Niko 360-45011 User manual

360-45011
390-40011
1
Lees de volledige handleiding vóór installatie en ingebruikname.
1. BESCHRIJVING
Met de daglichtstuurmodule 360-45011 kan de verlichting automatisch geregeld worden, afhankelijk
van het invallende daglicht en de gedetecteerde beweging (fig.1). De daglichtstuurmodule zorgt
voor energiebesparing door een optimaal gebruik van verlichting.
De module is voorgeprogrammeerd voor verschillende standaardtoepassingen en is geschikt
voor DIN-rail montage (4E). De module is geschikt voor het regelen van EVSA met 1/10V-sturing.
Het Power Pack 360-47000 wordt gebruikt als voeding (ZLVS) voor de module en om de belasting
te schakelen.
Toepassingsgebieden:gangen,tentoonstellingsruimtes, kantoorgebouwen,vergaderzalen, school-
gebouwen, productiehallen, kantines, sporthallen, foyers en magazijnen.
Accessoires
-Sensoren: - lichtsensor 350-10011
- bewegingssensor(s)350-20010/350-20011
- Manuele bedieningen: - drukknop 170-00000
- schakelaar 170-01100
- 4-voudige drukknop met feedback LEDs 170-40100
- tijdschakelaar 420-00200 + 1XX-78200
2. INSTALLATIE
Bekabeling
De daglichtstuurmodule 360-45011 is een ZLVS-systeem.
Bekabeling: min. ±0,5mm diameter voor een afstand van 200m
Plaatsing sensors
Zie handleiding van resp. sensor
NL

360-45011
390-40011
2
OPM:Plaats de lichtsensor altijd op een plaats waar het daglicht binnenvalt (fig.1).Als er zonwering/
rolluik aanwezig is, plaats de lichtsensor dan zo, dat bij gesloten zonwering/rolluik het daglicht niet
rechtstreeks op de sensor valt.
Aansluitschema (fig.2)
- Sluit de lichtsensor (350-10011) en bewegingssensor (350-20010/350-20011) aan op klem-
menreeks A. U kan meerdere bewegingssensoren (max. 8) parallel aansluiten. U mag slechts
één lichtsensor per systeem aansluiten.
- Sluit de manuele bedieningen aan op klemmenreeks B.
- 1-10V uitgangen (klemmenreeks D)
- Verbind de RJ12-ingangen van het Power Pack en de daglichtstuurmodule via 390-40011.
Opstarten
De lichtsensor (350-10011) moet correct opgesteld en aangesloten worden vóór u de voedings-
spanning inschakelt. Daarna gaat u als volgt te werk:
- Schakel de voedingsspanning in.
- Bevestig de sensorwaarde op het display.
- De module wordt opgestart.
- De module is klaar voor gebruik.
Als de daglichtstuurmodule al ingeschakeld werd vooraleer de lichtsensor aangesloten was, kan
u het opstarten herhalen (zie 4.2. ADJUSTMENT>adjust settings)
3. WERKING EN GEBRUIK
3.1 Lichtsensor (350-10011) (fig.2)
De verlichting wordt aangeschakeld als de sensor onvoldoende daglicht meet.
3.2 Bewegingssensor (350-20010/350-20011) (fig.2)
De bewegingssensor(s), max 8 in parallel, zorgen ervoor dat de verlichting ingeschakeld wordt in
geval van bewegingsdetectie. NL

