Niko 10-850 User manual

10-850
1
nv Niko sa Industriepark West 40, BE-9100 Sint-Niklaas, Belgium — tel. +32 3 778 90 00 — fax +32 3 777 71 20 — e-mail: support@niko.be — www.niko.eu NL
Lees de volledige handleiding vóór installatie en ingebruikneming. Bewaar deze handleiding zorgvuldig voor later gebruik.
1. BESCHRIJVING
Via deze telefooninterface sluit je een Niko toegangscontrole-installatie aan op het analoge telefoonnet. Als je de telefooninterface aansluit op een
telefooncentrale, kun je via een gewoon telefoontoestel een deuroproep beantwoorden of de deur, het relais … bedienen.
Op de telefooninterface kun je een bellijst met 4, 16, 32 of 64 oproepnummers, met elk maximaal 16 cijfers, programmeren en/of aanpassen. Bij
levering bevat de telefooninterface een bellijst met 16 oproepnummers.
2. BEDIENTOETSEN EN INDICATIELEDS
2.1. Bedientoetsen
Zie figuur 1.
uRESET-toets (toets 2)
vREPROG-toets (toets 4)
Je gebruikt beide toetsen om de telefooninterface terug te zetten op zijn fabrieksinstellingen (zie rubriek 5.23.).
2.2. Indicatieleds
Zie figuur 1.
wrode indicatieled die de status van de busaansluiting aangeeft
xgele indicatieled die de status van de telefoonaansluiting aangeeft
Led Status Betekenis
uit rustmode
aan spraakverbinding tussen bus en telefooninstallatie
knippert traag bezet: spraakverbinding, alarm, melding
knippert snel foutmelding: a-ader is niet aangesloten of krijgt geen voeding1
springt uit telefooninterface is geactiveerd voor programmering
springt aan deuroproep, interne oproep of signaal ontvangen van sensor
springt aan, eenmaal, lange pauze foutmelding: a- en P-ader zijn verwisseld of kortgesloten1
springt aan, tweemaal, lange pauze foutmelding: hetzelfde telefooninterfacenummer en verschillende
versies van de telefooninterface1
springt aan, driemaal, lange pauze foutmelding: hetzelfde telefooninterfacenummer en identieke
versies van de telefooninterface1
uit foutmelding: P-ader is niet aangesloten of krijgt geen voeding1
aan, kort zolang de telefooninterface een oproepsignaal ontvangt
aan na een deuroproep, tijdens het maken van een verbinding en tijdens
een spraakverbinding
knippert traag programmeermode geactiveerd
knippert snel, eenmaal verbinding met telefoontoestel niet mogelijk, bezet
springt uit na een deuroproep met oproepdoorschakeling, tot einde
vertragingstijd
springt aan verbinding met sensor
springt aan, eenmaal, lange pauze variant met 16 oproepnummers
springt aan, tweemaal, lange pauze variant met 4 oproepnummers
springt aan, driemaal, lange pauze variant met 32 of 64 oproepnummers
1Raadpleeg hoofdstuk 7 voor meer informatie over foutmeldingen.

NL nv Niko sa Industriepark West 40, BE-9100 Sint-Niklaas, Belgium — tel. +32 3 778 90 00 — fax +32 3 777 71 20 — e-mail: support@niko.be — www.niko.eu
10-850
2
3. INSTALLATIE
3.1. Aansluiting
Gevaar: Installeer de telefooninterface niet onder spanning. Sluit het toestel pas na volledige installatie aan op de netspanning.
1. Sluit alle componenten van het Niko toegangscontrolegamma (binnenposten, buitenposten, relais …) aan zoals je zou doen zonder
telefooninterface.
2. Raadpleeg het aansluitschema (fig. 2):
- Sluit de klemmen 21 en 22 aan voor de bus (a, b) en klem 23 voor de extra voeding (P) om de telefooninterface van voeding te voorzien.
- Sluit de klemmen 33 en 34 aan op een analoge binnenlijn van de telefooncentrale.
Tip: Kies een telefooncentrale met één analoge binnenlijn voor de telefooninterface en met voldoende analoge/digitale binnenlijnen
(afhankelijk van het gewenste type toestel) voor de aan te sluiten telefoontoestellen. Afhankelijk van de gekozen telefooncentrale zijn extra
functies mogelijk zoals meerdere (interne) gesprekken tegelijkertijd, een gesprek in wacht zetten, groepen creëren …
3.2. Telefooninterface gebruiken in grotere installaties
Als in grotere installaties een gelijkspanningsvoeding (10-805-01) en een voeding 20 (10-801) centraal in de schakelkast worden geplaatst, kun je
meerdere telefooninterfaces aansluiten. In dat geval moet de telefooninterface worden gevoed via de + klem 23 (P) van de gelijkspanningsvoeding.
Raadpleeg het aansluitschema (fig. 3).
Programmeer het nummer van elke telefooninterface (zie rubriek 5.2.).
3.3. Sensoringang van de telefooninterface gebruiken
Sluit een beldrukknop (NO), schakelaar of sensor (afhankelijk van de gewenste functie) aan op de klemmen 24 en 25 van de telefooninterface. Deze
beldrukknop, schakelaar of sensor schakelt het potentiaalvrije ingangscontact van de telefooninterface.
Raadpleeg de rubrieken 5.3., 5.4., 5.5. en 5.16. voor de verschillende mogelijkheden van dit potentiaalvrije ingangscontact.
3.4. Actoruitgang van de telefooninterface gebruiken
Je kunt het potentiaalvrije uitgangscontact van de telefooninterface gebruiken als NO-contact (klemmen 26 en 27) of NG-contact (klemmen 26 en
28).
Je kunt de actoruitgang activeren met de toetsencombinatie: ✱ ✱ (zie hoofdstuk 6).
Raadpleeg de rubrieken 5.9. en 5.10. voor de verschillende mogelijkheden van dit potentiaalvrije uitgangscontact.
4. PROGRAMMERING
4.1. Functietonen
Je kunt de telefooninterface programmeren via een telefoontoestel dat aangesloten is op de telefooncentrale. Het telefoontoestel heeft verschillende
functietonen.
Bij de volgende actie … … hoor je
Je brengt de telefooninterface in programmeermode. kentoon: hoge en lage toon na
elkaar
De telefooninterface heeft het commando goed ontvangen.1positieve toon: één lange hoge
toon
De telefooninterface heeft het commando slecht ontvangen.1negatieve toon: afwisselend korte
hoge en lage tonen
De gesprekstijd loopt ten einde. korte hoge tonen met een langere
pauze
1Elk commando wordt telkens bevestigd met een positieve of negatieve functietoon.

