Zehnder Rittling C67 User manual

Decorative Radiators Comfortable Indoor Ventilation Heating & Cooling Ceiling Systems Clean Air Solutions
Zehnder CO2Sensor
Installatiehandleiding
Installation manual
Installationshandbuch
Manuel d’installation
Manuale d’installazione
Instrukcja montażu
Manual de instalación

2 - NL
Contents
NL .............................................................................................................................3
EN...........................................................................................................................27
DE...........................................................................................................................51
FR ...........................................................................................................................75
IT.............................................................................................................................99
PL..........................................................................................................................123
ES ......................................................................................................................... 147

NL - 3
Voorwoord
Lees dit document voor gebruik
zorgvuldig door.
Deze installatiehandleiding bevat alle
benodigde informatie voor een veilige en
juiste installatie van deze CO2Sensor.
Raak vertrouwd met de installatie en
voorkom zo persoonlijk letsel of materiële
schade.
Vragen
Voor alle vragen kan er contact worden
opgenomen met uw Zehnder vestiging.
De contactgegevens zijn vermeld op de
achterzijde van deze installatiehand-
leiding.
De CO2Sensor ondergaat regelmatig
nieuwe ontwikkelingen en verbeteringen.
Hierdoor kan het voorkomen dat de
bediening afwijkt van de omschrijving
in deze handleiding. Een actuele instal-
latiehandleiding is in dat geval online te
downloaden of (na) te bestellen via uw
Zehnder vestiging.
Alle rechten voorbehouden
Deze installatiehandleiding is met de
grootste zorgvuldigheid samengesteld.
De uitgever kan echter niet verantwoorde-
lijk worden gehouden voor enige schade
ontstaan doordat veiligheids- of ge-
bruiksinstructies niet worden opgevolgd.
In geval van geschillen is de Nederlandse
tekst leidend.
Leeswijzer
In deze installatiehandleiding worden
de volgende symbolen toegepast om de
lezer te attenderen op veiligheidsaspecten
en belangrijke informatie:
Symbool Betekenis
Punt van aandacht
Risico op onvolledige
werking of schade aan het
ventilatiesysteem
Gevaar voor persoonlijk letsel
Zehnder Group Zwolle B.V.
Lingenstraat 2 • 8028 PM Zwolle • T +31 38 429 69 11
Handelsregister Zwolle 05022293

4 - NL
Inhoud
Voorwoord ......................................................................................................3
1. Uitpakken en voorbereiden van de installatie .................................................6
1.1 Inhoud van de doos................................................................................6
1.2 Controle van de levering .........................................................................7
1.3 Benodigd gereedschap en montagemateriaal..........................................7
2. Beschrijving en herkenning...........................................................................8
2.1 Algemeen ..............................................................................................8
2.2 Uitvoeringen .........................................................................................8
2.3 Ventilatiestanden....................................................................................9
2.4 Combinatiemogelijkheden ......................................................................9
3. Veiligheid................................................................................................... 10
3.1 Veiligheid met betrekking tot montage en installatie ................................ 10
3.2 Montagevoorschriften .......................................................................... 11
3.3 Installatievoorschriften CO2Sensor type C ............................................ 11
3.4 Installatievoorschriften CO2Sensor type RF........................................... 12
3.5 Installatievoorschriften CO2Sensor type 0-10V...................................... 12
3.6 Garantie .............................................................................................. 13
4. Montage.................................................................................................... 14
4.1 Weergave van de onderdelen................................................................ 14
4.2 Montage van de CO2Sensor type C en type0-10V .............................. 16
4.3 Montage van de CO2Sensor type RF.................................................... 16
5. Installatie CO2Sensor type C .................................................................... 17
5.1 Algemeen ............................................................................................ 17

