Dibo JMB-E User manual

www.dibo.com
JMB-E 2018
1.780.100
(Nederlands / Français / English / Deutsch)
Lees deze oorspronkelijke gebruiksaanwijzing aandachtig door alvorens de hogedrukreiniger in gebruik te nemen.
Neem alle veiligheidsvoorschriften in acht!
Lisez ce mode d’emploi original attentivement avant d’utiliser le nettoyeur à haute pression.
Prenez toutes précautions de sécurité nécessaire!
R
R
Re
ad this original instructions manual
a
a
ttentively before operatin
g
g
t
th
e high pressure cleaner.
T
T
Ta
ke all safety in
s
st
ructions in mind!
Lesen Sie aufmerksam diese ursprüngliche gebrauchsanweisung bevor Sie benutzen der reiniger unter hohem Druck.
Beachten Sie alle Sicherheitsvorsichtmaßnahmen notwendig!

JMB-E : REV 0 DiBO n.v. 2

JMB-E : REV 0 DiBO n.v. 3
Inhoudstabel
© Copyright DiBO n.v. 7
Markering door aandachtssymbolen 7
Garantie 8
1. Veiligheid - Algemene waarschuwingen 9
2. Voor het in gebruik nemen 12
2.1. Water aan- en afvoeren tot stand brengen 12
2.1.1. Wateraanvoer tot stand brengen 12
2.1.2. Water afvoeren 12
2.1.3. Anti-legionellabacterie maatregel 12
2.2. Brandstoftank vullen 12
3. Bediening 13
3.1. Algemeen 13
3.2. Visuele voorstelling 13
3.3. Componenten overzicht machine 16
4. Bediening 18
4.1. Bediening benzinemotor 18
4.2. Bediening dieselmotor 20
4.3. Bedieningscomponenten machine 22
4.3.1. (Smelt) Zekeringen 22
4.3.2. Branderschakelaar 22
4.3.3. Temperatuurregelknop 22
4.3.4. Noodstop 22
4.3.5. Sleutelschakelaar/display 22
4.3.6. Sturing / storingen 23
4.4. Spuitgereedschap 23
4.5. In bedrijf zetten 24
4.6. Reiniger uitzetten 24
4.7. HT pompen 24
4.8. Toepassingsgebied 24
5. Buiten werking stellen 25
5.1. Lans en pistool 25
5.2. Machine 25
5.3. Water afvoeren 25
5.4. Machine opbergen 25
5.5. Gebruikte vloeistoen milieuvriendelijk afvoeren 25
5.6. Transport 25
5.7. Spuitwerkzaamheden beëindigen 25
5.8. Opslag bij vorsttemperaturen 25
6. Onderhoud 26
6.1. Algemeen 26
6.2. Onderhoudsschema 26
6.2.1. Algemeen 26
6.2.2. Periodiek onderhoud 26
6.2.3. Verversing van de pompolie en oliepeil 26
6.2.4. Verversing van reductiekastolie en oliepeil 27
6.2.5. Onderhoud benzinemotor 27
6.2.6. Onderhoud dieselmotor 27
6.2.7. Reinigen van de waterfilters 27
6.2.8. Onderhoud voor rekening DiBO technici 27
6.3. Omschrijving dagelijkse controle 28
6.3.1. Frame 28
6.3.2. Ventielen + manometer 28
6.3.3. Hogedrukpomp 28
6.3.4. Hogedruk- en lagedrukgedeelte 28
6.3.5. Spuitgereedschap 28
6.3.6. Elektrisch gedeelte 28
6.3.7. Motor 28
6.3.8. Olie aftappen/vullen hogedrukpomp 28
6.3.9. Batterij 28
7. Storingstabel 29
8. Technische gegevens 30
8.1. Algemeen 30
8.1.1. Machine overzicht 30
8.2. Algemene gegevens 30
8.3. Toebehoren 30
9. Nazorg 31
9.1. Opslaan hogedrukreiniger 31
9.2. Inactiviteit gedurende lange periode 31
9.3. Installatie milieuvriendelijk afvoeren 31
10. DiBO vertegenwoordigingen 32
11. Technical data 111
12. Nozzles 114

JMB-E : REV 0 DiBO n.v. 4
Table des matières
© Copyright DiBO s.a. 33
Marquage par des symboles attirant l’attention 33
Garantie 34
1. Sécurité - Avertissements généraux 35
2. Avant l’utilisation 38
2.1. L’arrivée et l’évacuation de l’eau 38
2.1.1. Réaliser l’arrivée de l’eau 38
2.1.2. Évacuation d’eau 38
2.1.3. Mesure contre la bactérie de la légionellose 38
2.2. Remplir le réservoir combustible 38
3. Commande 39
3.1. En général 39
3.2. Le présentation visuel 39
3.3. Composante relève 42
4. Service 44
4.1. Démarrer avec moteur à essence 44
4.2. Démarrer avec moteur diesel 46
4.3. Composants de commande de la machine 48
4.3.1. Fusibles 48
4.3.2. Interrupteur de brûleur 48
4.3.3. Bouton de contrôle de la température 48
4.3.4. Arrêt d’urgence 48
4.3.5. Contact de clé/achage 48
4.3.6. Contrôle / dysfonctionnements 49
4.5. Mis en marche 50
4.6. Désactiver le nettoyeur 50
4.7. Pompes HT 50
4.8. Domaines d‘utilisation 50
5. Mettre hors service 51
5.1. Lance et pistolet 51
5.2. Machine 51
5.3. Bouche écoulement 51
5.4. Ranger la machine 51
5.5. Évacuer liquides usée respectueux de l’environne-
ment 51
5.6. Transport 51
5.7. Terminer les travaux de pulvérisation 51
5.8. Transport pendant gel 51
6. Entretien 52
6.1. En général 52
6.2. Schéma d’entretien 52
6.2.1. En général 52
6.2.2. L’entretien périodique 52
6.2.3. Contrôle niveau - rafraîchissements d’huile 52
6.2.4. Rafraîchissement niveau huile du réducteur 53
6.2.5. Entretien moteur à essence 53
6.2.6. Entretien moteur diesel 53
6.2.7. Nettoyage des filtres de l’eau 53
6.2.8. L’entretien pour compte DiBO techniciens 53
6.3. La définition contrôle quotidien 54
6.3.1. Châssis 54
6.3.2. Valves + manomètre 54
6.3.3. Pompe haute pression 54
6.3.4. Éléments de haute et basse pression 54
6.3.5. Outil de vaporisation 54
6.3.6. Partie électrique 54
6.3.7. Moteur 54
6.3.8. Évacuer/remplir l’huile - pompe à haute pres-
sion 54
6.3.9. Batterie 54
7. Tableau de dérèglements 55
8. Données techniques 56
8.1. En général 56
8.1.1. Machine relevé 56
8.2. Les données générales 56
8.3. Accessoires 56
9. Remisage 57
9.1. Stockage de nettoyeur à haute pression 57
9.2. Inactivité pendant longue période 57
9.3. Démantèlement en respect de l’environnement 57
11. Technical data 111
12. Nozzles 114