360-45011
390-40011
3
3.3 Manuele bedieningen (fig.2)
Drukknop 170-00000
Afhankelijk van de toepassing (zie 3.4), kan u een manuele drukknop aansluiten om de verlichting
aan en uit te schakelen.
Tijdschakelaar 420-00200 + 1XX-78200
Afhankelijk van de toepassing (zie 3.4), kan u een tijdschakelaar aansluiten om de verlichting
aan en uit te schakelen.
Enkelpolige schakelaar 170-01100
U kan een energiebesparingsschakelaar (loadshedding --> zie 4.2 ADJUSTMENT) aansluiten op de
daglichtstuurmodule om de maximum lichtintensiteit van de verlichting te beperken.
4-voudige drukknop met feedback-LED’s 170-40100
Bij elke geselecteerde toepassing (zie 3.4), kan u een 4-voudige drukknop met feedback-LED’s
aansluiten. De vier drukknoppen worden als volgt gebruikt:
- Auto (met feedback):Het systeem staat in automatische mode, de verlichting wordt daglichtgeregeld
volgens de instellingen van de toepassing.
- I/O (met feedback): ‘aan-uit’. Het systeem staat in manuele mode, met de drukknop kan de
verlichting in de zones aan- of uitgeschakeld worden. Als de verlichting aangeschakeld staat, is
deze NIET daglichtgeregeld, maar staat de verlichting in alle zones op max.(tenzij de DIM-memory
functie actief is, zie 5.1. ‘General set’).
- De twee overige drukknoppen worden gebruikt om de verlichting in alle zones gelijktijdig op en
neer te dimmen (1-10V-regeling).Deze twee drukknoppen hebben geen feedback.Bij het dimmen
staat het systeem steeds in manuele mode.
3.4 Toepassingen
De daglichtstuurmodule is standaard voorzien van een aantal voorgeprogrammeerde toepassingen
(fig.3). Voor het selecteren van een toepassing, zie ‘Snelgids’, punt A.
NL

360-45011
390-40011
4
Toepassing 10.01 (fabrieksinstelling):
Automatisch DIM via bewegingssensor (fig.4a)
Als de bewegingssensor activiteit detecteert en er een tekort aan daglicht is, wordt de 3-kanaals
daglichtstuurmodule geactiveerd. Zolang de sensor beweging detecteert,wordt het licht in 3 kanalen
volgens de ingestelde parameters geregeld.Als het daglichtniveau stijgt/daalt, wordt de verlichting
neer-/opgedimd zodat het ingestelde, min. lichtniveau bereikt wordt. Als de bewegingssensors
geen beweging detecteren of er voldoende daglicht is, wordt het licht automatisch uitgeschakeld
na een ingestelde tijd.
Voor gebruik in bv. gangen.
Toepassing 11.01:
DIM via tijdschakelaar 420-00200 + 1XX-78200 (fig.4b)
De 3-kanaals-daglichtstuurmodule DIM wordt aan- en uitgeschakeld via een externe tijdschakelaar.
Het licht wordt geregeld in 3 kanalen volgens de ingestelde parameters. Als het daglichtniveau
stijgt/daalt, wordt de verlichting neer-/opgedimd zodat het ingestelde, min. lichtniveau bereikt
wordt. Het licht wordt automatisch uitgeschakeld als er voldoende daglicht is.
Voor gebruik in bv. tentoonstellingsruimtes.
Toepassing 12.01:
Manueel aan/uit, automatisch uit via bewegingssensor (fig.4c)
De 3-kanaals-daglichtstuurmodule DIM wordt aan- en uitgeschakeld via een drukknop ‘deur’
(170-00000). Zolang de bewegingssensor geactiveerd is, wordt de verlichting in 3-kanalen
volgens de ingestelde parameters geregeld.Als het daglichtniveau stijgt/daalt, wordt de verlichting
neer-/opgedimd zodat het ingestelde, min. lichtniveau bereikt wordt. Als de bewegingssensor(s)
geen beweging detecteert (detecteren) of er is voldoende daglicht, wordt het licht automatisch
uitgeschakeld na een ingestelde tijd.
Voor gebruik in bv. tentoonstellingsruimtes.
NL

