij de plaats
waar uw kruis zou zijn als u met gespreide
benen over de fiets zou staan halverwege het
zadel en de stuurstang. Ga schrijlings over de
fiets staan om dit te controleren. Als uw kruis
het frame raakt, is de fiets te groot voor u.
Een fiets waarmee u alleen op wegen rijdt,
moet minimaal beschikken over een
tussenruimte van 2,5 tot 5 cm tussen de
bovenbuis en uw kruis. Een fiets waarmee u
over terreinpaden gaat rijden, moet een
tussenruimte van minimaal 7,5 cm hebben,
terwijl een mountainbike voor gebruik op ruw
terrein een tussenruimte van 10 cm of meer
moet bieden.
3
JUISTE FORMAAT EN VEILIGHEID
AFB. 9

3.2 Zadelstand
Om het meeste profijt en gemak van uw fiets
te hebben, moet het zadel correct worden
afgesteld.
aVerticale afstelling.
De juiste zadelhoogte wordt door uw
beenlengte bepaald. Om de juiste
zadelhoogte te controleren:
• ga op het zadel zitten
• zet één hiel op een pedaal
• draai de kruk tot het pedaal met uw hiel
in de laagste stand is en de kruk parallel
met de zitbuis is.
• uw been moet vrijwel recht zijn. Zo niet,
dan moet uw zadelhoogte worden
aangepast.
Om de zadelhoogte aan de passen, moet u de
bevestigingsbout van de zadelpen losdraaien
(zie afb. 10) en de zadelpen zo nodig naar
boven of naar beneden verplaatsen.
Controleer dan of het zadel parallel is met de
bovenbuis van de fiets en draai de
bevestigingsbout van de zadelpen weer
voldoende stevig vast, zodat u het zadel niet
scheef kunt draaien. Controleer de afstelling
op bovenstaande wijze. De zadelpen mag
NIET uitsteken achter de minimale
insteekmarkering van het frame (zie afb. 11).
OPMERKING:
Om de kwaliteit van het frame te kunnen
waarborgen, gebruikt Giant verschillende
soorten zadelpennen voor de Lafree Twist
heren- en damesfietsen. Het verschil tussen
de 2 soorten zadelpennen is de positie van de
minimale insteekmarkeringen. De minimale
insteeklengte van de zadelpen voor de
damesfiets is 15 cm. De minimale insteek-
lengte van de zitbalk voor de herenfiets is 10
cm. Denk hieraan als u een nieuwe zadelpen
nodig hebt. Let op als u zadelpen van dames-
en herenfietsen verandert.
bHorizontale afstelling.
Om de aangenaamste positie te vinden,
moet u de zadelklem losdraaien en het
zadel naar voren of naar achteren bijstellen
tot deze bij u past. Draai de zadelklem
weer vast. (Zie afb. 12).
cAfstelling van hellend zadel.
De meeste mensen prefereren een
horizontaal zadel, maar sommige fietsers
prefereren een zadel dat enigszins
omhoog of omlaag helt. Stel de schuine
stand van het zadel bij door de zadelklem
los te draaien, kantel het zadel naar de
gewenste stand en draai de zadelklem
weer vast. Zeer kleine veranderingen in de
zadelstand zullen veel verschil uitmaken.
Breng slechts één verandering tegelijk en
alleen in kleine stappen aan, tot u de
meest aangename positie voor uzelf hebt
gevonden.
WAARSCHUWING:
Als u een zadel hebt bijgesteld, zorg er dan
voor dat u het afstelmechanisme van het
zadel goed vastdraait alvorens te gaan
fietsen. Controleer periodiek of het
afstelmechanisme van het zadel goed is
vastgedraaid.
8
minimale
insteekmarkering
AFB. 10 AFB. 11 AFB. 12

