Zehnder Rittling RF Series User guide

Heating Cooling Fresh Air Clean Air
CO2Sensor
Handleiding voor de installateur
Installer manual
Installationsanleitung
Manuel de l'installateur

2 - NL
Exploded view / Exploded view / Explosionszeichnung / Vue éclatée
CO2sensor 55 CO2sensor 67
CO2sensor 67 on-wall
NL: Wanddoos en schroeven F zijn niet meegeleverd.
EN: Wall-mounting casing and screws F are not
supplied.
DE: Wanddose und Schrauben F gehören nicht zum
Lieferumfang.
FR :Le boitier mural et les vis F ne sont pas fournis

3 - NL
Aansluiting / Connection / Verbindung / Lien
CO2sensor RF 230VAC
CO2sensor 0-10V

4 - NL
Voorwoord
Lees dit document en de
documentatie van het
ventilatiesysteem zorgvuldig door
voordat u de bediening installeert.
Dit document bevat alle informatie die nodig
is voor een veilige en optimale installatie van
de CO2-sensor. In dit document aangeduid
als “de bediening”. De bediening is
onderworpen aan voortdurende ontwikkeling
en verbetering. Daardoor kan de bediening
enigszins afwijken van de beschrijving.
In deze handleiding komen de volgende
pictogrammen voor:
Symbool Betekenis
Punt van aandacht
Risico op niet optimale
werking van of schade aan het
ventilatiesysteem.
Gevaar voor persoonlijk letsel
CHANGED
SAME
Vragen
Voor alle vragen of het bestellen van
een handleiding kan er contact worden
opgenomen met de leverancier. De
contactgegevens zijn terug te vinden op de
achterzijde van dit document.
Alle rechten voorbehouden.
Deze handleiding is met de grootste zorgvuldigheid samengesteld. De uitgever kan echter niet
verantwoordelijk worden gehouden voor enige schade ontstaan door het ontbreken of onjuist
vermelden van informatie in dit document. In geval van geschillen is de Nederlandse tekst leidend.

5 - NL
1 Veiligheid
Maak voordat u de bediening uit de muur of uit de
inbouwdoos neemt de bediening spanningsloos.
Schakel de stroomgroepen uit waarmee de
bediening en het ventilatietoestel verbonden zijn.
Neem altijd de plaatselijke
veiligheidsvoorschriften in acht.
Zorg ervoor dat tijdens de montage ALLE
schroeven vastzitten.
Inhoudsopgave
Voorwoord ......................................................................................................4
1 Veiligheid.....................................................................................................5
2 Uitvoeringen................................................................................................6
3 Combinatie mogelijkheden ...........................................................................7
4 Bediening....................................................................................................8
4.1 Ventilatiestand instellen .........................................................................9
4.2 Helderheid instellen...............................................................................9
5 Installatie.....................................................................................................9
5.1 Aandachtspunten RF variant ................................................................ 10
6 Ingebruikname........................................................................................... 10
6.1 RF variant .......................................................................................... 10
6.2 0-10V variant ...................................................................................... 11
7 Storingen .................................................................................................. 13

6 - NL
2 Uitvoeringen
Uiterlijk Variant Model
naam
Verbinding Voeding
55mm inbouw, compatible
met de meeste afdekramen
(niet meegeleverd)
RF55 RF (draadloos) 230VAC
0-10V55 0-10V ingang
12VDC
vanuit het
ventilatietoestel
67mm inbouw
(afdekraam meegeleverd)
RF67 RF (draadloos) 230VAC
0-10V67 0-10V ingang
12VDC
vanuit het
ventilatietoestel
67mm opbouw
(opbouwdoos en afdekraam
meegeleverd)
RF67
on wall RF (draadloos) 230VAC
0-10V67
on wall 0-10V ingang
12VDC
vanuit het
ventilatietoestel

7 - NL
3 Combinatie mogelijkheden
Niet alle combinaties van schakelaars en sensoren zijn mogelijk. Combineer bij voorkeur geen
draadloze bedieningen met bedrade bedieningen. Deze restrictie in acht nemend kunnen de
volgende bedieningen zonder problemen met de CO2sensor worden gecombineerd.
Uiterlijk Naam
CO2sensor RF55
CO2sensor 0-10V55
CO2sensor RF67
CO2sensor 0-10V67
CO2sensor RF67 on wall
CO2sensor 0-10V67 on wall
Uiterlijk Naam
RFZ
Timer
SA 1-3V
Indien een RF schakelaar
wordt bediend zal deze de CO2
regelfunctie van de bediening voor
maximaal 12 uur uitschakelen.