360-45011
390-40011
5
Toepassing 13.01:
2-kanaals-daglichtstuurmodule DIM,1-kanaals aan/uit, automatisch uit via bewegings-
sensor (fig4d)
Algemene verlichting
De 2-kanaals-daglichtstuurmodule DIM wordt aan- en uitgeschakeld via een drukknop ‘deur’
(170-00000). Zolang de sensor beweging detecteert,wordt het licht geregeld in 2 kanalen volgens
de ingestelde parameters.Als het daglichtniveau stijgt/daalt, wordt de verlichting neer-/opgedimd
zodat het ingestelde, min. lichtniveau bereikt wordt. Als de bewegingssensor(s) geen beweging
detecteert (detecteren) of er voldoende daglicht is, wordt het licht automatisch uitgeschakeld na
een ingestelde tijd.
Bordverlichting
De 1-kanaals-aan/uit-besturingsmodule wordt aan- en uitgeschakeld via een drukknop
(170-00000) ‘bord’. Het licht blijft aangeschakeld zolang de bewegingsdetector geactiveerd is.
Als de bewegingssensor(s) geen beweging detecteert (detecteren), schakelt het licht automatisch
uit na een ingestelde tijd. Als de algemene verlichting uitgeschakeld wordt via 170-00000 (deur),
wordt de bordverlichting ook uitgeschakeld.
Voor gebruik in bv. klaslokalen, vergaderzalen.
Toepassing 14.01:
Manueel aan/uit via toets, automatisch uit via externe tijdschakelaar 420-00200 +
1XX-78200 (fig.4e)
De 3-kanaals daglichtstuurmodule DIM wordt aan- en uitgeschakeld via een drukknop (170-00000)
‘deur’. Het licht wordt in 3 kanalen volgens de ingestelde parameters geregeld. Als het daglichtniveau
stijgt/daalt, wordt de verlichting neer-/opgedimd tot het ingestelde, min. lichtniveau bereikt
wordt. Het licht wordt automatisch uitgeschakeld als er voldoende daglicht is of via een externe
tijdschakelaar.
Voor gebruik in bv. productiehallen.
NL

360-45011
390-40011
6
4. INSTELLINGEN
U kan de verschillende parameters eenvoudig programmeren en instellen op de daglichtstuurmodule
m.b.v. de 4 bedieningsknoppen (zie ook ‘Snelgids’).
4.1. General set (zie ‘Snelgids’, punt A en D)
In dit menu kan u:
Type toepassing selecteren (10.01, 11.01, 12.01, 13.01, 14.01)
Aantal actieve kanalen selecteren (1, 2 of 3 zones/ruimtes)
Mode selecteren:
- Custom: In deze mode kan u instellingen en parameters van de daglichtstuurmodule wijzigen.
- Backup: In deze mode kan u opgeslagen instellingen en parameters van de daglichtstuurmodule
bekijken.
- Factory: In deze mode werkt de daglichtstuurmodule volgens de fabrieksinstellingen, deze
kan u enkel bekijken, niet wijzigen.
Werking met of zonder DIM-geheugen selecteren:
- Met DIM-geheugen: Als het systeem van automatische naar manuele mode overgeschakeld
wordt, is het lichtniveau in alle actieve kanalen identiek aan het lichtniveau op het moment dat
de manuele mode verlaten werd.
- Zonder DIM-geheugen: Als het systeem van automatische naar manuele mode overgeschakeld
wordt, is het lichtniveau in alle actieve kanalen maximaal.
4.2. Adjustment (zie ‘Snelgids’, punt B, C en D)
In dit menu kan u:
Daglichtfactor (DF) instellen:
De daglichtfactor is de verhouding tussen het effectieve daglichtniveau (lx ind) in een zone en het
daglichtniveau dat de lichtsensor meet. De parameters voor de daglichtfactor moeten gemeten
worden op een moment van de dag wanneer er voldoende daglicht is en ZONDER de invloed van
kunstlicht. Parameters: NL

