IBM THINKCENTRE 8141 Instruction Manual

ThinkCentre
™
Handboek
voor
de
gebruiker
Ty pe s
8141,
8142,
8145
Ty pe s
8420,
8421,
8426
ThinkCentre


ThinkCentre
™
Handboek
voor
de
gebruiker
Ty pe s
8141,
8142,
8145
Ty pe s
8420,
8421,
8426

Opmerking
Lees
eerst
“Belangrijke
veiligheidsinformatie”
op
pagina
v
en
Bijlage
D,
“Kennisgevingen”,
op
pagina
43.
Eerste
uitgave
(april
2004)
©
Copyright
IBM
Corp.
2004.

Inhoudsopgave
Belangrijke
veiligheidsinformatie
.
.
.
.v
Situaties
waarin
onmiddellijk
handelen
vereist
is
.
.v
Algemene
veiligheidsrichtlijnen
.
.
.
.
.
.
.
.vi
Onderhoud
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.vi
Netsnoeren
en
voedingsadapters
.
.
.
.
.
.vi
Verlengsnoeren
en
aanverwante
apparaten
.
.
. vii
Stekkers
en
aansluitingen
.
.
.
.
.
.
.
. vii
Batterijen
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
. vii
Warmte
en
ventilatie
van
het
product
.
.
.
. viii
Veiligheid
van
CD-
en
DVD-stations
.
.
.
.
. viii
Aanvullende
veiligheidsvoorschriften
.
.
.
.
.
.ix
Kennisgeving
lithiumbatterij
.
.
.
.
.
.
.
.
.x
Veiligheidsvoorschriften
voor
de
modem
.
.
.
.
.x
Verklaring
van
conformiteit
met
laserrichtlijnen
.
.xi
Overzicht
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
. xiii
Informatiebronnen
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
. xiii
Hoofdstuk
1.
Opties
installeren
.
.
.
.
.1
Kenmerken
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.1
Specificaties
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.4
Beschikbare
opties
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.5
Benodigd
gereedschap
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.5
Omgaan
met
apparaten
die
gevoelig
zijn
voor
stati-
sche
elektriciteit
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.5
Externe
opties
installeren
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.7
De
plaats
van
de
aansluitingen
aan
de
voorkant
van
de
computer
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.7
De
plaats
van
de
aansluitingen
aan
de
achterkant
van
de
computer
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.8
Stuurprogramma’s
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.9
De
kap
verwijderen
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.10
De
plaats
van
componenten
.
.
.
.
.
.
.
.
.11
Onderdelen
van
de
systeemplaat
.
.
.
.
.
.
.11
Geheugen
installeren
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.12
Adapters
installeren
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.14
Interne
stations
installeren
.
.
.
.
.
.
.
.
.16
Stationsspecificaties
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.17
Een
station
installeren
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.17
Installatie
van
beveiligingsvoorzieningen.
.
.
.
.20
Beveiligingssloten
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.21
Oog
voor
hangslot
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.22
Geïntegreerd
kabelslot
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.23
Wachtwoorden
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.23
De
batterij
vervangen
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.24
Een
vergeten
wachtwoord
wissen
(CMOS
wissen)
25
De
kap
terugplaatsen
en
de
kabels
aansluiten
.
.
.26
Hoofdstuk
2.
Het
programma
IBM
BIOS
Setup
gebruiken
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.27
Het
programma
IBM
BIOS
Setup
starten
.
.
.
.27
Instellingen
bekijken
en
wijzigen
.
.
.
.
.
.
.27
Wachtwoorden
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.27
Overwegingen
ten
aanzien
van
wachtwoorden
27
Systeemwachtwoord
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.28
Configuratiewachtwoord
.
.
.
.
.
.
.
.
.28
Gebruikerswachtwoord
IDE-station
.
.
.
.
.28
Master-wachtwoord
voor
IDE-station
.
.
.
.
.28
Een
wachtwoord
instellen,
wijzigen
of
wissen
.
.29
Security
Profile
by
Device
gebruiken
.
.
.
.
.
.29
Een
opstartapparaat
kiezen
.
.
.
.
.
.
.
.
.29
Een
tijdelijk
opstartapparaat
kiezen
.
.
.
.
.30
De
opstartvolgorde
wijzigen
.
.
.
.
.
.
.
.30
Het
programma
IBM
BIOS
Setup
afsluiten
.
.
.
.30
Bijlage
A.
Systeemprogramma’s
bijwer-
ken
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.31
Systeemprogramma’s
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.31
Het
BIOS
bijwerken
met
een
diskette
.
.
.
.
.31
Het
BIOS
bijwerken
(flashen)
vanuit
het
besturingssysteem
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.31
Herstel
na
een
fout
bij
het
bijwerken
van
POST/BIOS
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.32
Bijlage
B.
De
muis
schoonmaken
.
.
.33
Optische
muis
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.33
Muis
met
bal
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.33
Bijlage
C.
Handmatige
modem-
opdrachten
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.35
Basic
AT-opdrachten
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.35
Extended
AT-opdrachten
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.37
MNP/V.42/V.42bis/V.44-opdrachten
.
.
.
.
.
.38
Fax
Class
1-opdrachten
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.39
Fax
Class
2-opdrachten
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.39
Spraakopdrachten
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.40
Bijlage
D.
Kennisgevingen
.
.
.
.
.
.43
Kennisgeving
televisie-uitvoer
.
.
.
.
.
.
.
.44
Handelsmerken
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.44
Trefwoordenregister
.
.
.
.
.
.
.
.
.45
©
Copyright
IBM
Corp.
2004
iii