10-850
3
nv Niko sa Industriepark West 40, BE-9100 Sint-Niklaas, Belgium — tel. +32 3 778 90 00 — fax +32 3 777 71 20 — e-mail: support@niko.be — www.niko.eu NL
4.2. Programmeermode
Belangrijk: Om de instellingen van de verschillende functies te wijzigen, moet de telefooninterface altijd eerst in programmeermode staan (fig. 4).
Programmeermode activeren en beëindigen
Stap Actie Gevolg
1. Bel met een telefoontoestel naar het nummer (analoge binnenlijn)
waarop de telefooninterface aangesloten is (bv. 81).
Gebruik een telefoon die DTMF-tonen kan genereren.
De interface reageert op de oproep na een aantal beltonen, wat je
zelf kunt instellen (zie verder in deze rubriek).
Je hoort een hoge en een lage toon na elkaar (kentoon).
2. Geef de toetsencombinatie in: # XXXX
met:
- XXXX = pincode
De telefooninterface staat nu in programmeermode.
3. Wijzig de instelling(en).
4. Druk op #. Je hebt de programmeermode verlaten.
De programmeermode wordt vanzelf beëindigd als je gedurende ongeveer 15 seconden geen actie
onderneemt.
Bij levering is de pincode ingesteld op 0000.
Pincode wijzigen
Stap Actie Gevolg
1. Activeer de programmeermode. De interface reageert op de oproep na een aantal beltonen, wat je
zelf kunt instellen (zie verder in deze rubriek).
Je hoort een hoge en een lage toon na elkaar (kentoon).
2. Geef de toetsencombinatie in: 10 XXXX ✱
met:
- XXXX = nieuwe pincode
Je hebt de pincode gewijzigd.
3. Verlaat de programmeermode.
Daarnaast kun je ook het inbellen op de telefooninterface beveiligen met een pincode. In dit geval beveilig je ook de beschreven functies in
rubriek 6.1. (zoals deur openen, licht schakelen …).
Als je deze extra beveiliging geactiveerd hebt, hoor je na het inbellen een lang aanhoudend signaal. Tijdens dit signaal moet je de pincode ingeven.
De pincode voor het inbellen is dezelfde als deze om de programmeermode te activeren.
Bij levering is deze extra beveiliging niet geactiveerd, d.w.z. je hoeft geen pincode in te geven bij het inbellen (0).
Inbellen op de telefooninterface beveiligen
Stap Actie Gevolg
1. Activeer de programmeermode.
2. Geef de toetsencombinatie in: 39 X ✱
met:
- X = 1 (pincode vereist) of 2 (hardwarereset)
Je hebt de extra beveiliging geactiveerd of de hardware gereset.
3. Verlaat de programmeermode.
Bij levering is het aantal beltonen ingesteld op twee.

NL nv Niko sa Industriepark West 40, BE-9100 Sint-Niklaas, Belgium — tel. +32 3 778 90 00 — fax +32 3 777 71 20 — e-mail: support@niko.be — www.niko.eu
10-850
4
Aantal beltonen wijzigen
Stap Actie Gevolg
1. Activeer de programmeermode.
2. Geef de toetsencombinatie in: 16 X ✱
met:
- X = cijfer van 0 tot 9 (0 = 10 beltonen, 1 = 1 beltoon,
2 = 2 beltonen …)
Je hebt het aantal beltonen gewijzigd.
3. Verlaat de programmeermode.
5. INSTELLINGEN
5.1. Variant van telefooninterface instellen
Bij levering bevat de telefooninterface een bellijst met 16 oproepnummers (X = 1).
Je kunt de telefooninterface wijzigen in een variant met 4, 32 of 64 oproepnummers.
Variant van telefooninterface instellen
Stap Actie Gevolg
1. Activeer de programmeermode.
2. Geef de toetsencombinatie in: 46 X ✱
met:
- X = 0 (4 oproepnummers), 1 (16 oproepnummers), 2 (32
oproepnummers) of 3 (64 oproepnummers)
Je hebt het aantal oproepnummers van de telefooninterface
gewijzigd.
3. Verlaat de programmeermode.
5.2. Telefooninterfacenummer wijzigen
Bij levering is het telefooninterfacenummer ingesteld op 72, wat overeenkomt met 16 oproepnummers.
Je kunt dit interfacenummer wijzigen, afhankelijk van het aantal oproepnummers dat je in de installatie wilt gebruiken (zie onderstaande
overzichtstabel). Als je in dezelfde installatie meerdere telefooninterfaces met dezelfde variant gebruikt, moet je het interfacenummer van elke extra
telefooninterface wijzigen.
Opgelet: Als je het telefooninterfacenummer wijzigt nadat je de beldrukknoppen toegewezen hebt (zie rubriek 5.6.), reageert de interface niet
wanneer je op deze beldrukknoppen drukt. In dat geval moet je de beldrukknoppen wissen en deze programmeren met het nieuwe serienummer.
Telefooninterfacenummer wijzigen
Stap Actie Gevolg
1. Activeer de programmeermode.
2. Geef de toetsencombinatie in: 18 XX ✱
met:
- XX = cijfer van 10 tot 72
Je hebt het telefooninterfacenummer gewijzigd.
3. Verlaat de programmeermode.

10-850
5
nv Niko sa Industriepark West 40, BE-9100 Sint-Niklaas, Belgium — tel. +32 3 778 90 00 — fax +32 3 777 71 20 — e-mail: support@niko.be — www.niko.eu NL
De volgende overzichtstabel toont het verband tussen het serienummer en het aantal telefoonadressen per telefooninterfacenummer.
Variant met … Telefoonadressen Telefooninterfacenummer Serienummers
4 oproepnummers 10 tot 13 10 0 tot 3
16 oproepnummers 10 tot 25 72 1008 tot 1023
71 992 tot 1007
70 976 tot 991
69 960 tot 975
68 944 tot 959
67 928 tot 943
66 912 tot 927
65 896 tot 911
64 880 tot 895
63 864 tot 879
32 oproepnummers 10 tot 41 40 992 tot 1023
39 960 tot 991
38 928 tot 959
37 896 tot 927
36 864 tot 895
35 832 tot 863
34 800 tot 831
33 768 tot 799
32 736 tot 767
31 704 tot 735
64 oproepnummers 10 tot en met 73 24 960 tot 1023
23 896 tot 959
22 832 tot 895
21 768 tot 831
20 704 tot 767
19 640 tot 703
18 576 tot 639
17 512 tot 575
16 448 tot 511
15 384 tot 447
De serienummers zijn automatisch gelinkt aan de telefoonadressen. Voor de telefooninterface met het nummer 72 is telefoonadres 10 gelinkt aan
serienummer 1008, telefoonadres 11 aan serienummer 1009 … Dit serienummer is enkel van belang wanneer je wilt programmeren met het
servicetoestel (10-870):
1. Geef het serienummer (bv. 1008) in op het servicetoestel.
2. Druk op de programmeertoets van het servicetoestel (zie handleiding).
3. Druk op de beldrukknop aan de buitenpost waarop je het telefoontoestel wilt programmeren.
Als het juiste telefoonadres toegewezen is aan dit serienummer (zie rubriek 5.4.), rinkelt de juiste telefoon of telefoongroep (afhankelijk van de
telefooncentrale).
5.3. Telefoonadres toewijzen aan sensoringang
Bij levering is de sensoringang geprogrammeerd op telefoonadres 10.
Wil je via de sensoringang dezelfde telefoon laten rinkelen als via een beldrukknop op de buitenpost, dan programmeer je voor beide hetzelfde
telefoonadres.