8 - NL
4 Bediening
3
2
1
4
A
#Uiterlijk Omschrijving
A
Knop
Bedieningsknop
■eerste keer aanraken (uitsluitend indien indicatoren niet de hoogste intensiteit
hebben): weergave indicatoren tijdelijk in hoogste intensiteit zetten
■kortstondig aanraken: volgende functie selecteren
■gedurende 5 seconden aanraken:
eerste keer: instellingen menu activeren
daarna: gekozen instelling bevestigen
Zodra 30 seconden niet op de selectietoets wordt gedrukt terwijl geen modus is
bevestigd, keert de bediening terug naar de normale bedieningsmodus. Er worden
geen wijzigingen opgeslagen.
1Weergave van de handmatig gekozen ventilatiestand laag op de bediening.
Voor gebruik bij lage ventilatiebehoefte.
2Weergave van de handmatig gekozen ventilatiestand normaal op de bediening.
Voor gebruik bij normale ventilatiebehoefte.
3Weergave van de handmatig gekozen ventilatiestand maximum op de bediening.
Voor gebruik bij maximale ventilatiebehoefte.
4Weergave CO2- concentratie.
Uit: Helderheid staat uit: Druk 1 maal op de bedieningsknop.
Groen: Goede luchtkwaliteit.
De CO2-concentratie is lager dan 1200 ppm.
Oranje: Gemiddelde luchtkwaliteit.
De CO2-concentratie ligt tussen de 1200 ppm en 1500 ppm.
Rood: Slechte luchtkwaliteit.
De CO2-concentratie is hoger dan 1500 ppm.

9 - NL
Voor het goed functioneren van het
ventilatiesysteem moet aan een aantal
belangrijke voorwaarden worden voldaan:
■Plaats geen voorwerpen, zoals
bijvoorbeeld kasten voor de bediening.
■Zorg voor voldoende luchttoevoer. Open
daarvoor bijvoorbeeld een klapraampje
of de aanwezige ventilatieroosters in de
ramen, kozijnen of schuifpui.
■Indien de woning is voorzien van niet
afsluitbare luchtopeningen, zoals
ventilatieroosters boven de ramen of
kieren onder de deuren, laat deze dan
open. Plak deze roosters en kieren niet
af of stop ze niet dicht.
■Zorg er voor dat er geen wasemkap met
motor op het ventilatiesysteem wordt
aangesloten.
4.1 Ventilatiestand instellen
Niet op elke bediening kan een handmatige
ventilatiestand worden ingesteld. Dit is
alleen mogelijk op een bediening die door de
installateur is ingesteld als hoofdbediening
of als CO2controller.
In een handmatige ventilatiestand
wordt de ventilatie niet geregeld
op basis van de CO2-concentratie.
Een handmatige ventilatiestand
blijft maximaal 12 uur actief.
1. Indien indicatoren niet maximaal
branden: Druk kortstondig op de
bedieningsknop.
- De indicatoren gaan maximaal
branden.
2. Druk kortstondig op de bedieningsknop
om een andere ventilatiestand te kiezen.
3. Herhaal stap 2 totdat de indicatoren van
de gewenste ventilatiestand branden.
Indien alleen de CO2indicator brandt, staat
de bediening op automatische ventilatie.
4.2 Helderheid instellen
De helderheid van de indicatoren is
instelbaar in de volgende standen:
fel, hoog, medium, laag, waarschuwing, uit.
De standaard instelling is: waarschuwing -
de CO2indicator geeft uitsluitend verhoogd
CO2niveau of storingswaarschuwingen
weer.
5 Installatie
De letters in dit hoofdstuk verwijzen naar
de afbeeldingen aan het begin van dit
document.
1. Indien opbouwvariant:
Bevestig de behuizing voor
wandmontage in de verblijfsruimte op
een voor de gebruiker toegankelijke
locatie aan de wand:
■ Minimaal 1 meter boven de vloer;
■ Maximaal 1,5 meter boven de vloer.
2. Bevestig het wandframe A met de
schroeven F (niet meegeleverd) aan de
wand, de behuizing voor wandmontage
of de montageplaat.
3. Steek de kabels door het gewenste
design-frame X en stel de maat van het
venster D af.
4. Sluit de kabels op de bediening en
ventilatiesysteem aan.
■ Raadpleeg de betreffende
handleiding voor aansluiting op het
ventilatietoestel.
5. Bevestig de bediening (met
het design-frame X en het
formaataanpassingsvenster D met de
schroeven E aan het frame A.
6. Duw de kap C op zijn plaats.