JMB-E : REV 0 DiBO n.v. 5
Table of contents
10. DiBO representations 58
© Copyright DiBO Inc. 59
Marking through attention symbols 59
Guarantee 60
1. Safety - General warnings 61
2. Before bring in use 64
2.1. Accomplish water supply and water outlet 64
2.1.1. Accomplish water supply 64
2.1.2. Carry away water 64
2.1.3. Anti- legionella bacterium measure 64
2.2. Filling the fuel tank 64
3. Operation 65
3.1. General 65
3.2. Visual perception 65
3.3. Component review machine 68
4. Operation 70
4.1. Operating petrol engine 70
4.2. Operating diesel engine 72
4.3. Control components machine 74
4.3.1. Fuses 74
4.3.2. Burner switch 74
4.3.3. Temperature regulating knob 74
4.3.4. Emergency button 74
4.3.5. Key switch/display 74
4.3.6. Control/faults 75
4.5. Put into operation 76
4.6. Turn o the cleaner 76
4.7. Pumps HT 76
4.8. Scope of application 76
5. Turn o 77
5.1. Lance and spray gun 77
5.2. Machine 77
5.3. Water outlet 77
5.4. Put away machine 77
5.5. Environmentally safe disposal of used fluids 77
5.6. Transport 77
5.7. Stop spraying activities 77
5.8. Storage at frost temperatures 77
6. Service 78
6.1. General 78
6.2. Maintenance diagram 78
6.2.1 General 78
6.2.2. Periodic maintenance 78
6.2.3. Control/refreshing of oil level and pump oil 78
6.2.4. Control/refreshing the reduction oil - oil level 79
6.2.5. Maintenance petrol engine 79
6.2.6. Maintenance diesel engine 79
6.2.7. Cleaning of the water filters 79
6.2.8. Maintenance at expense/DiBO technicians 79
6.3 Description daily control 80
6.3.1. Frame 80
6.3.2. Valves + manometer 80
6.3.3. High pressure pump 80
6.3.4. High and low pressure part 80
6.3.5. Spray tools 80
6.3.6. Electrical part 80
6.3.7. Engine 80
6.3.8. Oil drain / filling high pressure pump 80
6.3.9. Battery 80
7. Malfunction table 81
8. Technical data 82
8.1. General 82
8.1.1. Machine statement 82
8.2. General data 82
8.3. Accessories 82
9. After care 83
9.1. Store high pressure cleaner 83
9.2. No- activity during long period 83
9.3. Removes installation ecologically sound 83
10. DiBO representations 84
11. Technical data 111
12. Nozzles 114

JMB-E : REV 0 DiBO n.v. 6
Inhaltsverzeichnis
© Copyright DiBO N.V. 85
Warn- und Hinweissymbole 85
Garantie 86
1. Sicherheit - Allgemeine Warnungen 87
2. Vor Inbetriebnahme 90
2.1. Wasser zu- und abfluss 90
2.1.1. Wasseranschluss herstellen 90
2.1.2. Wasserabfluss 90
2.1.3. Maßnahme gegen Legionella- Bakterien 90
2.2. Brennstotank 90
3. Komponenten 91
3.1. Allgemein 91
3.2. Visuelle Darstellung 91
3.3. Übersicht Funktionskomponenten Maschine 94
4. Bedienung 96
4.1. Bedienung Benzinmotor 96
4.2. Bedienung Dieselmotor 98
4.3. Steuerkomponenten Maschine 100
4.3.1. Sicherungen 100
4.3.2. Heizkesselschalter 100
4.3.3. Temperaturregler 100
4.3.4. Not-Aus 100
4.3.5. Schlüsselschalter / Anzeige 100
4.3.6. Kontrolle / Fehler 101
4.5. Inbetriebnahme 102
4.6. Reiniger abschalten 102
4.7. Hochtemperaturpumpen 102
4.8. Anwendungsbereich 102
5. Außerbetriebnahme 103
5.1. Spritzlanze und pistole 103
5.2. Maschine 103
5.3. Wasserabfluss 103
5.4. Maschine auewahren 103
5.5. Verwendete Flüssigkeiten umweltgerecht entsorgen
103
5.6. Transport 103
5.7. Stoppen der Spritzaktivitäten 103
5.. Lagerung bei Gefriertemperaturen 103
6. Instandhaltung 104
6.1. Allgemein 104
6.2. Wartungsplan 104
6.2.1. Allgemein 104
6.2.2. Regelmäßige Wartung 104
6.2.3. Kontrolle Ölstandes/Erneuerung Pumpenöls 104
6.2.4. Regelung/Erneuern Öls-Schmierölstandes 105
6.2.5. Wartung Benzinmotor 105
6.2.6. Wartung Dieselmotor 105
6.2.6. Reinigung der Wasserfilter 105
6.2.7. Wartung durch DiBO Techniker 105
6.3. Beschreibung der täglichen Kontrolle 106
6.3.1. Gehäuse 106
6.3.2. Ventile + Manometer 106
6.3.3. Hochdruckpumpe 106
6.3.4. Hoch- & Niederdruck Elemente 106
6.3.5. Spritzgeräte 106
6.3.6. Elektrischer Teil 106
6.3.7. Motor 106
6.3.8. Öl entfernen/füllen Hochdruckpumpe 106
6.3.9. Batterie 106
7. Störungstabelle 107
8. Technische Daten 108
8.1. Allgemein 108
8.1.1. Geräteübersicht 108
8.2. Allgemeine Daten 108
8.3. Zubehör 108
9. Nachbehandlung 109
9.1. Lagerung Hochdruckreiniger 109
9.2. Inaktivität über längere Periode 109
9.3. Geräte umweltfreundlich entsorgen 109
10. DiBO vertretung 110
11. Technical data 111
12. Nozzles 114