NL nv Niko sa Industriepark West 40, BE-9100 Sint-Niklaas, Belgium — tel. +32 3 778 90 00 — fax +32 3 777 71 20 — e-mail: support@niko.be — www.niko.eu
10-850
6
Telefoonadres toewijzen aan sensoringang
Stap Actie Gevolg
1. Activeer de programmeermode.
2. Geef de toetsencombinatie in: 11 XX ✱
met:
- XX = telefoonadres
Je hebt een telefoonadres toegewezen aan de sensoringang.
3. Verlaat de programmeermode.
5.4. Oproepnummer toewijzen aan telefoonadres
Om het correcte nummer op te bellen als een telefoonadres opgeroepen wordt, moet je op de telefooninterface een oproepnummer per telefoonadres
programmeren.
Telefoonadres 10 wordt gebruikt voor de sensoringang. Ook op dit adres kun je een oproepnummer programmeren, zodat bijvoorbeeld een
etageoproep mogelijk is.
Oproepnummer toewijzen aan telefoonadres
Stap Actie Gevolg
1. Activeer de programmeermode.
2. Geef de toetsencombinatie in: 12 XX YY…Y ✱
met:
- XX = telefoonadres (afhankelijk van de variant)
- YY…Y = oproepnummer (maximaal 16 cijfers)
Je hebt een oproepnummer toegewezen aan een telefoonadres.
3. Om te controleren of er nog een geheugenplaats vrij is, geef je de
toetsencombinatie in: 13 XX ✱
met:
- XX = telefoonadres
Je hoort een positieve functietoon als het telefoonadres in gebruik
is.
Je hoort een negatieve functietoon als het telefoonadres nog vrij is.
4. Verlaat de programmeermode.
5.5. Functie van sensoringang activeren
Het toestel dat moet rinkelen via de sensoringang, heb je zonet ingesteld (zie rubrieken 5.3. en 5.4.).
Oproepfunctie activeren
Stap Actie Gevolg
1. Activeer de programmeermode.
2. Geef de toetsencombinatie in: 24 0 ✱Je hebt de oproepfunctie van de sensoringang geactiveerd.
3. Verlaat de programmeermode.
Je kunt de sensoringang ook gebruiken om een deurslot te openen.
Deurslotfunctie activeren
Stap Actie Gevolg
1. Activeer de programmeermode.
2. Geef de toetsencombinatie in: 24 1 ✱Je hebt de deurslotfunctie van de sensoringang geactiveerd. Het
relais van de gebruikte voeding schakelt.
3. Verlaat de programmeermode.

10-850
7
nv Niko sa Industriepark West 40, BE-9100 Sint-Niklaas, Belgium — tel. +32 3 778 90 00 — fax +32 3 777 71 20 — e-mail: support@niko.be — www.niko.eu NL
5.6. Telefoonadres toewijzen aan beldrukknop
Nadat je een oproepnummer toegewezen hebt aan een telefoonadres (zie rubriek 5.4.), kun je het telefoonadres toewijzen aan een beldrukknop.
Telefoonadres toewijzen aan beldrukknop
Stap Actie Gevolg
1. Activeer de programmeermode.
2. Geef de toetsencombinatie in: 14 XX ✱
met:
- XX = telefoonadres (afhankelijk van de variant)
3. Druk binnen 30 seconden op de gewenste beldrukknop aan de
buitenpost.
Je hebt het telefoonadres aan een beldrukknop toegewezen.
Wanneer je op die beldrukknop drukt, rinkelt de juiste telefoon.
4. Verlaat de programmeermode.
Op één beldrukknop kun je maximaal twee telefoontoestellen parallel programmeren. Als je al een serienummer op de beldrukknop geprogrammeerd
hebt, houd je de beldrukknop ingedrukt tot je aan de buitenpost een beltoon hoort.
5.7. Start van spraakverbinding wijzigen
Bij levering is de telefooninterface zo ingesteld, dat de spraakverbinding meteen start na het opnemen van de hoorn (toetsencombinatie = 25 1 ✱).
Start van spraakverbinding wijzigen
Stap Actie Gevolg
1. Activeer de programmeermode.
2. Geef de toetsencombinatie in: 25 0 ✱Je moet de hoorn opnemen én eerst op toets 7 drukken voordat je
een gesprek kunt voeren met de bezoeker aan de buitenpost.
3. Verlaat de programmeermode.
5.8. Gesprekstijd instellen
Bij levering is de gesprekstijd ingesteld op drie minuten (XX = 13).
De gesprekstijd start op het moment dat je de hoorn opneemt en op toets 7 drukt om communicatie mogelijk te maken, wat niet standaard ingesteld
is (raadpleeg rubriek 5.7.).
De gesprekstijd is beperkt om een lijn niet voortdurend bezet te houden.
Gesprekstijd instellen
Stap Actie Gevolg
1. Activeer de programmeermode.
2. Geef de toetsencombinatie in: 15 XX ✱
met:
- XX = cijfer van 10 tot 90 (10 = 0 min, 11 =
1 min, 12 = 2 min, 13 = 3 min …)1
Je hebt de gesprekstijd gewijzigd.
4. Verlaat de programmeermode.
1Het cijfer 88 staat voor een onbeperkte gesprekstijd.

NL nv Niko sa Industriepark West 40, BE-9100 Sint-Niklaas, Belgium — tel. +32 3 778 90 00 — fax +32 3 777 71 20 — e-mail: support@niko.be — www.niko.eu
10-850
8
5.9. Schakeltijd van actoruitgang instellen
De telefooninterface heeft een uitgangscontact met instelbare korte of lange schakeltijd.
Bij levering is de schakeltijd van de actoruitgang ingesteld op 10 seconden (XX = 10).
Schakeltijd van actoruitgang instellen
Stap Actie Gevolg
1. Activeer de programmeermode.
2. Geef de toetsencombinatie in: 17 XX ✱
met:
- XX = cijfer van 10 tot 90
(kort: 10 = 10 s, 11 = 1 s, 12 = 2 s …)
(lang: 20 = 20 s, 21 = 21 s … 90 = 90 s)
Je hebt de schakeltijd van de actoruitgang ingesteld.
3. Verlaat de programmeermode.
5.10. Actoruitgang bij oproep activeren
Telkens er een oproep is naar een bepaald telefoontoestel, kan de actoruitgang worden geactiveerd (afhankelijk van het telefoonadres). Zo kan na een
oproep de deur automatisch worden geopend of het licht worden ingeschakeld.
Bij levering is de actoruitgang niet geactiveerd.
Actoruitgang bij oproep activeren
Stap Actie Gevolg
1. Activeer de programmeermode.
2. Geef de toetsencombinatie in:
29 XX YY ✱
met:
- XX = telefoonadres van het op te roepen telefoontoestel
- YY = schakeltijd
Je hebt de actoruitgang geactiveerd.
3. Verlaat de programmeermode.
5.11. Gebruik zonder telefooncentrale
Bij levering is de telefooninterface ingesteld voor gebruik in installaties met een telefooncentrale (toetsencombinatie = 20 0 ✱).
Is er geen sprake van een telefooncentrale, dan moet je de interface rechtstreeks aansluiten op de buitenlijn. In dit geval worden er altijd externe
telefoontoestellen opgeroepen.
Instellen voor gebruik zonder telefooncentrale
Stap Actie Gevolg
1. Activeer de programmeermode.
2. Geef de toetsencombinatie in: 20 1 ✱Je hebt het gebruik van de telefooninterface aangepast aan een
installatie zonder telefooncentrale.
3. Verlaat de programmeermode.

