Niko 09-013 User manual

09-013/09-014/09-016/09-01709-013/09-014/09-016/09-017


1
09-013/09-014/09-016/09-017
Proficiat met de aankoop van dit product uit het gamma Niko
inbouwdimmers.
1. WETTELIJKE WAARSCHUWINGEN
- Lees de volledige handleiding vóór installatie en ingebruikname.
- De installatie dient te worden uitgevoerd door een bevoegd persoon
en met inachtname van de geldende voorschriften.
- Deze handleiding dient aan de gebruiker te worden overhandigd. Zij moet
bij het dossier van de elektrische installatie worden gevoegd en dient
te worden overgedragen aan eventuele nieuwe eigenaars. Bijkomende
exemplaren zijn verkrijgbaar via de Niko-website of -supportdienst.
- Bij de installatie dient rekening gehouden te worden met (lijst is
niet limitatief):
- de geldende wetten, normen en reglementen;
- de stand van de techniek op het ogenblik van de installatie;
- het feit dat een handleiding alleen algemene bepalingen vermeldt
en dient gelezen te worden binnen het kader van elke specifieke
installatie;
- de regels van goed vakmanschap.
NL

2
09-013/09-014/09-016/09-017
- Bij twijfel kan u de supportdienst van Niko raadplegen of contact
opnemen met een erkend controleorganisme.
Support België: Support Nederland:
tel. + 32 3 760 14 82 tel. + 31 183 64 06 60
website: http://www.niko.be website: http://www.niko.nl
In geval van defect kan u uw product terugbezorgen aan een erkende
Niko-groothandel samen met een duidelijke omschrijving van uw
klacht (manier van gebruik, vastgestelde afwijking…).
NL

3
09-013/09-014/09-016/09-017
2. WERKING EN GEBRUIK
- Een druk op de regelknop schakelt het licht aan of uit. Een draai
aan de regelknop regelt de lichtintensiteit.
- De dimmer moet in een inbouwdoos met een inbouwdiepte van min.
40mm gemonteerd worden. Centraalplaat met knop en afdekplaat
moeten afzonderlijk besteld worden. Deze moeten gemonteerd
worden vóór de spanning ingeschakeld wordt, gebruik zonder
platen is verboden.
- Door rondzendimpulsen van de elektriciteitscentrale kunnen licht-
bronnen kortstondig knipperen.
- Niet elk type dimmer is geschikt voor elk type belasting. Voor de
toegelaten belastingen per dimmer, zie ‘technische gegevens’ van
de dimmers.
R,L,C
symbool voor de aansluitbare belastingen: R=ohms; L=inductief;
C=capacitief.
- Gebruik enkel originele vervangingszekeringen met Niko-refe-
rentienummer. Bij gebruik van andere zekeringen kan het toestel
beschadigd worden, is de veiligheid niet gewaarborgd en vervalt
de fabrieksgarantie.
NL

4
09-013/09-014/09-016/09-017
- Door faseaansnijding (09-013, 09-014 & 09-016) van de netspan-
ning ontstaan stroom- of spanningscomponenten met hogere
frequenties. Om radiostoringen te vermijden, is de dimmer voorzien
van een ingebouwde filter. Deze filter bestaat uit een ontstoorspoel
en een condensator. De ontstoorspoel kan brommen als gevolg
van de magnetostrictie van het kernmateriaal. Dit is een normaal
verschijnsel.
- Bij montage van de dimmer in de omgeving van een hifi-installatie
wordt aangeraden voor de verbindingsdraden van de luidsprekers
steeds afgeschermde draad te gebruiken. Steek deze draden nooit
samen met de netdraden in éénzelfde buis. Ondanks de ingebouwde
ontstoring wordt aangeraden de afstand tussen de dimmer en een
audio-installatie zo groot mogelijk te houden.
- De max. lichtintensiteit van een lamp aangesloten op een dim-
mer, zal steeds lager zijn dan de lichtintensiteit van een lamp die
rechtstreeks met het net verbonden is.
- De dimmers worden nooit elektrisch van het net gescheiden. Alle
delen, incl. de lampen blijven onder spanning ook al is het licht
‘uit’.
NL