JMB-E : REV 0 DiBO n.v. 7
© Copyright DiBO n.v.
Niets uit deze uitgave mag verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, micro-
film of op welke wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van DiBO n.v.®.
Dit geldt ook voor de bijbehorende beelden, tekeningen en schema’s.
DiBO n.v.® behoudt zich het recht om onderdelen te wijzigen op elk gewenst moment, zonder voorafgaande of directe
kennisgeving aan de afnemer.
De inhoud van deze uitgave kan eveneens gewijzigd worden zonder voorafgaande waarschuwing.
Voor informatie betreende afstellingen, onderhoudswerkzaamheden of reparaties waar in deze uitgave niet naar
verwezen wordt, wordt u verzocht contact op te nemen met uw leverancier.
Deze uitgave is met alle mogelijke zorg samengesteld. DiBO n.v.® neemt geen verantwoording op voor eventuele
fouten in deze uitgave of voor de gevolgen ervan.
Datum van uitgifte: juni 2018.
Markering door aandachtssymbolen
In deze bedieningshandleiding en op de machine kunnen enkele zones met aandachtssymbolen worden benadrukt.
Deze aandachtssymbolen wijzen op een mogelijk gevaar of aandachtspunt. Het negeren van zulke aanwijzingen kan
leiden tot lichamelijke verwondingen, machine- of bedrijfsschade.
Bedieningshandleiding:
Voor u de hogedrukreiniger in bedrijf neemt dient u deze bedieningshandleiding aandachtig door te nemen en hem
steeds binnen handbereik te bewaren.
Let op:
Het niet (of niet precies) opvolgen van deze werk- en/of bedieningsinstructies kan leiden tot ernstig persoonlijk letsel,
dodelijk ongeval, zware machine- of bedrijfsschade.
Elektrische spanning:
Deze instructies wijzen op het correct omgaan met elektrische onderdelen van de machine. De met dit symbool
gemarkeerde zones op de machine bevatten elektrische onderdelen en mogen nooit door onbevoegde worden
geopend of aangepast.
Giftige stoen:
Wanneer de machine is uitgerust om met chemische additieven te werken, kan het negeren van deze aandachtspun-
ten leiden tot irritaties, verwondingen tot zelfs dodelijke afloop. Volg de productinstructies steeds nauwgezet op.
Brandgevaar:
Deze instructies duiden op handelingen welke brand kunnen veroorzaken, welke kunnen leiden tot ernstige schade
en persoonlijk verwondingen.
Hittegevaar:
Deze instructies duiden op gevaren voor hitte en hete oppervlakken, welke persoonlijke verwondingen kunnen ver-
oorzaken. Gemarkeerde zones op de machine mogen NOOIT worden aangeraakt of benaderd wanneer de machine
in bedrijf is en zelfs bij een uitgeschakelde machine blijft aandacht noodzakelijk.
Aanwijzing:
Deze instructies bevatten informatie of adviezen welke het werk vergemakkelijken en voor een veilig gebruik zorgen.
Hand/arm trillingen:
Deze instructie duidt op informatie en gevaren van hand/arm trillingen, welke kunnen leiden tot ernstige schade en
persoonlijk verwondingen. Volg de instructies steeds nauwgezet op.

JMB-E : REV 0 DiBO n.v. 8
Garantie
Garantieperiode: zie bijgeleverd garantiebewijs.
Inbegrepen:
Algemene onderdelen die aantoonbaar defect gegaan zijn als gevolg van materiaalfouten, fabricagefouten of
gebrekkige arbeidsprestatie. Elektrische onderdelen welke vallen onder deze bepaling.
Garantietermijn:
Deze gaat in op datum van levering. Defecten worden uitsluitend door de garantie gedekt als er een volledig
ingevuld en ondertekend garantiebewijs opgestuurd is naar DiBO (adres zie hieronder) of door via de website het
garantiebewijs te registreren op www.dibo.com.
DiBO n.v.
Hoge Mauw 250
2370 Arendonk
Belgium
Voor een aanvraag tot garantie dient u zich onmiddellijk tot uw leverancier te wenden.
Een garantieaanvraag die te laat wordt gemeld, wordt niet meer in behandeling genomen.
Garantieverlening:
De garantieverlening geschiedt door reparatie aan het defecte onderdeel.
De verzendkosten zijn altijd voor rekening van de klant.
De vervangen defecte onderdelen worden eigendom van DiBO n.v..
Niet in de garantie inbegrepen:
Indirect ontstane schade.
Normale slijtage.
Beschadigingen ontstaan door nalatigheid of ondeskundige gebruik.
Schade opgelopen tijdens laden, lossen of transport.
Schade door bevriezing.
Schade die te laat wordt aangemeld.
Kosten van reparatie door derden.
Garantie vervalt:
Bij verandering van eigenaar.
Bij wijzigingen / reparaties van een niet door DiBO erkend technieker.
Aansprakelijkheid:
DiBO n.v. kan als fabrikant niet aansprakelijk gesteld worden voor persoonlijk letsel, schade aan eigendommen
van derden, bedrijfsschade, productieverlies, kapitaalverlies, verlies van goederen en dergelijke, die ontstaan
zijn door gebrekkige of te late levering van een verkocht artikel, ongeacht de oorzaak hiervan.
DiBO n.v. kan ook niet aansprakelijk gesteld worden voor eventuele schadelijke gevolgen van chemische reini-
gingsmiddelen die worden toegevoegd.