NL - 5
6. Installatie CO2Sensor type RF ................................................................... 18
6.1 Algemeen ............................................................................................ 18
6.2 Installatie CO2Sensor type RF.............................................................. 18
7. Installatie CO2Sensor type 0-10V................................................................ 20
7.1 Algemeen.............................................................................................20
7.2 Installatie CO2Sensor type 0-10V..........................................................20
7.3 Instellingscontrole CO2Sensor type 0-10V............................................. 21
8. Inbedrijfstelling...........................................................................................22
8.1 Voorwaarden voor het juist functioneren van de CO2Sensor...................22
8.2 Ventilatiestand instellen ........................................................................22
8.3 Helderheid ledjes instellen....................................................................23
9. Storingen ................................................................................................. 24
9.1 Bepaal type CO2Sensor ...................................................................... 24
9.2 Storingen en meldingen van de CO2Sensor type C............................... 24
9.3 Storingen van de CO2Sensor type RF .................................................. 25
9.4 Storingen van de CO2Sensor type 0-10V.............................................. 25
9.5 Onveilige situaties................................................................................ 25
10. Onderhoud ............................................................................................. 26
11. Demontage en verwijdering....................................................................... 26

6 - NL
1.1 Inhoud van de doos
1. Uitpakken en voorbereiden van de installatie
Model Inhoud doos
CO2Sensor C55
CO2Sensor RF55 (230V)
CO2Sensor 0-10V55
■4x kap
■1x CO2Sensor
■1x transparant montageframe
■1x venster
■2x schroeven
CO2Sensor C67
CO2Sensor RF67 (230V)
CO2Sensor 0-10V67
■1x kap
■1x CO2Sensor
■1x montageframe
■2x schroeven

NL - 7
1.2 Controle van de levering
1. Controleer of de verpakking niet beschadigd is.
2. Controleer of de onderdelen niet beschadigd zijn.
3. Controleer of de inhoud van de verpakking compleet is.
4. Controleer of de juiste CO2Sensor geleverd is.
Meld beschadigingen, ontbrekende onderdelen of onjuiste levering aan de hand van
het typeplaatje op de achterzijde van de CO2Sensor (Figuur 4.4 en Figuur 4.5) direct
bij uw Zehnder vestiging. De contactgegevens zijn vermeld op de achterzijde van deze
installatiehandleiding.
1.3 Benodigd gereedschap en montagemateriaal
■Schroevendraaier, voorzien van een bitje of schroefkop van het type PZ1
■Schroevendraaier, voorzien van een bitje of schroefkop van het type PZ2
Model Inhoud doos
CO2Sensor C67 on-wall
CO2Sensor RF67 on-wall (230V)
CO2Sensor 0-10V67 on-wall
■1x kap
■1x CO2Sensor
■1x montageframe
■1x opbouwdoos
■8x schroeven
■2x pluggen

8 - NL
2. Beschrijving en herkenning
2.1 Algemeen
De CO2Sensor meet de hoeveelheid CO2in de lucht van de ruimte waarin deze sensor
geïnstalleerd is. Het apparaat stuurt de resultaten naar het ventilatiesysteem. Bij een te hoge
CO2-concentratie regelt het systeem de ventilatie op basis van de maximale CO2-waarden.
Zo wordt er een gezonde luchtkwaliteit in de ruimte behouden.
Het verlagen van hoge CO2-waarden in de lucht van de woning is bevorderlijk voor concen-
tratie, een goede slaapkwaliteit en helpt hoofdpijn te voorkomen.
Er kunnen meerdere CO2Sensoren binnen één woning toegepast worden. Zie
voor het instellen hoofdstuk 5 (type C), hoofdstuk 6 (type RF) en hoofdstuk 7
(type 0-10V). Zijn er meerdere CO2Sensoren actief? Dan is de mate van ventilatie
gebaseerd op de CO2Sensor die de hoogste ventilatiestand doorgeeft aan het
ventilatiesysteem.
De CO2Sensor is een precisie-instrument met de beste nauwkeurigheid in zijn
klasse. Elke sensor is afzonderlijk gekalibreerd voor optimale prestaties. Schokken
tijdens installatie of installatie op grotere hoogte kunnen de nauwkeurigheid tijdelijk
beïnvloeden, maar worden gecompenseerd door de interne lange termijn compen-
satiemechanismen.
2.2 Uitvoeringen
Type Voeding Variant Model/naam
C12V DC voeding via
ComfoNet
55mm inbouw CO2Sensor C55
67mm inbouw CO2Sensor C67
67mm opbouw CO2Sensor C67 on-wall
RF* (Radio
Frequentie)
230V AC 55mm inbouw CO2Sensor RF55 (230V)
67mm inbouw CO2Sensor RF67 (230V)
67mm opbouw CO2Sensor RF67 on-wall (230V)
0-10V 12V DC vanuit het
ventilatietoestel
55mm inbouw CO2Sensor 0-10V55
67mm inbouw CO2Sensor 0-10V67
67mm opbouw CO2Sensor 0-10V67 on-wall
* Niet in alle landen verkrijgbaar.
Voor de foto’s van de bovenstaande uitvoeringen, zie de kolom Model in hoofdstuk
1.1 Inhoud van de doos.