iv
Handboek
voor
de
gebruiker

Belangrijke
veiligheidsinformatie
Deze
informatie
helpt
u
uw
IBM
personal
computer
veilig
te
gebruiken.
Volg
alle
bij
uw
computer
geleverde
instructies
en
bewaar
alle
documentatie.
De
informatie
in
dit
document
vormt
op
geen
enkele
manier
een
wijziging
van
de
voorwaarden
in
de
koopovereenkomst
of
de
IBM
Garantieverklaring.
IBM
hecht
groot
belang
aan
de
veiligheid
van
de
klant.
Onze
producten
worden
ontworpen
met
het
oog
op
veiligheid
en
effectiviteit.
Personal
computers
zijn
ech-
ter
elektronische
apparaten.
Netsnoeren,
voedingsadapters
en
andere
onderdelen
kunnen
een
veiligheidsrisico
opleveren
dat,
met
name
bij
onjuist
gebruik
en
mis-
bruik,
kan
leiden
tot
schade
en
lichamelijk
letsel.
Om
deze
risico’s
te
verkleinen,
dient
u
de
bij
het
product
geleverde
instructies
te
volgen,
zich
te
houden
aan
alle
waarschuwingen
op
het
product
zelf
en
in
de
bedieningsinstructies,
en
de
informa-
tie
in
dit
document
zorgvuldig
te
lezen.
Door
de
in
dit
document
opgenomen
informatie
en
de
bij
het
product
geleverde
instructies
nauwkeurig
op
te
volgen,
beschermt
u
zichzelf
tegen
gevaren
en
maakt
u
de
werkomgeving
van
de
computer
een
stuk
veiliger.
Opmerking:
In
deze
informatie
wordt
gewag
gemaakt
van
voedingsadapters
en
batterijen.
IBM
levert
externe
voedingsadapters
niet
alleen
bij
mobiele
personal
computers,
maar
ook
bij
bepaalde
andere
producten
(zoals
luidsprekers
en
beeld-
schermen).
Als
u
een
dergelijk
product
in
bezit
hebt,
is
deze
informatie
ook
daarop
van
toepassing.
Bovendien
kunnen
er
in
uw
computer
interne
batterijen
ter
grootte
van
een
munt
(″knoopcellen″)
zijn
verwerkt,
waarmee
de
systeemklok
in
stand
wordt
gehouden
wanneer
de
stekker
niet
in
het
stopcontact
zit.
De
veiligheidsvoor-
schriften
voor
batterijen
gelden
dus
voor
alle
computers.
Situaties
waarin
onmiddellijk
handelen
vereist
is
Door
misbruik
of
achteloosheid
kunnen
producten
beschadigd
raken.
Bepaalde
schade
aan
producten
is
zó
ernstig
dat
het
product
niet
meer
mag
worden
gebruikt
voordat
het
is
geïnspecteerd
en,
indien
nodig,
gerepareerd
door
een
geautoriseerde
onderhoudstechnicus.
Net
als
bij
andere
elektronische
producten
dient
u
goed
op
het
product
te
letten
wanneer
u
het
aanzet.
In
zeer
uitzonderlijke
gevallen
kan
het
zijn
dat
u
een
geur
waarneemt
of
rook
danwel
vonkjes
uit
de
machine
ziet
komen.
Het
kan
ook
zijn
dat
u
een
ploppend,
krakend
of
sissend
geluid
hoort.
Dit
kan
erop
wij-
zen
dat
een
van
de
interne
elektronische
componenten
op
een
gecontroleerde
manier
defect
is
geraakt.
Het
kan
echter
ook
een
indicatie
zijn
van
een
mogelijk
gevaarlijke
situatie.
Neem
in
dergelijke
gevallen
nooit
risico’s
en
probeer
niet
zelf
een
diagnose
te
stellen.
Controleer
de
computer
en
haar
componenten
regelmatig
op
schade,
slijtage
of
andere
tekenen
van
gevaar.
Mocht
u
twijfels
hebben
over
de
conditie
van
een
bepaalde
component,
gebruik
het
product
dan
niet.
Neem
contact
op
met
het
IBM
Support
Center
of
met
de
fabrikant
van
het
product.
U
krijgt
dan
te
horen
hoe
u
het
product
kunt
inspecteren
en,
indien
nodig,
kunt
laten
repareren.
In
het
onwaarschijnlijke
geval
dat
een
van
de
onderstaande
omstandigheden
zich
voordoet
of
als
u
twijfelt
aan
de
veiligheid
van
het
product,
stopt
u
het
©
Copyright
IBM
Corp.
2004
v

gebruik
van
het
product,
haalt
u
de
stekker
uit
het
stopcontact
en
ontkoppelt
u
de
telefoonkabels.
Neem
voor
verdere
instructies
contact
op
met
het
IBM
Sup-
port
Center.
v
Gebarsten,
gebroken
of
anderszins
beschadigde
netsnoeren,
stekkers,
voedings-
adapters,
verlengsnoeren,
piekspanningsbeveiligingen
of
voedingseenheden.
v
Aanwijzingen
voor
oververhitting,
rook,
vonken,
vuur.
v
Schade
aan
een
batterij
(zoals
barsten
of
deuken),
spontane
ontlading
of
lekkage
uit
de
batterij
(herkenbaar
aan
vreemde
stoffen).
v
Een
krakend,
sissend
of
knallend
geluid
of
een
sterke
geur
afkomstig
uit
het
product.
v
Aanwijzingen
dat
er
vloeistof
is
gemorst
of
dat
er
iets
op
de
computer,
het
net-
snoer
of
de
voedingsadapter
is
gevallen.
v
De
computer,
het
netsnoer
of
de
voedingsadapter
is
blootgesteld
aan
water.
v
Het
product
is
gevallen
of
op
welke
manier
dan
ook
beschadigd.
v
Het
product
werkt
niet
normaal
als
u
de
bedieningsinstructies
volgt.
Opmerking:
Als
u
een
van
deze
situaties
opmerkt
bij
een
niet-IBM
product
(bij-
voorbeeld
een
verlengsnoer),
gebruik
het
dan
niet
meer
totdat
u
contact
hebt
gehad
met
de
fabrikant
van
het
product
en
nadere
instructies
hebt
ontvangen,
of
totdat
u
een
geschikt
vervangend
product
hebt.
Algemene
veiligheidsrichtlijnen
Neem
altijd
de
volgende
voorzorgsmaatregelen
in
acht
om
de
kans
op
letsel
of
schade
te
verkleinen:
Onderhoud
Probeer
niet
zelf
onderhoud
aan
het
product
uit
te
voeren,
tenzij
u
hiertoe
instruc-
ties
hebt
gekregen
van
het
IBM
Support
Center.
Doe
alleen
een
beroep
op
service-
leveranciers
die
door
IBM
zijn
geautoriseerd
om
reparaties
uit
te
voeren
aan
uw
specifieke
product.
Opmerking:
Bepaalde
onderdelen
kunnen
door
de
klant
zelf
worden
vervangen.
Dergelijke
onderdelen
worden
Customer
Replaceable
Units
of
CRU’s
genoemd.
Indien
er
sprake
is
van
een
CRU
en
de
klant
een
onderdeel
dus
zelf
kan
vervan-
gen,
wordt
dit
expliciet
aangegeven
en
wordt
er
documentatie
met
instructies
ver-
strekt.
U
dient
zich
bij
het
uitvoeren
van
dergelijke
reparaties
of
vervangingen
strikt
aan
de
instructies
te
houden.
Zorg
altijd
dat
het
product
uit
staat
en
dat
de
stekker
van
het
product
uit
het
stopcontact
is
gehaald
vóórdat
u
met
de
vervangingsprocedure
begint.
Bij
vragen
neemt
u
contact
op
met
het
IBM
Support
Center.
Netsnoeren
en
voedingsadapters
Gebruik
uitsluitend
netsnoeren
en
voedingsadapters
die
door
de
fabrikant
van
het
product
zijn
geleverd.
Wikkel
het
netsnoer
nooit
rond
de
voedingsadapter
of
enig
ander
voorwerp.
Hier-
door
kan
er
een
mechanische
spanning
op
het
snoer
komen
te
staan,
waardoor
het
kan
rafelen
of
scheuren.
Dit
kan
gevaar
opleveren.
Leid
netsnoeren
altijd
zodanig
dat
ze
niet
in
de
knel
zitten
en
dat
niemand
erop
kan
trappen
of
erover
kan
struikelen.
vi
Handboek
voor
de
gebruiker

