Dibo JMB-E Series User guide

JMB-E
1.780.100
1 NL - NEDERLANDS
Lees deze oorspronkelijke gebruiksaanwijzing aandachtig door
alvorens de hogedrukreiniger in gebruik te nemen. Neem alle
veiligheidsvoorschriften in acht!
2 FR - FRANÇAIS
Lisez ce mode d’emploi original attentivement avant d’utiliser le nettoyeur
à haute pression. Prenez toutes précautions de sécurité nécessaire!
3 EN - ENGLISH
Read this original instructions manual attentively before operating the
high pressure cleaner. Take all safety instructions in mind!
4 DE - DEUTSCH
Vor Inbetriebnahme des Hochdruckreinigers ist diese
Orginalbetriebsanleitung sorgfältig zu lesen. Befolgen Sie sämtliche
Sicherheitshinweise!
www.dibo.com


COLOFON NL
DiBO 3
Colofon
© 1978-2020 Copyright DiBO n.v.
Niets uit deze uitgave mag verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden
door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke wijze dan ook, zonder
voorafgaande schriftelijke toestemming van DiBO n.v.®.
Dit geldt ook voor de bijbehorende beelden, tekeningen en schema’s.
DiBO n.v.® behoudt zich het recht om onderdelen te wijzigen op elk gewenst
moment, zonder voorafgaande of directe kennisgeving aan de afnemer.
De inhoud van deze uitgave kan eveneens gewijzigd worden zonder
voorafgaande waarschuwing. Voor informatie betreende afstellingen,
onderhoudswerkzaamheden of reparaties waar in deze uitgave niet naar
verwezen wordt, wordt u verzocht contact op te nemen met uw leverancier.
Deze uitgave is met alle mogelijke zorg samengesteld.
DiBO n.v.® neemt geen verantwoording op voor eventuele fouten in deze
uitgave of voor de gevolgen ervan.
Datum van uitgifte: 09/01/20 Revisie handleiding: REV 0.
Nederlands
JMB-E
1.780.100


INHOUDSTABEL NL
Inhoudstabel
COLOFON 3
GARANTIE 6
MARKERING DOOR AANDACHTSSYMBOLEN 8
VEILIGHEIDALGEMENE WAARSCHUWINGEN 9
VOOR HET IN GEBRUIK NEMEN 14
Water aan- en afvoeren tot stand brengen 14
Wateraanvoer tot stand brengen 14
Water afvoeren 14
Anti-legionellabacterie maatregel 14
Brandstoftank vullen 15
COMPONENTEN 15
Algemeen 15
Visuele voorstelling 15
Componenten overzicht machine 17
BEDIENING 19
Bediening benzinemotor 19
Bediening dieselmotor 20
Bedieningscomponenten machine 22
Spuitgereedschap 23
In bedrijf zetten 24
Reiniger uitzetten 24
HT pompen 24
Toepassingsgebied 25
BUITEN WERKING STELLEN 25
Lans en pistool 25
Machine 25
Water afvoeren 25
Machine opbergen 25
Gebruikte vloeistoen milieuvriendelijk afvoeren 25
Transport 26
Spuitwerkzaamheden beëindigen 26
Opslag bij vorsttemperaturen 26
ONDERHOUD 26
Algemeen 26
Onderhoudsschema 27
Algemeen 27
Periodiek onderhoud 27
Verversing van de pompolie en oliepeile 27
Verversing van reductiekastolie en oliepeil 28
Onderhoud benzinemotor 28
Onderhoud dieselmotor 28
Reinigen waterfilters 28
Onderhoud voor rekening DiBO- technici 28
Omschrijving dagelijkse controle 29
Frame 29
Ventielen + manometer 29
Hogedrukpomp 29
Hogedruk- en lagedruk gedeelte 29
Spuitgereedschap 29
Elektrisch gedeelte 29
Motor 29
Olie aftappen/vullen hogedrukpomp 29
Batterij 30
STORINGSTABEL 30
TECHNISCHE INFO 31
Algemeen 31
Algemene gegevens 31
Toebehoren 31
NAZORG 32
Opslaan hogedrukreiniger 32
Inactiviteit gedurende lange periode 32
Installatie milieuvriendelijk afvoeren 32
DIBO VERTEGENWOORDIGINGEN 33
TECHNISCHE DATA 33
Overzichtstabel machines 33
Legende 35
KLEURTABEL NOZZLES 36

