NL-3
WERKING EN BESCHRIJVING VAN DE DIPSWITCHES
WERKING EN BESCHRIJVING VAN DE POTENTIOMETERS
Potentiometer 1 Looptijd tot 45 seconden
(alleen veiligheidsfunctie d.w.z. langer
afstellen dan werkelijk nodig is)
Potentiometer 2 Vertraging van de tweede poortvleugel tot
120 seconden
Potentiometer 3 Automatisch dichtgaan, tot 120 seconden
BESCHRIJVING VAN DE CONTROLELAMPJES (LED'S)
LED1 Impuls op M1+M2 Aan: Impuls
uit: geen Impuls
LED2 Impuls op M1 Aan: Impuls
(voetganger-functie) uit: geen Impuls
LED3 Eindschakelaar
Indien de eindschakelaar werkt, dan licht het LED op
LED4 Eindschakelaar
Indien de eindschakelaar werkt, dan licht het LED op
Opmerking: Indien bij het werken van de eindschakelaars
beide LED’s niet oplichten, dan zijn de draden van de
eindschakelaars omgewisseld.
KRACHTINSTELLING EN AUTOMATISCHE
UITSCHAKELING
Met behulp van de potentiometers M1 en M2 wordt de kracht
afgesteld waarmee de motoren worden aangestuurd. De
regeling is met automatische uitschakeling uitgerust.
Wanneer de poort in beweging op een hindernis stuit, dan
stopt het poortdeel. Hoe krachtiger de potentiometers staan
afgesteld des te groter moet de kracht zijn om een poortdeel
te stoppen en uit te schakelen.
De krachtuitschakeling is een bijzonderheid voor de
aandrijving van buitenpoorten. Grote, zware of zwaar
bewegende poorten moeten niet met krachtuitschakeling
worden gebruikt omdat de krachtuitschakeling b.v. door
windbelasting kan worden geactiveerd. De uit de
krachtmodule lopende kabel uit de insteekplaats trekken om
de krachtuitschakeling te verhinderen.
Nadat de kracht is uitgeschakeld wordt de tweede
poortvleugel altijd eerst gesloten om correct sluiten van een
2-vleugelige poort te garanderen.
Als enige veiligheidsvoorziening is krachtuitschakeling niet
toegestaan. Daarnaast moeten er andere
veiligheidsvoorzieningen worden ingeschakeld zoals foto-
elektrische cellen, contactlijsten enz.
VEILIGHEID -
VEILIGHEIDSMODULE
De veiligheidsmodules worden afhankelijk van de soort
beveiliging gekozen. Met behulp van de veiligheidsmodules
wordt de gebruikte veiligheidsvoorziening geanalyseerd en
wordt de werking ervan gecontroleerd volgens ZIII-494 & CEN.
801689 module voor LiftMaster foto-elektrische cel 770E
801696 module bij toepassing van foto-elektrische cel
100263E of een contactlijst vereist. Er moet een testweerstand
van 8,2 K worden gebruikt (bij module meegeleverd).
63
GEBRUIK ZONDER VEILIGHEIDSMODULE
De beide aangesloten veiligheidsmodules uit de contacten
trekken en daarna het besturingssysteem weer aansluiten. Bij
de proefrun van het besturingssysteem blijkt dat de modules
niet worden gebruikt en de besturing wordt niet geblokkeerd.
Gebruik zonder veiligheidsvoorzieningen is niet
toegestaan en is gevaarlijk.
DODEMANSSCHAKELING
Bij de dodemansfunctie mag een poort zonder
veiligheidsvoorzieningen worden gebruikt, mits het zicht erop
volledig is. In het bovenste gedeelte van het
besturingssysteem zitten 3 dipswitches. Zet dipswitch 3 in de
stand ON. De besturing werkt dan nog alleen wanneer er met
behulp van een handzender, sleutelschakelaar of toets
continu signaal wordt gegeven. Bij onderbreking blijft de
poort staan en beweegt bij het volgende signaal in de
tegenovergestelde richting.
GEBRUIK MET FOTO-ELEKTRISCHE CEL TYPE
LIFTMASTER 770E EN MODULE 801689
Bij het aansluiten van deze IR sensor vindt een continue
controle plaats van de sensor en de bijbehorende draden. De
IR sensor is gemakkelijk aan te sluiten en komt daarmee
tegemoet aan de bepalingen om draden met dezelfde
markeringen te verbinden (wit/wit 11A/11B en zwart/zwart
13A/13B).
GEBRUIK MET FOTO-ELEKTRISCHE CEL TYPE
LIFTMASTER 100263E EN MODULE 801696
De IR sensor wordt verbonden met de 8,2 KΩweerstand
(welke is inbegrepen).
De verbinding van de 2 IR sensoren is mogelijk door
serieschakeling (uitgangen 3 en 4 van de IR sensoren en de
8,2 KΩweerstand zijn in serie geschakeld
(Veiligheidsingangen 11-12-13 A/B).
GEBRUIK MET CONTACTLIJSTEN EN MODULE 801696
Het werkingsprincipe van contactlijsten is gelijk aan die van
foto-elektrische cellen type LiftMaster 100263E. De
testweerstand van 8,2 k wordt bij contactlijsten met
automatische zelfcontrole (eigen besturingssysteem) b.v.
lichtlijsten op de toevoerkabel aangesloten. Bij contactlijsten
zonder automatische zelfcontrole heeft het zin, de
testweerstand op het eind van de lijsten aan te sluiten zodat
de contactlijst volledig worden gecontroleerd. Bij gebruik van
meerdere contactlijsten moeten deze in serie worden
geschakeld. De aansluiting dient te worden gemaakt op
11B/13B (Module contactaansluiting 2).
DRUKKNOP VOOR VLEUGEL 1 (MOTOR 1)
DRUKKNOP VOOR VLEUGEL 1 + 2 (MOTOR 1 + 2)
GECOMBINEERD GEBRUIK VAN CONTACTLIJSTEN EN
FOTO-ELEKTRISCHE CELLEN
Beide veiligheidsingangen werken onafhankelijk van elkaar,
zodat ze naar wens kunnen worden ingericht.
De LiftMaster aandrijvingen WGO300 en WGO400 hebben
geen eindschakelaars nodig om te kunnen functioneren. Er
moet echter een vaste aanslag op de bodem aanwezig zijn,
zodat de poort altijd dezelfde afstand aflegt!. De contacten
zijn af fabriek overbrugd.
ELEKTR. SLOT: Om het gebruik van verschillende
elektrische slotsytemen mogelijk te maken, sluit contact
9-10 potentiaalvrij. Het contact wordt ca. 1 seconde voordat
de motor begint te draaien gesloten en blijft ca. 3 seconden
in deze stand, d.w.z. voordat de poortvleugel opengaat wordt
het slot ontgrendeld en om te voorkomen dat het weer
vergrendeld wordt, blijft het 3 seconden lang aangestuurd.
Deze functie is ook bij het sluiten van de poort actief.
6
5
4
3
Dipswitch 1 AAN - Foto-elektrische cel
UIT - Contactlijste
Allèèn voor contactaansluiting module 2
in verbinding met module 801696
Dipswitch 2 AAN - omzetting naar “OPEN” na
herkenning van obstakel
UIT - “STOP” na herkenning van obstakel
Dipswitch 3 AAN = Dodemansschakeling AAN
UIT = Dodemansschakeling UIT