10-850
9
nv Niko sa Industriepark West 40, BE-9100 Sint-Niklaas, Belgium — tel. +32 3 778 90 00 — fax +32 3 777 71 20 — e-mail: support@niko.be — www.niko.eu NL
5.12. Kentekens voor binnen- of buitenlijnen gebruiken
De telefooninterface kan de kentekens (0, ✱, # …) die je moet indrukken om een binnen- of buitenlijn te kunnen gebruiken, ook automatisch
vormen.
Automatisch gebruik van kentekens voor binnen- of buitenlijnen instellen
Stap Actie Gevolg
1. Activeer de programmeermode.
2. Geef de toetsencombinatie in: 21 X ✱of
21 XX ✱
met:
- X en XX = 0 of 00 tot 991
De telefooninterface vormt de kentekens voor binnen- of
buitenlijnen voortaan automatisch.
3. Verlaat de programmeermode.
1Uitzonderingen:
01 = flash (0,1 s) (vaak de R-toets op het telefoontoestel) 04 = flash + ✱
02 = ✱05 = flash + ✱+ ✱
03 = # 06 = ✱+ ✱
Opmerking: Als je zowel binnen- als buitenlijnen wilt kunnen oproepen, kun je bij de meeste telefooncentrales gebruikmaken van verkorte nummers.
In dit geval is deze programmering overbodig.
5.13. Naar een binnenpost bellen via het telefoontoestel
Via de toetsen 4, 5 en 6 van een telefoontoestel kun je bellen naar een binnenpost (zie rubriek 6.1.).
Bij levering is op deze toetsen geen nummer geprogrammeerd.
Een binnenpost programmeren op het telefoontoestel
Stap Actie Gevolg
1. Activeer de programmeermode.
2. Geef de toetsencombinatie in: 22 X ✱
met:
- X = 4, 5 of 6
3. Neem binnen 30 seconden de hoorn even op van de binnenpost
die aan toets 4, 5 of 6 van het telefoontoestel moet worden
toegewezen.
Je hebt een binnenpost geprogrammeerd op een van deze drie
toetsen.
4. Verlaat de programmeermode.
5.14. Tijd instellen om telefoonnummer te vormen
Bij levering is de tijdsduur om een telefoonnummer te vormen, ingesteld op drie seconden (X = 3).
Tijdsduur instellen
Stap Actie Gevolg
1. Activeer de programmeermode.
2. Geef de toetsencombinatie in: 26 X ✱
met:
- X = cijfer van 0 tot 9 (in seconden)1
Je hebt de tijdsduur gewijzigd om een telefoonnummer te vormen.
3. Verlaat de programmeermode.
1Als je kiest voor het cijfer 0, moet je wachten op de beltoon. Dit is handig als een oproep naar een
gsm-nummer of een ander extern nummer moet worden doorgeschakeld. De doorschakeling van dergelijke oproepen duurt langer.

NL nv Niko sa Industriepark West 40, BE-9100 Sint-Niklaas, Belgium — tel. +32 3 778 90 00 — fax +32 3 777 71 20 — e-mail: support@niko.be — www.niko.eu
10-850
10
5.15. Oproepdoorschakeling activeren
Wanneer een oproep aan de buitenpost niet beantwoord wordt aan de eerst geprogrammeerde telefoon, kun je de oproep doorschakelen. De
telefooninterface kan ook een oproep starten met een doorgeschakelde oproep van een binnenpost.
Om een telefoonnummer toe te wijzen aan een telefoonadres, raadpleeg je rubriek 5.4.
Oproepdoorschakeling activeren
Stap Actie Gevolg
1. Activeer de programmeermode.
2. Geef de toetsencombinatie in:
27 XX YY ✱
met:
- XX = telefoonadres van het eerste op te
roepen telefoontoestel
- YY = telefoonadres van het tweede op te
roepen telefoontoestel (opvolger)
De oproep wordt doorgeschakeld naar het
telefoontoestel dat je als opvolger ingesteld
hebt.
3. Om het tweede telefoontoestel te wissen, geef
je de toetsencombinatie in: 27 XX ✱
met:
- XX = telefoonadres van het tweede op te
roepen telefoontoestel (opvolger)
De oproep wordt niet meer doorgeschakeld
naar het telefoontoestel dat je als opvolger
ingesteld hebt.
4. Verlaat de programmeermode.
Je kunt ook lineaire en circulaire structuren instellen:
• Voorbeeld van een lineaire oproepdoorschakeling: 10 > 11 > 12
Je geeft de toetsencombinaties in: 27 10 11 ✱
27 11 12
✱
• Voorbeeld van een circulaire oproepdoorschakeling: 10 > 11 > 12 > 10
Je geeft de toetsencombinaties in: 27 10 11 ✱
27 11 12
✱
27 12 10
✱
Opmerking: Als je gebruikmaakt van de oproepdoorschakeling, moet je de telefooninterface zo instellen dat gesprekken aangenomen worden met
toets 7 (zie rubriek 5.7.).
5.16. Telefoonnummer voor dag- en nachtstand instellen
Je kunt een telefoonnummer programmeren voor overdag en een voor ’s nachts.
Om een telefoonnummer toe te wijzen aan een telefoonadres, raadpleeg je rubriek 5.4.
Telefoonnummer voor dag- en nachtstand instellen
Stap Actie Gevolg
1. Activeer de programmeermode.
2. Geef de toetsencombinatie in:
28 XX YY ✱
met:
- XX = telefoonadres van het op te roepen telefoontoestel overdag
- YY = telefoonadres van het op te roepen telefoontoestel ‘s nachts
Je hebt een telefoonnummer voor overdag en voor ’s nachts
ingesteld.
3. Verlaat de programmeermode.