3.3 Hoogte en hoek van stuur
Afstelbout voor stuurpenhoogte
Minimale insteekmarkering
Klembout voor stuurbocht
Afstelbout voor afstelling van juiste hoek
stuurpen
aHoogte van stuurpen.
U kunt de stuurpen hoger of lager zetten.
Draai de afstelbout voor de stuurpen los
(zie afb. 13) door deze drie of vier slagen
tegen de klok in te draaien. Als de bout
omhooggaat, maar de stuurpen niet
beweegt, tik de bout dan voorzichtig naar
beneden met een plastic of houten hamer.
Zet de stuurpen op de juiste hoogte en
loodrecht op het voorwiel. Draai de bout
naar het juiste draaimoment vast, zodat u
de stang en de stuurstangen niet kunt
draaien (zie paragraaf 8.3 “Aanhaal-
koppel”). De minimale insteekmarkering
mag NIET zichtbaar zijn.
OPMERKING:
Om de kwaliteit van het frame en de vork te
kunnen waarborgen, gebruikt Giant
verschillende soorten stuurpennen voor de
Lafree Twist heren- en damesfietsen. Het
verschil tussen de 2 soorten stuurpennen is
de positie van de minimale
insteekmarkeringen. De minimale
insteeklengte van de stuurpen voor de
damesfiets is 80 mm. De minimale
insteeklengte van de stuurpen voor de
herenfiets is 65 mm. Denk hieraan als u een
nieuwe stuurstang nodig hebt.
bHoek van stuur.
Door het stuur te kantelen, kunt u de
handvatten meer omhoog of omlaag
richten. Dit is een kwestie van persoonlijke
smaak. Draai de bout aan de voorkant van
de stuurstang los (klembout van stuur).
Kantel het stuur naar de gewenste positie.
Draai de bout naar het juiste draaimoment
vast (zie paragraaf 8.3 “Aanhaalkoppel”).
Controleer de positie van de remhand-
grepen en stel deze zo nodig bij.
cHoek van stuurstang.
Met de verstelbare stuurstang kunt u de
hoek van het verlengstuk van de stuurstang
bijstellen. Draai de afstelbout los en zet het
verlengstuk in de gewenste schuine stand.
Draai de bout naar het juiste draaimoment
vast (zie paragraaf 8.3 “Aanhaalkoppel”).
Controleer de hoek van het stuur en de
positie van de remhandgrepen en stel
deze zo nodig bij.
Nadat de stand van het stuur of de stang is
gewijzigd, dient u te controleren of de
stuurstangen vrij in beide richtingen kunnen
worden gedraaid zonder dat de remkabels
ergens achter blijven haken of verstrikt raken.
Het is essentieel om grondig te controleren of
uw stuur en de stuurpen stevig vastzitten
en niet kunnen worden verplaatst, nadat u
aanpassingen hebt uitgevoerd.
3.4 Veiligheidsuitrusting
3.4.1 Lichten
Lichten zijn belangrijke veiligheids-
voorzieningen die zijn ontworpen als een
integraal deel van de Lafree Twist. Als u na de
schemering fietst, moet u de lichten
aanzetten, waardoor u de weg kunt zien en
gevaren op de weg kunt voorkomen, en
waardoor anderen u kunnen zien.
9
stuurpenhoogte
afstelbout
minimale
insteekmarkering
afstelbout
stuurpen
klembout
AFB 13

