inventum BC26 User manual

BLOEDDRUKMETER - BLUTDRUCKMESSGERÄT
TENSIOMÈTRE - BLOOD PRESSURE MONITOR
0344
Hersteller Beurer GmbH • Söingerstraße 218 • 89077 ULM (Deutschland) • Artikelnummer BM16

NEDERLANDS DEUTSCH
Klein huishoudelijke apparaten horen
niet in de vuilnisbak. Breng ze naar de
betreffende afvalverwerkingsafdeling
van uw gemeente.
Apparaatclassicatie type BF
Lees s.v.p. de gebruiksaanwijzing!
Beschrijving van het apparaat pagina 4
1. Inleiding pagina 5
2. Veiligheidsvoorschriften pagina 5
3. Batterijen plaatsen/vervangen pagina 6
4. Datum en tijd instellen pagina 7
5. Het aanleggen van de manchet pagina 8
6. De juiste lichaamshouding pagina 8
7. Bloeddruk meten pagina 8
8. Weergave van de opgeslagen waarden pagina 9
9. Foutmeldingen pagina 9
10. Informatie over de bloeddruk pagina 10
11. Tabel voor de bloeddrukwaarden pagina 10
12. Reiniging & onderhoud pagina 11
13. Technische gegevens pagina 11
Garantie & service pagina 36
| INHOUDSOPGAVE
Elektro Haushaltgeräte gehören nicht
in den Hausmüll. Entsorgen Sie diese
über Ihren Elektrofachhändler oder Ihre
örtliche Wertstoff Sammelstelle.
Geräteklassikation Typ BF
Bitte lesen Sie die Gebrauchsanleitung!
Gerätebeschreibung Seite 12
1. Kennenlernen Seite 13
2. Sicherheitshinweise Seite 13
3. Batterien einsetzen/wechseln Seite 14
4. Datum & Uhrzeit einstellen Seite 15
5. Manschette anlegen Seite 15
6. Richtige Körperhaltung beim messen Seite 16
7. Blutdruck messen Seite 16
8. Anzeige der gespeicherten Werte Seite 17
9. Fehlermeldungen Seite 18
10. Information über den Blutdruck Seite 18
11. Tabelle von Blutdruckwerten Seite 18
12. Reinigung & Pege Seite 19
13. Technische Angaben Seite 19
Garantie & Service Seite 37
| INHALTSANGABE
2

FRANÇAIS ENGLISH
Les petits appareils domestiques doivent
être mis au rebut dans des conteneurs
spéciaux ou aux points de collecte réservés
à cet usage.
Classication de l’appareil: type BF
Veuillez lire le mode d’emploi!
Description de l’appareil page 20
1. Présentation page 21
2. Consignes de sécurité page 21
3. Introduction des piles page 22
4. Réglage de la date & de l’heure page 23
5. Posez du brassard page 23
6. Effectuer la mesure en position page 24
7. Mesure de la pression artérielle page 24
8. Afchage des valeurs mémorisées page 25
9. En cas d’erreurs page 26
10. A propos de la pression sanguine page 26
11. Tableau des valeurs de la tension artérielle page 26
12. Nettoyage page 27
13. Données techniques page 27
Garantie & service page 38
| TABLE DES MATIÈRES
Small household appliances don't
belong in the garbage. Deliver them
to your local authority service.
Device classication type BF
Please read the instructions for use!
Unit description page 28
1. Introduction page 29
2. Safety instructions page 29
3. Inserting/ changing batteries page 30
4. Setting date & time page 31
5. Applying the cuff page 31
6. Correct measurement position page 32
7. Measuring blood pressure page 32
8. Display of the saved readings page 33
9. Troubleshooting page 33
10. Information about blood pressure page 34
11. Table of blood pressure values page 34
12. Cleaning & care page 35
13. Technical data page 35
Guarantee & service page 39
| CONTENT
3

Beschrijving van het apparaat
A. Manchet
B. Manchetconnector
C. Aansluiting voor de manchetconnector
D. Aansluiting voor netadapter
(niet bijgeleverd)
E. Display
F. AAN/UIT/START-knop
G. Geheugenknop M
H. Datum-/tijdtoets ,
I. Gebruikerskeuzetoets
Uitleg van het display
1. Gebruikersgeheugen
2. Geheugenvolgnummer
3. Batterij bijna leeg symbool
4. Hartslagsymbool
5. Datum-/ tijdaanduiding
6. Systolische druk - bovendruk
7. Diastolische druk - onderdruk
8. Pols (hartslag)
9. Foutsymbool
NEDERLANDS
4