5
09-013/09-014/09-016/09-017
3. INBOUWDIMMERS
3.1 INBOUWDIMMER VOOR OHMSE BELASTINGEN
09-013(-01) (MAX. 300W, 230V~ 50Hz)
TECHNISCHE GEGEVENS
- enkel geschikt voor:
–> gloeilampen max. 300W, min. 60W
–> halogeenlampen 230V~ max. 250W, min. 60W
- ingebouwde wisselschakelaar
- ingebouwde zekering F1,6AH (09-013-04) met vlugge werking
- ingebouwde reservezekering
- thermische overbelastingsbeveiliging met automatische herstel-
functie
- radio-ontstoord volgens EN 55015 en CISPR 15
- gewicht: ±95g
NL
R
14
CEBEC

6
09-013/09-014/09-016/09-017
3.2 INBOUWDIMMER VOOR OHMSE BELASTINGEN
09-014(-01) (MAX. 420W, 230V~ 50Hz)
TECHNISCHE GEGEVENS
- enkel geschikt voor:
–> gloeilampen max. 420W, min. 60W
–> halogeenlampen 230V~ max. 300W, min. 60W
- ingebouwde wisselschakelaar
- ingebouwde zekering F2AH (09-014-04) met vlugge werking
- ingebouwde reservezekering
- thermische overbelastingsbeveiliging met automatische herstel-
functie
- radio-ontstoord volgens EN 55015 en CISPR 15
- gewicht: ±110g
NL
R
14
CEBEC

7
09-013/09-014/09-016/09-017
3.3 INBOUWDIMMER VOOR OHMSE EN INDUCTIEVE
BELASTINGEN 09-016(-01) (MAX. 500VA, 230V~ 50Hz)
TECHNISCHE GEGEVENS
- enkel geschikt voor:
–> gloeilampen max. 500W, min. 50W
–> halogeenlampen 230V~ max. 500W, min. 50W
–> laagspanningshalogeenlampen met gewikkelde transformatoren
max. 500VA, min. 50VA
–> laagspanningshalogeenlampen met ringkerntransformatoren
max. 200VA, min. 50VA
- ingebouwde wisselschakelaar
- ingebouwde zekering T3,15AH (09-016-05) met trage werking
- ingebouwde reservezekering
- thermische overbelastingsbeveiliging met automatische herstelfunctie
- symmetrische uitsturing die de levensduur van de transformator
verlengt
- radio-ontstoord volgens EN 55015 en CISPR 15
- gewicht: ±115g
R,L
14
CEBEC
NL

8
09-013/09-014/09-016/09-017
- afzonderlijk te bestellen componenten: ohmse belasting (02-920-91
of 09-016-10) voor regeling van laagspanningshalogeenlampen,
te gebruiken bij inductieve belastingen die té inductief zijn.
LET OP!
- Om laagspanningshalogeenlampen met gewikkelde transformatoren
te dimmen, moet een elektronische voorbelasting (2 x 02-920-91
of 1 x 09-016-10) gebruikt worden. De weerstand 02-920-91 kan
zeer hoge temperaturen bereiken (±160°C). Bij montage moeten
de nodige maatregelen genomen worden i.v.m. aanrakings- en
brandveiligheid.
- De dimmer mag enkel aangesloten worden op gewikkelde trans-
formatoren geschikt voor dimmen. De transformatoren moeten
voor min. 75% belast zijn.
- Niko raadt aan om elektronische transformatoren (zelfs dimbaar met fase-
aansnijding) te dimmen met de dimmers 09-017(-01) of 09-027(-01)
volgens fase-afsnijdingsprincipe. Dit komt de levensduur van belasting
en dimmer ten goede en zal minder brommen veroorzaken.
- Gebruik van de dimmer met foute belasting kan de dimmer of de
belasting beschadigen en valt niet onder garantie.
R,L
14
CEBEC
NL

9
09-013/09-014/09-016/09-017
3.4 INBOUWDIMMER VOOR OHMSE EN CAPACITIEVE
BELASTINGEN 09-017(-01) (MAX. 320VA, 230V~ 50Hz)
TECHNISCHE GEGEVENS
- enkel geschikt voor:
–> gloeilampen max. 250W, min. 20W
–> halogeenlampen 230V~ max. 250W, min. 20W
–> laagspanningshalogeenlampen met elektronische transforma-
toren max. 320VA, min. 20VA
- de min. belasting is afhankelijk van het soort lamp of elektronische
transformator.
Voor bepaalde combinaties moet de belasting tot 35W of meer
verhoogd worden. Als de belasting niet verhoogd kan worden, moet
de elektronische voorbelasting (09-016-10) gebruikt worden.
- ingebouwde wisselschakelaar
- bromvrij
- elektronische kortsluitingsbeveiliging met automatische herstelfunctie
- thermische overbelastingsbeveiliging met automatische herstelfunctie
- radio-ontstoord volgens EN 55015 en CISPR 15
- gewicht: ±80g
R,C
14
CEBEC
NL