10 - NL
5.1 Aandachtspunten RF
variant
Een RF signaal kan door verschillende
oorzaken verstoord worden, zowel grote
metalen objecten als RF signalen.
Kies de plaats van de bediening zo, dat zich
geen grote metalen objecten rondom de
ventilatieunit en de bediening bevinden.
Indien het RF bereik niet toereikend is, kan
een extra sensor geplaatst worden of een
RF-Repeater worden toegepast.
6 Ingebruikname
Houd de selectietoets ingedrukt gedurende
5 seconden om een gekozen modus te
bevestigen.
Zodra 30 seconden niet op de selectietoets
wordt gedrukt terwijl geen modus is
bevestigd, keert de bediening terug naar de
normale bedieningsmodus. Er worden geen
wijzigingen opgeslagen.
6.1 RF variant
De CO2sensor RF55/RF67 is altijd ingesteld
als regelaar.
Het is mogelijk meer dan één bediening RF
te verbinden met het ventilatietoestel. De
eerst gekoppelde bediening RF stelt zich in
als hoofdbediening. Elke volgende bediening
RF stelt zich in als uitbreidingssensor,
zonder mogelijkheid tot bediening van de
ventilatiestanden.
Kies als hoofdbediening de bediening in
de verblijfsruimte vanuit waar bediening
mogelijk moet zijn.
1. De bediening dient voor gebruik
te worden gekoppeld aan het
ventilatiesysteem. Activeer de
koppelingsstand:
a.ComfoAir E/ComfoAir PRO/ComfoFan
S/CMFe/ RPMe/VPMe/KPMe/
ComfoAir 160/180/200/350/450/550:
Haal de spanning van het
ventilatiesysteem en schakel daarna
de spanning weer in.
b.ComfoAir Q met RF-print: Activeer
menu GEAVAN. INSTELL. > RF
SETTINGS >START RF KOPPELING
op het ventilatiesysteem
c.ComfoSense C: Activeer menu
ADVANCED SETTINGS. > RF
PAIRING > START op de ComfoSense
C.
Er is nu 10 minuten tijd om één
bediening te programmeren.
2. Druk gedurende 5 seconden op de
bedieningsknop om het menu te
activeren.
- Alle indicatoren knipperen 3x groen.
- De CO2indicator knippert groen.
3. De onderste indicator in de rechter
kolom knippert rood om de optie RF
koppeling te duiden. Druk gedurende
5 seconden op de bedieningsknop om
deze keuze te bevestigen.
4. De indicatoren in de rechter kolom
knipperen 3x rood ter bevestiging.
De onderste indicator in de rechter
kolom brandt rood om de standaard
koppelingsmodus te duiden. Druk
binnen 30 seconden kortstondig op
de bedieningsknop om de gewenste
koppelingsmodus te kiezen.
a.onderste indicator: standaard
koppelingsmodus. De CO2sensor
neemt het RF adres van het
ventilatiesysteem over. Reeds
aangemelde bedieningen blijven
werken.
b.middelste indicator: gebruik deze
modus uitsluitend om een extra
ventilatiesysteem aan te melden bij
de CO2sensor. Het ventilatiesysteem