• Lees eerst de gebruiksaanwijzing aandachtig en
geheel door voordat u de bloeddrukmeter gaat
gebruiken en bewaar deze zorgvuldig voor latere
raadpleging.
• Meet uw bloeddruk altijd op hetzelfde tijdstip
van de dag, zodat de waarden kunnen worden
vergeleken.
• Rust vóór elke meting ongeveer 5 minuten uit!
• Wacht 5 minuten tussen twee metingen!
• De waarden die u zelf hebt gemeten zijn louter
informatief en maken een onderzoek door
een arts niet overbodig! Bespreek de gemeten
waarden met uw arts, en leid er in geen geval zelf
medische beslissingen uit af (bv. met betrekking tot
geneesmiddelen en de dosering ervan)!
• Ingeval van een slechte bloeddoorstroming aan een
arm wegens een chronische of acute vaatziekte
(bv. vaatvernauwing), is de nauwkeurigheid van de
meting beperkt.
• Bij personen met hart- en vaatziekten, een lage
bloeddruk, een slechte bloeddoorstroming en
hartritmestoornissen kunnen foutieve metingen
optreden.
Gebruiksaanwijzing Inventum bloeddrukmeter BC26
Lees eerst de gebruiksaanwijzing aandachtig en geheel
door voordat u het apparaat gaat gebruiken en bewaar
deze zorgvuldig voor latere raadpleging.
NEDERLANDS
1 | INLEIDING
Met de elektronische polsbloeddrukmeter kunt u snel
en eenvoudig uw bloeddruk meten, de meetwaarden
opslaan en het verloop en gemiddelde van de
meetwaarden weergeven. Deze bloeddrukmeter is
ontworpen voor de niet-invasieve meting en controle
van de arteriële (slagaderlijke) bloeddruk. De
bloeddrukmeter is in overeenstemming met de
vereisten van de Europese richtlijn voor medische
producten, de Duitse wet inzake medische producten
en de Europese normen EN1060-1(niet-invasieve
bloeddrukmeters deel 1: Algemene vereisten) en
EN1060-3 (niet-invasieve bloeddrukmeters deel 3:
Aanvullende voorschriften voor elektromechanische
bloeddrukmeetsystemen).
5
2 | VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN

gegarandeerd dat de bloeddrukmeter perfect werkt.
• Dit apparaat is bestemd voor het meten van de
bloeddruk/de hartslag aan de bovenarm van
volwassenen.
• Dit apparaat is niet bestemd voor industrieel of
klinisch gebruik.
• Dompel de bloeddrukmeter nooit onder in water of
andere vloeistoffen.
• Hebt u nog vragen over het gebruik van het
apparaat, neem dan contact op met het bedrijf
waar u het apparaat hebt gekocht of met de
klantenservice van Inventum.
• Verwijder het deksel van het batterijvak, aan de
achterzijde van het apparaat. Plaats 4 alkaline-
batterijen, type AA, 1,5 Volt. Let op dat de
batterijen overeenkomstig met de aanduiding van
de plus- en
minpolen
geplaatst
worden. Er
mogen geen
oplaadbare
batterijen
gebruikt
worden.
• De bloeddrukmeter bevat precisie-onderdelen en
elektronische componenten. De nauwkeurigheid
van de meetwaarden en de levensduur van de
bloeddrukmeter zijn afhankelijk van hoe zorgvuldig u
omspringt met de bloeddrukmeter:
- bescherm de bloeddrukmeter tegen stoten en laat
hem niet vallen,
- bescherm de bloeddrukmeter tegen vocht, laat
hem niet vuil worden en stel hem niet bloot aan
grote temperatuurschommelingen en direct
zonlicht,
- gebruik de bloeddrukmeter niet in de nabijheid van
een sterk elektromagnetisch veld (dus ook niet in
de buurt van een radiozender of GSM).
• Druk niet op de toetsen als de manchet niet om uw
bovenarm zit.
• Gebruik de bloeddrukmeter alleen bij personen
met een bovenarmomvang die binnen het voor het
apparaat aangegeven bereik ligt.
• Als de bloeddrukmeter geruime tijd niet wordt
gebruikt, kunt u het beste de batterijen verwijderen.
• Houd de batterijen buiten het bereik van kinderen
en werp ze niet weg met het huisvuil.
• Breng lege batterijen naar een hiervoor voorziene
inzamelplaats.
• De bloeddrukmeter mag niet worden geopend.
Doet u dit toch, vervalt de garantie. U mag de
bloeddrukmeter niet zelf repareren of afstellen.
Doet u dit toch dan kan niet meer worden
6
3 | BATTERIJEN PLAATSEN/VERVANGEN