360-45011
390-40011
7NL
- Range (bereik): standaard 30-30klx
- Lx ind X: Geef het daglichtniveau in dat u meet met een lux-meter in de verschillende zones
(1, 2, 3). U meet best op tafelhoogte.
- Sensor: Geef het daglichtniveau in dat de sensor (nabij het raam) meet. De sensorwaarde op
het display is een snapshot van de effectieve sensorwaarde op het moment dat u dit submenu
opende.
Adjust CH X:
In deze 3 submenu’s kan u de parameters per kanaal (CH) instellen.
- Setp X: Setpoint.Dit is het lichtniveau dat u effectief in een zone (1,2, 3) wenst.Is er onvoldoende
daglicht, dan schakelt de verlichting aan en wordt gedimd tot het gewenste lichtniveau (setp)
bereikt wordt.
- Vout min X: instelbaar tussen 0-4V; standaard 0V
- Vout max X: instelbaar tussen 6-10V; standaard 10V
- Fade up X: instelbaar tussen 5-60s; standaard 10s
- Fade down X: instelbaar tussen 5-60s; standaard 10s
- Off delay: enkel instelbaar onder CH1, maar werkt voor alle actieve kanalen identiek (max. 3
kanalen).
Na de laatste gedetecteerde beweging telt het systeem de ‘off delay’ af.Verstrijkt de ingestelde
tijd vóór een nieuwe beweging gedetecteerd wordt, dan wordt het lichtniveau in alle actieve
kanalen naar Vout min gedimd. Bij bewegingsdetectie vóór de ‘off delay’ verstreken is, wordt
het lichtniveau in de actieve kanalen (zones) terug automatisch geregeld.
Instelbaar tussen: 1-60min; standaard 10min.
- Cut off X: De ‘cut off’ is eigen aan kanaal X.
Als de ‘off delay’ verstreken is en de actieve kanalen naar Vout min gedimd worden, begint de
‘cut off delay’ af te tellen. Indien er geen beweging gedetecteerd wordt en de ‘cut off delay’
verstrijkt, wordt de belasting (verlichting) voor dat kanaal uitgeschakeld.
Instelbaar tussen: 0min-oneindig. Standaard 8min.

360-45011
390-40011
8
- Loadshedding X: energiebesparingsschakelaar (fig.1).
Bij gesloten contact wordt deze waarde als Vout max genomen. Zet de waarde lager dan de
oorspronkelijke Vout max.
Instelbaar tussen: 0-10V; standaard 5V.
Toepassing: sluit de ‘energiebesparingsschakelaar’ om tijdens specifieke momenten energie
te besparen.
Adjust Settings:
- Copy settings:
1)Custom naar Backup: de instellingen in custom mode worden naar backup mode geko-
pieerd
2) Backup naar Custom: de instellingen in backup worden naar custom mode gekopieerd,
zodat er wijzigingen gemaakt kunnen worden.
3) Factory naar Custom: de fabrieksinstellingen worden in custom mode geladen.
4) Factory naar Backup: de fabrieksinstellingen worden in backup mode geladen.
U wordt aangeraden een backup van de gemaakte instellingen te maken. Daarna werkt u het best
altijd in backup mode (zie ‘4.1. GENERAL SET’).
- Initiate sensor:
Wanneer het systeem opgestart wordt zonder dat de lichtsensor aangesloten werd of wanneer u
denkt dat de lichtsensor verkeerde waardes meet, kan u de lichtsensor best opnieuw instellen.
4.3. Status (zie ‘Snelgids’, punt D)
In dit menu kan u de status van een aantal systeemparameters bekijken.
Ch1...............kanaal 1
Ch2...............kanaal 2
Ch3...............kanaal 3
Vout X: Huidige waarde uitgangsspanning voor kanaal X (1-10V regeling) NL

360-45011
390-40011
9
Df1 ...............daglichtfactor 1; verhouding tussen Lx ind1 en sensor
Df2 ...............daglichtfactor 2; verhouding tussen Lx ind2 en sensor
Df3 ...............daglichtfactor 3; verhouding tussen Lx ind3 en sensor
4.4. Terminal data (zie ‘Snelgids’, punt D)
In dit menu kan u de status van een aantal systeemcomponenten bekijken.
5. TECHNISCHE KENMERKEN
RJ12 -1:
Pin1 voeding....................................... + 24V DC +/- 10% (ZLVS)
Pin2 voeding....................................... -
Pin3 I/O ............................................. open verbinding
Pin4 Kanaal1...................................... NPN 24V / 25mA; kortsluitbeveiligd
Pin5 Kanaal2...................................... NPN 24V / 25mA; kortsluitbeveiligd
Pin6 Kanaal3...................................... NPN 24V / 25mA; kortsluitbeveiligd
RJ12 -2:
Voor software-update. Facultatief.
Stroomverbruik
Actief ................................................. 6VA
Standby.............................................. 2VA
Omgevingstemperatuur....................... +5 tot +50°C
Temperatuur in opslag......................... -20 tot +60°C
Beschermingsgraad ............................ IP20
Afmetingen ........................................ 70mm(B) x 55mm(H)
CE volgens ......................................... EN60669-2-1
NL

