
6
• Voer de installatiewerkzaamheden zorgvuldig uit volgens
de instructies van de fabrikant en met inachtneming van
de geldende normen.
• Alle apparaten mogen alleen gebruikt worden voor het
beoogde doel waarvoor ze zijn ontworpen. Comelit
Group S.p.A. is niet verantwoordelijk voor oneigenlijk
gebruik van de apparatuur, voor wijzigingen die om welke
reden dan ook door derden zijn aangebracht, en voor het
gebruik van niet-originele accessoires en materialen.
• De installatie-, montage- en servicewerkzaamheden
aan de elektrische apparaten mogen uitsluitend door
gespecialiseerde elektriciens worden verricht.
• Voor een installatie volgens de normen dient een
geschikte lijnonderbreker (tweepolig) ter bescherming
van de netvoeding in het elektrische systeem van het
gebouw te worden aangebracht, in overeenstemming
met de geldende voorschriften (wet 46/90). De scheiding
tussen de contacten van de lijnonderbreker moet
minimaal 3 [mm] bedragen.
WAARSCHUWINGEN
• Sluit de voeding af, alvorens onderhoudswerkzaamheden
uit te voeren.
• Het is raadzaam om regelmatig te controleren of het
veiligheidssysteem goed werkt (minstens een keer per
maand).
• Verwijder stof uit de behuizing van de centrale met een
vochtige doek, zonder oplosmiddel te gebruiker, en
controleer of er geen vreemde voorwerpen aanwezig zijn.
• Controleer de toestand van de aansluitingen en van de
geleiders.
• Voer onderhoud en werkingstests van alle componenten
(rooksensoren, bewegingssensoren...) uit volgens de
aanwijzingen in de betreffende technische handleidingen.
• Zet de beschermingen terug op de klemmen.
Onderhoud
BELANGRIJKSTE KENMERKEN:
• Initiële adressering met geïntegreerd keypad.
• Twee universele ingangen die kunnen worden geconfigureerd als NC, NO, enkele, dubbele en driedubbele balancering,
driedubbele balancering met signaalstoring, dubbele zone en dubbele zone met afsluiting met mogelijkheid tot directe
aansluiting met rolluikcontacten.
• Geïntegreerde afsluitweerstand voor de 485-bus, inschakelbaar via dipswitch.
• Tamperbeveiliging tegen sabotage en lostrekken.
1. Signaleringsleds
2. Display
3. Functietoetsen
(programmeerbaar)
4. RFID-lezer (alleen voor art.
VEDOKPR / VEDOKPR200)
5. Lichtsensor*
6. klemmenblok
TECHNISCHE SPECIFICATIES
Kenmerken Waarde
Verbruik (min./max.) 30mA met leds uit,
80mA gedurende alarmmelding
Bedijfsspanning 10V tot 15V
Bedrijfstemperatuur en
bedrijfsvochtigheid
-10° / + 55° met droge hitte
-10° / + 40°C bij max. + 93% RV (niet-gecondenseerd)
BETEKENIS VAN DE LEDS VAN HET KEYPAD
LED Kleur Status Functie
Groen
Uit Geen netspanning
Aan Netspanning aanwezig
Langz.
knipperen
Netspanning OK, maar systeem niet gereed voor inschakeling of aanwezigheid van open
(niet-uitgesloten) zones.
Geel Uit Batterij OK
Aan Wijst op een probleem met de batterij van de centrale en/of een bus-voedingseenheid
Geel
Uit Geen storing
Aan Storing aanwezig
Langz.
knipperen
Aanwezigheid van geïsoleerde, uitgesloten, geblokkeerde of tijdelijk uitgesloten zones
vanwege storingen/sabotages.
Rood
Uit Geen alarm, sabotage of storing aanwezig
Aan Aanwezigheid van alarm, sabotage of storing
Langz.
knipperen Geheugen alarmgebeurtenis, sabotage of storing
BESCHRIJVING ONDERDEL-
EN (FIG. 1)
* de achtergrondverlichting wordt
alleen bij weinig licht geactiveerd