• Sluit het deksel van het batterijvak weer zorgvuldig.
• Nu kunt u de datum en de tijdsaanduiding instellen.
Als het batterijvervangsymbool permanent
zichtbaar is, is meten niet meer mogelijk en
moeten alle batterijen worden vervangen. Zodra
de batterijen verwijderd zijn uit het apparaat moet
de tijdsaanduiding opnieuw worden ingesteld. De
vastgestelde meetwaarden gaan verloren.
De verbruikte, volkomen lege batterijen dienen
via de speciaal gekenmerkte inzamelbakken, de
inzamelpunten voor gevaarlijk afval of via de
elektriciteitshandelaar te worden opgeruimd.
Opmerking: Deze tekens vindt u op batterijen, die
schadelijke stoffen bevatten: Pb = de batterij bevat
lood, Cd = de batterij bevat cadmium, Hg = de batterij
bevat kwik. De meegeleverde batterijen van dit
apparaat bevatten geen schadelijke stoffen.
U kunt dit apparaat ook in combinatie met een
netvoeding gebruiken. Er mogen dan echter geen
batterijen in het batterijvak aanwezig zijn. De
adapter is via de consumentenservice van Inventum
te verkrijgen of via uw handelaar. De netvoeding
mag alleen op de op het typeplaatje aangegeven
netspanning worden aangesloten. Zodra u de adapter
er uittrekt, verliest de bloeddrukmeter datum, tijd en
alle vastgestelde meetwaarden.
7
U moet de datum en tijd instellen zodat de
meetwaarden kunnen worden opgeslagen met
vermelding van datum en tijd en zodat u ze later kunt
oproepen. Druk op de toetsen “ ” en “ ” om de
maand in te stellen. Druk dan achtereenvolgens op de
toetsen “ ” en “ ”, voor het instellen van
datum, uren, minuten en op “ ” om de invoer te
bevestigen. De tijd wordt in 12 uur formaat
weergegeven, d.w.z. dat de tijd 13.00 uur als 1:00 pm
wordt aangegeven.
Leg de manchet aan rond de
ontblote linker bovenarm. De
doorbloeding van de arm mag
niet worden belemmerd door
te nauwe kleding en dergelijke.
De manchet moet zo op de
bovenarm worden geplaatst
dat de onderste rand zich 2-3
cm boven de elleboogplooi en
boven de slagader bevindt. De
slang wijst nu naar het midden
van de handpalm.
4 | DATUM EN TIJD INSTELLEN
5 | HET AANLEGGEN VAN DE MANCHET

Leg nu het vrije uiteinde van
de manchet goed aansluitend,
maar niet té strak, rond de
arm en sluit het klittenband.
De manchet moet zo strak zijn
aangelegd, dat er nog twee
vingers onder de manchet
kunnen worden gebracht.
Steek nu de manchetslang
in de aansluiting voor de
manchetconnector. De
bloeddrukmeter mag alleen in
combinatie met de originele
bloeddrukmanchet worden
toegepast.
De manchet is geschikt voor een
bovenarmomvang van 24 tot 36
cm. Een grotere manchet voor een bovenarmomvang
van 34 tot 46 cm is via de consumentenservice van
Inventum of via uw handelaar verkrijgbaar.
7 | BLOEDDRUK METEN
8
U kunt de meting zowel zittend als staand of liggend
uitvoeren. Let er in elk geval op dat de manchet zich
op harthoogte bevindt. Om correcte meetresultaten
te verkrijgen, is het belangrijk dat u zich tijdens de
meting rustig houdt en niet spreekt.
• Leg de manchet aan zoals eerder beschreven en
neem de houding aan waarin u de meting wilt
uitvoeren.
• Druk op de toets Gebruikerskeuze om een
geheugen te kiezen en druk 2x op de toets om
met de meting in het gewenste gebruikersgeheugen
te beginnen. Na het testen van het display, waarbij
alle cijfers verlicht zijn, wordt de manchet
automatisch opgepompt. Tijdens het oppompen
6 | DE JUISTE LICHAAMSHOUDING