Voorkom
dat
het
snoer
en
de
voedingsadapter
in
aanraking
komen
met
vloeistof.
Laat
een
snoer
of
een
voedingsadapter
nooit
achter
in
de
buurt
van
een
gootsteen,
een
bad
of
douche,
een
toilet
of
vloeren
die
met
vloeibare
schoonmaakmiddelen
worden
gereinigd.
Vloeistoffen
kunnen
kortsluiting
veroorzaken,
met
name
als
het
netsnoer
of
de
voedingsadapter
slijtage
vertoont
ten
gevolge
van
verkeerd
gebruik.
Bovendien
kan
vloeistof
corrosie
van
de
stekkers
en/of
aansluitpunten
veroorza-
ken,
hetgeen
uiteindelijk
kan
leiden
tot
oververhitting.
Sluit
de
netsnoeren
en
signaalkabels
altijd
in
de
juiste
volgorde
aan
en
zorg
dat
de
stekkers
altijd
stevig
in
het
stopcontact
zitten.
Gebruik
geen
voedingsadapter
waarvan
de
pennetjes
op
de
stekker
sporen
van
roest
of
corrosie
vertonen
of
waarvan
de
behuizing
zichtbaar
oververhit
is
geweest.
Maak
nooit
gebruik
van
een
netsnoer
waarvan
de
contactpunten
sporen
van
roest,
corrosie
of
oververhitting
vertonen
of
waarvan
het
snoer
of
de
stekker
op
welke
manier
dan
ook
beschadigd
is.
Verlengsnoeren
en
aanverwante
apparaten
Controleer
of
elk
verlengsnoer,
elke
piekspanningsbeveiliging,
elke
noodvoeding
en
elke
verdeelstekker
die
u
gebruikt,
bestand
is
tegen
de
elektrische
eisen
van
het
product.
Overbelast
deze
apparaten
nooit.
Als
u
een
verdeelstekker
gebruikt,
mag
de
belasting
niet
hoger
zijn
dan
de
invoerspecificatie
van
die
stekker.
Mocht
u
vra-
gen
hebben
over
(over)belasting,
elektrische
eisen
en
invoerspecificaties,
neem
dan
contact
op
met
een
elektricien.
Stekkers
en
aansluitingen
Als
het
stopcontact
waarop
u
de
computerapparatuur
wilt
aansluiten
beschadigd
of
verroest
blijkt
te
zijn,
gebruik
het
dan
niet
tot
een
gekwalificeerde
elektricien
het
heeft
vervangen.
Verbuig
of
verander
de
stekker
niet.
Als
de
stekker
beschadigd
is,
bestel
dan
een
vervangend
exemplaar
bij
de
fabrikant.
Bepaalde
producten
worden
geleverd
met
een
stekker
met
randaarde.
Deze
stekker
past
alleen
in
een
geaard
stopcontact.
Dit
is
en
veiligheidsvoorziening.
Sluit
de
stekker
niet
aan
op
een
stopcontact
zonder
aarde.
Voorkom
overbelasting
van
het
stopcontact.
De
totale
systeembelasting
mag
niet
hoger
zijn
dan
80
procent
van
de
specificatie
van
de
groep.
Mocht
u
vragen
hebben
over
(over)belasting
of
specifica-
ties
van
groepen,
neem
dan
contact
op
met
een
elektricien.
Zorg
dat
het
netsnoer
dat
u
gebruikt,
correct
bedraad
is,
goed
bereikbaar
is
en
zich
in
de
buurt
van
de
apparatuur
bevindt.
Zorg
dat
het
snoer
niet
helemaal
strak
staat;
hierdoor
kan
het
slijten.
Wees
voorzichtig
als
u
de
stekker
in
het
stopcontact
steekt
of
daar
uit
haalt.
Batterijen
Alle
IBM
personal
computers
bevatten
een
niet-oplaadbare
knoopcelbatterij
die
stroom
levert
voor
de
systeemklok.
Daarnaast
zijn
veel
mobiele
producten,
zoals
ThinkPad-notebooks,
voorzien
van
een
oplaadbare
batterij
die
het
systeem
van
stroom
voorziet.
De
batterijen
die
door
IBM
voor
uw
product
worden
geleverd,
zijn
getest
op
compatibiliteit
en
mogen
alleen
worden
vervangen
door
onderdelen
die
door
IBM
zijn
goedgekeurd.
Belangrijke
veiligheidsinformatie
vii