10
3.4.2 Reflectors
Reflectors zijn belangrijke
veiligheidsvoorzieningen die zijn ontworpen
als een integraal deel van de Lafree Twist. De
reflectors zijn ontworpen om straatverlichting
en autolichten zodanig op te vangen en te
reflecteren dat u eerder als een rijdende
fietser wordt gezien en herkend.
VOORZICHTIG:
Controleer reflectors regelmatig om na te
gaan of deze schoon, recht, ongebroken en
stevig bevestigd zijn. Laat uw leverancier
beschadigde reflectors vervangen en
gebogen of losse reflectors rechtbuigen of
vastzetten.
3.4.3 Helm
Ons advies is om tijdens het fietsen altijd een
helm van een goede kwaliteit te dragen.
3.5 Mechanische
veiligheidscontroles
3.5.1 Moeren en bouten
Inspecteer de fiets van dichtbij, van de
voorkant tot de achterkant, om te zien of er
onderdelen versleten of beschadigd lijken.
Pak het stuur met beide handen vast en til
het voorwiel 5-10 cm van de grond, laat deze
dan stevig op de grond neerkomen, terwijl u
het stuur nog vasthoudt. Als er iets los klinkt,
voelt of lijkt, voer dan een snelle visuele en
tactiele inspectie van de hele fiets uit.
Probeer de bron van het geluid of duidelijk
losse onderdelen te vinden en zet deze vast.
Als u twijfelt, vraag dan iemand met ervaring
voor de inspectie of ga met uw Lafree Twist
naar uw bevoegde Lafree leverancier.
3.5.2 Banden en wielen
Controleer of de bandspanning goed is, door
uw hand direct op de bovenkant van elke
band afzonderlijk te plaatsen. Druk met een
rechte arm en directe neerwaartse druk de
band naar beneden en kijk naar de plek waar
de band de grond raakt. De band behoort
slechts zeer weinig te worden samengedrukt.
Als uw banden moeten worden opgepompt,
gebruik dan een normale staande fietspomp
(zie paragraaf 6.6.1: “Banden”). Als u een
compressor voor grote volumes moet
gebruiken, zoals men bij benzinestations
aantreft, voeg dan lucht in kleine
hoeveelheden toe, omdat deze compressors
zijn ontwikkeld om autobanden te vullen die
veel grotere volumes hebben dan
fietsbanden. Als er te veel druk ineens wordt
toegevoegd, kan de binnenband exploderen,
wat ernstige schade aan de buitenband en
ernstig letsel kan veroorzaken.
Draai elk wiel langzaam rond en kijk of er
sneden in het loopvlak en de zijwand van de
band zijn. Vervang beschadigde banden
alvorens op de fiets te rijden.
Draai elk wiel rond en controleer of de
remmen speling hebben en de velg niet heen
en weer wiebelt. Als een wiel heen en weer
wiebelt of de remblokken raakt, dient u de
fiets naar een bevoegde fietsenwinkel te
brengen om het wiel te laten uitlijnen.
VOORZICHTIG:
Wielen moeten worden “gericht” (uitgelijnd)
om de remmen effectief te laten werken.
Wielen narichten is een vaardigheid die
speciale gereedschappen en ervaring vereist.
Probeer geen wiel na te richten als u niet de
benodigde kennis en gereedschappen hebt
om het werk correct te kunnen uitvoeren.
3.5.3 Remmen
Inspecteer visueel of het kabeltraject van de
remmen goed is (zie afb. 14).
Knijp in de remgrepen. De remgrepen
behoren de remblokken ongeveer halverwege
hun boog te koppelen, of binnen circa 2,5 cm
van het handvat van het stuur. Om de uitslag
van de remgrepen te kunnen controleren,
dient u de handgreep te omsluiten met uw
duim en wijsvinger en vervolgens de
remhandgreep in te knijpen met de overige
drie vingers van elke hand. Als u de
hefbomen zo kunt inknijpen dat deze uw
wijsvinger raken, moet u uw remmen laten
bijstellen door een bevoegd
onderhoudscentrum.