geeft het apparaat al meetwaarden weer die voor de
inschatting van de benodigde oppompdruk dienen.
Mocht deze druk niet toereikend zijn, dan pompt
het apparaat automatisch 40 mmHg na (Real Fuzzy
Logic).
• Vervolgens wordt de druk in de manchet langzaam
afgebouwd en de polsdruk gemeten.
• Wanneer de meting klaar is, wordt de overige
luchtdruk zeer snel afgebouwd. De pols, de
systolische en de diastolische bloeddruk worden
weergegeven.
• Het apparaat heeft ongeveer 5 seconden nodig om
de gemiddelde meetwaarde vast te stellen.
• Zet de bloeddrukmeter vervolgens uit met de
powerknop. Wanneer u het apparaat vergeet uit
te zetten, wordt het na ca. 1 minuut automatisch
uitgeschakeld.
Wacht tenminste 5 minuten tot de volgende meting!
De bloeddrukmeter slaat automatisch de
bloeddrukwaarden van de laatste 50 metingen op. Als
alle 50 geheugenplaatsen bezet zijn, wordt telkens de
oudste waarde gewist als u een nieuwe waarde
opslaat. U kunt de inhoud van het geheugen als volgt
weergeven:
• Druk op de toets Gebruikerskeuze , om
8 | WEERGAVE VAN DE OPGESLAGEN WAARDEN
9
een gebruikersgeheugen te kiezen en druk een paar
maal op de M-toets om van het ene naar het andere
geheugen over te schakelen.
• De opgeslagen meetgegevens worden doorlopend
opgeslagen.
• Om de bloeddrukmeter uit te schakelen drukt u
opnieuw op de AAN/UIT-toets.
• Wanneer u het apparaat vergeet uit te zetten, wordt
het na ca. 1 minuut automatisch uitgeschakeld.
Waarden in het geheugen wissen: druk op de toets
Gebruikerskeuze om een gebruikers-
geheugen te kiezen en houd de M-toets ca. 5
seconden ingedrukt. De gegevens in de beide
gebruikersgeheugens 1 en 2 worden ook gewist als één
van de batterijen wordt verwijderd.
Foutmeldingen kunnen optreden als:
• de bloeddrukwaarde buitengewoon hoog of laag is (in
het display verschijnt EE),
• u tijdens het meten beweegt of praat (in het display
verschijnt EE),
• de manchetslang niet volgens de voorschriften
aangesloten is (in het display verschijnt E1),
• het oppompen langer dan 20 seconden duurt (in het
display verschijnt E1),
9 | FOUTMELDINGEN

Bereik Systolische
bloeddruk
Diastolische
bloeddruk
Maatregel
Hypotonie (lage
bloeddruk)
minder dan 105 minder dan 60 Controle bij
uw arts
Normaal 105 - 120 60 - 80 Zelf controleren
Prehypertensief
bloeddrukbereik (*)
120 - 140 80 - 90 Controle bij
uw arts
Hypertonie - Hoge
bloeddruk graad I
140 - 160 90 - 100 Raadpleeg
uw arts
Hypertonie - Hoge
bloeddruk graad II
meer dan 160 meer dan 100 Raadpleeg
uw arts
* Bloeddrukbereik dat kan overgaan in hoge bloeddruk Bron: JNC 2003
• de oppompdruk hoger dan 300 mmHg is (in het
display verschijnt E2),
• bij het vaststellen van de meetwaarde een fout
optreedt (in het display verschijnt E3).
Als een foutbericht verschijnt, wacht u even en voert
u een nieuwe meting uit.
De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) en het
National High Blood Pressure Education Program
Coordinating Committee (coördinatiecommissie
voor nationale programma’s voor uitleg over hoge
bloeddruk) hebben standaardwaarden voor de
bloeddruk ontwikkeld voor de herkenning van
bloeddrukwaarden met een hoog en een gering risico.
Deze standaardwaarden dienen echter alleen als
algemene richtlijn, omdat de individuele bloeddruk
bij verschillende personen en in verschillende
leeftijdsgroepen etc. afwijkt. Het is belangrijk dat
u uw arts regelmatig raadpleegt. Uw arts deelt u uw
individuele waarde voor een normale bloeddruk mee
en de waarde waarboven de hoogte van de bloeddruk
als gevaarlijk moet worden beschouwd.
10 | INFORMATIE OVER DE BLOEDDRUK
10
11 | TABEL VOOR DE CLASSIFICATIE VAN
BLOEDDRUKWAARDEN (mmHg)VOOR
VOLWASSENEN