360-45011
390-40011
10
6. AANSLUITING VAN ACCESSOIRES
- HF-besturingssysteem:
CH1-cont.:
ø D1.......................... 1-10V (Cl. II), I sink max. 50mA
ø D2… ..................... COM1
CH1-cont.:
ø D3.......................... 1-10V (Cl. II), I sink max. 50mA
ø D4.......................... COM2
CH1-cont.:
ø D5.......................... 1-10V (Cl. II), I sink max. 50mA
ø D6.......................... COM3
- 4-voudige drukknop (170-40100):
ø B2.......................... aarding
ø B3.......................... Auto
ø B4.......................... I/O
ø B5.......................... dim op
ø B6.......................... dim neer
ø B7.......... ............... LED auto
ø B8.......................... LED I/O
- drukknop ’deur’ (170-00000):
ø B2.......................... aarding
ø B9..........................
NL

360-45011
390-40011
11
- drukknop ’bord’ (170-00000):
ø B2.......................... aarding
ø B10........................
- Tijdschakelaar 420-00200 + 1XX-78200:
ø B2.......................... aarding
ø B11........................
- energiebesparingsschakelaar::
ø A12........................ aarding
ø B12........................
- bewegingssensor, NPN (350-20010/350-20011):
ø A11........................ + 24V DC +/- 10%, max 100mA
ø A12........................ -
ø A9..........................
- lichtsensor (350-10011):
ø A11........................ + 24V DC +/- 10%, max 100mA
ø A12........................ -
ø A10........................
NL

360-45011
390-40011
12
7. WETTELIJKE WAARSCHUWINGEN
- De installatie dient te worden uitgevoerd door een erkend installateur en met inachtname van
de geldende voorschriften.
- Deze handleiding dient aan de gebruiker te worden overhandigd. Zij moet bij het dossier van de
elektrische installatie worden gevoegd en dient te worden overgedragen aan eventuele nieuwe
eigenaars. Bijkomende exemplaren zijn verkrijgbaar via de Niko-website of -supportdienst.
- Bij de installatie dient rekening gehouden te worden met (lijst is niet limitatief):
- de geldende wetten, normen en reglementen;
- de stand van de techniek op het ogenblik van de installatie;
- het feit dat een handleiding alleen algemene bepalingen vermeldt en dient gelezen te worden
binnen het kader van elke specifieke installatie;
- de regels van goed vakmanschap.
- Bij twijfel kan u de supportdienst van Niko raadplegen of contact opnemen met een erkend
controleorganisme.
Support België: Support Nederland:
tel. + 32 3 760 14 82 tel. + 31 183 64 06 60
website: http://www.niko.be website: http://www.niko.nl
In geval van defect kan u uw product terugbezorgen aan een erkende Niko-groothandel samen met
een duidelijke omschrijving van uw klacht (manier van gebruik, vastgestelde afwijking…).
NL

360-45011
390-40011
13
8. GARANTIEBEPALINGEN
- Garantietermijn: twee jaar vanaf leveringsdatum. Als leveringsdatum geldt de factuurdatum
van aankoop van het goed door de consument. Indien geen factuur voorhanden is, geldt de
productiedatum.
- De consument is verplicht Niko schriftelijk over het gebrek aan overeenstemming te informeren,
uiterlijk binnen de twee maanden na vaststelling.
- In geval van een gebrek aan overeenstemming van het goed heeft de consument recht op een
kosteloze herstelling of vervanging, wat door Niko bepaald wordt.
- Niko is niet verantwoordelijk voor een gebrek of schade als gevolg van een foutieve installatie,
oneigenlijk of onachtzaam gebruik of verkeerde bediening of transformatie van het goed.
- De dwingende bepalingen van de nationale wetgevingen betreffende de verkoop van consump-
tiegoederen en de bescherming van de consumenten van de landen waarin Niko rechtstreeks of
via zuster/dochtervennootschappen, filialen, distributeurs, agenten of vaste vertegenwoordigers
verkoopt, hebben voorrang op bovenstaande bepalingen.
NL