JMB-E : REV 0 DiBO n.v. 9
1. Veiligheid - Algemene waarschuwingen
Algemeen:
De DiBO hogedrukreiniger is een reiniger, die een waterstraal onder hoge druk voortbrengt.
De reiniger mag uitsluitend worden gebruikt door getrainde en gekwalificeerde personen die in de bediening
ervan zijn geïnstrueerd en uitdrukkelijk met de bediening ervan belast zijn. Een volledige kennis van deze hand-
leiding is daarom noodzakelijk. De machine is niet geschikt voor gebruik door kinderen of jongeren (t.e.m. 16 jaar).
Niet geïnstrueerd personeel of personen met beperkte psychische, fysische of motorische vaardigheden mogen
het apparaat niet gebruiken. Als de machine door andere personen gebruikt wordt dient u als eigenaar de gebrui-
ker op de hoogte te stellen van de veiligheidsvoorschriften.
Naast de gebruiksaanwijzing en de in het land waar de machine wordt gebruikt geldende, bindende regelingen
inzake ongevallen preventie, dienen ook de erkende vaktechnische regels voor veilig en oordeelkundig werk in
acht te worden genomen. Elke werkwijze die gevaarlijk kan zijn voor de veiligheid, dient te worden nagelaten.
Hogedrukslangen:
Hogedrukslangen, fittingen en verbindingsstukken zijn belangrijk voor de veiligheid van de machine. Gebruik al-
leen door de fabrikant goedgekeurde hogedrukonderdelen! Gebruik de hogedrukslang niet als trekkabel.
Maximaal toegelaten werkdruk en temperatuur staan op de hogedrukslang gedrukt.
Slangen na het gebruik met heet water laten aoelen of apparaat kort met koud water gebruiken.
Spuiten met hogedrukstraal:
De hogedrukstraal kan gevaarlijk zijn als zij misbruikt wordt. De straal mag niet op uzelf, personen, dieren, onder
elektrische spanning staande installaties of op het toestel zelf worden gericht.
Elektrische apparaten nooit met water afspuiten: gevaar voor personen, kortsluitingsgevaar.
Veiligheidskleding, veiligheidsbril en gehoorbescherming dragen!
Gevoelige delen niet met de puntstraal reinigen. Bij het reinigen op voldoende afstand tussen de hogedruk-
sproeier en het oppervlak letten om een beschadiging van het te reinigen oppervlak te vermijden.
Tijdens het bedrijf alle afdekkingen en deuren van de machine gesloten houden.
Baken de spuitplaats duidelijk af en voorzie hierbij een afgebakende afstand van min. 6 m rond de spuitplaats.
Verwijder alle losliggende elementen binnen de spuitplaats, welke zouden kunnen opvliegen.
Spuit nooit vanaf een onstabiele standplaats (ladder, bootje, steiger, ... ).
Tijdens het werken met de machine treden aan de spuitlans terugslagkrachten op. Indien de spuitlans schuin
staat, treedt er bovendien een draaimoment op. Houd daarom de spuitlans met beide handen vast.
Spuitlans:
Schakel de machine uit als de spuitlans vervangen wordt. Let op de aanwezigheid van de beschermkap rond de
spuitkop. Draai de lanskoppeling op het pistool stevig vast.
De hendel van het pistool mag bij gebruik niet worden vastgeklemd.
Voor de spuitwerkzaamheden: spuitlans steeds naar beneden gericht houden!
Machine:
Neem de machine nooit zonder water in gebruik. Zelfs een kortstondig gebrek aan water kan tot ernstige be-
schadigingen leiden! Wanneer de machine op een drinkwaterleidingnet wordt aangesloten, dienen de daarover
bestaande voorschriften (EN 1717) te worden nageleefd. Werk nooit tijdens ongunstige weersomstandigheden
(bijv: onweer, regenweer,...) in de open lucht. De machine dient op een stabiele horizontale ondergrond te staan
met de rem op! Werken bij kunstlicht: indien daglicht niet voldoende zichtbaarheid biedt tijdens het bedrijf, strekt
het gebruik van aangepaste waterdichte verlichtingsarmaturen tot aanbeveling. In ruimten voorzien van standaard
verlichting moet deze op ruime afstand van de waterstraal blijven. Vaste instellingen van de machine mogen in
geen geval zelf gewijzigd worden. De hogedrukreiniger is door DiBO bedrijfsklaar gemaakt en getest volgens de
geldende veiligheidsnormen. Nooit oplosmiddelhoudende vloeistoen zoals benzine, olie of verdunning aan-
zuigen, de ontstane sproeinevel kan uiterst ontvlambaar en/of giftig zijn. Wanneer de machine in bedrijf is mag
deze nooit onbeheerd worden achtergelaten. Let op voldoende ventilatie. Machine niet afdekken of in ruimten
gebruiken met onvoldoende ventilatie! Voertuigbanden/bandventielen mogen uitsluitend gereinigd worden van
op een minimum spuitafstand van 30 cm. Anders kan de voertuigband/het bandventiel beschadigd worden door
de hogedrukstraal. Het eerste teken van een beschadiging is de verkleuring van de band.
Beschadigde voertuigbanden zijn een bron van gevaar.
Asbesthoudende en andere materialen die gevaarlijke stoen bevatten, moegen niet afgespoten worden.
Verkeer:
Bescherm leidingen en kabels die over een rijweg lopen met rijplaten.