Meetonzekerheid max. toegelaten standaard-
afwijking volgens klinische
controle: systolisch: 8 mmHg /
diastolisch: 8 mmHg
Geheugen 2 x 50 geheugenposities
Afmeting L 156 x B 105 x H 74,5 mm
Gewicht ca. 330 g.
Manchetmaat voor een bovenarmomvang van 24
tot 36 cm
Temperatuurbereik +10°C tot +40°C max. en
voor goede werking ≤ 85% luchtvochtigheid
Temperatuurbereik -10°C tot +60°C max. en
voor bewaring ≤ 95% luchtvochtigheid
Stroomvoorziening 4 x 1,5 V AA (alkalinebatterij
type LR6).
Toebehoren Opbergtas, gebruiksaanwijzing,
4 x AA batterijen
Classicatie Toepassingsdeel type BF
Uitleg van symbolen Toepassingsdeel type BF
Opgelet! Lees de
gebruiksaanwijzing
Wijziging van de technische gegevens om redenen van
actualisatie is zonder inkennisstelling mogelijk.
• Reinig de bloeddrukmeter voorzichtig, en gebruik
hiervoor uitsluitend een licht bevochtigd doekje.
• Gebruik geen reinigings- of oplosmiddelen.
• Dompel de bloeddrukmeter nooit onder in water,
omdat anders water kan binnendringen en de
bloeddrukmeter wordt beschadigd.
• Als u het apparaat voor langere tijd wilt bewaren,
mogen er geen zware voorwerpen op staan.
Verwijder de batterijen uit het apparaat. De
manchetslang mag niet scherp geknikt worden.
• Bewaar de bloeddrukmeter altijd in de bijgeleverde
opbergdoos.
Type BC26
Meetmethode niet-invasieve, oscillometrische
bloeddrukmeting aan de
bovenarm
Meetbereik druk: 0 tot 280 mmHg, systolisch:
20-280 mmHg, diastolisch: 20-280
mmHg, pols: 40-180 slagen/minuut
Precisie van de systolisch ± 3 mmHg /
bloeddrukweergave diastolisch: ± 3 mmHg / pols: ±
5% van de aangegeven waarde
13 | TECHNISCHE GEGEVENS
11
12 | REINIGING & ONDERHOUD

DEUTSCH
Gerätebeschreibung
A. Manschette
B. Manschettenstecker
C. Anschluss für Manschettenstecker
D. Anschluss für Netzadapter
(nicht mitgeliefert)
E. Display
F. EIN/AUS/START-Taste
G. Speichertaste M
H. Taste Datums- /Zeiteinstellung ,
I. Taste Benutzerauswahl
Erklärungen des Displays
1. Benutzerspeicher
2. Speichersequenznummer
3. Symbol Schwache Batterie
4. Herzschlagsymbol
5. Datums-/ Zeitanzeige
6. Systolischer Druck
7. Diastolischer Druck
8. Puls
9. Fehlersymbol
12

Gebrauchsanleitung Inventum Blutdruckmessgerät BC26.
Lesen Sie diese Gebrauchsanleitung sorgfältig durch,
bevor Sie das Gerät in betrieb nehmen und für
späteren Gebrauch aufbewahren.
Mit dem Blutdruckcomputer können Sie schnell und
einfach Ihren Blutdruck messen, die Messwerte
abspeichern und den Verlauf und Durchschnitt der
Messwerte anzeigen lassen.
Das Gerät dient zur nicht invasiven Messung und
Überwachung Ihrer arteriellen Blutdruckwerte.
Das Gerät entspricht den Anforderungen der
europäischen Richtlinie für Medizinprodukte, dem
Medizinproduktegesetz, sowie den europäischen
Normen EN1060-1 (nicht invasive Blutdruckmessgeräte
Teil 1: Allgemeine Anforderungen), EN1060-3 (nicht
invasive Blutdruckmessgeräte Teil 3: Ergänzende
Anforderungen für elektromechanische
Blutdruckmesssysteme).
DEUTSCH
1 | KENNENLERNEN
• Lesen Sie diese Gebrauchsanleitung sorgfältig
durch, bevor Sie das Gerät in betrieb nehmen und
für späteren Gebrauch aufbewahren.
• Messen Sie Ihren Blutdruck immer zu gleichen
Tageszeiten, um eine Vergleichbarkeit der Werte zu
gewährleisten.
• Ruhen Sie sich vor jeder Messung ca. 5 Minuten aus!
• Zwischen zwei Messungen sollten Sie 5 Minuten
warten!
• Die von Ihnen selbst ermittelten Messwerte können
nur zu Ihrer Information dienen – sie ersetzen
keine ärztliche Untersuchung! Besprechen Sie Ihre
Messwerte mit dem Arzt, begründen Sie daraus auf
keinen Fall eigene medizinische Entscheidungen (z.B.
Medikamente und deren Dosierungen)!
• Bei Einschränkungen der Durchblutung an
einem Arm auf Grund chronischer oder akuter
Gefäßerkrankungen (unter anderem
Gefäßverengungen), ist die Genauigkeit der Messung
eingeschränkt.
• Es kann zu Fehlmessungen bei Erkrankungen des
Herz-Kreislaufsystems kommen, ebenso bei sehr
2 | SICHERHEITSHINWEISE
13

