Naast de in de gebruiksaanwijzing 
vermelde veiligheidsaanwijzingen en 
de bijzondere voorschriften van het 
land, moeten ook de voor het gebruik 
van houtbewerkingsmachines 
algemeen erkende vaktechnische 
regels worden opgevolgd. 
Elk ander gebruik dan het hier 
vermelde geldt als oneigenlijk. Voor 
daaruit voortvloeiende schade kan de 
fabrikant niet aansprakelijk worden 
gesteld. Het risico komt uitsluitend 
voor rekening van de gebruiker. 
 
3.2 Algemene 
veiligheidsaanwijzingen 
Metaalbewerkingsmachines kunnen bij 
ondeskundig gebruik gevaarlijk zijn. 
Voor een veilig gebruik is daarom het 
opvolgen van de desbetreffende 
voorschriften ter voorkoming van 
ongevallen en de hier volgende 
aanwijzingen noodzakelijk. 
De gebruiksaanwijzing moet in zijn 
geheel zijn gelezen en begrepen 
voordat wordt begonnen met opbouw 
of gebruik van de machine. 
Bewaar deze gebruiksaanwijzing, 
beschermd tegen vuil en vocht, bij de 
machine en geef deze door aan een 
nieuwe eigenaar. 
Aan de machine mogen geen 
veranderingen worden aangebracht, 
noch mag aan- of ombouw 
plaatsvinden. 
Controleer dagelijks, alvorens de 
machine aan te zetten, de 
aanwezigheid en het functioneren van 
de vereiste beschermingsinrichtingen. 
Vastgestelde defecten aan de machine 
of de veiligheidsvoorzieningen moeten 
worden gemeld en door de daarvoor 
aangewezen personen hersteld. 
Gebruik de machine in die gevallen 
niet en haal de netsteker los. 
Bij lange haren is het dragen van een 
muts of haarnet vereist. 
Draag aansluitende kleding en draag 
geen juwelen, ringen of horloges. 
Draag beschermend schoeisel; in elk 
geval geen vrije-tijdsschoenen of 
sandalen. 
Maak gebruik van de voorgeschreven 
persoonlijke veiligheidsuitrusting. 
Bij het werken aan de machine geen 
handschoenen dragen. 
Draag een veiligheidsbril tijdens het 
werk. 
De machine zó opstellen, dat er 
voldoende ruimte is voor de bediening 
en het het leiden van de werkstukken. 
Zorg voor een goede verlichting. 
Let erop, dat de machine stabiel staat 
op een stevige en vlakke bodem. 
Let erop, dat de Elektrische kabel het 
werk niet belemmert en dat men er 
niet over kan struikelen. 
De werkomgeving vrij houden van 
belemmerende werkstukken en andere 
voorwerpen. 
Nooit in de draaiende machine grijpen. 
Werk aandachtig, geconcentreerd en 
verstandig. 
Werk nooit aan de machine onder 
invloed van verdovende middelen, 
zoals alcohol en drugs. Bedenk, dat 
ook medicijnen uw gedrag en 
reactievermogen kunnen beïnvloeden. 
Houd toeschouwers, met name 
kinderen, uit de gevarenzone. 
Laat een draaiende machine nooit 
zonder toezicht. 
De machine uitschakelen voordat u de 
werkplaats verlaat. 
Gebruik de machine niet in de buurt 
van brandbare vloeistoffen of gassen. 
Sla acht op de voorzieningen voor 
brandmelding en brandbestrijding, 
zoals de locatie en het gebruik van 
brandblusapparaten. 
Gebruik de machine niet in vochtige 
omgevingen en stel de machine niet 
bloot aan regen. 
Alleen met goed geslepen 
gereedschappen werken. 
Nooit werken met geopende 
boorhouderbescherming of 
snaarbescherming. 
Verwijder voor het begin de 
opspanplaatsleutel en andere 
gereedschappen. 
Houd u steeds aan de minimale en 
maximale afmetingen van het 
werkstuk. 
Zaagsel en delen van werkstukken 
alleen verwijderen bij stilstaande 
machine. 
Niet op de machine staan. 
Werkzaamheden aan de Elektrische 
uitrusting van de machine mogen 
alleen door een deskundige 
Elektrotechnicus worden uitgevoerd. 
Vervang een beschadigde kabel direct. 
Houd voldoende afstand tussen uw 
vingers en roterende delen en spanen. 
Controleer voor de bewerking of het 
werkstuk veilig ingespannen is. 
Het spanbereik van de opspanplaat 
niet overschrijden. 
Mobiel alleen korte werkstukken 
inspannen. 
Indien de werkstuklengte driemaal 
groter is dan de spandiameter, moet 
met de achterkop tegengelagerd 
worden. 
Vermijd kleine spandiameters bij grote 
draaidiameters. 
Vermijd korte inspanlengten 
Het werkstuk moet nauwsluitend 
aansluiten 
De toerentalbegrenzing van het 
spanmiddel mag niet worden 
overschreden. 
Het tappen van schroefdraden, het 
snijden van schroefdraden het 
verspanen van werkstukken die in 
onbalans zijn alleen bij laag toerental 
uitvoeren. 
Het stangmateriaal dat boven de 
draaibankkop uitsteekt, moet over de 
gehele lengte worden omgeven met 
een vaste bescherming. 
Groot verwondingsgevaar! 
Lange werkstukken met staande bril 
steunen. Een lang en dun werkstuk 
kan bij snelle rotatie plotsklaps 
verbuigen. 
Nooit de achterkop of de center van de 
achterkop tijdens het draaien 
verstellen. 
Spanen alleen bij stilstaande machine 
en met behulp van een geschikte 
spanenhaak verwijderen. 
De klauwplaat of werkstuk niet met de 
hand afremmen. 
Meet- en instelwerkzaamheden alleen 
bij stilstaande machine uitvoeren. 
Montage-, instel- en 
reinigingswerkzaamheden alleen 
uitvoeren bij stilstaande machine en 
losgenomen netsteker. 
 
3.3 Resterende gevaren 
Ook wanneer de machine volgens de 
voorschriften wordt gebruikt, blijven de 
volgende gevaren bestaan: 
Gevaar voor verwonding door het 
roterende werkstuk en de klauwplaat.