NL GARANTIE
DiBO 6
Garantie
Garantieperiode: zie bijgeleverd garantiebewijs.
• Inbegrepen:
Algemene onderdelen die aantoonbaar defect gegaan zijn als gevolg van
materiaalfouten, fabricagefouten of gebrekkige arbeidsprestatie. Elektrische
onderdelen welke vallen onder deze bepaling.
• Garantietermijn:
Deze gaat in op datum van levering. Defecten worden uitsluitend door de
garantie gedekt als er een volledig ingevuld en ondertekend garantiebewijs
opgestuurd is naar DiBO (adres zie hieronder) of door via de website het
garantiebewijs te registreren op www.dibo.com. De garantieperiode bedraagt
5 jaar vermits er aan enkele voorwaarden wordt voldaan.
Garantievoorwaarde bij 5 jaar garantie:
• De machine dient regelmatig volgens het onderhoudsschema (minimaal
1 keer per jaar) worden aangeboden voor een onderhoudsbeurt bij DiBO of
een erkend service / onderhoud station.
• Deze garantieperiode kan enkel worden gegarandeerd vermits het
aantonen van een onderhoudsbewijs.
• Uitgesloten zijn slijtage onderdelen, zoals pistolen, lansen, slangen, ...
• DiBO n.v. zal niet in werkuren en kilometervergoedingen tegemoetkomen.
• Registreer uw machine via uw klant- of dealeraccount.
DiBO n.v.
Hoge Mauw 250
2370 Arendonk
België
Voor een aanvraag tot garantie dient u zich onmiddellijk tot uw leverancier te
wenden. Een garantieaanvraag die te laat wordt gemeld, wordt niet meer in
behandeling genomen.
• Garantieverlening:
De garantieverlening geschiedt door reparatie aan het defecte onderdeel. De
verzendkosten zijn altijd voor rekening van de klant. De vervangen defecte
onderdelen worden eigendom van DiBO n.v..
• Niet in de garantie inbegrepen:
Indirect ontstane schade.
Normale slijtage.
Beschadigingen ontstaan door nalatigheid of ondeskundige gebruik.
Schade opgelopen tijdens laden, lossen of transport.
Schade door bevriezing.
Schade die te laat wordt aangemeld.
Kosten van reparatie door derden.
• Garantie vervalt:
Bij verandering van eigenaar.
Bij wijzigingen / reparaties van een door niet erkend DiBO technieker.
• Aansprakelijkheid:
DiBO n.v. kan als fabrikant niet aansprakelijk gesteld worden voor
persoonlijk letsel, schade aan eigendommen van derden, bedrijfsschade,
productieverlies, kapitaalverlies, verlies van goederen en dergelijke,
die ontstaan zijn door gebrekkige of te late levering van een verkocht
artikel, ongeacht de oorzaak hiervan. DiBO n.v. kan ook niet aansprakelijk
gesteld worden voor eventuele schadelijke gevolgen van chemische
reinigingsmiddelen die worden toegevoegd.

GARANTIE NL
DiBO 7
De machine is zodanig ontworpen en gebouwd dat ze veilig gebruikt en
onderhouden kan worden. Dit geldt voor de toepassing, de omstandigheden en
de voorschriften zoals in deze documentatie beschreven. Het lezen van deze
documentatie en het opvolgen van de instructies zijn dus noodzakelijk voor
iedereen die met of aan deze machine werkt. Bij professioneel gebruik is het
de verantwoordelijkheid van de werkgever dat deze instructies bekend zijn en
nageleefd worden. Er kunnen extra veiligheidsmaatregelen voorgeschreven
zijn door het bedrijf of het land waar de machine in gebruik is. Dit betreft met
name de arbeidsomstandigheden.

NL MARKERING DOOR AANDACHTSSYMBOLEN
DiBO 8
Markering door
aandachtssymbolen
In deze bedieningshandleiding en op de machine kunnen enkele zones met
aandachtssymbolen worden benadrukt. Deze aandachtssymbolen wijzen op
een mogelijk gevaar of aandachtspunt. Het negeren van zulke aanwijzingen
kan leiden tot lichamelijke verwondingen, machine- of bedrijfsschade.
-Bedieningshandleiding:
Voor u de hogedrukreiniger in bedrijf neemt dient u deze
bedieningshandleiding aandachtig door te nemen en hem steeds binnen
handbereik te bewaren.
Let op:
Het niet (of niet precies) opvolgen van deze werk- en/of bedieningsinstructies
kan leiden tot ernstig persoonlijk letsel, dodelijk ongeval, zware machine- of
bedrijfsschade.
-Elektrische spanning:
Deze instructies wijzen op het correct omgaan met elektrische onderdelen van
de machine. De met dit symbool gemarkeerde zones op de machine bevatten
elektrische onderdelen en mogen nooit door onbevoegde worden geopend of
aangepast.
-Giftige stoen:
Wanneer de machine is uitgerust om met chemische additieven te werken, kan
het negeren van deze aandachtspunten leiden tot irritaties, verwondingen tot
zelfs dodelijke afloop. Volg de productinstructies steeds nauwgezet op.
-Brandgevaar:
Deze instructies duiden op handelingen welke brand kunnen veroorzaken,
welke kunnen leiden tot ernstige schade en persoonlijk verwondingen.
-Hittegevaar:
Deze instructies duiden op gevaren voor hitte en hete oppervlakken, welke
persoonlijke verwondingen kunnen veroorzaken. Gemarkeerde zones op de
machine mogen NOOIT worden aangeraakt of benaderd wanneer de machine
in bedrijf is en zelfs bij een uitgeschakelde machine blijft aandacht noodzakelijk.
Aanwijzing:
Deze instructies bevatten informatie of adviezen welke het werk
vergemakkelijken en voor een veilig gebruik zorgen.
-Hand/arm trillingen:
Deze instructie duidt op informatie en gevaren van hand/arm trillingen, welke
kunnen leiden tot ernstige schade en persoonlijk verwondingen. Volg de
instructies steeds nauwgezet op.