niedrigem Blutdruck, Durchblutungs- und
Rhythmusstörungen sowie bei weiteren
Vorerkrankungen.
• Das Blutdruck-Messgerät besteht aus Präzisions- und
Elektronik-Bauteilen. Die Genauigkeit der Messwerte
und Lebensdauer des Gerätes hängt ab vom
sorgfältigen Umgang:
- Sie sollten das Gerät vor Stößen schützen und nicht
fallen lassen,
- vor Feuchtigkeit, Schmutz, starken
Temperaturschwankungen und direkter
Sonneneinstrahlung schützen,
- nicht in der Nähe von starken elektromagnetischen
Feldern benutzen, also fern halten von Funkanlagen
oder Mobiltelefonen.
• Drücken Sie nicht auf Tasten, solange die Manschette
nicht angelegt ist.
• Verwenden Sie das Gerät nur bei Personen mit dem
für das Gerät angegebenen Umfangbereich des
Oberarms.
• Falls das Gerät über einen längeren Zeitraum nicht
benutzt wird, wird empfohlen die Batterien zu
entfernen.
• Batterien dürfen nicht in die Hände von Kindern
gelangen und gehören nicht in den Hausmüll.
• Bitte entsorgen Sie die verbrauchten Batterien an
den dafür vorgesehenen Sammelstellen.
• Öffnen Sie das Gerät nicht. Bei nicht beachten
erlischt die Garantie. Das Gerät darf nicht selbst
repariert oder justiert werden. Eine einwandfreie
Funktion ist in diesem Fall nicht mehr gewährleistet.
• Dieses Gerät ist zur Blutdruck/Pulsmessung am
Oberarm von erwachsenen Menschen bestimmt.
• Das Gerät ist nur für den in dieser
Gebrauchsanweisung angegebenen Zweck bestimmt.
• Das Gerät nie in Wasser oder andere Flüssigkeiten
tauchen.
• Reparaturen dürfen nur von autorisierten
Servicestellen vorgenommen werden. Ansonsten
erlischt der Garantieanspruch.
• Sollten Sie noch Fragen zur Anwendung unserer
Geräte haben, so wenden Sie sich bitte an Ihren
Händler oder an den Inventum Kundenservice.
• Entfernen Sie den Batteriefachdeckel auf der
Rückseite des Gerätes. Legen Sie 4 Batterien vom
Typ Alkaline AA 1,5 V ein. Achten Sie unbedingt
darauf, dass die Batterien entsprechend der
Kennzeichnung
mit korrekter
Polung
eingelegt
werden. Es
dürfen keine
3 | BATTERIEN EINSETZEN/WECHSELN
14

wiederauadbaren Batterien verwendet werden.
• Schließen Sie den Batteriefachdeckel wieder
sorgfältig. Nun können Sie das Datum und die Uhrzeit
einstellen.
Wenn die Batteriewechselanzeige dauerhaft
erscheint, ist keine Messung mehr möglich und Sie
müssen alle Batterien erneuern.
Sobald die Batterien aus dem Gerät entfernt werden,
muss die Uhrzeit neu eingestellt werden. Die
gespeicherten Messergebnisse gehen verloren.
Verbrauchte Batterien gehören nicht in den Hausmüll.
Entsorgen Sie diese über Ihren Elektrofachhändler oder
Ihre örtliche Wertstoffsammelstelle. Dazu sind Sie
gesetzlich verpichtet.
Hinweis: Diese Zeichen nden Sie auf
schadstoffhaltigen Batterien: Pb = Batterie enthält
Blei, Cd = Batterie enthält Cadmium, Hg = Batterie
enthält Quecksilber.
Sie können dieses Gerät auch mit einem Netzgerät
betrieben. Dazu dürfen keine Batterien im
Batteriefach sein. Ein Netzgerät können Sie beim
Inventum Servicecenter erwerben. Das Netzgerät
darf nur an die auf dem Typschild angegebene
Netzspannung angeschlossen werden. Sobald Sie das
Netzgerät ausstecken, verliert das Blutdruckmessgerät
Datum, Uhrzeit und alle gespeicherten Messwerte.
Die Einstellung von Datum/Uhrzeit ist notwendig um
Ihre Messwerte korrekt mit Datum und Uhrzeit zu
speichern und später wieder abzurufen. Drücken Sie
die Tasten “ ” und “ ”, um den Monat
einzustellen. Drücken Sie dann hintereinander die
Tasten “ ” und “ ”, um jeweils das Datum, die
Stunde, die Minute einzustellen und “ ” um den
Eintrag zu bestätigen.
Die Uhrzeit wird im 12-Stunden-Format angezeigt, d.h.
eine Uhrzeit ab 13:00 wird mit pm 1:00 angezeigt.
Legen Sie die Manschette am
entblößten linken Oberarm
an. Die Durchblutung des
Arms darf nicht nur durch zu
enge Kleidungsstücke oder
Ähnliches eingeengt sein. Die
Manschette ist am Oberarm
so zu platzieren, dass der
untere Rand 2-3 cm über der
Ellenbeuge und über der Arterie
liegt. Der Schlauch weist zur
4 | DATUM & UHRZEIT EINSTELLEN
15
5 | MANSCHETTE ANLEGEN