JMB-E : REV 0 DiBO n.v. 10
Waterafvoer:
Zorg voor een degelijke en vlotte waterafvoer van het afvalwater.
Als er met schadelijke chemicaliën gereinigd wordt of wanneer het te reinigen object sterk vervuild is, moet het
afvalwater worden gezuiverd alvorens dit in de riool te lozen.
Chemische reinigingsmiddelen (indien van toepassing):
Lees altijd eerst de voorschriften op de verpakking van het product.
Reinig nooit met ontvlambare producten. Zorg voor aparte opvang/reiniging van afvoerwater.
Zorg voor de nodige persoonlijke beschermingsmiddelen (handschoen, kleding, bril, ...).
Volg de instructies van het product nauwgezet op. Zet de chemicaliëntank direct naast de machine.
Verwijder de vuldop en hang de aanvoerslang in de tank. Zorg steeds voor een ontluchtingsgat aan de vuldop!
Zorg er dus steeds voor dat de tank voldoende beschermd is tegen het gebruikte medium.
Ontharder:
Speciale vloeistof voor ontharden van hard en zeer hard water. Toepassing van dit product verminderd aanzienlijk
het vasthechten van zwevende kalk- en ijzerchloridedeeltjes op leidingen, sproeikoppen e.d. van verwarmingsap-
paratuur, hogedruk- en stoomcleaners, enz..Een continue gebruik zal de levensduur van de machine aanzienlijk
verlengen en gelijktijdig het rendement sterk verbeteren.
Gebruik de DiBO ontharder (1.837.001), contacteer DiBO voor meer info. Een goede ontharder is:
* Biologisch areekbaar
* PH tussen 6-9
* NIET ontvlambaar
Persoonlijke veiligheidsmaatregelen:
De machine niet verplaatsen tijdens bedrijf. Vermijd een slechte lichaamshouding.
Raadpleeg bij huidpenetratie onmiddellijk een arts en meld zeker het soort gebruikte product (chemicaliën).
Inbouwen van machines en rookgasafvoer in een werkruimte (indien van toepassing):
Bij het inbouwen van machines met verbrandingsmotor in een lokaal dient men te zorgen voor voldoende lucht-
aanvoer en voor voldoende rookgas - luchtafvoer. De branderuitlaat moet een vrije doorlaat hebben.
Verbrandingsgassen niet in een afgesloten ruimte laten vrijkomen, schouw/afzuiging gebruiken.
Gebruik een trekonderbreker bij een te lange schouw/afzuiging, dit om mogelijke tegendruk te voorkomen
waardoor de verbrandingsketel te heet kan worden! Voor verdere technische info omtrent het inbouwen van de
machines gelieve contact op te nemen met de DiBO verdeler.
Let op voor beschadigingen door de binnendringende koude lucht bij vriestemperaturen, via de luchtafvoer.
Bijzondere aanwijzingen bij verbrandingsmotoren:
De motor mag niet worden afgedekt wanneer deze in bedrijf is. Tank nooit als de machine in bedrijf is.
Als brandstof mag uitsluitend de voorgeschreven brandstof gebruikt worden. Ongeschikte brandstoen mogen
niet worden gebruikt daar ze een gevaar kunnen vormen. Wanneer de motor in werking is, niet naar de uitlaat-
opening grijpen of erover buigen. Het motorblok of de uitlaat niet aanraken (gevaar voor letsels en brandwon-
den). Het tijdens de verbranding ontstane CO- gas is gevaarlijk, voorzie voldoende ventilatie met frisse lucht.
De motor niet aanraken en niet afdekken. Blessure- en brandgevaar.
Slechts in uitzonderlijke gevallen mag de motor binnen worden gebruikt, er moet in dat geval een noodzakelijke
gas afzuiging of ventilatie aanwezig zijn. Brandstof is een vluchtig giftige stof, adem de dampen niet onnodig in.
Trillingen (hand/arm):
De trillingen (hand/arm) hebben geen nefaste invloed bij gebruik van de reiniger met gewone nozzle.
De actiewaarde van 2,5 m/s en grenswaarde van 5,0 m/s (= de risico indicatie) worden hierbij niet bereikt bij
intensief gebruik op wekelijkse basis! Een lange gebruiksduur van een reiniger met roterende kop kan door de
vibraties aan lans en spuitpistool, leiden tot lichamelijke kwalen zoals bijv.: doorbloedingsstoornissen (zie tech-
nische gegevens hfst.8). Zorg daarom steeds voor je persoonlijke beschermingsmaatregelen zoals bijv.: hand-
schoenen. Bij regelmatig, langdurig gebruik van de reiniger en bij herhaaldelijk optreden van de symptomen (bv:
kriebelen van vingers, koude vingers, pijn in gewrichten van hand/arm, zenuwstoornis) raden wij aan een medisch
onderzoek te ondergaan! Ononderbroken werken gedurende een lange periode is dus afgeraden bij gebruik van
de lans met roterende kop, werk daarom met pauzes om de blootstellingstijd te verkorten, gebruik wisselend de
gewone nozzle gedurende een periode of verander regelmatig van bediener.
Aanwijzing betreende mogelijke inademing van aërosolen:
Tijdens het gebruik van de reiniger kunnen aërosolen ontstaan. Deze aërosolen zijn schadelijk voor de gezond-
heid. Neem de nodige voorzorgsmaatregelen om mogelijke inademing van aërosolen te voorkomen (bijv. : stof-
maskers ter bescherming, klasse FFP 2 of hoger). De DiBO lans is uitgerust met een beschermdop vooraan die
een minimale bescherming biedt tegen het vrijkomen van aërosolen.

JMB-E : REV 0 DiBO n.v. 11
Levensduur van de reiniger:
De levensduur van uw reiniger wordt bepaald/is aankelijk van de zorg en de onderhoudsinterventies die U
besteedt aan de reiniger. De instructies, informatie en suggesties in deze handleiding (en alle meegeleverde
documentatie) zijn hiervoor een leidraad op garantie tot een optimale levensduur.
Het vermijden van risico’s, reparaties, uitvallen van de reiniger verbetert de betrouwbaarheid van de machine.
Het regelmatig uitvoeren van een onderhoudsprocedure verlengt bovendien de levensduur.