VEILIGHEIDALGEMENE WAARSCHUWINGEN NL
DiBO 9
Veiligheid–algemene
waarschuwingen
Algemeen:
De DiBO hogedrukreiniger is een reiniger, die een waterstraal onder hoge
druk voortbrengt. De reiniger mag uitsluitend worden gebruikt door getrainde
en gekwalificeerde personen die in de bediening ervan zijn geïnstrueerd en
uitdrukkelijk met de bediening ervan belast zijn. Een volledige kennis van
deze handleiding is daarom noodzakelijk. De machine is niet geschikt voor
gebruik door kinderen of jongeren (t.e.m. 16 jaar). Niet geïnstrueerd personeel
of personen met beperkte psychische, fysische of motorische vaardigheden
mogen het apparaat niet gebruiken. Als de machine door andere personen
gebruikt wordt dient u als eigenaar de gebruiker op de hoogte te stellen van de
veiligheidsvoorschriften. Naast de gebruiksaanwijzing en de in het land waar
de machine wordt gebruikt geldende, bindende regelingen inzake ongevallen
preventie, dienen ook de erkende vaktechnische regels voor veilig en
oordeelkundig werk in acht te worden genomen. Elke werkwijze die gevaarlijk
kan zijn voor de veiligheid, dient te worden nagelaten.
Hogedrukslangen:
Hogedrukslangen, fittingen en verbindingsstukken zijn belangrijk voor de
veiligheid van de machine. Gebruik alleen door de fabrikant goedgekeurde
hogedrukonderdelen! Gebruik de hogedrukslang niet als trekkabel. Maximaal
toegelaten werkdruk en temperatuur staan op de hogedrukslang gedrukt.
Slangen na het gebruik met heet water laten aoelen of apparaat kort met
koud water gebruiken. Let op voor struikelgevaar wanneer de hogedrukslang
van de haspel wordt afgerold.
Spuiten met hogedrukstraal:
De hogedrukstraal kan gevaarlijk zijn als zij misbruikt wordt. De straal mag niet
op uzelf, personen, dieren, onder elektrische spanning staande installaties of op
het toestel zelf worden gericht.
-Elektrische apparaten nooit met water afspuiten:
gevaar voor personen, kortsluitingsgevaar.
Gevoelige delen niet met de puntstraal reinigen. Bij het reinigen op voldoende
afstand tussen de hogedruksproeier en het oppervlak letten om een
beschadiging van het te reinigen oppervlak te vermijden.
Tijdens het bedrijf alle afdekkingen en deuren van de machine gesloten
houden.
Baken de spuitplaats duidelijk af en voorzie hierbij een afgebakende afstand
van minimum 6 m rond de spuitplaats.
Verwijder alle losliggende elementen binnen de spuitplaats, welke zouden
kunnen opvliegen.
Spuit nooit vanaf een onstabiele standplaats (ladder, bootje, steiger, ...).
Tijdens het werken met de machine treden aan de spuitlans terugslagkrachten
op.
Indien de spuitlans schuin staat, treedt er bovendien een draaimoment op.
Houd daarom de spuitlans met beide handen vast.
Veiligheidskleding, veiligheidsbril en gehoorbescherming dragen!
• Spuitlans:
Schakel de machine uit als de spuitlans vervangen wordt.
Let op de aanwezigheid van de beschermkap rond de spuitkop.
Draai de lanskoppeling op het pistool stevig vast. De hendel van het pistool
mag bij gebruik niet worden vastgeklemd.
Voor de spuitwerkzaamheden: houd de spuitlans steeds naar beneden
gericht!