10
09-013/09-014/09-016/09-017
LET OP!
- Deze dimmer is voorzien van een repetitieve overspanningsbe-
veiliging: in geval van blijvende overspanningspieken schakelt de
dimmer automatisch uit. Druk op de schakelaar om de dimmer uit
te schakelen. Druk nogmaals om de dimmer terug aan te schakelen.
Indien de overspanningsbeveiliging opnieuw geactiveerd wordt, moet
de belasting nagekeken worden. Overspanning kan veroorzaakt
worden door het aansluiten van gewikkelde transformatoren (of
andere inductieve belastingen, bv. een ventilator).
- Elektronische transformatoren met een vermogen van 105VA of
meer blijken minder geschikt voor dimmen. De transformator kan
instabiliteit (knipperen) veroorzaken.
- Als de elektronische transformator en de belasting meer dan 2m
van elkaar verwijderd zijn, is instabiliteit mogelijk.
R,C
14
CEBEC
NL

11
09-013/09-014/09-016/09-017
4. ONDERHOUD
Deze toestellen zijn geschikt voor gebruik in volgende omstandig-
heden:
- een omgevingstemperatuur van 20°C
- een omgeving met een niet-condenserende luchtvochtigheidsgraad
- er mag geen directe aanraking mogelijk zijn van de dimmer
(centraal- en afdekplaat moeten worden gemonteerd)
- een netspanning van 230V.
Regelmatig nazicht van het volgende is aangewezen (na volledige
uitschakeling van de netvoeding):
- druk van de aansluitklemmen en ventilatie.
- Het koelvlak of de koelsleuven moeten regelmatig gepoetst worden
zodat ze stofvrij blijven en een optimale dissipatie gegarandeerd
kan worden.
Koeling is essentieel voor een bedrijfszeker en veilig gebruik. De
dimmer produceert ongeveer 1,2% warmte t.o.v. het aangesloten
verbruik.
Bv: 300W verlichting = 3,6W dissipatie; 500W verlichting = 6W
dissipatie…
NL

12
09-013/09-014/09-016/09-017
5.GARANTIEBEPALINGEN
- Garantietermijn: twee jaar vanaf leveringsdatum. Als leveringsdatum
geldt de factuurdatum van aankoop van het goed door de consument.
Indien geen factuur voorhanden is, geldt de productiedatum.
- De consument is verplicht Niko schriftelijk over het gebrek aan
overeenstemming te informeren, uiterlijk binnen de twee maanden
na vaststelling.
- In geval van een gebrek aan overeenstemming van het goed heeft
de consument recht op een een kosteloze herstelling of vervanging,
wat door Niko bepaald wordt.
- Niko is niet verantwoordelijk voor een gebrek of schade als gevolg
van een foutieve installatie, oneigenlijk of onachtzaam gebruik of
verkeerde bediening of transformatie van het goed.
- De dwingende bepalingen van de nationale wetgevingen betreffende
de verkoop van consumptiegoederen en de bescherming van de
consumenten van de landen waarin Niko rechtstreeks of via zuster/
dochtervennootschappen, filialen, distributeurs, agenten of vaste
vertegenwoordigers verkoopt, hebben voorrang op bovenstaande
bepalingen.
NL

13
09-013/09-014/09-016/09-017
INBOUWDIMMERS
omgevingstemperatuur: 20°C
MODULAIRE DIMMERS
omgevingstemperatuur: 35°C
per 5°C temperatuurstijging: -5%
↓
per 5°C temperatuurstijging: -5%
↓
↓
↓
opbouw inbouw in een thermoplastdoos
↓
↓
↓
↓
↓
↓
enkelvoudig:
-35% meervoudig enkelvoudig:
-0% 2 naast elkaar
hor./vert.: -25%
↓
↓
↓
↓
↓
↓
isolerende wand
(gips, hout): -25% stenen muur:
-0% isolerende wand
(gips, hout): -15% stenen muur:
-0%
NL

14
09-013/09-014/09-016/09-017
vb. dimmer 500W
omgevingstemperatuur 20°C: ...................0%
inbouw in thermoplastische doos
2 naast elkaar: ..................................... -25%
in een stenen muur: ............................... -0%
totaal: ................................................ -25%
max. belasting: 500 x 0,75 = 375W
NL