JMB-E : REV 0 DiBO n.v. 12
2. Voor het in gebruik nemen
Vóór elke inbedrijfsstelling moeten alle wezenlijke delen van de hoge druk reiniger gecontroleerd worden zoals bv: zit
de lanskoppeling stevig vast, hogedruk slangen en elektrische bedrading controleren op beschadigingen.
Controleer, alvorens stekker in stopcontact te steken of de elektrische indicaties op het naamplaatje overeenstemmen
met de waarden op het voedingsnet ( bv: elektrische spanning,...).
Machine in bedrijf zetten. Spoel de slangen, pistool en lans minimaal 1 minuut met zuiver water.
(Pistool in de vrije ruimte richten). Controleer of van het te reinigen object gevaarlijke stoen zoals bv. asbest en olie
kunnen losraken en het milieu kunnen vervuilen.
Overtuig uzelf van de veiligheidsvoorschriften uit voorgaand hoofdstuk.
Laat de hoofdschakelaar op stand 0- OFF (=UIT).
2.1. Water aan- en afvoeren tot stand brengen
2.1.1. Wateraanvoer tot stand brengen
De wateraanvoerleiding kan ( naar omstandigheden ) worden aangesloten op een eigen watervoorziening
(onder druk) of op een drinkwaterleidingnet met waterbak. Wanneer de machine op een drinkwaterleidingnet
wordt aangesloten, dienen de daarover bestaande voorschriften (EN 1717) te worden nageleefd.
Indien nodig in de wateraanvoerleiding een filter plaatsen.
Wateraanvoer onder druk:
Maximum slang lengte 50m (160ft), minimum slang diameter (inwendig) 12.7mm (1/2”).
Controleer de waterdruk met behulp van een watermeter.
Water aanvoer bij units met HT- pompen:
Wanneer de unit een HT pomp heeft dient men een voordrukpomp te plaatsen.
2.1.2. Water afvoeren
Controleer dat alle waterafvoeren correct op de riolering zijn aangesloten.
Neem de nodige maatregelen opdat het afvalwater zuiver genoeg is om te lozen.
2.1.3. Anti-legionellabacterie maatregel
Als de machine enige tijd heeft stil gestaan, moet het water in de machine boven een afvoer afgelaten wor-
den. Stilstaand water dat tussen de 20-55°C warm is kan de legionellabacterie veroorzaken.
- Reinig daarom jaarlijks de leidingen en vaten.
- Spoel periodiek na.
- Verwijder mogelijk bezinksel
2.2. Brandstoftank vullen
De reiniger wordt geleverd met een lege brandstoftank, vul de tank voor de eerste inbedrijfsstelling met brand-
stof! Vermijd morsen van brandstof, zeker op warme machine delen.
Wanneer de brandstoftank leeg is loopt de brandstofpomp droog en raakt deze defect.
Respecteer de vulhoeveelheid van de brandstoftank.
De tank voor de benzineunit vullen met benzine (schone, verse loodvrije benzine, octaangehalte: 87 (R+M)/2 of
hoger - RON: min. 90 (benzine tot 10% ethyl alcohol, 90 % loodvrij is aanvaardbaar) (E0-10).
Let op: gebruik geen benzine ouder dan 30 dagen! Voeg geen olie toe aan benzine!
De tank voor de dieselunit vullen met lichte brandstofolie of dieselolie (DIN 51 603).
Gebruik geen ongeschikte brandstoen! Zie (technische) gegevens voor tankinhoud en soort brandstof.
Bij temperaturen onder 8°C begint de brandstof te stollen (parane afscheiding).
Daardoor kunnen moeilijkheden bij het starten van de dieselmotor en/of brander ontstaan.
DiBO raad aan om gedurende de koude periode (wintermaanden) een stolpunt- of vloeiverbeteraar aan de
brandstof toe te voegen. Als alternatief kan in een tankstation “winterdiesel” worden getankt.

JMB-E : REV 0 DiBO n.v. 13
3. Bediening
3.1. Algemeen
Ongeacht het type hogedrukreiniger bestaat de reiniger uit een reeks kenmerkende machineonderdelen welke
hieronder beschreven worden. Zo heeft elke reiniger zijn eigen maximum druk en maximaal debiet.
Deze kunt u terug vinden in de technische gegevens van de machine.
3.2. Visuele voorstelling
Dieselmotor
Hogedrukpomp Reductiekast Temperatuursensor Ontsteektransfo Dieselmotor
Ventilator Batterij Drukregelventiel Doorstroomschakelaar Alternator Brander

JMB-E : REV 0 DiBO n.v. 14
Benzinemotor
Hogedrukpomp Reductiekast Temperatuursensor Ontsteektransfo Benzinemotor
Ventilator Motoruitlaat Batterij Drukschakelaar Drukregel- Doorstroom- Alternator Brander
ventiel schakelaar

JMB-E : REV 0 DiBO n.v. 15
Benzinemotor
Hogedrukuitgang Oliepeilstok motor Dieselvuldop (brander) Watertoevoer Luik benzinevuldop