10-850
11
nv Niko sa Industriepark West 40, BE-9100 Sint-Niklaas, Belgium — tel. +32 3 778 90 00 — fax +32 3 777 71 20 — e-mail: support@niko.be — www.niko.eu NL
• Voorbeeld van een instelling: 28 10 11 ✱
Als je telefoonadres 10 geprogrammeerd hebt op een beldrukknop:
- wordt het telefoonnummer voor de dagstand gebeld als het contact op de sensoringang geopend is.
- wordt het telefoonnummer voor de nachtstand gebeld als het contact op de sensoringang gesloten is.
Als je telefoonadres 11 geprogrammeerd hebt op een beldrukknop, wordt altijd het telefoonnummer dat op telefoonadres 11 geprogrammeerd
is, gebeld nadat er op de beldrukknop gedrukt is.
5.17. Functie van sensoringang instellen voor dag- en nachtstand
Voor een deuroproep kun je een dag- en nachtstand gebruiken. Door een schakelcontact (zoals een schakelaar, schakelklok of Niko Home Control
contact) te openen of te sluiten, wordt respectievelijk het telefoonnummer voor de dag- of nachtstand opgebeld (zie rubriek 5.16.).
Functie van sensoringang instellen voor dag- en nachtstand
Stap Actie Gevolg
1. Activeer de programmeermode.
2. Geef de toetsencombinatie in: 24 2 ✱Je hebt de functie van de sensoringang ingesteld voor de dag- en
nachtstand.
3. Verlaat de programmeermode.
5.18. Oproeptijd van buitenpost naar telefoontoestel instellen
Bij levering staat de oproeptijd van een buitenpost naar een telefoontoestel ingesteld op 30 seconden
(= YY).
Wanneer je drukt op de beldrukknop aan de buitenpost, hoor je aan de geprogrammeerde binnenpost een beltoon. De telefoon blijft gedurende
maximaal 30 seconden rinkelen. Als je de oproepdoorschakeling geactiveerd hebt (zie rubriek 5.15.), wordt de oproep na 30 seconden
doorgeschakeld naar het tweede op te roepen telefoontoestel (opvolger). Ook dit toestel rinkelt op zijn beurt 30 seconden.
Oproeptijd van buitenpost naar telefoontoestel instellen
Stap Actie Gevolg
1. Activeer de programmeermode.
2. Geef de toetsencombinatie in:
30 XX YY ✱
met:
- XX = telefoonadres van het op te roepen telefoontoestel
- YY = oproeptijd, cijfer van 10 tot 90 (in seconden)
Je hebt de oproeptijd van een buitenpost naar een telefoontoestel
ingesteld.
3. Verlaat de programmeermode.
Opmerking: Als je de telefooninterface zo ingesteld hebt, dat de spraakverbinding meteen start na het opnemen van de hoorn (zie rubriek 5.7.), is de
oproeptijd niet van belang. In dit geval wordt enkel rekening gehouden met de gesprekstijd (zie rubriek 5.8.).
5.19. Beltoon aan buitenpost uitschakelen
Via de toetsen 1, 2 en 3 van een telefoontoestel kun je bellen naar een buitenpost (zie hoofdstuk 6).
Bij levering is de telefooninterface zo ingesteld, dat je aan de buitenpost een beltoon hoort wanneer deze opgeroepen wordt (toetsencombinatie = 32
1 ✱).
Je kunt deze functie ook uitschakelen zodat je niet weet of er iemand aan de buitenpost luistert.

NL nv Niko sa Industriepark West 40, BE-9100 Sint-Niklaas, Belgium — tel. +32 3 778 90 00 — fax +32 3 777 71 20 — e-mail: support@niko.be — www.niko.eu
10-850
12
Beltoon aan buitenpost uitschakelen
Stap Actie Gevolg
1. Activeer de programmeermode.
2. Geef de toetsencombinatie in: 32 0 ✱Je hoort geen beltoon aan de buitenpost.
3. Verlaat de programmeermode.
5.20. Fouttonen aan buitenpost uitschakelen
Bij levering is de telefooninterface zo ingesteld, dat je in onderstaande gevallen fouttonen hoort aan de buitenpost (toetsencombinatie = 37 1 ✱).
Deze fouttonen worden ook visueel weergegeven via de gele indicatieled.
Als … … hoor je Gele indicatieled
er gebeld wordt, maar er is geen
oproepnummer toegewezen aan
de beldrukknop.
hoge en lage fouttoon na elkaar knippert snel
de lijn bezet is. korte hoge fouttonen met een
korte pauze
knippert snel
de hoorn niet opgenomen wordt
(geen verbinding).
tweemaal een korte hoge fouttoon
en eenmaal een lange lage
fouttoon
knippert snel
Fouttonen aan de buitenpost uitschakelen
Stap Actie Gevolg
1. Activeer de programmeermode.
2. Geef de toetsencombinatie in: 37 0 ✱Je hebt de fouttonen aan de buitenpost uitgeschakeld.
3. Verlaat de programmeermode.
5.21. Verbinding tussen telefoontoestel en buitenpost activeren via sensoringang
Als je de oproepfunctie van de sensoringang geactiveerd hebt (zie rubriek 5.5.), kan het telefoontoestel rinkelen wanneer een schakelcontact (zoals
een beldrukknop, bewegingsmelder …) de sensoringang opent of sluit. Als je de hoorn opneemt en op toets 7 drukt, wordt een verbinding gemaakt.
Nu kun je een gesprek voeren met de bezoeker aan de buitenpost.
Bij levering is de telefooninterface ingesteld op 64. Een spraakverbinding is niet mogelijk. Dit kan handig zijn wanneer het gaat om een noodtelefoon
die enkel moet rinkelen in geval van alarm.
Verbinding tussen telefoontoestel en buitenpost activeren via sensoringang
Stap Actie Gevolg
1. Activeer de programmeermode.
2. Geef de toetsencombinatie in: 33 XX ✱
met:
- XX = cijfer van 10 tot 631
Je hebt de verbinding tussen het telefoontoestel en een buitenpost
geactiveerd via de sensoringang.
3. Verlaat de programmeermode.
1Dit cijfer komt overeen met het adres van de gewenste buitenpost. Raadpleeg de handleiding van het servicetoestel (10-870) om dit adres toe te
wijzen.
5.22. Uitschakeltijd tussen aanbellen en opnemen van de hoorn instellen
Bij levering is de tijd dat een telefoontoestel rinkelt na een oproep, ingesteld op 45 seconden (toetsencombinatie = 40 1 ✱). Je kunt deze
uitschakeltijd bij een oproep ook inkorten tot 10 seconden.