15
09-013/09-014/09-016/09-017
Nous vous félicitons pour l’achat de ce produit de la gamme de
variateurs à encastrer Niko.
1. PRESCRIPTIONS LEGALES
- Lisez entièrement le mode d’emploi avant toute installation et mise
en service.
- L’installation doit être effectuée par une personne compétente et
dans le respect des prescriptions en vigueur.
- Ce mode d’emploi doit être remis à l’utilisateur. Il doit être joint
au dossier de l’installation électrique et être remis à d’éventuels
autres propriétaires. Des exemplaires supplémentaires peuvent
être obtenus sur le site web ou auprès du service ‘support Niko’.
- Il y a lieu de tenir compte des points suivants avant l’installation
(liste non limitative):
- les lois, normes et réglementations en vigueur;
- l’état de la technique au moment de l’installation;
- ce mode d’emploi qui doit être lu dans le cadre de toute
installation spécifique;
- les règles de l’art.
15FR

16
09-013/09-014/09-016/09-017
- En cas de doute, vous pouvez appeler le service ‘support Niko’ ou
vous adresser à un organisme de contrôle reconnu.
Support Belgique: Support France:
+ 32 3 760 14 82 + 33 4 78 66 66 20
site web: http://www.niko.be site web: http://www.niko.fr
En cas de défaut de votre appareil, vous pouvez le retourner à un
grossiste Niko agréé, accompagné d’une description détaillée de votre
plainte (manière d’utilisation, divergence constatée…).
FR

17
09-013/09-014/09-016/09-017
2. FONCTIONNEMENT ET UTILISATION
- Une pression courte sur le bouton permet d’allumer ou d’éteindre
la lumière. En tournant le bouton de réglage, vous pouvez régler
l’intensité lumineuse.
- Montez le variateur dans un boîtier d’encastrement d’une profon-
deur min. de 40mm. L’enjoliveur muni du bouton et la plaque de
recouvrement doivent être commandés séparément. Ils doivent être
assemblés avant la mise sous tension. L’utilisation sans enjoliveur
ou plaque de recouvrement est interdite.
- Suite à des impulsions d’émission du réseau électrique, il est
possible que des sources lumineuses clignotent fugitivement.
- Chaque type de variateur n’est pas compatible avec chaque type
de charge. Pour connaître les charges autorisées par variateur,
consultez les ‘caractéristiques techniques’ des variateurs.
R,L,C
symbole de la charge raccordable: R = résistif; L = inductif;
C = capacitif.
- N’utilisez que des fusibles de remplacement portant la référence
Niko. L’utilisation d’autres fusibles pourrait endommager le dispositif.
Le cas échéant la sécurité ne serait pas assurée et la garantie
d’usine serait refusée.
FR

18
09-013/09-014/09-016/09-017
- Le contrôle de phase (09-013, 09-014 & 09-016) de la tension
du réseau entraîne des composantes de courant ou de tension de
fréquences plus élevées. Pour éviter des perturbations radio, un filtre
a été prévu dans le variateur. Ce filtre se compose d’une bobine de
déparasitage et d’un condensateur. Le bourdonnement qui résulte
de phénomènes de magnétostriction (déformation mécanique d’un
matériau ferromagnétique) au niveau de la bobine est normal.
- En cas de montage du variateur à proximité d’une chaîne hi-fi, il est
conseillé de prévoir des conducteurs blindés pour les connexions
haut-parleurs. Ne placez jamais ces conducteurs dans le même
conduit que les conducteurs d’alimentation. Malgré le déparasitage
incorporé, il est recommandé de prévoir une distance aussi grande
que possible entre le variateur et une installation audio.
- L’intensité max. d’une lampe reliée à un variateur sera toujours
inférieure à l’intensité d’une lampe reliée directement au réseau.
- Les variateurs ne sont jamais isolés électriquement du secteur. Tous
les éléments, y compris les lampes, restent sous tension même si
la lumière est ‘éteinte’.
FR
This manual suits for next models
3
Table of contents
Languages:
Other Niko Switch manuals

Niko
Niko 552-00001 User manual

Niko
Niko 05-060-01 User manual

Niko
Niko 552-00001 User manual

Niko
Niko 410-000 Series User manual

Niko
Niko 05-081-01 User manual

Niko
Niko 410-00 0 Series User manual

Niko
Niko 05-002-02 User manual

Niko
Niko 330-00700 User manual

Niko
Niko 420-0010 Series User manual

Niko
Niko 10-825 User manual