360-45011
390-40011
14

360-45011
390-40011
15
Lisez entièrement le mode d’emploi avant toute installation et mise en service.
1. DESCRIPTION
La commande de gestion de l’éclairage 360-45011 vous permet de régler automatiquement
l’éclairage, en fonction de la lumière naturelle et des mouvements détectés (voir fig. 1). Le niveau
d’éclairage par zone varie en fonction des paramètres réglés et de la lumière naturelle présente
dans la zone. La commande de gestion de l’éclairage assure une économie d’énergie par une
utilisation optimale de l’éclairage.
Celle-ci est préprogrammée pour plusieurs applications standard et convient pour un montage
sur rail DIN (4U). Elle convient pour le réglage de BER (ballasts électroniques réglables) avec une
commande 1/10 V. Le Power Pack 360-47000 est employé comme tension d’alimentation (TBTS)
pour la commande et commuter la charge.
Applications: lieux de passage,salles d’exposition, bureaux,salles de conférence, salles de classe,
locaux de production, cantines, salles de sport, halls et entrepôts.
Accessoires
- Détecteurs: - Détecteur de lumière 350-10011
- Détecteur(s) de mouvement 350-20010/350-20011
- Commandes manuelles: - Bouton-poussoir 170-00000
- Interrupteur 170-01100
- Bouton-poussoir quadruple avec LED de feed-back 170-40100
- Temporisateur 420-00200 + 1XX-78200
2. INSTALLATION
Câblage
La commande de gestion de l’éclairage 360-45011 est un système TBTS.
Câblage: ± 0,5 mm de diamètre Min. UTP cat. 5E.
FR

360-45011
390-40011
16
Pose des détecteurs
Voir mode d’emploi du détecteur respectif.
Attention: Installez toujours le détecteur de lumière dans un endroit éclairé par la lumière du jour
(voir fig.1). En présence d’une protection solaire/un volet, positionnez le détecteur de lumière de
manière telle qu’en cas de fermeture de la protection solaire/du volet, la lumière du jour n’éclaire
pas directement le détecteur.
Schéma de raccordement (fig. 2)
- Raccordez le détecteur de lumière (350-10011) et le détecteur de mouvement
(350-20010/350-20011) au bornierA.Vous pouvez raccorder plusieurs détecteurs de mouvement
(max. 8) en parallèle. Vous ne pouvez raccorder qu’un seul détecteur de lumière par système.
- Raccordez les commandes manuelles au bornier B.
- Sorties 1-10 V (bornier D)
- Connectez les entrées RJ12 du Power Pack et la commande de gestion de l’éclairage via
390-40011.
Démarrer
Le détecteur de lumière (350-10011) doit être correctement installé et raccordé avant la mise
sous tension. Puis, procédez comme suit:
- Branchez la tension d’alimentation.
- Confirmez la valeur du détecteur sur l’écran.
- La commande est activée.
- La commande est prête à être utilisée.
Si la commande de gestion de l’éclairage était déjà sous tension avant que le détecteur de
lumière ne soit raccordé, vous pouvez recommencer la procédure de démarrage (voir 4.2.
ADJUSTMENT>Adjust settings)
FR