11 - NL
neemt het RF adres van het toestel
over. Reeds aangemelde bedieningen
moeten opnieuw worden gekoppeld in
de standaard koppelingsmodus.
c.bovenste indicator: gebruik deze
modus uitsluitend om een nieuw
RF adres te genereren voor het
ventilatiesysteem. Reeds aangemelde
bedieningen moeten opnieuw
worden gekoppeld in de standaard
koppelingsmodus.
5. Druk gedurende 5 seconden op de
bedieningsknop om de keuze te
bevestigen. De koppelingsprocedure
start.
- De CO2indicator knippert oranje en de
gekozen koppelingsmodus indicator
knippert rood. Het ventilatiesysteem
wordt opgezocht.
- De CO2indicator knippert oranje
en de gekozen koppelingsmodus
indicator knippert groen. De
hoofdbediening wordt opgezocht.
- Koppeling gelukt: Alle indicatoren
knipperen 3x groen. Dit kan enkele
minuten duren.
- Koppeling mislukt: Alle indicatoren
knipperen 3x rood.
6. Herhaal de volledige procedure voor een
volgende bediening.
Indien de koppeling mislukt:
probeer de CO2sensor dichterbij
het toestel te koppelen.
Het koppelen duurt doorgaans 60
seconden per bediening.
Het koppelen kan alleen
succesvol plaatsvinden, wanneer
de sensor zich binnen bereik
bevindt. De RF repeater functie
werkt niet tijdens het koppelen.
Wanneer de CO2sensor buiten
bereik moet worden geïnstalleerd,
dient deze eerst binnen bereik
te worden gekoppeld. Daarna
kan deze buiten bereik van
het ventilatiesysteem worden
geïnstalleerd, mits een andere
CO2sensor binnen bereik als RF
repeater kan dienen.
6.2 0-10V variant
De CO2sensor 0-10V55/0-10V67 biedt de
mogelijkheid het uitgangssignaal in te stellen
als sensor of als regelaar.
Als regelaar heeft de bediening de
mogelijkheid ventilatiestanden te selecteren.
Als sensor bestaat deze mogelijkheid niet,
omdat dit correcte werking van de regelaar
in het ventilatietoestel zou verhinderen.
De 0-10V functie dient voor gebruik ingesteld
te worden:
1. Druk gedurende 5 seconden op de
bedieningsknop.
- Alle indicatoren knipperen 3x groen.
- De middelste indicator in de rechter
kolom knippert rood.
2. Druk binnen 30 seconden gedurende 5
seconden op de bedieningsknop
- De onderste en middelste indicator in
de rechter kolom knippert rood.
3. Druk binnen 30 seconden kortstondig
op de bedieningsknop om de juiste
modus te selecteren.
a.0x of 2x: modus regelaar (CO2
indicator groen, onderste 2
indicatoren rechter kolom rood);
b.1x: modus sensor (CO2indicator
rood, onderste 2 indicatoren rechter
kolom rood).
4. Druk gedurende 5 seconden op de
bedieningsknop om de keuze te
bevestigen.
- Alle indicatoren knipperen 3x.

12 - NL
Instellingsadvies
Ventilatietoestel Instelling bediening
Mechanische ventilatie
Regelaar
Ventilatie met warmteterugwinning
Regelaar,
tenzij een streefwaarde anders dan 1050ppm gewenst
is.

13 - NL
Instelling Werking bediening Instelling ventilatietoestel
Sensor Het uitgangssignaal van de bediening is de
gemeten waarde.
(waarbij 2V overeenkomt met 400ppm en
10V overeenkomt met 2000ppm.)
De regelaar die ervoor moet zorgen dat de
CO2concentratie niet te hoog wordt bevindt
zich in het ventilatietoestel.
■Signaal bij 0%: 10V (2000ppm)
■Signaal bij 100%: 2V (400ppm)
■Functie 0-10V ingang: regelen
■Setpoint:
afhankelijk van gewenst CO2niveau.
Voorbeeld: 4V (800ppm).
■Proportionele band: 50% (800ppm).
■Integratietijd: 300s
Regelaar Het uitgangssignaal van de bediening zorgt
voor de ventilatie die nodig is om 1050ppm
te kunnen halen.
Het ventilatietoestel laat zich sturen via de
0-10V ingang.
■Signaal bij 0%: 0V (minimale ventilatie)
■Signaal bij 100%:
10V (maximale ventilatie)
■Functie 0-10V ingang: sturen.
7 Storingen
De RF uitvoeringen van de bediening zijn voorzien van onderstaande communicatie gerichte
storingsmeldingen:
Melding Probleem Oplossing
Na een druk op de toets geeft de
CO2indicator het CO2niveau weer.
De rechter kolom knippert
afwisselend groen en rood.
De bediening is nog
niet gekoppeld aan een
ventilatietoestel. De installatie is
niet afgerond.
Koppel de CO2sensor aan het
ventilatiesysteem. Raadpleeg
hiertoe hoofdstuk ingebruikname.
CO2indicator knippert 3x rood.
De gekozen modus knippert 3x.
De originele modus wordt daarna
continu getoond.
Er heeft een bediening
plaatsgevonden, maar er is geen
communicatie mogelijk.
1. Verwijder objecten die de
draadloze communicatie
kunnen hinderen.
2. Probeer opnieuw de stand te
veranderen.
De CO2indicator knippert continu
rood.
Het CO2niveau is te hoog, de
uitsturing is volledig, maar er is
geen communicatie.
1. Verwijder objecten die de
draadloze communicatie
kunnen hinderen.
2. Zorg voor voldoende
luchtkwaliteit, door ramen en
deuren te openen.