NL VEILIGHEIDALGEMENE WAARSCHUWINGEN
DiBO 10
Machine:
Neem de machine nooit zonder water in gebruik. Zelfs een kortstondig gebrek
aan water kan tot ernstige beschadigingen leiden! Wanneer de machine op
een drinkwaterleidingnet wordt aangesloten, dienen de daarover bestaande
voorschriften (EN 1717) te worden nageleefd. De machine dient op een stabiele
horizontale ondergrond te staan met de rem op!
Werken bij kunstlicht: indien daglicht niet voldoende zichtbaarheid
biedt tijdens het bedrijf, strekt het gebruik van aangepaste waterdichte
verlichtingsarmaturen tot aanbeveling. In ruimten voorzien van standaard
verlichting moet deze op ruime afstand van de waterstraal blijven. Werk nooit
tijdens ongunstige weersomstandigheden (bijv: onweer, regenweer,...) in de
open lucht. De machine aan tankstations of in andere gevarenzones wegens
het explosiegevaar, dat van de branderketel kan uitgaan, slechts buiten de
vastgelegde gevarenzone inzetten. Vaste instellingen van de machine mogen
in geen geval zelf gewijzigd worden.De hogedrukreiniger is door DiBO
bedrijfsklaar gemaakt en getest volgens de geldende veiligheidsnormen.
Nooit oplosmiddelhoudende vloeistoen zoals benzine, olie of verdunning
aanzuigen, de ontstane sproeinevel kan uiterst ontvlambaar en/of giftig
zijn. Wanneer de machine in bedrijf is mag deze nooit onbeheerd worden
achtergelaten. Let op voldoende ventilatie. Machine niet afdekken of in ruimten
gebruiken met onvoldoende ventilatie! Voertuigbanden/bandventielen mogen
uitsluitend gereinigd worden van op een minimum spuitafstand van 30 cm.
Anders kan de voertuigband/het bandventiel beschadigd worden door de
hogedrukstraal.
Het eerste teken van een beschadiging is de verkleuring van de band.
Beschadigde voertuigbanden zijn een bron van gevaar. Asbesthoudende en
andere materialen die gevaarlijke stoen bevatten, mogen niet afgespoten
worden.
Waterafvoer:
Zorg voor een degelijke en vlotte waterafvoer van het afvalwater. Als er met
schadelijke chemicaliën gereinigd wordt of wanneer het te reinigen object sterk
vervuild is, moet het afvalwater worden gezuiverd alvorens dit in de riool te
lozen.
-Diverse (reinigings/onthardings/ontkalkings)
middelen (indien van toepassing):
Vermijd het toevoegen van chemicaliën of reinigingsmiddelen aan het
waterreservoir! Lees altijd eerst de voorschriften op de verpakking van het
gebruikte product . Reinig nooit met ontvlambare producten. Zorg voor
aparte opvang/reinigingvan afvoerwater. Zorg voor de nodige persoonlijke
beschermingsmiddelen ( handschoen, kleding, bril, ... ).
Vermijd morsen van het gebruikte product! Volg de instructies van het product
nauwgezet op.
Zet de ‘product’ tank direct naast de machine. Verwijder de vuldop en hang de
aanvoerslang in de tank.
Zorg steeds voor een ontluchtingsgat aan de vuldop!
Zorg er dus steeds voor dat de gebruikte tank voldoende beschermd is tegen
het gebruikte medium.
Ontharder:
Speciale vloeistof voor ontharden van hard en zeer hard water. Toepassing
van dit product verminderd aanzienlijk het vasthechten van zwevende
kalk- en ijzerchloridedeeltjes op leidingen, sproeikoppen e.d. van
verwarmingsapparatuur, hogedruk- en stoomcleaners, enz...
Een continue gebruik zal de levensduur van de machine aanzienlijk verlengen
en gelijktijdig het rendement sterk verbeteren. Gebruik de DiBO ontharder
(1.837.001/3.8550.650) , contacteer DiBO voor meer info.
Een goede ontharder is:
• Biologisch areekbaar
• PH tussen 6-9
• NIET ontvlambaar

VEILIGHEIDALGEMENE WAARSCHUWINGEN NL
DiBO 11
Verkeer:
Bescherm leidingen en kabels die over een rijweg lopen met rijplaten.
Persoonlijke veiligheidsmaatregelen:
De machine niet verplaatsen tijdens bedrijf. Vermijd een slechte
lichaamshouding.
Raadpleeg bij huidpenetratie onmiddellijk een arts en meld zeker het soort
gebruikte product.
-Bijzondere aanwijzingen voor heetwaterapparaten
(indien van toepassing):
Als brandstof mag uitsluitend de voorgeschreven brandstof gebruikt worden.
Ongeschikte brandstoen mogen niet worden gebruikt daar ze een gevaar
kunnen vormen. Tank nooit als de machine in bedrijf is.
De branderketel niet aanraken en de gasafvoeropening niet afdekken.
Blessure- en brandgevaar. Tank nooit in de nabijheid van een warmtebron
of een open vlam. Niet roken! Brandstof is een vluchtig giftige stof, adem de
dampen niet onnodig in.
-Inbouwen van machines en rookgasafvoer in
een werkruimte (indien van toepassing):
Bij het inbouwen van machines met verbrandingsmotor in een lokaal
dient men te zorgen voor voldoende luchtaanvoer en voor voldoende
rookgas–luchtafvoer. De branderuitlaat moet een vrije doorlaat hebben.
Verbrandingsgassen niet in een afgesloten ruimte laten vrijkomen,
schouw/afzuiging gebruiken.Gebruik een trekonderbreker bij een te lange
schouw/afzuiging, dit om mogelijke tegendruk te voorkomen waardoor de
verbrandingsketel te heet kan worden! Voor verdere technische info omtrent
het inbouwen van de machines gelieve contact op te nemen met de DiBO
verdeler. Let op voor beschadigingen door de binnendringende koude lucht bij
vriestemperaturen, via de luchtafvoer.
-Trillingen (hand/arm):
De trillingen (hand/arm) hebben geen nefaste invloed bij gebruik van de
reiniger met gewone nozzle. De actiewaarde van 2,5 m/s en grenswaarde van
5,0 m/s (= de risico indicatie) worden hierbij niet bereikt bij intensief gebruik
op wekelijkse basis! Een lange gebruiksduur van een reiniger met roterende
kop kan door de vibraties aan lans en spuitpistool, leiden tot lichamelijke
kwalen zoals bijv.: doorbloedingsstoornissen (zie technische gegevens).
Zorg daarom steeds voor je persoonlijke beschermingsmaatregelen zoals
bijv.: handschoenen. Bij regelmatig, langdurig gebruik van de reiniger en bij
herhaaldelijk optreden van de symptomen (bv: kriebelen van vingers, koude
vingers, pijn in gewrichten van hand/arm, zenuwstoornis) raden wij aan een
medisch onderzoek te ondergaan! Ononderbroken werken gedurende een
lange periode is dus afgeraden bij gebruik van de lans met roterende kop, werk
daarom met pauzes om de blootstellingstijd te verkorten, gebruik wisselend de
gewone nozzle gedurende een periode of verander regelmatig van bediener.
Aanwijzing betreende mogelijke inademing van aërosolen:
Tijdens het gebruik van de reiniger kunnen aërosolen ontstaan. Deze aërosolen
zijn schadelijk voor de gezondheid.
Neem de nodige voorzorgsmaatregelen om mogelijke inademing van
aërosolen te voorkomen (bijv. : stofmaskers ter bescherming, klasse FFP 2
of hoger). De DiBO lans is uitgerust met een beschermdop vooraan die een
minimale bescherming biedt tegen het vrijkomen van aërosolen.