360-45011
390-40011
17
3. FONCTIONNEMENT ET UTILISATION
3.1 Détecteur de lumière (350-10011) (fig. 2)
L’éclairage s’allume lorsque la luminosité naturelle est insuffisante.
3.2 Détecteur de mouvement (350-20010/350-20011) (fig. 2)
Le(s) détecteur(s) de mouvement (max.8) en parallèle veille(nt) à ce que l’éclairage soit commandé
en cas de détection d’une activité.
3.3 Commandes manuelles (fig. 2)
Bouton-poussoir 170-00000
Suivant l’application (voir 3.4), vous pouvez raccorder un bouton-poussoir manuel pour allumer
et éteindre l’éclairage.
Temporisateur 420-00200 + 1XX-78200
Suivant l’application (voir 3.4), vous pouvez raccorder un temporisateur pour allumer et éteindre
l’éclairage.
Interrupteur unipolaire 170-01100
Vous pouvez raccorder un interrupteur d’économie d’énergie (voir 4.2.ADJUSTMENT>Loadshedding)
pour limiter l’intensité lumineuse max. de l’éclairage.
Bouton-poussoir quadruple avec LED de feed-back 170-40100
Pour chaque application sélectionnée (voir 3.4),vous pouvez raccorder un bouton-poussoir quadruple
avec LED de feed-back. Les 4 boutons-poussoirs sont utilisés comme suit:
- Auto (avec feed-back): Le système est en mode automatique, l’éclairage est contrôlé par la
luminosité suivant les réglages de l’application.
- I/O (avec feed-back): “marche/arrêt”. Le système est en mode manuel, vous pouvez allumer ou
éteindre l’éclairage dans les zones avec le bouton-poussoir. Si l’éclairage est allumé, ce dernier
n’est PAS réglé par la luminosité, mais l’éclairage est maximum dans toutes les zones. (sauf si
la fonction mémorisation DIM est active, voir “4.1 General set”)
FR

360-45011
390-40011
18
- Les deux boutons-poussoirs restants sont utilisés pour augmenter ou diminuer l’intensité de
l’éclairage dans toutes les zones en même temps (réglage 1-10 V).Ces deux boutons-poussoirs
n’ont pas de feed-back. Pour la variation, le système est toujours en mode manuel.
3.4 Applications
La commande de gestion de l’éclairage est dotée en standard d’un certain nombre d’applications
préprogrammées (fig.3). Pour sélectionner l’application, reportez-vous au “Guide de consultation
rapide”, point A.
Application 10.01 (réglage d’usine)
DIM automatique via le détecteur de mouvement (fig. 4a)
Lorsque le détecteur de mouvement détecte de l’activité et lorsque la luminosité naturelle est
insuffisante,la commande de gestion de l’éclairage 3 canaux est activée.Tant que le détecteur détecte
de l’activité, l’éclairage est contrôlé dans 3 canaux en fonction des paramètres réglés. Lorsque le
niveau de lumière naturelle augmente/diminue, l’éclairage est réduit/augmenté de manière que soit
obtenu le niveau de luminosité minimum paramétré.L’éclairage s’éteint automatiquement à l’issue
d’une durée prédéterminée lorsque le détecteur de mouvement ne détecte aucun mouvement ou
lorsque la luminosité de la pièce est devenue suffisante.
Pour une utilisation par ex. dans les lieux de passage.
Application 11.01
DIM via un temporisateur 420-00200 + 1XX-78200 (fig. 4b)
La commande de gestion de l’éclairage 3 canaux DIM s’allume et s’éteint via un temporisateur
externe. L’éclairage est régulé dans 3 canaux en fonction des paramètres réglés. Lorsque le
niveau de lumière naturelle augmente/diminue, l’éclairage est réduit/augmenté de manière que
soit obtenu le niveau de luminosité minimum paramétré. L’éclairage est éteint automatiquement
lorsqu’un niveau de luminosité naturelle suffisant est atteint.
Pour une utilisation par ex. dans les salles d’exposition. FR