FR - 14
Avant-propos
Veuillez lire attentivement ce
document et la documentation
du système de ventilation avant
d'installer la commande.
Ce document contient toutes les
informations nécessaires pour un
fonctionnement et une installation sûrs
et optimaux du Détecteur de CO2. Celui-
ci est désigné dans ce document par “la
commande”. La commande est soumise
à une amélioration et un développement
continus. Cela peut entraîner une légère
différence entre l'opération de la commande
et la description.
Les pictogrammes suivants sont utilisés
dans ce manuel:
Symbole Signification
Point d'attention
Risque de fonctionnement non
optimal ou d’endommagement du
système de ventilation.
Risque de blessures corporelles
CHANGED
SAME
Questions
En cas de questions ou pour commander
un manuel, n'hésitez pas à contacter le
fournisseur. Les coordonnées de l'entreprise
figurent sur la page de garde arrière du
présent document.
Tous droits réservés.
Ce manuel a été rédigé avec le plus grand soin. L'éditeur ne peut néanmoins pas être tenu
responsable de dommages découlant d'informations manquantes ou erronées dans le présent
document. En cas de différend, le texte néerlandais prévaut.

15 - FR
1 Sécurité
Avant de retirer la commande du mur ou du boîtier
encastré, mettez-la hors tension. Désactivez
les groupes du tableau électrique auxquels la
commande et l'appareil de ventilation sont reliés.
Respectez toujours les consignes de sécurité
conformément aux prescriptions locales en
vigueur.
Assurez-vous que lors du montage, TOUTES les
vis sont bien vissées.
Table des matières
Avant-propos................................................................................................. 14
1 Sécurité .................................................................................................... 15
2 Modèles.................................................................................................... 16
3 Possibilités de combinaison ....................................................................... 17
4 Commande ............................................................................................... 18
4.1 Réglage de position de ventilation........................................................ 19
4.2 Réglage de luminosité ......................................................................... 19
5 Installation ................................................................................................. 19
5.1 Points d'attention version RF................................................................ 20
6 Mise en service ......................................................................................... 20
6.1 Version RF ......................................................................................... 20
6.2 Version 0-10V ................................................................................... 21
7 Défauts ..................................................................................................... 23

FR - 16
2 Modèles
Aspect Version Nom du
modèle
Connection Alimentation
Montage encastré 55mm,
compatible avec la plupart
des cadres de finition (non
inclus)
RF55 RF (sans fil) 230VCA
0-10V55 Entrée 0 - 10V
12VCC
à partir de
l'appareil de
ventilation
Montage encastré 67mm
(cadre de finition inclus)
RF67 RF (sans fil) 230VCA
0-10V67 Entrée 0 - 10V
12VCC
à partir de
l'appareil de
ventilation
Montage de surface 67mm
(boîtier à montage de
surface et cadre de finition
inclus)
RF67
on wall RF (sans fil) 230VCA
0-10V67
on wall Entrée 0 - 10V
12VCC
à partir de
l'appareil de
ventilation