10-850
13
nv Niko sa Industriepark West 40, BE-9100 Sint-Niklaas, Belgium — tel. +32 3 778 90 00 — fax +32 3 777 71 20 — e-mail: support@niko.be — www.niko.eu NL
Uitschakeltijd tussen aanbellen en opnemen van de hoorn instellen
Stap Actie Gevolg
1. Activeer de programmeermode.
2. Geef de toetsencombinatie in: 40 0 ✱Je hebt de uitschakeltijd bij een oproep ingekort tot 10 seconden.
3. Verlaat de programmeermode.
5.23. Fabrieksinstellingen herstellen
Fabrieksinstellingen herstellen
Stap Actie Gevolg
1. Houd de REPROG-toets (toets 4) ingedrukt, terwijl je kort drukt op
de RESET-toets (toets 2).
Beide indicatieleds branden.
2. Laat de REPROG-toets (toets 4) los. De telefooninterface is teruggezet op zijn fabrieksinstellingen.
Tijdens deze procedure, die ongeveer twee seconden duurt, is de actoruitgang geactiveerd.
6. WERKING EN GEBRUIK
6.1. Oproep van een telefoon naar de telefooninterface
Na een oproep naar de telefooninterface kun je de volgende functies uitvoeren met het toetsenklavier:
Actie Toetsencombinatie
buitenpost oproepen 1 (buitenpost met buitenpostadres 0)
2 (buitenpost met buitenpostadres 1)
3 (buitenpost met buitenpostadres 2)
binnenpost oproepen 4 (ingesteld serienummer, zie rubriek 5.13.)
5 (ingesteld serienummer, zie rubriek 5.13.)
6 (ingesteld serienummer, zie rubriek 5.13.)
deuropenerrelais activeren 7 (eerst een buitenpost oproepen)
lichtrelais activeren 8 (eerst een buitenpost oproepen)
buitenpost oproepen 0 XX (XX = buitenpostadres tussen 10 en 63)
actoruitgang activeren ✱ ✱
relais voor inbouw (10-837) of DIN-railrelais
(10-830) activeren ✱X
met:
- X = getal van 0 tot 91
10 = stuurfunctie 10, 1 = stuurfunctie 1 … 9 = stuurfunctie 9
6.2. Oproep van een buitenpost naar een telefoontoestel
Afhankelijk van de instelling (zie rubriek 5.6.) neem je de hoorn op of moet je na het opnemen ook nog op toets 7 drukken om een spraakverbinding
met de buitenpost tot stand te brengen. Je kunt vervolgens de volgende acties uitvoeren:

NL nv Niko sa Industriepark West 40, BE-9100 Sint-Niklaas, Belgium — tel. +32 3 778 90 00 — fax +32 3 777 71 20 — e-mail: support@niko.be — www.niko.eu
10-850
14
Actie Toetsencombinatie
deuropenerrelais activeren 7
lichtrelais activeren 8
verbinding verbreken19
actoruitgang activeren ✱ ✱
relais voor inbouw (10-837) of DIN-railrelais
(10-830) activeren ✱X
met:
- X = getal van 0 tot 92
1Als je niet op toets 9 drukt om de verbinding te verbreken, is er gedurende de rest van de gesprekstijd een bezettoon te horen aan de buitenpost.
20 = stuurfunctie 10, 1 = stuurfunctie 1 … 9 = stuurfunctie 9
7. PROBLEEMOPLOSSING
Fouten worden visueel en akoestisch weergegeven:
• Na een oproep aan de telefooninterface hoor je driemaal een fouttoon (aan de telefoon), waarna de verbinding verbroken wordt.
• De rode indicatieled op de telefooninterface blijft knipperen of branden (zie onderstaande tabel). De optische foutweergave op de
telefooninterface blijft actief tot de fout hersteld is.
Oorzaak van het
probleem Rode indicatieled Gele indicatieled Fouttoon Oplossing
De a- en P-ader zijn
verwisseld of kortgesloten.
springt eenmaal aan uit Wissel de a- en P-ader om
of los de kortsluiting op.
Het toestel keert terug in
rustmode.
De a-ader is niet
aangesloten of krijgt geen
voeding.
knippert snel aan Sluit de a-ader aan of
controleer de verbinding
met de voeding.
Het toestel keert terug in
rustmode.
Er zijn verschillende versies
van de telefooninterface
aangesloten met hetzelfde
nummer.
springt tweemaal aan met
een lange pauze
uit - Druk op de RESET-toets
om de telefooninterface
te resetten.
- Wijzig het nummer van de
telefooninterface.
Er zijn identieke versies
van de telefooninterface
aangesloten met hetzelfde
nummer.
springt driemaal aan met
een lange pauze
uit - Druk op de RESET-toets
om de telefooninterface
te resetten.
- Wijzig het nummer van de
telefooninterface.
8. TECHNISCHE GEGEVENS
afmetingen 90 x 105 x 70 mm (HxBxD)
gewicht 230 g
sensoringang potentiaalvrij NO-contact (max. 50 Ω)
actoruitgang potentiaalvrij NO- of NG-contact
voedingsspanning + 26 Vdc
ingangsstroom in rustmode driedraads: I(a) = 0,03 mA – I(P) = 9 mA
maximale ingangsstroom I(Pmax) = 50 mA
omgevingstemperatuur 0 – 40°C

10-850
15
nv Niko sa Industriepark West 40, BE-9100 Sint-Niklaas, Belgium — tel. +32 3 778 90 00 — fax +32 3 777 71 20 — e-mail: support@niko.be — www.niko.eu NL
9. WAARSCHUWINGEN VOOR INSTALLATIE
- De
installatie moet worden uitgevoerd door een erkend installateur en volgens de geldende voorschriften.
- Deze handleiding moet aan de gebruiker worden overhandigd. Het moet bij het dossier van de elektrische installatie worden gevoegd en worden
overgedragen aan eventuele nieuwe eigenaars. Bijkomende exemplaren zijn verkrijgbaar via de website of supportdienst van Niko. Op de Niko website
is altijd de meest recente handleiding van het product terug te vinden.
- Tijdens de installatie moet rekening gehouden worden met (niet-limitatieve lijst):
- de geldende wetten, normen en reglementen.
- de stand van de techniek op het moment van de installatie.
- deze handleiding die alleen algemene bepalingen vermeldt en moet worden gelezen in het kader van elke specifieke installatie.
- de regels van goed vakmanschap.
Dit product voldoet aan alle toepasselijke Europese richtlijnen en verordeningen. Indien van toepassing, vind je de EG-verklaring van
overeenstemming met betrekking tot dit product op www.niko.eu.
10. NIKO SUPPORT
Heb je twijfel? Of wil je het product omruilen in geval van een eventueel defect? Neem dan contact op met je groothandel of de Niko supportdienst:
• België: +32 3 778 90 80
• Nederland: +31 183 64 06 60
Contactgegevens en meer informatie vind je op www.niko.eu onder de rubriek “Hulp en advies”.
11. GARANTIEBEPALINGEN
- De garantietermijn bedraagt vier jaar vanaf leveringsdatum. Als leveringsdatum geldt de factuurdatum van aankoop van het product door de
consument. Als er geen factuur voorhanden is, geldt de productiedatum.
- De consument is verplicht Niko schriftelijk te informeren over het gebrek aan overeenstemming, en dit uiterlijk binnen de twee maanden na
vaststelling.
- In geval van een gebrek aan overeenstemming heeft de consument enkel recht op een kosteloze herstelling of vervanging van het product, wat door
Niko bepaald wordt.
- Niko is niet verantwoordelijk voor een defect of schade als gevolg van een foutieve installatie, oneigenlijk of onachtzaam gebruik, een verkeerde
bediening, transformatie van het product, onderhoud in strijd met de onderhoudsvoorschriften of een externe oorzaak zoals vochtschade of schade
door overspanning.
- De dwingende bepalingen in de nationale wetgeving over de verkoop van consumptiegoederen en de bescherming van consumenten in landen waar
Niko rechtstreeks of via zuster- of dochtervennootschappen, filialen, distributeurs, agenten of vaste vertegenwoordigers verkoopt, hebben voorrang
op bovenstaande bepalingen.