JMB-E : REV 0 DiBO n.v. 16
3.3. Componenten overzicht machine
1. Motor
Het type motor hangt af van het type van machine (zie technische gegevens).
Voor onderhoud en bediening van de motor raad DiBO u aan om de bijgevoegde handleiding van de motor te
lezen. Alle bedienings- en onderhoudsinstructies staan in de handleiding van de motor beschreven.
De JMB-E machines zijn enkel elektrisch gestart in benzine uitvoering of diesel uivoering.
De motorolie kan makkelijk vervangen worden via de uitsparing achteraan de machine.
2. Manometer
Op de manometer kan men de druk aflezen.
3. Hogedrukpomp
Het type hogedrukpomp hangt af van het type machine (zie technische gegevens).
4. Brandstoftank
Schakel de motor uit en laat de motor ten minste gedurende 2 minuten aoelen voordat u de dop verwijdert.
De brandstoftank kan gevuld worden door de brandstofdop te verwijderen (linksom los).
Vul de brandstoftank buiten of in een goed geventileerde ruimte.
Er kan getankt worden bij een benzinestation of met een jerrycan.
Tank de juiste en zuivere brandstof. Let hier vooral op bij het gebruik van jerrycans!
Wacht niet tot de motor stilvalt alvorens te tanken.
Indien dit toch het geval is, ontlucht dan voor het starten de leidingen.
Er mag uitsluitend de voorgeschreven brandstof worden gebruikt. Controleer de jerrycan op vervuiling.
Er is een indicatie voorzien op de tank tot waar er gevuld mag worden.
Houd de brandstof uit de buurt van vonken, open vlammen, waakvlammen, hitte en andere ontstekingsbronnen.
Indien brandstof wordt gemorst, dient u te wachten tot deze verdampt is voordat u de motor start.
Let op bij starten: motoruitlaatgassen bevatten koolstofmonoxide, vermijd inhaleren.
Als U zich tijdens gebruik misselijk, duizelig of zwak begint te voelen, schakel dan de motor uit en begeef U in
de open lucht. Raadpleeg een arts.
Let op: brandstof en de brandstofdampen zijn uiterst brandbaar en explosief.
5. Drukregelventiel
Het drukregelventiel bevindt zich vooraan, aan de pomp.
Op het drukregelventiel zit een draaiknop waarmee de spuitdruk traploos kan worden ingesteld. De druk kan al-
leen worden afgesteld als het spuitpistool wordt bediend en kan worden afgelezen op de manometer.
Ter info: stationair toerental regeling gebeurt door middel van het drukregelventiel, de toerentalhendel van de
brandstofmotor mag niet gebruikt worden als ‘in bedrijf’.
6. Machineventilator
De ventilator zorgt ervoor dat er voldoende lucht is voor de koeling van de machine (onder de kap).
De ventilator wordt elektrisch aangedreven en bevindt zich aan de zijkant van de machine (uitsparing).
Technische gegevens ventilator: 12V - air flow full speed: 1080m/h - fan diam: 225 mm. Er zit in de machine een
temperatuurcontact die dienst doet als oververhittingsbeveiliging (moest de ventilator uitvallen).
7. Toerentalregeling
De toerentalregeling is gesitueerd aan de hogedrukuitgang van de pomp. Deze regeling verlaagt het motortoe-
rental wanneer de bypass geactiveerd is en verhoogt tot maximum ingesteld toerental bij activatie.
8. Ontstekingstransformator
De ontstekingstransformator is indirect tegen de branderkamer gemonteerd.
De ontstekingstransformator zorgt voor een permanente ontstekingsvonk in de branderkamer.
9. Elektromotor brander
De elektromotor drijft zowel de brandstofpomp als de branderventilator aan.
De elektromotor gaat draaien van zodra de branderschakelaar wordt ingeschakeld.
10. Brandstofpomp
De brandstofpomp wordt elektrisch aangedreven. Op de brandstofpomp zit een magneetklep die er voor zorgt
dat de brandstof ofwel naar de brander wordt gepompt, ofwel wordt terug vloeit in de brandstoftank.

JMB-E : REV 0 DiBO n.v. 17
11. Frame
Het frame is gemaakt van een gepoedercoat stalen constructie.
Het frame heeft onderaan uitsparingen om handig te transporteren (via vorklift).
Onderaan het frame is ook een plaat gemonteerd (zijkant vooraan) waar de elektrokast is gesitueerd , dit om mak-
kelijk te servicen.
12. Alternator
De alternator dient om een spanning (12 V) op te wekken voor voeding van elektrische onderdelen.
13. Veiligheidsventiel
Wanneer de waterdruk boven de ingestelde veiligheidsdruk stijgt, opent het veiligheidsventiel en stroomt het
water drukloos, onderaan uit de reiniger.
14. Stromingsschakelaar
Zodra er wordt gespoten, stroomt er water door de stromingsschakelaar. De schakelaar controleert of er door-
stroming van het water is. Bij voldoende doorstroming kan de brander functioneren.
15. Brander
Het type brander hangt af van het type reiniger.
De ‘green boiler’ is een brander die zorgt voor een hoger rendement.
De branderketel zorgt voor warm water. De temperatuur van het opgevoerde water is regelbaar.
De branderketel is dubbelwandig.
De buitenmantel wordt lucht gekoeld door de ventilator zijdelings aan het branderhuis.
Aan de bovenzijde van de branderketel bevindt zich de brandermond.
De watertoevoer en -afvoer bevinden zich beide aan de onderzijde van de ketel.
Kalkaanslag tijdens werken met hogere temperaturen
De hardheid van het water wordt mogelijk uitgedrukt in Franse graden (°F) of Duitse graden (°D).
Het verschil is merkbaar in volgende vergelijking: 1°F = 0,56°D.
Voorbeeld: water met een hardheid van 40°F heeft een Duitse hardheid van : 40 x 0,56 = 22.4°D.
Bekijk de in uw omgeving voorgeschreven hardheid van het drinkwater.
Hard water kan problemen veroorzaken d.m.v. kalkaanslag vanaf 30°F of 17°D.
Wanneer verhard water nu verwarmd/verhit/verpompt wordt (of wanneer hard water in contact komt met lucht),
kan dit kalkafzetting veroorzaken. Hard water wordt voornamelijk veroorzaakt door de aanwezigheid van twee
stoen: calcium en magnesium. Dus des te harder het water, des te meer kans op kalkaanslag! Bij reiniging met
hoge temperaturen (of bij gebruik van verhit water) verkrijg je dus ook snellere kalk afzetting bij een eventuele
lage hardheid! Dit kan dus leiden tot verlies van energierendement, hoger energieverbruik en verminderde capa-
citeit van waterlevering (onder andere kalkaanslag op de brander spiraal en andere watervoerende delen).
Daarom adviseren wij, DIBO nv, aan om de machines met een brander ketel extra preventief te ontkalken en na
gebruik van warm water steeds voldoende na te spoelen met koud water (indien mogelijk) om een optimale wer-
king van de machine te garanderen!