Probeer
nooit
de
batterij
open
te
maken
of
te
repareren.
Zorg
dat
de
batterij
niet
gedeukt
of
doorboord
wordt
en
niet
in
contact
komt
met
open
vuur.
Voorkom
kortsluiting
van
de
metalen
contactpunten.
Stel
de
batterij
niet
bloot
aan
water
of
andere
vloeistoffen.
Laad
de
batterij
uitsluitend
op
volgens
de
instructies
in
de
productdocumentatie.
Door
misbruik
of
onoordeelkundig
gebruik
kan
de
batterij
oververhit
raken,
waar-
door
er
gassen
of
vonken
uit
de
batterij
of
knoopcel
kunnen
komen.
Als
uw
batterij
beschadig
is
of
als
u
merkt
dat
de
batterij
spontaan
leegloopt
of
dat
er
zich
vreemd
materiaal
rond
de
contactpunten
van
de
batterij
afzet,
staak
het
gebruik
van
de
batterij
dan
onmiddellijk
en
bestel
een
nieuwe
bij
de
fabrikant.
Als
batterijen
lange
tijd
ongebruikt
worden
gelaten,
kan
de
kwaliteit
ervan
teruglo-
pen.
Bij
bepaalde
oplaadbare
batterijen
(met
name
lithium-ionenbatterijen)
kan
het
ongebruikt
laten
van
de
batterij
in
ontladen
toestand
leiden
tot
een
verhoogde
kans
op
kortsluiting,
waardoor
de
levensduur
van
de
batterij
wordt
verkort
en
er
tevens
een
veiligheidsrisico
ontstaat.
Zorg
dat
oplaadbare
lithium-ionenbatterijen
niet
helemaal
ontladen
raken
en
bewaar
deze
batterijen
niet
in
ontladen
toestand.
Warmte
en
ventilatie
van
het
product
Computers
produceren
warmte
als
ze
aan
staan
en
als
de
batterijen
worden
opge-
laden.
Door
hun
compacte
formaat
kunnen
notebook-PC’s
een
aanzienlijke
hoe-
veelheid
warmte
produceren.
Neem
daarom
altijd
de
volgende
elementaire
voor-
zorgsmaatregelen:
v
Houd
de
computer
niet
te
lang
op
schoot
als
de
computer
in
bedrijf
is
of
de
bat-
terij
wordt
opgeladen.
Tijdens
de
normale
werking
produceert
de
computer
enige
warmte.
Langdurig
contact
met
uw
lichaam
of
kleding
kan
ongemak
en
zelfs
brandwonden
veroorzaken.
v
Gebruik
de
computer
niet
en
laad
de
batterijen
niet
op
in
de
buurt
van
licht
ont-
vlambare
of
explosieve
materialen.
v
Ventilatieopeningen,
ventilatoren
en/of
koelribben
maken
deel
uit
van
het
pro-
duct
omwille
van
de
veiligheid,
het
comfort
en
een
betrouwbare
werking.
Deze
voorzieningen
kunnen
per
ongeluk
geblokkeerd
raken
als
u
het
product
op
een
bed,
zitbank,
vloerkleed
of
andere
zachte
ondergrond
plaatst.
Zorg
dat
deze
voorzieningen
nooit
worden
geblokkeerd
of
uitgeschakeld.
Veiligheid
van
CD-
en
DVD-stations
In
CD-
en
DVD-stations
draait
de
disc
met
een
hoge
snelheid
rond.
Indien
een
CD-
of
DVD-disc
gebarsten
of
anderszins
fysiek
beschadigd
is,
kan
het
gebeuren
dat
deze
bij
gebruik
in
het
CD-
of
DVD-station
breekt
of
zelfs
versplintert.
Om
ver-
wonding
ten
gevolge
van
dergelijke
situaties
te
voorkomen,
en
om
de
kans
op
schade
aan
uw
machine
te
verkleinen,
doet
u
het
volgende:
v
Bewaar
CD/DVD-discs
altijd
in
hun
originele
verpakking.
v
Bewaar
CD/DVD-discs
nooit
in
de
felle
zon
of
in
de
buurt
van
een
warmtebron.
v
Haal
CD/DVD-discs
uit
de
computer
wanneer
ze
niet
worden
gebruikt.
v
Zorg
dat
CD/DVD-discs
niet
worden
verbogen
en
plaats
ze
niet
met
kracht
in
de
computer
of
in
de
verpakking.
v
Controleer
vóór
gebruik
steeds
of
de
CD/DVD-discs
geen
barsten
vertonen.
Is
een
disc
gebarsten
of
beschadigd,
gebruik
hem
dan
niet.
viii
Handboek
voor
de
gebruiker