Sie können die Messung im Sitzen oder im Liegen
durchführen. Achten Sie in jedem Falle darauf, dass
sich die Manschette in Herzhöhe bendet. Um das
Messergebnis nicht zu verfälschen, ist es wichtig, sich
während der Messung ruhig zu verhalten und nicht zu
sprechen.
• Legen Sie, wie zuvor beschrieben, die Manschette
an und nehmen Sie die Haltung ein, in der Sie die
Messung durchführen wollen.
• Drücken Sie die Taste Benutzerauswahl ,
um einen Speicher zu wählen, und drücken Sie die
Taste “ ” 2x, um mit der Messung im gewählten
Benutzerspeicher zu beginnen. Nach dem Prüfen
des Displays, wobei alle Ziffern leuchten, pumpt
Handächenmitte. Legen Sie nun
das freie Ende der Manschette
eng, aber nicht zu stramm um
den Arm und schließen Sie den
Klettverschluss. Die Manschette
sollte so stramm angelegt sein,
dass noch zwei Finger unter die
Manschette passen.
Stecken Sie nun den
Manschetten schlauch
in den Anschluss für den
Manschettenstecker.
Den Blutdruckcomputer
darf nur mit der Original-
Manschette betrieben
werden. Die Manschette ist
für einen Armumfang von 24
bis 36 cm geeignet. Eine größere Manschette für
Oberarmumfänge von 34 bis 46 cm können Sie beim
Inventum Servicecenter erwerben.
16
7 | BLUTDRUCK MESSEN
6 | RICHTIGE KÖRPERHALTUNG BEIM MESSEN

sich die Manschette automatisch auf. Während des
Aufpumpens ermittelt das Gerät bereits Messwerte,
die zur Abschätzung des nötigen Aufpumpdruckes
dienen. Sollte dieser Druck nicht ausreichen, pumpt
das Gerät automatisch 40 mmHg nach (Real Fuzzy
Logic).
• Dann wird der Druck in der Manschette langsam
abgelassen und der Puls erfasst.
• Wenn die Messung beendet ist, wird der restliche
Luftdruck sehr schnell abgelassen. Der Puls, der
systolische und der diastolische Blutdruck werden
angezeigt.
• Das Gerät benötigt ca. 5 Sekunden um den
ermittelten Messwert zu speichern.
• Zum Abschalten und Druckablassen drücken Sie
erneut die Power-Taste. Wenn Sie vergessen das
Gerät auszuschalten, schaltet sich das Gerät nach
ca. 1 Minute automatisch aus.
Warten Sie vor einer erneuten Messung mindestens 5
Minuten!
Das Gerät speichert automatisch die Blutdruckwerte
von den letzten 50 Messungen ab. Werden die 50
Speicherplätze überschritten, wird der jeweils älteste
Wert gelöscht.
Der Speicher kann wie folgt abgerufen werden:
• Drücken Sie die Taste Benutzerauswahl , um
einen Benutzerspeicher zu wählen, und drücken Sie
wiederholt die Taste M, um von Speicher zu Speicher
zu schalten.
• Die gespeicherten Messdaten werden fortlaufend
abgespeichert.
• Zum Abschalten drücken Sie erneut EIN/AUS-Taste.
• Sollten Sie vergessen das Gerät abzuschalten,
schaltet sich dieses automatisch nach 1 Minute ab.
Werte im Speicher löschen: Drücken Sie die Taste
Benutzerauswahl , um einen
Benutzerspeicher zu wählen, und halten Sie die Taste
M ca. 5 Sekunden lang gedrückt. Die Daten in
beiden Benutzerspeichern 1 und 2 werden auch
gelöscht, wenn eine der Batterien entfernt wird.
Fehlermeldungen können auftreten, wenn
• der Blutdruckmesswert außergewöhnlich hoch oder
niedrig ist (EE erscheint im Display),
• Sie sich während der Messung bewegen oder reden
(EE erscheint im Display),
• der Manschettenschlauch nicht ordnungsgemäß
eingesteckt ist (E1 erscheint im Display),
• das Aufpumpen länger als 20 Sekunden dauert (E1
erscheint im Display),
8 | ANZEIGE DER GESPEICHERTEN WERTE
17
9 | FEHLERMELDUNGEN