17 - FR
3 Possibilités de combinaison
Les combinaisons d'interrupteurs et de capteurs ne sont pas toutes possibles. De préférence,
ne combinez pas des commandes sans fil avec des commandes filaires. En respectant cette
restriction, les commandes suivantes peuvent être combinées sans problème avec le détecteur
de CO2.
Aspect Dénomination
Détecteur de CO2RF55
Détecteur de CO2 0-10V55
Détecteur de CO2RF67
Détecteur de CO2 0-10V67
Détecteur de CO2 RF76
on-wall
Détecteur de CO2 0-10V67
on-wall
Aspect Dénomination
RFZ
Timer
SA 1-3V
Lorsqu’un interrupteur RF est
actionné, il désactive la fonction
de contrôle du CO2pendant 12
heures maximum.

FR - 18
4 Commande
3
2
1
4
A
#Aspect Description
A
Bouton
Bouton de commande
■en effleurant pour la première fois (seulement si les indicateurs n'ont pas
l'intensité la plus élevée): mettre l’affichage des indicateurs temporairement sur
l'intensité la plus élevée
■en appuyant brièvement: sélectionner la fonction suivante
■en appuyant pendant 5secondes:
première fois: activer le menu des réglages
ensuite: confirmer le réglage sélectionné
Lorsque 30secondes se sont écoulées sans avoir appuyé sur la touche de
sélection et qu’aucun mode n’a été confirmé, la commande retourne en mode de
commande normal. Aucune modification n'est enregistrée.
1Affichage de la position de ventilation basse sélectionnée manuellement sur la
commande.
Pour une utilisation en cas de faible besoin de ventilation.
2Affichage de la position de ventilation normale sélectionnée manuellement sur la
commande.
Pour une utilisation en cas de besoin normal de ventilation.
3Affichage de la position de ventilation maximale sélectionnée manuellement sur la
commande.
Pour une utilisation en cas de besoin maximal de ventilation.
4Affichage de la concentration de CO2.
Éteint: La luminosité est éteinte: Appuyez 1fois sur le bouton de commande.
Vert : Bonne qualité de l'air.
La concentration de CO2est inférieure à 1200ppm.
Orange : Qualité moyenne de l'air.
La concentration de CO2est comprise entre 1200 et 1500ppm.
Rouge : Mauvaise qualité de l'air.
La concentration de CO2est supérieure à 1500ppm.

19 - FR
Afin de garantir le bon fonctionnement du
système de ventilation, certaines conditions
importantes doivent être remplies:
■Ne placez aucun objet, par exemple une
armoire, devant la commande.
■Assurez-vous d'une arrivée d'air
suffisante. Pour cela, ouvrez par
exemple une fenêtre basculante ou les
grilles d'aération présentes dans les
fenêtres, châssis ou baies vitrées.
■Si l’habitation est équipée d'orifices
d'arrivée d'air non verrouillables, tels
que des grilles d'aération au-dessus des
fenêtres ou des fentes sous les portes,
il faut les laisser ouverts. Ces grilles ou
fentes ne doivent pas être couvertes ni
obstruées.
■Assurez-vous qu'aucune hotte
d'aspiration motorisée n'est raccordée
au système.
4.1 Réglage de position de
ventilation
Toutes les commandes ne permettent pas
de régler manuellement une position de
ventilation. Ceci n'est possible que sur une
commande réglée par l'installateur comme
commande principale ou comme régulateur
de CO2.
En position de ventilation réglée
manuellement, la ventilation n’est
pas régulée en fonction de la
concentration de CO2.
Une position de ventilation
réglée manuellement reste active
12heures au maximum.
1. Si les indicateurs ne sont pas allumés
au maximum: Appuyez brièvement sur
le bouton de commande.
- Les indicateurs s’allument au
maximum.
2. Appuyez brièvement sur le bouton de
commande pour sélectionner une autre
position de ventilation.
3. Répétez l'étape 2 jusqu'à ce que les
indicateurs de la position de ventilation
souhaitée s'allument.
Si seul l’indicateur de CO2est allumé, la
commande est en mode de ventilation
automatique.
4.2 Réglage de luminosité
La luminosité des indicateurs est réglable
dans les positions suivantes:
intense, haute, moyenne, basse,
avertissement, éteinte.
Le réglage par défaut est : avertissement
- l'indicateur de CO2indique uniquement
une augmentation du niveau de CO2ou les
avertissements de défaut.
1. Appuyez sur le bouton de commande
pendant 5 secondes.
- Tous les indicateurs clignotent 3fois
en vert.
- L’indicateur inférieur (RF) ou central
(0-10V) dans la colonne de droite
clignote en rouge.
2. Appuyez dans les 30secondes
brièvement sur le bouton de commande.
- L’indicateur supérieur dans la colonne
de droite clignote en rouge.
3. Appuyez sur le bouton de commande
pendant 5 secondes.
- Tous les indicateurs clignotent 3fois
en vert.
4. Appuyez brièvement sur le bouton de
commande pour sélectionner une autre
luminosité.
5. Répétez l'étape 4 jusqu'à ce que les
indicateurs aient la luminosité souhaitée.
6. Appuyez sur le bouton de commande
pendant 5 secondes.
- Tous les indicateurs clignotent 3fois
en vert.
5 Installation
Les lettres dans ce chapitre renvoient aux
illustrations au début de ce document.
1. En cas de version pour montage de
surface:
Montez le boîtier pour montage mural
dans la pièce habitable à un endroit
accessible à l'utilisateur:
■ Au moins à 1 mètre au-dessus du sol;