Aanvullende
veiligheidsvoorschriften
GEVAAR
Elektrische
stroom
van
lichtnet-,
telefoon-
en
communicatiekabels
is
gevaarlijk.
Houd
u
ter
voorkoming
van
een
schok
aan
het
volgende:
v
Sluit
tijdens
onweer
geen
kabels
aan
en
ontkoppel
ze
niet;
voer
ook
geen
installatie-,
onderhouds-
of
configuratiewerkzaamheden
aan
dit
product
uit
tijdens
onweer.
v
Sluit
alle
netsnoeren
aan
op
correct
bedrade,
geaarde
stopcontacten.
v
Sluit
ook
het
netsnoer
van
alle
apparaten
die
op
dit
product
worden
aangeslo-
ten
aan
op
een
correct
geaard
stopcontact.
v
Gebruik
indien
mogelijk
slechts
één
hand
bij
het
aansluiten
en
loskoppelen
van
signaalkabels.
v
Zet
een
apparaat
nooit
aan
als
dit
brand-,
water-
of
structuurschade
vertoont.
v
Ontkoppel
alle
netsnoeren,
telecommunicatiesystemen,
netwerken
en
modems
voordat
u
de
kap
van
het
apparaat
opent,
tenzij
de
installatie-
of
configuratie-
instructies
expliciet
anders
voorschrijven.
v
Als
u
dit
product
of
een
aangesloten
apparaat
installeert,
verplaatst
of
opent,
houd
u
dan
bij
het
aansluiten
en
loskoppelen
van
de
kabels
aan
het
volgende:
Aansluiten:
1.
Zet
alles
UIT.
2.
Sluit
eerst
alle
kabels
aan
op
de
appara-
ten.
3.
Sluit
de
signaalkabels
aan.
4.
Steek
de
stekker
in
het
stopcontact.
5.
Zet
het
apparaat
AAN.
Ontkoppelen:
1.
Zet
alles
UIT.
2.
Haal
eerst
de
stekker
uit
het
stopcon-
tact.
3.
Ontkoppel
de
signaalkabels.
4.
Ontkoppel
alle
kabels
van
de
apparaten.
DANGER
Le
courant
électrique
provenant
de
l’alimentation,
du
téléphone
et
des
câbles
de
transmission
peut
présenter
un
danger.
Pour
éviter
tout
risque
de
choc
électrique
:
v
Ne
manipulez
aucun
câble
et
n’effectuez
aucune
opération
d’installation,
d’entretien
ou
de
reconfiguration
de
ce
produit
au
cours
d’un
orage.
v
Branchez
tous
les
cordons
d’alimentation
sur
un
socle
de
prise
de
courant
correctement
câblé
et
mis
à
la
terre.
v
Branchez
sur
des
socles
de
prise
de
courant
correctement
câblés
tout
équipe-
ment
connecté
à
ce
produit.
v
Lorsque
cela
est
possible,
n’utilisez
qu’une
seule
main
pour
connecter
ou
déconnecter
les
câbles
d’interface.;
v
Ne
mettez
jamais
un
équipement
sous
tension
en
cas
d’incendie
ou
d’inondation,
ou
en
présence
de
dommages
matériels.
v
Avant
de
retirer
les
carters
de
l’unité,
mettez
celle-ci
hors
tension
et
décon-
nectez
ses
cordons
d’alimentation,
ainsi
que
les
câbles
qui
la
relient
aux
réseaux,
aux
systèmes
de
té
lécommunication
et
aux
modems
(sauf
instruction
contraire
mentionnée
dans
les
procédures
d’installation
et
de
configuration).
Belangrijke
veiligheidsinformatie
ix

v
Lorsque
vous
installez,
que
vous
déplacez,
ou
que
vous
manipulez
le
présent
produit
ou
des
périphériques
qui
lui
sont
raccordés,
reportez-vous
aux
instructions
ci-dessous
pour
connecter
et
déconnecter
les
différents
cordons.
Connexion
:
1.
Mettez
les
unités
hors
tension.
2.
Commencez
par
brancher
tous
les
cor-
dons
sur
les
unités.
3.
Branchez
les
câbles
d’interface
sur
des
connecteurs.
4.
Branchez
les
cordons
d’alimentation
sur
des
prises.
5.
Mettez
les
unités
sous
tension.
Déconnexion
:
1.
Mettez
les
unités
hors
tension.
2.
Débranchez
les
cordons
d’alimentation
des
prises.
3.
Débranchez
les
câbles
d’interface
des
connecteurs.
4.
Débranchez
tous
les
câbles
des
unités.
Kennisgeving
lithiumbatterij
Let
op!
Als
de
batterij
op
onjuiste
wijze
wordt
vervangen,
bestaat
er
explosiegevaar.
Gebruik
ter
vervanging
alleen
IBM-batterijen
met
onderdeelnummer
33F8354
of
een
gelijksoortige
batterij
die
door
de
leverancier
wordt
aanbevolen.
De
batterij
bevat
lithium
en
kan
bij
verkeerd
gebruik
exploderen.
Houd
u
aan
het
volgende:
v
Gooi
de
batterij
niet
in
water
v
Verwarm
de
batterij
niet
boven
100°C
v
Haal
de
batterij
niet
uit
elkaar
Gooi
de
batterij
niet
zomaar
weg,
maar
breng
deze
naar
een
vergaarplaats
voor
klein
chemisch
afval.
ATTENTION
Danger
d’explosion
en
cas
de
remplacement
incorrect
de
la
batterie.
Remplacer
uniquement
par
une
batterie
IBM
de
type
ou
d’un
type
équivalent
recommandé
par
le
fabricant.
La
batterie
contient
du
lithium
et
peut
exploser
en
cas
de
mauvaise
utilisation,
de
mauvaise
manipulation
ou
de
mise
au
rebut
inap-
propriée.
Ne
pas
:
v
Lancer
ou
plonger
dans
l’eau
v
Chauffer
à
plus
de
100°C
(212°F)
v
Réparer
ou
désassembler
Mettre
au
rebut
les
batteries
usagées
conformément
aux
règlements
locaux.
Veiligheidsvoorschriften
voor
de
modem
Neem
ter
voorkoming
van
brand,
elektrische
schokken
of
verwondingen
bij
het
gebruik
van
telefonische
apparatuur
altijd
de
volgende
voorzorgsmaatregelen
in
acht:
v
Installeer
geen
telefoonbedrading
tijdens
onweer.
x
Handboek
voor
de
gebruiker