NL VEILIGHEIDALGEMENE WAARSCHUWINGEN
DiBO 12
Aanhanger (indien van toepassing):
Klim niet op de aanhanger als deze niet aangekoppeld is, gebruik de
aanhanger niet als hefinrichting van zowel personen of dieren! Eventuele
veiligheidsvoorzieningen mogen niet verwijderd of buiten werking gesteld
worden. Let op voor mogelijke beknelling, overschrijd de maximale belasting/
maximaal toegelaten kogeldruk niet (zie typeplaatje). Voor het rijden met de
aanhanger is tevens een relevant rijbewijs noodzakelijk. Uw aanhanger dient
ALTIJD voorzien te zijn van een goede leesbare, ociële kentekenplaat volgens
de in uw land geldende voorschriften. Plaats de plaat aan de achterzijde van de
trailer en zorg ervoor dat deze goed belicht wordt door de kentekenverlichting!
Let tevens op uw bandenspanning!
Let op voor mogelijk slip- of slingergevaar, pas uw snelheid aan de toestand van
het wegdek en de belading!
Dat geldt in het bijzonder voor bochten, merk op dat uw wagen anders reageert
met de aanhanger gekoppeld!
Bij afdalingen met een geremde, beladen aanhanger, is het belangrijk dat
u de snelheid te beperkt voor het weggedrag en beheersbaarheid van uw
combinatie. Hanteer deze snelheidsbeperking niet als streven maar als
absolute maxima!
• Parkeerrem (geremde versie):
Let op voor gevaar voor ongelukken door mogelijke defecte parkeerrem.
Als de aanhanger van het trekkende voertuig wordt losgekoppeld, steeds
de parkeerrem aantrekken en met 2 extra wielblokkeringen borgen.Bij het
parkeren of wegzetten van de gehele combinatie tevens de parkeerrem
aantrekken!
Gevaar voor verwondingen: tot de volle remkracht in werking treedt kan de
aanhanger terugrollen.
Bij het parkeren van de aanhanger opletten dat er voldoende afstand is.
• Hulpkoppeling:
De hulpkoppeling altijd door het oog van de geleiding halen (zie foto 1
hieronder)! Hulpkoppeling niet om het steunwiel wikkelen! Breng deze zo aan
dat het rijden van bochten probleemloos mogelijk wordt.
Respecteer de landspecifieke voorschriften voor het aanbrengen van de
hulpkoppeling.
Let op voor losraken van de aanhanger.
• Steunwiel/steunpoot:
Opletten dat het steunwiel steeds goed vastzit en de verwijderbare steunpoot
is ingeklapt, alvorens te rijden op de openbare weg!
Werken met stoom (indien van toepassing):
Er bestaat een kans op brandwonden bij werktemperaturen boven 98°C!
Stoomstraal nooit aanraken! Let op, sommige materialen kunnen spanningen
veroorzaken wanneer U deze oppervlakken reinigt met stoom (bv: kans
op glasbreuk bij reinigen van glasoppervlak), daarom altijd het te reinigen
oppervlak eerst zachtjes instomen! Zorg altijd voor voldoende persoonlijk
beschermingsmiddelen wanneer U reinigt met stoom! Gebruik het geschikte
spuitgereedschap!
Afdekzeil (optie):
Het afdekzeil (tarpaulin) enkel gebruiken tijdens transport of wanneer men de
reiniger NIET gebruikt.
Tijdens spuitwerkzaamheden: het afdekzeil verwijderen en los maken (dit
o.w.v. voldoende ventilatie (luchtkanaal) en toegang/zichtbaarheid van het
bedieningspaneel)!