FR - 20
■ Au maximum à 1,5 mètre au-dessus
du sol.
2. Fixez le cadre mural A au mur à l'aide
des vis F (non incluses), le boîtier pour
le montage mural ou la plaque de
montage.
3. Faites passer les câbles dans le cadre
design X souhaité et réglez la taille de
la fenêtre D.
4. Raccordez les câbles à la commande et
au système de ventilation.
■ Pour le raccordement de l'appareil
de ventilation, consultez le manuel
correspondant.
5. Fixez la commande (avec le cadre
design X et la fenêtre d'adaptation
de format D à l'aide des vis E) sur le
cadre A.
6. Mettez le couvercle C en place en
appuyant dessus.
5.1 Points d'attention version
RF
Un signal RF peut être perturbé par diverses
origines, aussi bien de gros objets en métal
que des signaux RF.
Choisissez l'emplacement de la commande
de sorte qu'aucun gros objet en métal ne
soit situé autour de l'unité de ventilation
et la commande. Si la portée RF n'est pas
suffisante, il est possible d'installer un
capteur supplémentaire ou d'utiliser un
Répéteur RF.
6 Mise en service
Maintenez la touche de sélection appuyée
pendant 5 secondes pour confirmer un
mode sélectionné.
Lorsque 30secondes se sont écoulées sans
avoir appuyé sur la touche de sélection
et qu’aucun mode n’a été confirmé, la
commande retourne en mode de commande
normal. Aucune modification n'est
enregistrée.
6.1 Version RF
Le détecteur de CO2RF55/RF67 est toujours
paramétré en tant que régulateur.
Il est possible de connecter plus d'une
commande RF à l'appareil de ventilation.
La première commande RF raccordée
est définie comme commande principale.
Chaque commande RF suivante est
définie comme détecteur d'extension, sans
possibilité de commander les positions de
ventilation.
Pour la commande principale, sélectionnez
la commande dans la pièce habitable à partir
de laquelle il doit être possible de l'actionner.
1. Pour l'utilisation, la commande doit
préalablement être reliée au système
de ventilation. Activez la position de
connexion:
a.ComfoAir E/ComfoAir PRO/ComfoFan
S/CMFe/ RPMe/VPMe/KPMe/
ComfoAir 160/180/200/350/450/550:
Mettez le système de ventilation hors
tension puis remettez-le sous tension.
b.ComfoAirQ avec circuit imprimé
RF: Activez le menu OPTIONS
AVANCÉES. > PARAMÈTRES RF >
START COUPLAGE RF au système de
ventilation
c.ComfoSense C: Activez le menu
OPTIONS AVANCÉES. > COUPLAGE
RF > DÉBUT au ComfoSenseC.
Vous disposez maintenant de 10
minutes pour programmer une seule
commande.
2. Appuyez sur le bouton de commande
pendant 5 secondes pour activer le
menu.
Other manuals for RF Series
1
This manual suits for next models
7
Table of contents
Languages:
Other Zehnder Rittling Accessories manuals