11
Controleer of de remblokken van de remmen
volledig in contact komen met het remvlak
van de velg (zie afb. 15). Controleer ook of de
schoenen niet in contact komen met de
zijwand van de band, terwijl de rem wordt
gebruikt. Als u op de fiets rijdt terwijl de
remblokken de zijwand raken, zal de buiten-
band worden beschadigd en de binnenband
worden lekgeprikt, waardoor u de controle
kunt kwijtraken en kunt vallen. Rij niet op de
fiets als de remmen niet goed zijn afgesteld.
Zie paragraaf 6.4: “Remmen” voor meer
informatie.
WAARSCHUWING:
Rijden met onjuist afgestelde remmen of
versleten remblokken is gevaarlijk en kan
ernstig letsel veroorzaken.
3.5.4 Snel ontkoppelende onderdelen
Controleer of de snel ontkoppelende
hefboom voor het voorwiel goed is afgesteld
en in de vergrendelde stand staat. Zie
paragraaf 6.3: “Snelontkoppeling van
voorwiel” voor meer informatie.
WAARSCHUWING:
Als de snelontkoppeling van het wiel onjuist is
afgesteld, kan het wiel gaan wiebelen of kan
het van de fiets losraken, wat de fiets kan
beschadigen en ernstig letsel kan
veroorzaken.
3.5.5 Uitlijning van stuur en zadel
Zijn het zadel en de stuurpen correct op één
lijn met de bovenbuis van de fiets en zitten
deze voldoende stevig om deze niet scheef te
kunnen draaien?
OPMERKING:
Op een fiets rijden impliceert bepaalde
risico’s, waaronder schade en letsel. Door uw
keuze om te fietsen, aanvaardt u persoonlijke
verantwoordelijkheid voor die risico’s. De
mensen die u de fiets hebben verkocht, de
fabrikant, de distributeur en de mensen die de
wegen en paden beheren of onderhouden
waarover u fietst, zijn niet verantwoordelijk
voor uw daden. Daarom is het uitermate
belangrijk dat u de regels voor veilig en
verantwoord fietsen begrijpt en in de praktijk
toepast, en dat u zo nodig uw gezonde
verstand gebruikt.
AFB. 14 AFB. 15

12
4.1 De grondbeginselen
Voer de mechanische veiligheidscontroles uit
(zie paragraaf 3.5) alvorens op de Lafree Twist
te gaan fietsen.
4.2 Verkeersregels
Leer de lokale fietswetten en –voorschiften
kennen. Veel landen hebben speciale
voorschriften over toestemming geven aan
fietsen, het rijden op stoepen, wetten voor
het gebruik van fietspaden, etc. Veel landen
hebben wetten voor helmen, wetten voor
kinderzitjes en speciale verkeersregels voor
fietsen. In de meeste landen moet een fietser
zich aan dezelfde verkeersregels houden als
de bestuurder van een auto of motorfiets. Het
is uw verantwoordelijkheid de wetten te
kennen en u hieraan te houden.
4.3 In nat weer fietsen
Onder natte omstandigheden is het
remvermogen van uw remmen (evenals van
de remmen van andere weggebruikers)
verminderd en is de band-op-oppervlak-
hechting (“grip”) eveneens aangetast.
Hierdoor wordt het moeilijker de snelheid te
regelen en gemakkelijker de controle te
verliezen. Verminder onder natte
omstandigheden uw snelheid en gebruik uw
remmen eerder en geleidelijker dan u zou
doen onder normale, droge omstandigheden.
4.4 ’s Nachts fietsen
‘s Nachts fietsen is veel gevaarlijker dan
overdag fietsen.
WAARSCHUWING:
Het is gevaarlijk en kan ongelukken
veroorzaken om in de schemering, na het
donker of tijdens slechte zichtbaarheid te
fietsen zonder reflectoren en zonder een
verlichtingssysteem voor de fiets dat aan de
landelijke wetten voldoet.
Alvorens in de schemering of ‘s nachts te
fietsen, dient u het volgende te doen om uzelf
zichtbaarder te maken:
•Zorg ervoor dat uw fiets is uitgerust met
een correct geplaatst en betrouwbaar
gemonteerd verlichtingssysteem en met
reflectoren (zie paragraaf 3.4.1, 3.4.2 en
6.7).
•Zorg ervoor dat de lichten en de
reflectoren niet worden gehinderd door uw
kleding, door accessoires of door iets dat
u vervoert op de fiets.
4
VEILIG EN VERANTWOORD FIETSEN