VEILIGHEIDALGEMENE WAARSCHUWINGEN NL
DiBO 13
Levensduur van de reiniger:
De levensduur van uw reiniger wordt bepaald/is aankelijk van de zorg en
de onderhoudsinterventies die U besteedt aan de reiniger. De instructies,
informatie en suggesties in deze handleiding (en alle meegeleverde
documentatie) zijn hiervoor een leidraad op garantie tot een optimale
levensduur. Het vermijden van risico’s, reparaties, uitvallen van de reiniger
verbetert de betrouwbaarheid van de machine. Het regelmatig uitvoeren van
een onderhoudsprocedure verlengt bovendien de levensduur.
Risicoanalyse:
Op de machine is een risicoanalyse uitgevoerd. De risicoanalyse richt zich
op het in kaart brengen van de belangrijkste risico’s die tijdens gebruik en/of
onderhoud kunnen optreden en de maatregelen die zijn getroen om het risico
uit te sluiten of tot een minimum te beperken. Om deze risico’s te beperken zijn
de veiligheidsregels te volgen.
Let wel; de machine is zodanig opgebouwd om gevaarlijke situaties zoveel
mogelijk te vermijden, maar een totaal risicovrije machine is niet mogelijk. Er zijn
altijd restrisico’s aanwezig.
Lees daarom alle (veiligheid)instructies in dit hoofdstuk zorgvuldig door en
informeer U als er onduidelijkheden zijn.
Onderhoud:
Elektromechanisch, pneumatisch en hydraulisch werk moet steeds worden
uitgevoerd door personen met vakbekwaamheid rond deze specifieke
werkzaamheden. Informeer steeds de verschillende operatoren alvorens
te starten met speciale- en/of onderhoudswerkzaamheden. Volg steeds de
onderhouds- en/of inspectiewerkzaamheden op zoals beschreven in deze
handleiding. Ook de periodieke controles en het vervangen van onderdelen
moeten opgevolgd worden zoals beschreven.
Wij adviseren dat nieuwe mensen worden geïnstrueerd over de mogelijke
gevaren, alsmede het voorkomen van de verschillende gevaren.

NL VOOR HET IN GEBRUIK NEMEN
DiBO 14
Voor het in gebruik nemen
Vóór elke inbedrijfsstelling moeten alle wezenlijke delen van de
hogedrukreiniger gecontroleerd worden zoals bv: zit de lanskoppeling
stevig vast, hogedrukslangen en elektrische bedrading controleren op
beschadigingen. Controleer, alvorens stekker in stopcontact te steken of de
elektrische indicaties op het naamplaatje overeenstemmen met de waarden
op het voedingsnet (bv: elektrische spanning,...) (als van toepassing). Machine
in bedrijf zetten. Spoel de slangen, pistool en lans minimaal 1 minuut met zuiver
water (Pistool in de vrije ruimte richten). Controleer of van het te reinigen object
gevaarlijke stoen zoals bv. asbest en olie kunnen losraken en het milieu
kunnen vervuilen. Overtuig uzelf van de veiligheidsvoorschriften uit voorgaand
hoofdstuk. Laat de hoofdschakelaar/sleutelschakelaar op stand 0- OFF (=UIT).
Alvorens de reiniger in gebruik te nemen: beschermingskap sluiten (als van
toepassing) & bij de optie afdekzeil (als van toepassing), deze demonteren.
WATER AAN EN AFVOEREN TOT STAND BRENGEN
1 Wateraanvoer tot stand brengen
De wateraanvoerleiding kan (naar omstandigheden) worden aangesloten op
een eigen watervoorziening (onder druk, ...) of op een drinkwaterleidingnet
met waterbak. Wanneer de machine op een drinkwaterleidingnet wordt
aangesloten, dienen de daarover bestaande voorschriften (EN 1717) te worden
nageleefd. Indien nodig in de wateraanvoerleiding een filter plaatsen.
• Wateraanvoer onder druk :
• Maximum slang lengte 50 m (160 ft), minimum slang diameter (inwendig)
12.7 mm (1/2”). Controleer de waterdruk met behulp van een watermeter.
• Water aanvoer bij units met HT- pompen:
• Wanneer de unit een HT pomp heeft dient men een voordrukpomp te
plaatsen.
2 Water afvoeren
Controleer dat alle waterafvoeren correct op de riolering zijn aangesloten.
Neem de nodige maatregelen opdat het afvalwater zuiver genoeg is om te
lozen.
3 Anti-legionellabacterie maatregel
Als de machine enige tijd heeft stil gestaan, moet het water in de machine
boven een afvoer afgelaten worden.
Stilstaand water dat tussen de 20-55 °C warm is kan de legionellabacterie
veroorzaken.
• Reinig daarom jaarlijks de leidingen en vaten.
• Spoel periodiek na.
• Verwijder mogelijk bezinksel