NL - 9
2.3 Ventilatiestanden
CO2Sensor type C: het instellen van een ventilatiestand op één van de bedienin-
gen in het systeem, zal de automatische ventilatie op basis van het gemeten CO2
niveau (tijdelijk) uitschakelen, tenzij de voor de sensor “altijd aan” is ingesteld in
de installateursinstellingen van het ventilatietoestel. Zie ook de handleiding van de
ventilatieunit.
CO2Sensor type RF: Bij ieder gebruik van een schakelaar gebruikt de automatische
ventilatieregeling deze zelfgekozen instelling gedurende maximaal 12 uur. Bij deze
zelfgekozen mate van ventileren heeft de gemeten CO2waarde geen invloed op het
ventilatiesysteem. Zie ook de handleiding van de ventilatieunit.
CO2Sensor type 0-10V “regelaar”: het instellen van een ventilatiestand op één van
de bedieningen in het systeem, kan de automatische ventilatie op basis van het
gemeten CO2niveau (tijdelijk) uitschakelen, afhankelijk van de instellingen op de
ventilatie unit. Zie ook de handleiding van de ventilatieunit.
CO2Sensor type 0-10V “sensor”: het is niet mogelijk om via de CO2Sensor de
ventilatiestanden te bedienen.
2.4 Combinatiemogelijkheden
Bij CO2Sensor type RF: alle RF sensoren en bedieningen kunnen met de CO2sensor
RF gecombineerd worden. Hierbij geldt:
1) Er mag maximaal 1 CO2Hoofdbediening RF van 2019 of eerder in het systeem
opgenomen zijn die als eerste (als Master) ingeleerd moet zijn.
2) Algemeen wordt de beste werking bereikt wanneer de CO2sensor RF als eerste
met de ventilatie unit verbonden wordt, behalve wanneer een CO2Hoofdbediening
RF tot het systeem behoort.
Bij een combinatie met oudere sensoren is het handmatig instellen van een ventila-
tiestand eventueel alleen bij de als eerste aangesloten sensor mogelijk.
Raadpleeg uw Zehnder vestiging voor de aanbevolen combinaties met overige
Zehnder RF bedieningen en sensoren.

10 - NL
3. Veiligheid
3.1 Veiligheid met betrekking tot montage en installatie
Gevaarlijke elektrische spanning!
Levens- of letselgevaar door elektrische
spanning van 230V.
■ Werkzaamheden aan het 230V-net mo-
gen uitsluitend worden uitgevoerd door
erkende elektrotechnische installateurs.
■ Maak het apparaat spanningsloos voordat
u start met de montage of demontage.
■ Gebruik alleen onbeschadigde aan-
sluitkabels.
■ Houd het apparaat uit de buurt van water
en een vochtige omgeving.
Houd kinderen en dieren tijdens de mon-
tage uit de buurt van de montageplaats.
De CO2Sensor mag alleen worden
gemonteerd zoals omschreven in deze
installatiehandleiding.