FR nv Niko sa Industriepark West 40, BE-9100 Sint-Niklaas, Belgium — tel. +32 3 778 90 00 — fax +32 3 777 71 20 — e-mail: support@niko.be — www.niko.eu
10-850
16
Veuillez lire le manuel entièrement avant l’installation et la mise en service. Conservez ces instructions afin de pouvoir les consulter
ultérieurement.
1. DESCRIPTION
Cette interface téléphonique vous permet de raccorder une installation de contrôle d’accès Niko au réseau téléphonique analogique. Si vous
raccordez l’interface téléphonique à un central téléphonique, vous pouvez utiliser un téléphone ordinaire pour répondre à un appel à la porte ou pour
commander la porte, le relais, etc.
Sur l’interface téléphonique, vous pouvez programmer et/ou modifier une liste d’appel comportant 4, 16, 32 ou 64 numéros, de 16 chiffres au
maximum chacun. Par défaut, l’interface téléphonique contient une liste d’appel de 16 numéros.
2. TOUCHES DE COMMANDE ET LED TÉMOINS
2.1. Touches de commande
Voir figure 1.
uTouche RESET (touche 2)
vTouche REPROG (touche 4)
Utilisez les deux touches pour restaurer les réglages d’usine sur l’interface téléphonique (cf. rubrique 5.23).
2.2. LED témoins
Voir figure 1.
wLED témoin rouge indiquant le statut de la connexion au bus
xLED témoin jaune indiquant le statut de la connexion téléphonique
LED État Signification
éteinte mode de repos
allumée liaison vocale entre le bus et l’installation téléphonique
clignote lentement occupé : liaison vocale, alarme, message
clignote rapidement message d’erreur : le fil a n’est pas raccordé ou pas alimenté1
s’éteint l’interface téléphonique est activée pour la programmation
s’allume appel à la porte, appel interne ou réception du signal d’un capteur
s’allume, une fois, pause longue message d’erreur : les fils a et P ont été permutés ou sont court-
circuités1
s’allume, deux fois, pause longue message d’erreur : même numéro d’interface téléphonique et
versions différentes de l’interface téléphonique1
s’allume, trois fois, pause longue message d’erreur : même numéro d’interface téléphonique et
versions identiques de l’interface téléphonique1
éteinte message d’erreur : le fil P n’est pas raccordé ou pas alimenté1
allumée, brièvement tant que l’interface téléphonique reçoit un signal d’appel
allumée après un appel à la porte, lors de l’établissement d’une liaison et
pendant une liaison vocale
clignote lentement mode de programmation activé
clignote rapidement, une fois liaison avec le téléphone impossible, occupé
s’éteint après un appel à la porte avec transfert de l’appel, jusqu’à la fin de
la temporisation
s’allume liaison avec le capteur
s’allume une fois, pause longue variante avec 16 numéros d’appel
s’allume deux fois, pause longue variante avec 4 numéros d’appel
s’allume trois fois, pause longue variante avec 32 ou 64 numéros d’appel
1Pour en savoir plus sur les messages d’erreur, consultez le chapitre 7.

10-850
17
nv Niko sa Industriepark West 40, BE-9100 Sint-Niklaas, Belgium — tel. +32 3 778 90 00 — fax +32 3 777 71 20 — e-mail: support@niko.be — www.niko.eu FR
3. INSTALLATION
3.1. Raccordement
Danger : N’installez pas l’interface téléphonique sous tension. Ne raccordez l’appareil au secteur que lorsque l’installation est terminée.
1. Raccordez tous les éléments de la gamme de contrôle d’accès Niko (postes intérieurs, postes extérieurs, relais…) comme vous le feriez sans
interface téléphonique.
2. Consultez le schéma de raccordement (fig. 2) :
- Raccordez les bornes 21 et 22 pour le bus (a, b) et la borne 23 pour l’alimentation supplémentaire (P) afin d’alimenter l’interface
téléphonique.
- Raccordez les bornes 33 et 34 à une ligne intérieure analogique du central téléphonique.
Conseil : choisissez un central téléphonique doté d’une ligne intérieure analogique pour l’interface téléphonique et d’un nombre suffisant de
lignes intérieures analogiques/numériques (selon le type d’appareil souhaité) pour les téléphones à raccorder. Selon le central téléphonique
choisi, des fonctions supplémentaires sont possibles, par exemple plusieurs conversations (internes) en même temps, mise en attente d’un
appel, création de groupes, etc.
3.2. Utilisation de l’interface téléphonique dans de grandes installationss
Si une alimentation en tension continue (10-805-01) et une alimentation 20 (10-801) sont installées de manière centrale dans l’armoire de
distribution, vous pouvez raccorder plusieurs interfaces téléphoniques. Dans ce cas, l’interface téléphonique doit être alimentée via la borne + 23 (P)
de l’alimentation en tension continu.
Consultez le schéma de raccordement (fig. 3).
Programmez le numéro de chaque interface téléphonique (cf. rubrique 5.2.).
3.3. Utilisation de l’entrée du capteur de l’interface téléphonique
Raccordez un bouton de sonnerie (N.O.), un interrupteur ou un capteur (selon la fonction souhaitée) aux bornes 24 et 25 de l’interface téléphonique.
Ce bouton de sonnerie, cet interrupteur ou ce capteur active le contact d’entrée libre de potentiel de l’interface téléphonique.
Pour connaître les différentes possibilités de ce contact d’entrée libre de potentiel, consultez les rubriques 5.3, 5.4, 5.5 et 5.16.
3.4. Utilisation de la sortie de l’actuateur de l’interface téléphonique
Vous pouvez utiliser le contact de sortie libre de potentiel de l’interface téléphonique comme contact N.O. (bornes 26 et 27) ou comme contact N.F.
(bornes 26 et 28).
Vous pouvez activer la sortie de l’actuateur au moyen de la combinaison de touches : ✱ ✱ (cf. chapitre 6).
Pour connaître les différentes possibilités de ce contact de sortie libre de potentiel, consultez les rubriques 5.9 et 5.10.
4. PROGRAMMATION
4.1. Tonalités de fonction
Vous pouvez programmer l’interface téléphonique à l’aide d’un téléphone raccordé au central téléphonique. Le téléphone possède différentes
tonalités de fonction.
Lors de l’action suivante… …vous entendez
Vous faites passer l’interface téléphonique en
mode de programmation.
tonalité de reconnaissance : tonalité élevée
suivie d’une tonalité basse
L’interface téléphonique a reçu la commande
correctement.1
tonalité positive : une longue tonalité élevée
L’interface téléphonique n’a pas reçu la
commande correctement.1
tonalité négative : tonalité élevée brève et
tonalité basse brève en alternance
La durée de conversation touche à sa fin. tonalités élevées brèves et pause plus longue