JMB-E : REV 0 DiBO n.v. 18
4. Bediening
4.1. Bediening benzinemotor
Brandstoraan Chokehendel Gashendel Trekkoord
1. Het chokesysteem:
De chokehendel (links) bevindt zich op de motor en heeft twee standen:
* Niet choken (bedrijfsstand, hendel tegen rechteraanslag)
* Choken (hendel naar links bewegen)
Warme start / warme omgeving:
Niet choken. Chokehendel blijft tegen rechteraanslag.
Koude start:
Choke naar behoefte (naar links). Motor laten opwarmen.
Verschuif de chokehendel terug naar rechts naarmate de motor warmer wordt.
2. Brandstoraan:
De brandstoraan heeft 2 standen:
* OFF = geen brandstof (kraan naar links) bij benzinemotor buiten gebruik.
* ON = brandstof (kraan naar rechts) bij benzinemotor in bedrijf.
3. Gasregeling:
De gasregeling gebeurt automatisch via de ETC regeling.
Bij niet bedienen van het spuitpistool wordt de motor door de ETC naar stationair toerental geregeld.
Bij bediening van het spuitpistool wordt de motor door de ETC naar maximum ingesteld toerental geregeld.
Opmerking: Gebruik de gashendel NOOIT om de spuitdruk te regelen.
Starten en warmdraaien:
Zet de bedrijfsschakelaar in positie 1 , draai het sleutelcontact naar positie START en zet de brandstoraan op
ON. Als de starter de motor niet omdraait, schakelt U de startpositie onmiddellijk uit.
Probeer motor niet te herstarten tot de motortoestand is gecorrigeerd.
Starten van de motor kan elektrisch of met het trekkoord.
Laat de motor onbelast bij lage toeren warm kan lopen.
Motor is op bedrijfstemperatuur:
Bedien het spuitpistool, het gewenste toerental van de motor wordt bereikt.

JMB-E : REV 0 DiBO n.v. 19
Motor afzetten:
Laat de motor even op stationaire toeren draaien om te koelen. Zet de bedrijfsschakelaar op positie 0(=uit) , sleu-
telschakelaar op positie OFF en draai de brandstoraan op OFF.
Zorg ervoor dat de machine wordt uitgezet (OFF) na de spuitwerkzaamheden, als deze in ON positie blijft
staan zal de batterij leeglopen!
4. Trekkoord:
Het trekkoord is uitgerust met een handgreep, welke rustig moet uitgetrokken worden tot er weerstand gevoeld
wordt. De vrijloopkoppeling is nu ingekomen. Vervolgens moet het koord in een krachtige beweging worden
uitgetrokken om de motor te starten. Laat na elke start (-poging) het uitgetrokken koord rustig terugveren.
Na een langere periode van niet gebruik of bij eerste start van de motor, deze eerst gedurende 20 sec. met een
laag toerental en zonder belasting laten lopen! Men kan de motor dus eventueel handmatig starten.
Wanneer je manueel wil starten via trekkoord -> sleutelcontact in positie ‘ON’ zetten.
Let op voor de terugslag van het trekkoord (mogelijke verstuikingen, kneuzingen).
5. Brandstofdop (luik):
De brandstofdop bevindt zich achter het bedieningsluik (links boven, naast de bedieningscomponenten) van de
uitvoering met benzinemotor. Door het openen van het luik (zie foto) kan men de brandstofdop van de benzine-
motor losdraaien en benzine tanken.
6. Sleutelcontact - elektrisch gestart:
Het sleutelcontact heeft drie standen:
0 : OFF = uit
1 : ON = in bedrijfsstand (sturing wordt elektrisch aangezet) - mogelijkheid tot handmatig starten
START = motor starten
De motorschakelaar dient op positie START gedraaid te worden.
Men dient deze daar vast te houden (niet langer dan 5 sec) tot de motor aanslaat.
Indien de motor niet aanslaat, 10 seconden wachten, alvorens terug opnieuw te proberen.
Nadien terug naar stand 1:ON zetten.

JMB-E : REV 0 DiBO n.v. 20
4.2. Bediening dieselmotor
Luchtfilter
Brandstolter motor
olie vulstok
Brandstolep (met hendel)
Trekkoord (handmatige start)
Interne oliefilter
Gashendel
Olie aflaatplug
1. Gasregeling:
De gasregeling gebeurt automatisch via de ETC regeling.
Bij niet bedienen van het spuitpistool wordt de motor door de ETC naar stationair toerental geregeld.
Bij bediening van het spuitpistool wordt de motor door de ETC naar maximum ingesteld toerental geregeld.
Opmerking: Gebruik de gashendel NOOIT om de spuitdruk te regelen.
Starten en warmdraaien:
Draai het sleutelcontact naar positie ‘2’. Sleutelcontact gaat automatisch terug naar positie ‘1’.
Als de motor niet start, wacht dan 1 minuut voordat u de poging herhaalt.
Als de motor na twee pogingen niet start, volgt u de oorzaak volgens diagnosetabel motor.
Zorg ervoor dat alle waarschuwingslampjes uit zijn vooraleer de motor draait.
Laat de motor onbelast bij lage toeren warm kan lopen.
Gebruik desgewenst het trekkoord om handmatig te starten.
Wanneer je manueel wil starten via trekkoord -> sleutelcontact in positie ‘1’ zetten.
Motor afzetten:
Laat de motor even op stationaire toeren draaien om te koelen. Zet de sleutelschakelaar op positie ‘0’.
Zorg ervoor dat de machine wordt uitgezet (OFF) na de spuitwerkzaamheden, als deze in ON positie blijft
staan zal de batterij leeglopen!
2. Trekkoord - hand gestart:
Het trekkoord is uitgerust met een handgreep, welke rustig moet uitgetrokken worden tot er weerstand gevoeld
wordt. De vrijloopkoppeling is nu ingekomen. Vervolgens moet het koord in een krachtige beweging worden
uitgetrokken om de motor te starten. Laat na elke start (-poging) het uitgetrokken koord rustig terugveren.
Na een langere periode van niet gebruik of bij eerste start van de motor, deze eerst gedurende 20 sec. met een
laag toerental en zonder belasting laten lopen! Men kan de motor dus eventueel handmatig starten.
Wanneer je manueel wil starten via trekkoord -> sleutelcontact in positie ‘1’ zetten.
Let op voor de terugslag van het trekkoord (mogelijke verstuikingen, kneuzingen).
Table of contents
Languages:
Other Dibo Cleaning Equipment manuals
Popular Cleaning Equipment manuals by other brands

1 BY ONE
1 BY ONE BEAUTURAL 1-JU12UK01 instruction manual

Green Speed
Green Speed C-SHUTTLE 250DB manual

Cold Jet
Cold Jet i3 MICROCLEAN Operator's manual

Prochem
Prochem PERFORMER operating instructions

FRONIUS
FRONIUS Robacta TC 2000 operating instructions

Good Way
Good Way QUICK SHOT QS-300 Operating and maintenance instructions