NL - 11
Volg altijd de plaatselijke veiligheids-
voorschriften tijdens het monteren
van het apparaat.
Controleer het apparaat op
beschadigingen door transport.
Controleer dat de netspanning overeen-
komt met de lokale netspanning.
3.2 Montagevoorschriften
Monteer de CO2Sensor nooit in
toilet- en doucheruimtes. Een te
hoge luchtvochtigheid kan het
apparaat beschadigen.
Plaats de CO2Sensor RF nooit bij
grote metalen objecten of
apparaten die draadloze signalen
verzenden of elektromagnetische
Interferentie (EMI) veroorzaken.
Dit kan het signaal tussen de CO2
Sensor en het ventilatietoestel
verstoren.
Een verkeerde aansluiting kan de
bediening beschadigen.
Gebruik uitsluitend passend
gereedschap om de CO2Sensor te
installeren.
Gebruik geen elektrisch
gereedschap om schroeven aan te
draaien.
Draai schroeven niet te strak aan.
Zorg dat het apparaat niet bedekt
wordt, zodat de luchtkwaliteit
gemeten kan worden.
Geadviseerd wordt de CO2Sensor
tussen de 1,0 en 1,5 meter boven
de vloer te monteren zodat het
zichtbaar en goed bedienbaar is.
Monteer de CO2Sensor niet hoger
dan 2,0 meter vanaf de vloer.
De CO2Sensor meet alleen
CO2-waarden van de ruimte waarin
het apparaat is gemonteerd.
Installeer altijd het designkapje (de
kunststof kap).
3.3 Installatievoorschriften CO2
Sensor type C
De CO2Sensor type C moet
toegewezen worden aan een zone.
Per zone kunnen acht sensoren
toegewezen worden.
Het aansluiten van de CO2Sensor
type C kan alleen op een
ventilatietoestel met ComfoNet.

12 - NL
De CO2Sensor type C beschikt
over twee ComfoNet connectoren.
Hierdoor kan de ComfoNet kabel
doorgelust worden naar andere
apparaten die bij het ventilatiesys-
teem horen.
Standaard regelt de CO2Sensor
type C op een CO2waarde van
1050ppm. Met de ComfoControl
App en/of het display van de ven-
tilatieunit kan de sensorregeling
aangepast worden aan specifieke
behoeftes.
Bij het aansluiten van een CO2
Sensor type C aan een ventilatie
systeem dient rekening gehouden
te worden met de maximaal
beschikbare stroomsterkte en het
stroomverbruik van de aangeslo-
ten componenten. De maximaal
beschikbare stroom is vermeld
in de installateurshandleiding
van de ventilatietoestellen en
de ComfoSplitter. De maximale
stroomopname van de CO2Sensor
type C is 40 mA.
Sluit de CO2Sensor type C aan
met het volgende kabeltype: 2x
niet-afgeschermde twisted pair,
massieve (vaste) draad 0,6mm
(max 50m). Specificatie volgens
DIN VDE 0281: J-Y(St)Y 2x2x0,6.
(Bij voorkeur met kleuren die met
de kleurcodering van de connecto-
ren overeenkomen.)
3.4 Installatievoorschriften CO2
Sensor type RF
Het RF-signaal kan worden ver-
sterkt door een extra CO2Sensor
te plaatsen of door een RF-repeater
te gebruiken.
Het is mogelijk om acht (8)
CO2Sensoren van het type RF te
verbinden met het ventilatietoestel.
De RF-koppeling met een ventila-
tietoestel werkt alleen, wanneer de
CO2Sensor binnen het bereik van
dit toestel is geplaatst. Bij gebruik
van meerdere sensoren moet
tenminste één CO2Sensor binnen
het bereik van het ventilatietoestel
worden gemonteerd. De overige
CO2Sensoren kunnen buiten
bereik van het ventilatietoestel
worden gemonteerd, maar moeten
binnen het bereik van de eerder
geplaatste CO2Sensor worden
gemonteerd. De RF-koppeling
dient binnen bereik van het ventila-
tietoestel plaats te vinden.
De RF-repeaterfunctie werkt niet
tijdens het koppelen.
3.5 Installatievoorschriften CO2
Sensor type 0-10V
Wanneer een CO2 Sensor type
0-10V is ingesteld als sensor is de
mogelijkheid tot het handmatig
selecteren van ventilatiestanden
uitgeschakeld.
Het instellen van de CO2Sensor
type 0-10V als sensor kan alleen
met de Zehnder ventilatietoestellen
met regelfunctie, zie hiervoor de
handleiding van het ventilatie-
toestel.