v
Installeer
geen
telefoonaansluitingen
in
natte
ruimtes
tenzij
de
aansluiting
spe-
ciaal
ontworpen
is
voor
gebruik
in
natte
ruimtes.
v
Raak
geen
telefoonkabels
of
-stekkers
aan
die
niet
geïsoleerd
zijn.
v
Wees
voorzichtig
bij
het
installeren
of
doortrekken
van
telefoonlijnen.
v
Gebruik
de
telefoon
niet
tijdens
onweer,
tenzij
u
een
draadloos
model
hebt.
Er
bestaat
een
kleine
kans
op
een
elektrische
schok
als
gevolg
van
blikseminslag.
v
Geef
gaslekken
in
de
buurt
van
de
telefoon
niet
telefonisch
door.
Consignes
de
sécurité
relatives
au
modem
Lors
de
l’utilisation
de
votre
matériel
téléphonique,
il
est
important
de
respecter
les
consignes
ci-après
afin
de
réduire
les
risques
d’incendie,
d’électrocution
et
d’autres
blessures
:
v
N’installez
jamais
de
cordons
téléphoniques
durant
un
orage.
v
Les
prises
téléphoniques
ne
doivent
pas
être
installées
dans
des
endroits
humides,
excepté
si
le
modèle
a
été
conçu
à
cet
effet.
v
Ne
touchez
jamais
un
cordon
téléphonique
ou
un
terminal
non
isolé
avant
que
la
ligne
ait
été
déconnectée
du
réseau
téléphonique.
v
Soyez
toujours
prudent
lorsque
vous
procédez
à
l’installation
ou
à
la
modification
de
lignes
téléphoniques.
v
Si
vous
devez
téléphoner
pendant
un
orage,
pour
éviter
tout
risque
de
choc
électrique,
utilisez
toujours
un
téléphone
sans
fil.
v
En
cas
de
fuite
de
gaz,
n’utilisez
jamais
un
téléphone
situé
à
proximité
de
la
fuite.
Verklaring
van
conformiteit
met
laserrichtlijnen
Sommige
IBM
PC-modellen
worden
standaard
geleverd
met
een
CD-ROM-station
of
een
DVD-station.
CD-ROM-stations
en
DVD-stations
zijn
ook
los
als
optie
te
verkrijgen.
CD-ROM-stations
en
DVD-stations
zijn
laserproducten.
Deze
stations
voldoen
in
de
Verenigde
Staten
aan
de
eisen
gesteld
in
de
Department
of
Health
and
Human
Services
21
Code
of
Federal
Regulations
(DHHS
21
CFR)
Subchapter
J
voor
laserproducten
van
Klasse
1.
De
stations
voldoen
aan
de
eisen
gesteld
in
de
International
Electrotechnical
Commission
(IEC)
825
en
CENELEC
EN
60
825
bedoeld
voor
laserproducten
van
klasse
1.
Let
bij
het
installeren
van
een
CD-ROM-
of
DVD-station
op
het
volgende.
Let
op!
Het
wijzigen
van
instellingen
of
het
uitvoeren
van
procedures
anders
dan
hier
is
beschreven,
kan
leiden
tot
blootstelling
aan
gevaarlijke
straling.
Als
u
de
behuizing
van
het
CD-ROM-station
of
het
DVD-station
opent,
kunt
u
worden
blootgesteld
aan
gevaarlijke
laserstraling.
Het
CD-ROM-station
of
het
DVD-station
bevat
geen
onderdelen
die
moeten
worden
vervangen
of
onderhou-
den.
Open
de
behuizing
van
het
CD-ROM-station
of
het
DVD-station
niet.
Sommige
CD-ROM-stations
of
DVD-stations
bevatten
een
ingebouwde
laserdiode
van
klasse
3A
of
3B.
Let
op
het
volgende.
GEVAAR
Laserstraling
indien
geopend.
Kijk
niet
in
de
laserstraal
en
vermijd
direct
contact
met
de
laserstraal.
Belangrijke
veiligheidsinformatie
xi

DANGER:
Certains
modèles
d’ordinateurs
personnels
sont
équipés
d’origine
d’une
unité
de
CD-ROM
ou
de
DVD-ROM.
Mais
ces
unités
sont
également
vendues
séparément
en
tant
qu’options.
L’unité
de
CD-ROM/DVD-ROM
est
un
appareil
à
laser.
Aux
État-Unis,
l’unité
de
CD-ROM/DVD-ROM
est
certifiée
conforme
aux
normes
indiquées
dans
le
sous-chapitre
J
du
DHHS
21
CFR
relatif
aux
produits
à
laser
de
classe
1.
Dans
les
autres
pays,
elle
est
certifiée
être
un
produit
à
laser
de
classe
1
conforme
aux
normes
CEI
825
et
CENELEC
EN
60
825.
Lorsqu’une
unité
de
CD-ROM/DVD-ROM
est
installée,
tenez
compte
des
remar-
ques
suivantes:
ATTENTION:
Pour
éviter
tout
risque
d’exposition
au
rayon
laser,
respectez
les
consignes
de
réglage
et
d’utilisation
des
commandes,
ainsi
que
les
procédures
décrites.
L’ouverture
de
l’unité
de
CD-ROM/DVD-ROM
peut
entraîner
un
risque
d’exposition
au
rayon
laser.
Pour
toute
intervention,
faites
appel
à
du
personnel
qualifié.
Certaines
unités
de
CD-ROM/DVD-ROM
peuvent
contenir
une
diode
à
laser
de
classe
3A
ou
3B.
Tenez
compte
de
la
consigne
qui
suit:
DANGER
Rayonnement
laser
lorsque
le
carter
est
ouvert.
Évitez
toute
exposition
directe
des
yeux
au
rayon
laser.
Évitez
de
regarder
fixement
le
faisceau
ou
de
l’observer
à
l’aide
d’instruments
optiques.
xii
Handboek
voor
de
gebruiker