13
5.1 Batterij verwijderen,
opladen en installeren
5.1.1 Algemeen
VOORZICHTIG:
Lees de volgende algemene
veiligheidsaanwijzingen voor het opladen of
het gerefreshed opladen van een Lafree Twist
batterij.
•Het laadgebied moet horizontaal, goed
geventileerd, vochtvrij en beschermd
tegen direct zonlicht zijn.
•Laad de batterij bij een
omgevingstemperatuur van 0°C - 40°C (als
de inwendige temperatuur van de batterij
lager dan 0°C of hoger dan 40°C is, blijft
de oplader in de stand-by-modus en kan
de batterij niet worden opgeladen).
•Probeer geen Twist batterij met een
kapotte of gebogen laadstekker op te
laden.
•Gebruik geen andere stroombron dan 220-
230 V~.
•Bedek de batterij niet tijdens het opladen
of het gerefreshed opladen.
•Als u een vreemde geur, damp of rook
opmerkt, stop dan onmiddellijk het
laadproces! Breng uw Lafree Twist fiets
naar uw bevoegde Lafree leverancier voor
onderhoud of vervanging.
•Als het bereik per oplading te kort wordt,
zelfs nadat de batterij is opgeladen (zie
paragraaf 5.1.3: “Refresh/opladen”), kan
het einde van de gebruiksduur van de
batterij zijn bereikt. Vervang de batterij door
een nieuwe. Als de NiMH-batterij in
overeenstemming met de richtlijnen in deze
handleiding is gebruikt, heeft deze een
gebruiksduur van meer dan 500 laadcycli.
•De batterij mag niet langer dan 24 uur
worden opgeladen of refreshed worden
opgeladen. Hierdoor zou de gebruiksduur
van de batterij aanzienlijk worden
verminderd.
5.1.2 Verwijderen, opladen, installeren
De batterij van de Twist kan zeer eenvoudig
worden verwijderd en opgeslagen. Voor het
opladen moet de batterij worden losgemaakt
van de fiets. Als dit niet op de juiste manier
wordt gedaan, kan de batterij worden
beschadigd.
Hoe de batterij moet worden verwijderd, op
de fiets moet worden geïnstalleerd en moet
worden opgeladen.
5
BATTERIJ EN OPLADER BEDIENEN
Stap 1. Pak de batterij vast en draai de sleutel van het
batterijslot tegen de klok in om deze te openen.
Stap 2. Verplaats de batterij 45º zijwaarts. Verwijder de greep
en pak de batterij uit de houder. Zie afb. 17.

14
Stap 3. Zet de batterij in een stabiele stand, zodanig dat de
energie-indicator zichtbaar is.
Stap 4. Verwijder de dop van de laadbus van de batterij, die
zich bevindt aan de onderkant van de batterij.
Stap 5. Steek de laadstekker in de laadbus van de batterij
met de pijl naar BOVEN.
Stap 6. Steek de netstekker in een elektrisch aansluitpunt
(220-230 V~) en controleer of alle polen volledig in de
stekkerbus zijn gestoken. Zie afb. 22. Houd de
omgeving waar de batterij wordt opgeladen, goed
geventileerd en vrij van afval of andere brandbare
voorwerpen om brand door vonken of oververhitting
te voorkomen.
Stap 7. DRUK NIET OP DE “REFRESH”-KNOP OP DE
OPLADER. Zie paragraaf 5.1.3 ”refreshed opladen”
(hieronder). Het lampje op de oplader zal ROOD
branden, wat aangeeft dat er elektriciteit in de batterij
stroomt. Eerst knippert het lampje enkele seconden
lang ROOD, dan geeft het continu ROOD licht tijdens
het opladen en knippert langzaam na ca. 4-5 uur (bij
volledige oplading), wat aangeeft dat de batterij de
volledige capaciteit heeft bereikt en het opladen is
voltooid.
pijl markering
Normaal opladen:
LICHT OP OPLADER HOE LANG DUURT HET? WAT GEBEURT ER?
1.ROOD licht knippert Slechts even
Opladen zal spoedig starten(“wacht”)
0,9 sec “aan”/0,1 sec “uit”
2.ROOD licht brandt Max. 4-5 uur Bezig met opladen
3.ROOD licht knippert Tot de netstekker is Opladen voltooid!
langzaam losgemaakt (“voltooiing”)
2 sec “aan” / 2 sec “uit”