NL - 13
3.6 Garantie
Zehnder biedt 24 maanden garantie op
dit apparaat. Deze periode geldt vanaf de
datum van installatie tot maximaal
30 maanden na de productiedatum van
het apparaat.
De garantie vervalt als:
■een defect het gevolg is van onbedoeld
of onvoorzichtig gebruik van het
apparaat;
■ een defect het gevolg is van vervuiling
van het apparaat;
■er onderdelen zijn gebruikt van een
andere fabrikant;
■er reparaties zijn uitgevoerd door
onbevoegde personen.
Buiten de garantie vallen:
■kosten voor demontage en montage
ter plaatse;
■slijtage door normaal gebruik.

14 - NL
4. Montage
4.1 Weergave van de onderdelen
Exploded view
CO2Sensor C55
CO2Sensor RF55 (230V)
CO2Sensor 0-10V55
CO2Sensor C67
CO2Sensor RF67 (230V)
CO2Sensor 0-10V67
CO2Sensor C67 on-wall
CO2Sensor RF67 on-wall (230V)
CO2Sensor 0-10V67 on-wall
Figuur 4.1 - CO
2
Sensor C55, RF55 & 0-10V55
Figuur 4.2 - CO
2
Sensor C67, RF67 & 0-10V67
Figuur 4.3 - CO
2
Sensor C67 on-wall, RF67 on-wall & 0-10V67
on-wall
* Optioneel
** Wordt niet meegeleverd

NL - 15
Aansluiting
C
RF
0-10V
Figuur 4.4 - Achterzijde CO
2
Sensor type C
Figuur 4.5 - Achterzijde CO
2
Sensor type RF
Figuur 4.6 - Achterzijde CO
2
Sensor type 0-10V

16 - NL
4.3 Montage van de CO2Sensor
type RF
Alle letters in dit hoofdstuk verwijzen naar
de voorgaande afbeeldingen.
1. Schakel de netspanning uit.
2. Bevestig bij de on-wall-sensor de
opbouwdoos (Figuur 4.3, pos. Z) op
de muur met behulp van de pluggen
(niet afgebeeld) en schroeven (niet
afgebeeld).
3. Bevestig het wandframe (Figuur 4.1,
4.2 en 4.3, pos. A) met de schroeven
(Figuur 4.1, 4.2 en 4.3, pos. F) aan de
wand, de opbouwdoos (Figuur 4.3,
pos. Z) of de montageplaat.
4. Steek de kabels door het gewenste
designframe (Figuur 4.1, pos. X) en stel
de maat van het venster (Figuur 4.1,
pos. D) af.
Lees de betreffende handleiding
voor aansluiting op het ventila-
tietoestel.
5. Sluit de kabels aan op de CO2Sensor
(Figuur 4.1, 4.2 en 4.3, pos. B).
6. Gebruik de schroeven (Figuur 4.2 en
4.3, pos. E) om de CO2Sensor, inclu-
sief het design-frame (Figuur 4.1, pos.
X) en het venster (Figuur 4.1, pos. D),
aan het wandframe (Figuur 4.1, 4.2 en
4.3, pos. A) te bevestigen.
Monteer de kunststof kap altijd
met de hand.
7. Duw de kap (Figuur 4.1, 4.2 en 4.3,
pos. C) op de CO2Sensor (Figuur 4.1,
4.2 en 4.3, pos. B).
4.2 Montage van de CO2Sensor
type C en type0-10V
Alle letters in dit hoofdstuk verwijzen naar
de voorgaande afbeeldingen.
1. Bevestig bij de on-wall-sensor de
opbouwdoos (Figuur 4.3, pos. Z) op
de muur met behulp van de pluggen
(niet afgebeeld) en schroeven (niet
afgebeeld).
2. Bevestig het wandframe (Figuur 4.1,
4.2 en 4.3, pos. A) met de schroeven
(Figuur 4.1, 4.2 en 4.3, pos. F) aan de
wand, de opbouwdoos (Figuur 4.3,
pos. Z) of de montageplaat.
3. Steek de kabels door het gewenste
designframe (Figuur 4.1, pos. X) en stel
de maat van het venster (Figuur 4.1,
pos. D) af.
Lees de betreffende handleiding
voor aansluiting op het ventila-
tietoestel.
4. Sluit de kabels aan op de CO2Sensor
(Figuur 4.1, 4.2 en 4.3, pos. B).
5. Sluit de kabels aan op het ventilatie-
toestel.
6. Gebruik de schroeven (Figuur 4.2 en
4.3, pos. E) om de CO2Sensor, inclu-
sief het design-frame (Figuur 4.1,
pos. X) en het venster (Figuur 4.1,
pos. D), aan het wandframe (Figuur
4.1, 4.2 en 4.3, pos. A) te bevestigen.
Monteer de kunststof kap altijd
met de hand.
7. Duw de kap (Figuur 4.1, 4.2 en 4.3,
pos. C) op de CO2Sensor (Figuur 4.1,
4.2 en 4.3, pos. B).