• der Aufpumpdruck höher als 300 mmHg ist (E2
erscheint im Display),
• bei Abspeicherung der Messwert ein Fehler auftritt
(E3 erscheint im Display).
Wiederholen Sie in diesen Fällen die Messung. Achten
Sie darauf, dass der Manschettenschlauch
ordnungsgemäß eingesteckt ist und Sie sich nicht
bewegen oder reden. Setzen Sie gegebenfalls die
Batterien neu ein oder ersetzen Sie diese.
Die Weltgesundheitsorganisation (WHO) und das
National High Blood Pressure Education Program
Coordinating Committee (Koordinationskomitee
für nationale Programme zur Aufklärung über
Bluthochdruck) haben Blutdruck-Standardwerte
zur Erkennung von Blutdruckwerten mit hohem und
geringem Risiko entwickelt. Diese Standardwerte
dienen jedoch lediglich als allgemeine Richtlinie, da
der individuelle Blutdruck bei verschiedenen Personen
und unterschiedlichen Altersgruppen usw. abweicht.
Es ist wichtig, dass Sie Ihren Arzt in regelmäßigen
Abständen zu Rate ziehen. Ihr Arzt teilt Ihnen Ihre
individuellen Werte für einen normalen Blutdruck
sowie den Wert mit, ab dem die Höhe des Blutdrucks
als gefährlich einzustufen ist.
Bereich Systole Diastole Maßnahme
Hypotonie (ernied-
rigter Blutdruck)
< 105 < 60 Kontrolle beim
Arzt
Normalbereich 105 - 120 60 - 80 Selbstkontrolle
Prähypertensiver
Blutdruckbereich(*)
120 - 140 80 - 90 Kontrolle beim
Arzt
Leichte Hypertonie
- Stufe I
140 - 160 90 - 100 Kontrolle beim
Arzt
Starke Hypertonie
- Stufe II
> 160 > 100 Konsultation
Ihres Arztes
* Blutdruckbereich der in einen Bluthochdruck übergehen kann. Quelle: JNC, 2003.
18
10 | INFORMATION ÜBER DEN BLUTDRUCK
11 | TABELLE ZUR KLASSIFIKATION VON
BLUTDRUCKWERTEN (mmHg)FÜR
ERWACHSENE

• Reinigen Sie Ihren Blutdruckcomputer vorsichtig nur
mit einem leicht angefeuchteten Tuch.
• Verwenden Sie keine Reinigungs- oder
Lösungsmittel.
• Sie dürfen das Gerät auf keinen Fall unter Wasser
halten, da sonst Flüssigkeit eindringen kann und
das Gerät beschädigt.
• Wenn Sie das Gerät aufbewahren, dürfen
keine schweren Gegenstände auf dem Gerät
stehen. Entnehmen Sie die Batterien. Der
Manschettenschlauch darf nicht scharf abgeknickt
werden.
• Der Blutdruckcomputer immer in der mitgelieferten
Luxusaufbewahrungtasche aufbewahren.
Modell-Nr. BC26
Messmethode nicht invasive, oszillometrische
Blutdruckmessung am
Oberarm
Messbereich Druck 0–280 mmHg, systolisch:
20-280 mmHg, diastolisch: 20-
280 mmHg, Puls 40-180
Schläge/ Minute
Genauigkeit der systolisch ±3 mmHg/
Druckanzeige diastolisch ±3 mmHg/
Puls ±5% des angezeigten
Wertes
Messunsicherheit max. zulässige Standard-
abweichung gemäß klinischer
Prüfung: systolisch: 8 mmHg/
diastolisch: 8 mmHg
Speicher 2 x 50 abspeicherbare
Datenzeilen
Abmessungen L 156 x B 105 x H 74,5 mm
Gewicht Ungefähr 330 g
Manschettengröße Für Oberarmumfänge von 24 bis
36 cm
Zul. Betriebs- +10°C bis +40°C,
temperatur ≤85% relative Luftfeuchte
Zul. Aufbewahrungs- -10°C bis +60°C,
temperatur ≤95% relative Luftfeuchte
Stromversorgung 4 x 1,5 V AA (Alkaline Typ LR6)
Zubehör Aufbewahrungstasche,
Bedienungsanleitung, 4 AA
Batterien
Klassikation Anwendungsteil Typ BF
Zeichenerklärung Anwendungsteil Typ BF
Achtung! Gebrauchsanleitung
lesen
13 | TECHNISCHE ANGABEN
19
12 | REINIGUNG & PFLEGE

20
FRANÇAIS
Description du tensiomètre
A. Manchette
B. Fiche de manchette
C. Branchement de la che de manchette
D. Branchement de l’adapteur de résau
(pas inclus)
E. Afchage
F. Touche Marche/Arrêt/Demarrer
G. Touche de mémoire M
H. Touche de conguration Date/Heure ,
I. Touche du commutateur de l’utilisateur
Explications d’afchage
1. Zones de mémoire
2. Numéro de séquence mémorielle
3. Signal de batterie faible
4. Indicateur de pouls
5. Indicateur Date/Heure
6. Pression systolique
7. Pression diastolique
8. Pouls
9. Signal d’erreur