15
Stap 8. Trek de netstekker uit het elektrische aansluitpunt.
Stap 9. Trek de laadstekker uit de batterij.
Stap 10. Bevestig de batterij op de fiets (stap 2 en 1 in
omgekeerde volgorde). Zorg ervoor dat de batterij is
geborgd in de “LOCK”-positie, zodat deze niet
zijwaarts kan bewegen.
5.1.3 Refreshed opladen
Lafree Twists oplader beschikt over het
vermogen om een batterij te laten refreshen.
Refreshen bestaat uit het proces de batterij
eerst volledig te ontladen alvorens deze weer
volledig op te laden. Dit proces is een
wezenlijke stap voor de verlenging van de
gebruiksduur van Twists batterijen.
Refreshed opladen duurt langer dan normaal
opladen. Afhankelijk van de hoeveelheid
energie die nog in de batterij aanwezig is, kan
het proces ongeveer 15 uur duren.
Refreshed opladen dient frequent te worden
gedaan.
Dit proces moet worden uitgevoerd na elke
15 keer normaal opladen, maar minstens
eens per 3 maanden.
Dit gebeurt als volgt:
Stap 1. Pak de batterij vast en draai de sleutel van het
batterijslot tegen de klok in om deze te openen.
Stap 2. Verplaats de batterij 45º zijwaarts. Verwijder de greep
en pak de batterij uit de houder.
Stap 3. Zet de batterij in een stabiele stand, zodanig dat de
energie-indicator zichtbaar is.
Stap 4. Verwijder de dop van de laadbus van de batterij, die
zich bevindt aan de onderkant van de batterij.

16
Stap 5.Steek de laadstekker in de laadbus van de batterij
met de pijl naar BOVEN.
Stap 6. Steek de netstekker in een elektrisch aansluitpunt
(220-230 V~) en controleer of alle polen volledig in de
stekkerbus zijn gestoken. Zie afb. 22. Houd de
omgeving waar de batterij wordt opgeladen, goed
geventileerd en vrij van afval of andere brandbare
voorwerpen om brand door vonken of oververhitting
te voorkomen.
Stap 7. Het lampje op de oplader zal ROOD branden, wat
aangeeft dat er elektriciteit in de batterij stroomt.
Eerst knippert het lampje enkele seconden lang
ROOD.
DRUK OP DE “REFRESH”-KNOP OP DE
OPLADER.
Zie afb. 23 en 28. De lichtdiode van de oplader zal
continu GROEN branden, wat aangeeft dat de
batterijen worden ontladen / geregenereerd
Stap 8. Het licht gaat over van GROEN in ROOD, wat
aangeeft dat het regenereren is voltooid en de batterij
weer zal worden opgeladen.
Stap 9. Als het RODE licht overgaat van continu branden in
langzaam knipperen, heeft de batterij z’n volledige
vermogen bereikt.
Refreshed opladen:
pijl markering
LICHT OP OPLADER HOE LANG DUURT HET? WAT GEBEURT ER?
1.ROOD licht knippert Slechts even
Opladen zal spoedig starten(“wacht”)
0,9 sec “aan”/0,1 sec “uit”
2
Druk op “REFRESH”-knop op de oplader
3.GROEN licht brandt Max. 10 uur Ontladen / refreshen
4.ROOD licht brandt Max. 4-5 uur Bezig met opladen
5ROOD licht knippert Tot de netstekker is Opladen voltooid!
2 sec “aan” / 2 sec “uit” losgemaakt (“voltooiing”)