COMPONENTEN NL
DiBO 15
4 Brandstoftank vullen
De reiniger wordt geleverd met een lege brandstoftank, vul de tank voor de
eerste inbedrijfsstelling met brandstof! Wanneer de brandstoftank leeg is loopt
de brandstofpomp droog en raakt deze defect. Vermijd morsen van brandstof,
zeker op warme machine delen. De tank van de branderketel vullen met lichte
brandstofolie of dieselolie (DIN 51 603). Respecteer de vulhoeveelheid van de
brandstoftank. Zie technische gegevens voor tankinhoud en soort brandstof.
Let op bij inbouwversies: de brandstoftank mag niet te laag
geplaatst worden, dit om een voldoende toevoer van brandstof
naar de motor te verkrijgen. Zorg er ook voor dat de slanglengte
van en naar de brandstoftank niet te lang is (1.5–2 mtr is goed).
Als er geen voldoende brandstof wordt aangezogen bij de
inbouwversies, zorg dan voor passende maatregelen (bv: steun
onder brandstoftank plaatsen) en controleer alle andere mogelijke
brandstoftoevoerbeperkingen (bv: slangdiameter, aanzuiging
in de tank, ...) die een negatieve invloed kunnen hebben.
Bij temperaturen onder 8°C begint de brandstof te stollen
(parane afscheiding).Daardoor kunnen moeilijkheden bij het
starten van de dieselmotor en/of brander ontstaan. DiBO raad
aan om gedurende de koude periode (wintermaanden) een
stolpunt- of vloeiverbeteraar aan de brandstof toe te voegen. Als
alternatief kan in een tankstation “winterdiesel” worden getankt.
Componenten
ALGEMEEN
Ongeacht het type hogedrukreiniger bestaat de reiniger uit een reeks
kenmerkende machineonderdelen welke hieronder beschreven worden.
Zo heeft elke reiniger zijn eigen maximum druk en maximaal debiet.
Deze kunt u terug vinden in de technische gegevens van de machine.
VISUELE VOORSTELLING
Dieselmotor
1 hogedrukpomp
2 reductiekast
3 temperatuursensor
4 onsteektransfo
5 dieselmotor
6 ventilator
7 batterij
8 drukregelventiel
9 doorstroomschakelaar
10 alternator
11 brander
4
5
9
2
1
3
6
7
8
10
11

NL COMPONENTEN
DiBO 16
Benzinemotor
1 hogedrukpomp
2 reductiekast
3 temperatuursensor
4 ontsteektransfo
5 benzinemotor
6 ventilator
7 motoruitlaat
8 batterij
9 drukschakelaar
10 drukregelventiel
11 doortroomschakelaar
12 alternator
13 brander
3
4
5
6
12
13
7
8
9
11
1
2
10
2
1 hogedrukuitgang
2 oliepeilstok motor
3 dieselvuldop (brander)
4 watertoevoer
5 luik benzindevuldop
5
3
14
2

COMPONENTEN NL
DiBO 17
COMPONENTEN OVERZICHT MACHINE
1 MOTOR
Het type motor hangt af van het type van machine (zie “Technische data” op
pagina 33 ). Voor onderhoud en bediening van de motor raad DiBO u aan
om de bijgevoegde handleiding van de motor te lezen. Alle bedienings- en
onderhoudsinstructies staan in de handleiding van de motor beschreven. De
JMB-E machines zijn enkel elektrisch gestart in benzine uitvoering of diesel
uivoering. De motorolie kan makkelijk vervangen worden via de uitsparing
achteraan de machine.
2 MANOMETER
Op de manometer kan men de druk aflezen.
3 HOGEDRUKPOMP
Het type hogedrukpomp hangt af van het type machine (zie “Technische data”
op pagina 33 ).
4 BRANDSTOFTANK
Schakel de motor uit en laat de motor ten minste gedurende 2 minuten aoelen
voordat u de dop verwijdert. De brandstoftank kan gevuld worden door de
brandstofdop te verwijderen (linksom los). Vul de brandstoftank buiten of in
een goed geventileerde ruimte. Er kan getankt worden bij een benzinestation
of met een jerrycan. Tank de juiste en zuivere brandstof. Let hier vooral op bij
het gebruik van jerrycans! Wacht niet tot de motor stilvalt alvorens te tanken.
Indien dit toch het geval is, ontlucht dan voor het starten de leidingen. Er mag
uitsluitend de voorgeschreven brandstof worden gebruikt. Controleer de
jerrycan op vervuiling. Er is een indicatie voorzien op de tank tot waar er gevuld
mag worden. Houd de brandstof uit de buurt van vonken, open vlammen,
waakvlammen, hitte en andere ontstekingsbronnen. Indien brandstof wordt
gemorst, dient u te wachten tot deze verdampt is voordat u de motor start.
Let op bij starten: motoruitlaatgassen bevatten koolstofmonoxide,
vermijd inhaleren. Als U zich tijdens gebruik misselijk,
duizelig of zwak begint te voelen, schakel dan de motor
uit en begeef U in de open lucht. Raadpleeg een arts.
Let op: brandstof en de brandstofdampen
zijn uiterst brandbaar en explosief.
5 DRUKREGELVENTIEL
Het drukregelventiel bevindt zich vooraan, aan de pomp. Op het
drukregelventiel zit een draaiknop waarmee de spuitdruk traploos kan worden
ingesteld. De druk kan alleen worden afgesteld als het spuitpistool wordt
bediend en kan worden afgelezen op de manometer.
Ter info: stationair toerental regeling gebeurt door middel
van het drukregelventiel, de toerentalhendel van de
brandstofmotor mag niet gebruikt worden als ‘in bedrijf’.
6 MACHINEVENTILATOR
De ventilator zorgt ervoor dat er voldoende lucht is voor de koeling van de
machine (onder de kap). De ventilator wordt elektrisch aangedreven en bevindt
zich aan de zijkant van de machine (uitsparing). Technische gegevens ventilator:
12V - air flow full speed: 1080m/h - fan diam: 225 mm. Er zit in de machine een
temperatuurcontact die dienst doet als oververhittingsbeveiliging (moest de
ventilator uitvallen).
-De ventilator kan ten alle tijden zelf opstarten. De batterij
aoppelen om de ventilator uit te zetten (bij onderhoud / service)!
7 TOERENTALREGELING
De toerentalregeling is gesitueerd aan de hogedrukuitgang van de pomp.
Deze regeling verlaagt het motortoerental wanneer de bypass geactiveerd is
en verhoogt tot maximum ingesteld toerental bij activatie.