Overzicht
Hartelijk
gefeliciteerd
met
uw
aanschaf
van
een
IBM-computer.
In
deze
computer
zijn
de
nieuwste
ontwikkelingen
verwerkt
op
het
gebied
van
PC-technologie.
De
computer
kan
bovendien
worden
uitgebreid.
Door
hardwareopties
te
installeren,
kunt
u
de
mogelijkheden
van
de
computer
een-
voudig
uitbreiden.
In
deze
publicatie
vindt
u
instructies
voor
het
installeren
van
externe
en
interne
opties.
Raadpleeg
bij
het
installeren
van
een
optie
zowel
deze
instructies
als
de
instructies
die
bij
de
optie
zijn
geleverd.
Informatiebronnen
Het
Naslagboekje
dat
bij
de
computer
is
geleverd,
bevat
informatie
over
het
installe-
ren
van
de
computer
en
het
starten
van
het
besturingssysteem.
Dit
boekje
bevat
ook
informatie
over
het
oplossen
van
de
meest
voorkomende
problemen,
herstel-
procedures
voor
software,
hulp,
service
en
garantie.
Raadpleeg
Access
IBM
(op
het
bureaublad)
voor
nadere
informatie
over
uw
com-
puter.
Als
u
toegang
hebt
tot
internet,
kunt
u
hier
de
meest
recente
handboeken
voor
uw
computer
bekijken.
Deze
vindt
u
op:
http://www.ibm.com/pc/support
Voer
uw
machinetype
en
-model
in
het
veld
Quick
Path
in
en
klik
op
Go.
©
Copyright
IBM
Corp.
2004
xiii

xiv
Handboek
voor
de
gebruiker

Hoofdstuk
1.
Opties
installeren
ThinkCentre
Dit
hoofdstuk
bevat
een
inleiding
over
de
voorzieningen
en
opties
die
voor
de
computer
beschikbaar
zijn.
De
mogelijkheden
van
uw
computer
zijn
gemakkelijk
uit
te
breiden.
U
kunt
geheugen,
stations
en
adapters
toevoegen.
Raadpleeg
bij
het
installeren
van
een
optie
zowel
deze
instructies
als
de
instructies
die
bij
de
optie
zijn
geleverd.
Belangrijk
Lees
voordat
u
een
optie
installeert
of
verwijdert
eerst
“Belangrijke
veiligheidsinformatie”
op
pagina
v.
Deze
voorzorgsmaatregelen
en
richtlijnen
zorgen
dat
u
veilig
kunt
werken.
Kenmerken
In
dit
gedeelte
vindt
u
een
overzicht
van
de
voorzieningen
en
de
vooraf
geïnstal-
leerde
software.
Systeemgegevens
De
volgende
informatie
is
van
toepassing
op
een
aantal
modellen.
In
de
IBM
Setup
Utility
vindt
u
informatie
over
uw
specifieke
model.
Zie
Hoofdstuk
2,
“Het
programma
IBM
BIOS
Setup
gebruiken”,
op
pagina
27.
Microprocessor
(verschilt
per
model)
v
Intel
®
Pentium
®
4
processor
met
HyperThreading
Technology
v
Intel
Pentium
4
processor
v
Intel
Celeron
®
processor
v
Interne
cache
(grootte
afhankelijk
van
modeltype)
Geheugen
©
Copyright
IBM
Corp.
2004
1

v
Ondersteuning
voor
voor
DDR
(double
data
rate)
DIMM’s
(dual
inline
memory
modules)
v
512
kB
flashgeheugen
voor
systeemprogramma’s
Interne
stations
v
3,5-inch,
1,44
MB
diskettestation
v
SATA
(Serial
Advanced
Technology
Attachment)
intern
vaste-schijfstation
v
EIDE
CD-station
of
DVD-station
(bepaalde
modellen)
Videosubsysteem
v
Geïntegreerde
grafische
controller
voor
een
VGA-beeldscherm
v
PCI
Express
(x16)
grafische
aansluiting
op
de
systeemplaat
Audiosubsysteem
v
AC’97
met
ADI
1981B
Audio
Codec
v
Lijningang
en
lijnuitgang
op
het
achterpaneel
v
Microfoon-
en
hoofdtelefoonaansluitingen
op
het
voorpaneel
Connectiviteit
v
10/100/1000
Mbps
geïntegreerde
Broadcom
Ethernet-controller
v
PCI
V.90
Data/Faxmodem
(sommige
modellen)
Voorzieningen
voor
systeembeheer
v
RPL
(Remote
Program
Load)
en
DHCP
(Dynamic
Host
Configuration
Protocol)
v
Wake
on
LAN
v
Wake
on
Ring
(in
het
programma
IBM
BIOS
Setup
heet
deze
voorziening
Serial
Port
Ring
Detect
voor
een
externe
modem)
v
Beheer
op
afstand
v
Opstartvolgorde
bij
automatisch
opstarten
v
System
Management
(SM)
BIOS
en
software
v
Mogelijkheid
tot
het
opslaan
van
de
resultaten
van
de
zelftest
bij
opstarten
(POST)
Input/output-voorzieningen
v
25-pens
ECP/EPP-aansluitingen
(Extended
Capabilities
Port/Extended
Parallel
Port)
v
Twee
9-pens
seriële
poorten
(bepaalde
modellen)
v
Acht
4-pens
USB-poorten
(twee
vooraan
en
zes
achterop)
v
PS/2-muisaansluiting
v
Aansluiting
voor
PS/2-toetsenbord
v
Ethernet-poort
v
VGA-beeldschermaansluiting
v
Twee
audio-aansluitingen
op
het
achterpaneel
(lijningang
en
lijnuitgang)
v
Tweer
audio-aansluitingen
op
het
voorpaneel
(hoofdtelefoon
en
microfoon)
v
IEEE
1394-aansluiting
(bepaalde
modellen)
Uitbreidingsmogelijkheden
v
Vier
stationsvakken
2
Handboek
voor
de
gebruiker