360-45011
390-40011
19
Application 12.01
Allumage/extinction manuels, extinction automatique via le détecteur de mouvement
(fig. 4c)
La commande de gestion de l’éclairage 3 canaux DIM s’allume et s’éteint via un bouton-poussoir
“porte” (170-00000). Tant que le détecteur de mouvement est activé, l’éclairage est régulé dans
3 canaux en fonction des paramètres réglés. Lorsque le niveau de lumière naturelle augmente/
diminue, l’éclairage est réduit/augmenté de manière que soit obtenu le niveau de luminosité
minimum paramétré. L’éclairage s’éteint automatiquement à l’issue d’une durée prédéterminée
lorsque le(s) détecteur(s) de mouvement ne détecte(nt) aucun mouvement ou lorsque la luminosité
est devenue suffisante. Pour une utilisation par ex. dans les salles d’exposition.
Application 13.01
Commande de gestion de l’éclairage DIM 2 canaux, 1 canal marche/arrêt, extinction
automatique via le détecteur de mouvement. (fig. 4d)
Eclairage général:
Lacommande de gestionde l’éclairage 2canauxDIM s’allumeets’éteint via unbouton-poussoir“porte”
(170-00000). Tant que le détecteur détecte de l’activité, l’éclairage est contrôlé dans 2 canaux en
fonction des paramètres réglés.Lorsque le niveau de lumière naturelle augmente/diminue, l’éclairage
estréduit/augmentéde manière quesoit obtenu leniveau de luminosité minimumparamétré.L’éclairage
s’éteintautomatiquementà l’issue d’unedurée prédéterminée lorsquele(s) détecteur(s) demouvement
ne détecte(nt) aucun mouvement ou lorsque la luminosité est devenue suffisante.
Eclairage du tableau:
La commande de gestion de l’éclairage 1 canal marche/arrêt s’allume et s’éteint via un bouton-
poussoir (170-00000) “tableau”. L’éclairage reste allumé tant que le détecteur de mouvement
est activé. L’éclairage s’éteint automatiquement après une période prédéterminée lorsque le(s)
détecteur(s) de mouvement ne détecte(nt) aucun mouvement.Lorsque l’éclairage général est éteint
via 170-00000 (porte), l’éclairage du tableau est également éteint.
Pour une utilisation par ex. dans les salles de classe, salles de conférence.
FR

360-45011
390-40011
20
Application 14.01
Allumage/extinction manuels par simple pression,extinction automatique via le tempo-
risateur externe 420-00200 + 1XX-78200 (fig. 4e)
La commande de gestion de l’éclairage 3 canaux DIM s’allume et s’éteint via un bouton-poussoir
(170-00000) “porte”. L’éclairage est régulé dans 3 canaux en fonction des paramètres réglés.
Lorsque le niveau de lumière naturelle augmente/diminue, l’éclairage est réduit/augmenté jusqu’à ce
que soit obtenu le niveau de luminosité minimum paramétré. L’éclairage est éteint automatiquement
lorsqu’un niveau de luminosité naturelle suffisant est atteint ou via un temporisateur externe.
Pour une utilisation par ex. dans les locaux de production.
4. PARAMETRAGE
Vous pouvez programmer et régler facilement différents paramètres sur la commande de gestion
de l’éclairage à l’aide de 4 boutons de commande (voir aussi le “Guide de consultation rapide”).
4.1. General set (voir “Guide de consultation rapide”, points A et D)
Ce menu vous permet de:
Sélectionner le type d’application (10.01, 11.01, 12.01, 13.01, 14.01)
Sélectionner le nombre de canaux actifs (1, 2 ou 3 zones/pièce)
Sélectionner le mode:
- Custom:Ce mode vous permet de modifier vos réglages et paramètres de la commande de
gestion de l’éclairage.
- Backup: Ce mode vous permet de visualiser les réglages et paramètres de la commande de
gestion de l’éclairage que vous avez enregistrés.
- Factory: Dans ce mode, la commande de gestion de l’éclairage fonctionne suivant les réglages
d’usine, consultables uniquement, sans possibilité de modifications.
FR
This manual suits for next models
1
Table of contents
Languages:
Other Niko Control System manuals
Popular Control System manuals by other brands

Mandik
Mandik SEDM-D Installation, operation, maintenance and service manual

S&S Northern
S&S Northern Merlin CT1250 user guide

Siemens
Siemens RRV852 operating instructions

Topwisdom
Topwisdom TL-403 user manual

Progressive Industries
Progressive Industries EMS-LCHW30 Operating and installation guide

Gentex
Gentex NI13HL4 Programming and information guide