NL - 17
5. Installatie CO2Sensor type C
5.1 Algemeen
Stel de CO2Sensor type C in met de ComfoControl App of via het display van de ventila-
tie-unit.
Wanneer de CO2Sensor type C aangesloten wordt aan een ventilatiesysteem kan deze
gelijk gebruikt worden. De CO2regeling werkt af fabriek met een CO2setpoint van
1050ppm voor alle aangesloten CO2sensoren. Wanneer afwijkend hiervan:
1) meer dan 8 CO2sensoren worden aangesloten, en/of
2) een ander CO2setpoint dan 1050 ppm noodzakelijk is en/of
3) meerdere verschillende CO2setpoints noodzakelijk zijn, dan dienen de sensorinstel-
lingen aangepast te worden in het installateursmenu van de ventilatieunit of van de
ComfoControl App.
Het is mogelijk om de bediening van ventilatiestanden op het apparaat uit te
schakelen, zodat de CO2Sensor type C enkel als sensor functioneert. Dit kan per
sensor ingesteld worden in het installateursmenu van de ventilatieunit en van de
ComfoControl App.
Legenda
1. Bovenste led
2. Middelste led
3. Onderste led
4. Bedieningsknop
5. CO2-led
Figuur 5.1 - Voorzijde CO2Sensor

18 - NL
6. Installatie CO2Sensor type RF
6.1 Algemeen
De CO2Sensor type RF is altijd ingesteld als regelaar.
De CO2Sensor type RF moet vóór het eerste gebruik worden gekoppeld aan het
ventilatietoestel.
Druk tijdens de installatie telkens binnen 30 seconden op de bedieningsknop van
de CO2Sensor om een keuze te bevestigen.
De combinatie van een CO2Sensor RF v2.03 met een ComfoAir Q vereist de
firmware R1.8.0 of hoger op het genoemde ventilatietoestel.
De combinatie van een CO2Sensor RF v2.03 met een ComfoSense C vereist de
firmware v27 of hoger van ComfoSense.
6.2 Installatie CO2Sensor type RF
1. Activeer de koppelingsstand in het ventilatietoestel:
■ComfoAir E/ComfoAir PRO/ComfoFan S/CMFe/RPMe/VPMe/KPMe/ComfoAir
160/180/200/350/450/550 met RF ontvanger: haal de spanning van het ventilatietoe-
stel, wacht minimaal 5 seconden en schakel daarna de spanning in;
■ ComfoAir Q met RF ontvanger: activeer op het ventilatietoestel het menu via
GEAVAN. INSTELL. > RF SETTINGS > START RF KOPPELING;
■ ComfoSense C: activeer op de ComfoSense C het menu via ADVANCED SETTINGS >
RF PAIRING > START.
■ Voor overige ventilatietoestellen, zie de betreffende handleiding.
Legenda
1. Bovenste led
2. Middelste led
3. Onderste led
4. Bedieningsknop
5. CO2-led
Figuur 6.1 - Voorzijde CO2Sensor