v
Twee
32-bits
PCI-adaptersleuven
(peripheral
component
interconnect)
v
Eén
PCI
Express
(x1)
adaptersleuf
v
Eén
PCI
Express
(x16)
sleuf
voor
een
grafische
kaart
Voeding
v
310
W
voedingseenheid
met
handmatige
voltageschakelaar
v
Automatische
instelling
invoerfrequentie
(50/60
Hz)
v
Advanced
Power
Management
v
Ondersteuning
voor
ACPI
(Advanced
Configuration
and
Power
Interface)
Beveiligingsvoorzieningen
v
Gebruikerswachtwoord
en
configuratiewachtwoord
v
Gebruikers-
en
beheerderswachtwoord
voor
het
vaste-schijfstation
(bepaalde
modellen)
v
Mogelijkheid
voor
gebruik
van
een
hangslot
v
Mogelijkheid
tot
het
toevoegen
van
een
geïntegreerd
kabelslot
v
Aanwezigheidsschakelaar
voor
kap
v
Instelbare
opstartvolgorde
v
Opstarten
zonder
diskettestation,
toetsenbord
of
muis
v
Werkstand
Onbewaakt
starten
v
Diskette-
en
vaste-schijfstationbesturing
v
I/O-besturing
van
seriële
en
parallelle
poort
v
Beveiligingsprofielen
per
apparaat
Door
IBM
vooraf
geïnstalleerde
software
Uw
computer
wordt
mogelijk
geleverd
met
een
set
vooraf
geïnstalleerde
software.
Deze
bestaat
uit
een
besturingssysteem,
stuurprogramma’s
voor
de
ingebouwde
voorzieningen
en
overige
ondersteunende
software.
Besturingssystemen
(vooraf
geïnstalleerd)
(varieert
per
modeltype)
Opmerking:
Deze
besturingssystemen
zijn
niet
in
alle
landen
beschikbaar.
v
Microsoft
Windows
XP
Home
v
Microsoft
Windows
XP
Professional
Gecertificeerde
of
geteste
besturingssystemen
1
Linux
1. De
besturingssystemen
die
hier
staan
genoemd,
worden
op
het
moment
dat
deze
publicatie
ter
perse
gaat,
onderworpen
aan
een
compatibiliteitstest
of
-certificering.
Ook
kan
IBM
na
het
verschijnen
van
dit
boekje
concluderen
dat
er
nog
meer
besturingssystemen
compatibel
zijn
met
deze
computer.
Deze
lijst
is
onderhevig
aan
wijzigingen.
Om
te
controleren
of
een
bepaald
besturingssysteem
is
gecertificeerd
voor
of
getest
op
compatibiliteit
kunt
u
de
website
van
de
fabrikant
van
dat
besturingssysteem
raadplegen.
Hoofdstuk
1.
Opties
installeren
3

Specificaties
In
dit
gedeelte
vindt
u
de
fysieke
specificaties
van
uw
computer.
Afmetingen
Hoogte:
146
mm
Breedte:
442
mm
Diepte:
401
mm
Gewicht
Minimumconfiguratie
bij
levering:
24
kg
Maximumconfiguratie:
31
kg
Omgevingsvoorwaarden
Luchttemperatuur:
Systeem
aan:
10°C
tot
35°C
Systeem
uit:
10°C
tot
43°C
Maximumhoogte:
2134
m
Opmerking:
De
maximumhoogte
van
2134
m
is
de
maximumhoogte
waarbij
de
opgegeven
lucht-
temperatuur
van
toepassing
is.
Wanneer
deze
hoogte
wordt
overschreden,
moet
de
lucht-
temperatuur
lager
zijn
dan
de
opgegeven
tempera-
tuur.
Luchtvochtigheid:
Systeem
aan:
8%
tot
80%
Systeem
uit:
8%
tot
80%
Elektrische
invoer
Invoerspanning:
Laag:
Minimum:
90
V
Maximum:
180
V
Invoerfrequentie:
47–53
Hz
Instelling
voltageschakelaar:
115
V
Hoog:
Minimum:
137
V
Maximum:
265
V
Invoerfrequentie:
57–63
Hz
Instelling
voltageschakelaar:
230
V
Opgenomen
vermogen
(bij
benadering):
Minimumconfiguratie
bij
levering:
0,09
kWatt
Maximumconfiguratie:
0,32
kWatt
Opmerking:
Stroomverbruik
en
warmte-afgifte
kun-
nen
variëren
en
zijn
afhankelijk
van
het
aantal
en
het
soort
geïnstalleerde
opties
en
de
gebruikte
optionele
functies
voor
energiebeheer.
Warmte-afgifte
(bij
benadering):
Minimumconfiguratie:
75
Watt
Maximumconfiguratie:
310
Watt
Luchtverplaatsing
Maximaal
ongeveer
1,13
kubieke
meter
per
minuut
Geluidsniveau
Gemiddelde
geluidsproductie:
Op
de
werkplek
(0,5
meter):
Niet
actief:
33
dBA
In
bedrijf:
35
dBA
Op
één
1
meter:
Niet
actief:
29
dBA
In
bedrijf:
31
dBA
Gedeclareerde
geluidslimiet:
Niet
actief:
4,3
bel
In
bedrijf:
4,4
bel
Opmerking:
Het
geluidsniveau
werd
vastgesteld
in
een
gecontroleerde
omgeving
volgens
de
procedures
van
American
National
Standards
Institute
(ANSI)
S12.10
en
ISO
7779
en
voldoet
aan
ISO
9296.
De
werkelijke
geluidsniveaus
kunnen
de
hier
genoemde
waarden
overtreffen
als
gevolg
van
reflecterend
geluid
en
andere
geluidsbronnen.
Het
gedeclareerde
geluidsniveau
is
een
limiet;
bij
de
meeste
computers
blijft
het
geluidsniveau
onder
deze
waarde.
4
Handboek
voor
de
gebruiker
Other manuals for THINKCENTRE 8141
1
This manual suits for next models
5
Table of contents
Other IBM Desktop manuals

IBM
IBM Aptiva 2170 Owner's manual

IBM
IBM 9228 - IntelliStation Z - Pro User manual

IBM
IBM NetVista A20 User manual

IBM
IBM Aptiva User manual

IBM
IBM PC 300 User manual

IBM
IBM NetVista A22p User manual

IBM
IBM HC10 - BladeCenter - 7996 User manual

IBM
IBM AT 5170 Use and care manual

IBM
IBM 5100 Setup guide

IBM
IBM Aptiva 2159 User manual

IBM
IBM 545 Output Punch 1 User manual

IBM
IBM x 340 Series Owner's manual

IBM
IBM Aptiva User manual

IBM
IBM NetVista X40 User manual

IBM
IBM XT 5160 Use and care manual

IBM
IBM 3270 User manual

IBM
IBM 1620 User manual

IBM
IBM 5150 Use and care manual

IBM
IBM NetVista A22p User manual

IBM
IBM NetVista X40 User manual