** Opmerking 2: Ook de laadtijd is slechts een
indicatie. De werkelijke laadtijd hangt af van de
leeftijd van de batterij en het aantal keren dat deze
is opgeladen / ontladen. Bij oudere batterijen kan er
een langere laadtijd nodig zijn.
17
5.1.4 Energie-indicator
De beschikbare hoeveelheid energie wordt
aangegeven via een reeks lichtdiodes (LED’s)
op de batterij. (zie afb. 16 en 17). De indicator
gaat branden als u de “PUSH”-knop indrukt.
Na een volledige oplading zullen alle vijf
LED’s branden. Als er energie wordt gebruikt,
zullen er minder LED’s branden. Het licht van
de LED’s zal na enkele seconden uitgaan.
5.1.5 Batterijvermogen, bereik en laadtijd
* Opmerking 1: Het overgebleven bereik is slechts
een indicatie. De aangegeven getallen zijn
gebaseerd op fietsen in de “normale” modus. Het
werkelijke overgebleven bereik hangt af van de
geselecteerde modus (“ECO” of “normaal”),
weersomstandigheden, rijstijl, gekozen versnelling,
etc. Zie paragraaf 5.1.6: “Bereik”.
Stap 10.Trek de netstekker uit het elektrische aansluitpunt. Zie
afb. 22.
Stap 11 Trek de laadstekker uit de batterij. Zie afb. 25.
Stap 12
Bevestig de batterij op de fiets (stap 2 en 1 in
omgekeerde volgorde). Zorg ervoor dat de batterij is
geborgd in de “LOCK”-positie, zodat deze niet
zijwaarts kan bewegen. Zie afb. 26 en 27.
AFB. 16 AFB. 17
Knipperende LED’s
Beschikbare energie
Overgebleven bereik* Laadtijd**
1 (knipperend) Minder dan 1% < 1 km. 4 – 5 uur
11– 20% < 5 km. 3 – 4 uur
221 – 40% 5 – 15 km. 2 – 3 uur
341 – 60% 10 – 20 km. 1.5 – 2 uur
461 – 80% 15 – 25 km. 1 – 1.5 uur
581 ~ 100% 20 ~ 35 km. 0.5 – 1 uur