FR nv Niko sa Industriepark West 40, BE-9100 Sint-Niklaas, Belgium — tel. +32 3 778 90 00 — fax +32 3 777 71 20 — e-mail: support@niko.be — www.niko.eu
10-850
18
1Chaque commande est confirmée par une tonalité de fonction positive ou négative.
4.2. Mode de programmation
Important : Pour que vous puissiez modifier les paramétrages des différentes fonctions, l’interface téléphonique doit toujours se trouver au
préalable en mode de programmation (fig. 4).
Activation et désactivation du mode de programmation
Étape Action Conséquence
1. À l’aide d’un téléphone, appelez le numéro (ligne interne
analogique) auquel l’interface téléphonique est raccordée (81, p.
ex.).
Utilisez un téléphone pouvant générer des tonalités DTMF.
L’interface réagit à l’appel après un nombre donné de tonalités
d’appel, que vous pouvez définir vous-même (voir plus loin dans
cette rubrique).
Vous entendez une tonalité élevée suivie d’une tonalité basse
(tonalité de reconnaissance).
2. Saisissez la combinaison de touches : # XXXX
où :
- XXXX = code PIN
L’interface téléphonique est à présent en mode de programmation.
3. Modifiez les paramétrages.
4. Appuyez sur #. Vous avez quitté le mode de programmation.
Le mode de programmation se désactive automatiquement en l’absence d’action pendant 15 secondes.
Par défaut, le code PIN est 0000.
Modification du code PIN
Étape Action Conséquence
1. Activez le mode de programmation. L’interface réagit à l’appel après un nombre donné de tonalités
d’appel, que vous pouvez définir vous-même (voir plus loin dans
cette rubrique).
Vous entendez une tonalité élevée suivie d’une tonalité basse
(tonalité de reconnaissance).
2. Saisissez la combinaison de touches :
10 XXXX ✱
où :
- XXXX = nouveau code PIN
Vous avez modifié le code PIN.
3. Quittez le mode de programmation.
Vous pouvez également protéger l’appel de l’interface téléphonique à l’aide d’un code PIN. Dans ce cas, vous protégez aussi les fonctions
décrites à la rubrique 6.1 (ouverture de la porte, commutation de l’éclairage…).
Si vous activez cette protection supplémentaire, vous entendez un signal continu long après l’appel. Pendant ce signal vous devez saisir le code PIN.
Le code PIN pour l’appel est identique à celui utilisé pour activer le mode de programmation.
Par défaut, cette protection supplémentaire n’est pas activée. Par conséquent, vous ne devez pas saisir de code PIN lors de l’appel (0).

10-850
19
nv Niko sa Industriepark West 40, BE-9100 Sint-Niklaas, Belgium — tel. +32 3 778 90 00 — fax +32 3 777 71 20 — e-mail: support@niko.be — www.niko.eu FR
Protection de l’appel de l’interface téléphonique
Étape Action Conséquence
1. Activez le mode de programmation.
2. Saisissez la combinaison de touches : 39 X ✱
où :
- X = 1 (code PIN requis) ou 2 (réinitialisation du matériel)
Vous avez activé la protection supplémentaire ou réinitialisé le
matériel.
3. Quittez le mode de programmation.
Par défaut, le nombre de tonalités d’appel est réglé sur deux.
Modification du nombre de tonalités d’appel
Étape Action Conséquence
1. Activez le mode de programmation.
2. Saisissez la combinaison de touches : 16 X ✱
où :
- X = chiffre de 0 à 9 (0 = 10 tonalités d’appel, 1 = 1 tonalité
d’appel, 2 = 2 tonalités d’appel…)
Vous avez modifié le nombre de tonalités d’appel.
3. Quittez le mode de programmation.
5. PARAMETRAGES
5.1. Paramétrage d’une variante de l’interface téléphonique
Par défaut, l’interface téléphonique contient une liste d’appel de 16 numéros (X = 1).
Vous pouvez modifier l’interface téléphonique en une variante à 4, 32 ou 64 numéros d’appel.
Paramétrage d’une variante de l’interface téléphonique
Étape Action Conséquence
1. Activez le mode de programmation.
2. Saisissez la combinaison de touches : 46 X ✱
où :
- X = 0 (4 numéros d’appel), 1 (16 numéros d’appel), 2 (32
numéros d’appel) ou 3 (64 numéros d’appel)
Vous avez modifié le nombre de numéros d’appel de l’interface
téléphonique.
3. Quittez le mode de programmation.
5.2. Modification du numéro de l’interface téléphonique
Par défaut, le numéro de l’interface téléphonique est 72, ce qui correspond à 16 numéros d’appel.
Vous pouvez modifier ce numéro d’interface, en fonction du nombre de numéros d’appel que vous souhaitez utiliser dans l’installation (cf. tableau ci-
dessous). Si, dans la même installation, vous utilisez plusieurs interfaces téléphoniques possédant la même variante, vous devez modifier le numéro
d’interface de chaque interface téléphonique.
Attention : si vous modifiez le numéro de l’interface téléphonique après avoir attribué les boutons de sonnerie (cf. rubrique 5.6.), l’interface ne
réagit pas lorsque vous appuyez sur ces boutons de sonnerie. Dans ce cas, vous devez effacer les boutons de sonnerie et les programmer à l’aide du
nouveau numéro de série.

FR nv Niko sa Industriepark West 40, BE-9100 Sint-Niklaas, Belgium — tel. +32 3 778 90 00 — fax +32 3 777 71 20 — e-mail: support@niko.be — www.niko.eu
10-850
20
Modification du numéro de l’interface téléphonique
Étape Action Conséquence
1. Activez le mode de programmation.
2. Saisissez la combinaison de touches :
18 XX ✱
où :
- XX = chiffre de 10 à 72
Vous avez modifié le numéro de l’interface téléphonique.
3. Quittez le mode de programmation.
Dans le tableau ci-dessous, vous pouvez consulter le rapport entre le numéro de série et le nombre d’adresses téléphoniques par numéro d’interface
téléphonique.
Variante avec… Adresses téléphoniques Numéro de l’interface
téléphonique Numéros de série
4 numéros d’appel 10 à 13 10 0 à 3
16 numéros d’appel 10 à 25 72 1008 à 1023
71 992 à 1007
70 976 à 991
69 960 à 975
68 944 à 959
67 928 à 943
66 912 à 927
65 896 à 911
64 880 à 895
63 864 à 879
32 numéros d’appel 10 à 41 40 992 à 1023
39 960 à 991
38 928 à 959
37 896 à 927
36 864 à 895
35 832 à 863
34 800 à 831
33 768 à 799
32 736 à 767
31 704 à 735
64 numéros d’appel 10 à 73 inclus 24 960 à 1023
23 896 à 959
22 832 à 895
21 768 à 831
20 704 à 767
19 640 à 703
18 576 à 639
17 512 à 575
16 448 à 511
15 384 à 447
Table of contents
Languages:
Other Niko IP Access Controllers manuals