NL - 19
■ De bovenste led kleurt rood: dit is
de koppelingsmodus om een nieuw
RF-adres te genereren voor het
ventilatietoestel. Eerder aangemel-
de apparaten moeten aansluitend
opnieuw worden gekoppeld in de
standaard koppelingsmodus.
5. Druk na de bovenstaande selectie
gedurende 5 seconden op de bedie-
ningsknop om de keuze te bevestigen.
Hierna start de koppeling tussen de
CO2Sensor en het ventilatietoestel.
1. De CO2-led knippert oranje en de
gekozen koppelingsmodus-led knip-
pert rood. Het ventilatietoestel wordt
opgezocht. Dit kan enige tijd duren.
2. De CO2-led knippert oranje en de
gekozen koppelingsmodus-led
knippert groen. Eerder gekoppelde
CO2Sensoren worden opgezocht.
Dit kan enige tijd duren.
3. Koppeling gelukt: De drie ledjes
rechts knipperen 3x groen.
4. Koppeling mislukt: De drie ledjes
rechts knipperen 3x rood.
6. Herhaal de volledige procedure voor
het koppelen van een volgende CO2
Sensor, inclusief het opnieuw in actieve
koppelingsstand zetten van het venti-
latietoestel.
Het koppelen van een CO2Sensor
duurt doorgaans 1 minuut.
Indien de koppeling is mislukt:
probeer de CO2Sensor te kop-
pelen door deze dichter bij het
ventilatietoestel te houden.
Bij een actieve koppelingsstand
op een ventilatietoestel is er
10 minuten de tijd om één CO2
Sensor te koppelen. Bij elke
volgende te koppelen CO2Sensor
moet opnieuw het ventilatie-
toestel in actieve koppelingsstand
worden gezet.
2. Druk 5 seconden op de bedienings-
knop om het menu te activeren:
1. De drie ledjes rechts knipperen
3x groen.
2. De CO2-led knippert groen.
3. De onderste led rechts knippert rood
en de CO2-led groen om de optie
RF-koppeling aan te geven.
3. Druk 5 seconden op de bedienings-
knop om de keuze RF-koppeling te
bevestigen.
■ De drie ledjes rechts knipperen
3x rood ter bevestiging van de acti-
vatie van de RF-koppeling.
4. Druk kort op de bedieningsknop
en selecteer één van de gewenste
koppelingen:
■ De onderste led rechts kleurt rood:
dit is de standaard koppelings-
modus. De CO2Sensor neemt het
RF-adres van het ventilatietoestel
over. Eerder aangemelde apparaten
blijven actief.
■ De middelste led kleurt rood: dit is
de koppelingsmodus om een extra
ventilatietoestel aan te melden bij
de CO2Sensor. Het ventilatietoestel
neemt het RF-adres van de CO2
Sensor over. Eerder aangemelde
apparaten moeten aansluitend
opnieuw worden gekoppeld in de
standaard koppelingsmodus.
Gebruik onderstaande koppeling
alleen om een nieuw RF-adres te
genereren voor het eigen ventila-
tietoestel.

20 - NL
7. Installatie CO2Sensor type 0-10V
7.1 Algemeen
De functie van de CO2Sensor type 0-10V dient vóór gebruik ingesteld te worden als
regelaar of sensor.
Is de CO2Sensor ingesteld als sensor, dan meet deze alleen de CO2-waarden en geeft
deze door aan het ventilatietoestel. Het ventilatietoestel regelt op basis hiervan de
ventilatie. De mogelijkheid tot het handmatig selecteren van de ventilatiestanden op de
CO2Sensor is uitgeschakeld.
Is de CO2Sensor ingesteld als regelaar, dan stuurt deze de ventilatie aan en kan er
handmatig een ventilatiestand gekozen worden.
Druk tijdens de installatie telkens binnen 30 seconden op de bedieningsknop van
de CO2Sensor om een keuze te bevestigen.
7.2 Installatie CO2Sensor type 0-10V
Legenda
1. Bovenste led
2. Middelste led
3. Onderste led
4. Bedieningsknop
5. CO2-led
1. Druk 5 seconden op de bedieningsknop om het menu te activeren:
■Alle ledjes rechts knipperen 3x groen.
■De CO2-led knippert groen.
■De middelste led rechts knippert rood.
2. Druk 5 seconden op de bedieningsknop voor het selecteren van de juiste functie:
■De onderste en middelste led rechts knipperen 3x rood.
■De CO2-led knippert groen.
Figuur 7.1 - Voorzijde CO2Sensor
This manual suits for next models
1
Table of contents
Languages:
Other Zehnder Rittling Accessories manuals