5.1.6 Bereik
Het bereik is de afstand die u kunt fietsen
met behulp van elektrische ondersteuning op
één lading. Dit is afhankelijk van veel
verschillende factoren die kunnen worden
verdeeld in 2 groepen:
•Vermogen en conditie van de batterij
•De fietsomstandigheden en de toestand
van de fiets.
Een overzicht van dingen die rechtstreeks
invloed hebben op de afstand die u kunt
afleggen:
1. Leeftijd van de batterij: als de batterij
ouder wordt, neemt het vermogen af. Dus
met een gloednieuwe, goed geladen
batterij kunt u een langere afstand afleg-
gen dan met een batterij die 1 jaar oud is.
2. Aantal batterijladingen: het rijbereik neemt
af na een aantal nieuwe batterijopladingen.
Dit kan gedeeltelijk worden
gecompenseerd door “Refreshed opladen”
(zie paragraaf 5.1.3).
3. De temperatuur: het prestatievermogen
van de batterij hangt af van de
temperatuur. Als het kouder is, is het
vermogen van de batterij minder, waardoor
u niet de maximale afstand kunt bereiken
met uw Lafree.
4. De wind: het is logisch dat, als u met
sterke tegenwind rijdt, de Lafree meer
energie gebruikt dan zonder wind,
waardoor het bereik dus korter wordt.
5. Het terrein (vlak, steile heuvels, hellingen,
bestrating): hetzelfde als vorig punt (4), als
u bergop of op een ruw wegdek rijdt,
gebruikt de motor meer energie dan op
vlakke of gladde wegen.
6. Het gewicht en de bagage van de fietser:
voor een lichte fietser zonder extra bagage
is minder energie nodig dan voor een
zware fietser of een fietser met bagage.
7. Aantal keren stoppen en starten: rijden in
druk verkeer of in de stad met veel
verkeerslichten betekent dat u veel vaker
moet stoppen en starten in vergelijking
met rijden op het platteland. Vanwege de
verbruikte energie tijdens de acceleratie
wordt het rijbereik korter als het aantal
keren stoppen en starten toeneemt.
8. Slim gebruik van versnellingen: er zal
energie (van de fietser, maar ook van de
batterij) worden bespaard als de
versnellingen op de fiets op de juiste
manier worden gebruikt. Vooral optrekken
en bergop rijden moeten in een lage
versnelling worden gedaan, evenals bij
autorijden. Begin in 1e versnelling te rijden
en schakel naar de 2e en 3e versnelling als
de snelheid toeneemt. Dit helpt energie te
besparen en het bereik te vergroten.
9. Kwaliteit en toestand van onderdelen van
de fiets, zoals- banden met te lage druk of
goed opgepompte banden- een vuile,
geroeste, droge ketting of een schone en
goed gesmeerde ketting. Slecht onderhoud
verhoogt de weerstand en door de extra
benodigde energie raakt uw batterij sneller
leeg.
Het moge duidelijk zijn dat zeer moeilijk valt
te zeggen hoe ver u met uw elektrisch
ondersteunde Twist kunt rijden met een volle
batterij, gewoon omdat er te veel invloedrijke
factoren zijn.
Onder de best mogelijke omstandigheden
kunt u de volgende afstanden afleggen:
•max. 25 – 35 km in de “normale” modus
•max. 30 – 40 km in de “ECO”-modus.
In de “Eco”-modus is het hulpvermogen
ongeveer de helft van de normale modus. Het
kan het energieverbruik verminderen en het
bereik vergroten. De “ECO”-modus
vermindert het energieverbruik en vergroot
het bereik met ca. 50%.De hier genoemde
ritafstanden zijn slechts een zeer ruwe
indicatie. In sommige gevallen stopt de
elektrische ondersteuning reeds voordat de
20 km-markering is bereikt, terwijl iemand
anders onder andere omstandigheden
mogelijk meer dan 40 km kan rijden.
Kort overzicht van aanbevelingen voor
een groot bereik:
•Laad de batterij op kamertemperatuur (15
– 25°C)
•Probeer de batterij zo leeg mogelijk te
rijden alvorens deze opnieuw op te laden
•Refreshed opladen na elke 15 keer
normaal opladen, maar minstens eens per
3 maanden
18
Table of contents
Languages:
Other Giant Bicycle manuals

Giant
Giant DEFY 1 User manual

Giant
Giant TWIST FREEDOM DX User manual

Giant
Giant PROFESSIONAL GRADE User manual

Giant
Giant REIGN X0 User manual

Giant
Giant CYPHER 2 2 User manual

Giant
Giant SEEK Series User manual

Giant
Giant Anthem 29 Series User manual

Giant
Giant XTC 29ER 1 User manual

Giant
Giant SUEDE DX User manual

Giant
Giant TWIST FREEDOM DX User manual

Giant
Giant AC BIKES-2001 User manual

Giant
Giant METHOD 16 Owner's manual

Giant
Giant AVAIL ADVANCED 1 User manual

Giant
Giant FAITH - SERVICE User manual

Giant
Giant TRIPLE X CS 1 LDS User manual

Giant
Giant RINCON Bicyle User manual

Giant
Giant YUKON User manual

Giant
Giant FCR 2 User manual

Giant
Giant AVAIL ALLIANCE User manual

Giant
Giant DEFY 0 User manual