NL COMPONENTEN
DiBO 18
8 ONTSTEKINGSTRANSFORMATOR
De ontstekingstransformator is indirect tegen de branderkamer gemonteerd.
De ontstekingstransformator zorgt voor een permanente ontstekingsvonk in de
branderkamer.
9 ELEKTROMOTOR BRANDER
De elektromotor drijft zowel de brandstofpomp als de branderventilator aan. De
elektromotor gaat draaien van zodra de branderschakelaar wordt ingeschakeld.
10 BRANDSTOFPOMP
De brandstofpomp wordt elektrisch aangedreven. Op de brandstofpomp zit een
magneetklep die er voor zorgt dat de brandstof ofwel naar de brander wordt
gepompt, ofwel wordt terug vloeit in de brandstoftank.
11 FRAME
Het frame is gemaakt van een gepoedercoat stalen constructie. Het frame heeft
onderaan uitsparingen om handig te transporteren (via vorklift). Onderaan het
frame is ook een plaat gemonteerd (zijkant vooraan) waar de elektrokast is
gesitueerd, dit om makkelijk te servicen.
12 ALTERNATOR
De alternator dient om een spanning (12 V) op te wekken voor voeding van
elektrische onderdelen.
13 VEILIGHEIDSVENTIEL
Wanneer de waterdruk boven de ingestelde veiligheidsdruk stijgt, opent het
veiligheidsventiel en stroomt het water drukloos, onderaan uit de reiniger.
14 STROMINGSSCHAKELAAR
Zodra er wordt gespoten, stroomt er water door de stromingsschakelaar. De
schakelaar controleert of er doorstroming van het water is. Bij voldoende
doorstroming kan de brander functioneren.
15 BRANDER
Het type brander hangt af van het type reiniger. De ‘green boiler’ is een brander
die zorgt voor een hoger rendement. De branderketel zorgt voor warm water.
De temperatuur van het opgevoerde water is regelbaar. De branderketel
is dubbelwandig. De buitenmantel wordt lucht gekoeld door de ventilator
zijdelings aan het branderhuis. Aan de bovenzijde van de branderketel bevindt
zich de brandermond. De watertoevoer en -afvoer bevinden zich beide aan de
onderzijde van de ketel.
Kalkaanslag tijdens werken met hogere temperaturen
De hardheid van het water wordt mogelijk uitgedrukt in Franse graden (°F)
of Duitse graden (°D). Het verschil is merkbaar in volgende vergelijking: 1°F =
0,56°D. Voorbeeld: water met een hardheid van 40°F heeft een Duitse hardheid
van : 40 x 0,56 = 22.4°D. Bekijk de in uw omgeving voorgeschreven hardheid
van het drinkwater. Hard water kan problemen veroorzaken d.m.v. kalkaanslag
vanaf 30°F of 17°D.
Wanneer verhard water nu verwarmd/verhit/verpompt wordt (of wanneer
hard water in contact komt met lucht), kan dit kalkafzetting veroorzaken.
Hard water wordt voornamelijk veroorzaakt door de aanwezigheid van twee
stoen: calcium en magnesium. Dus des te harder het water, des te meer
kans op kalkaanslag! Bij reiniging met hoge temperaturen (of bij gebruik
van verhit water) verkrijg je dus ook snellere kalk afzetting bij een eventuele
lage hardheid! Dit kan dus leiden tot verlies van energierendement, hoger
energieverbruik en verminderde capaciteit van waterlevering (onder andere
kalkaanslag op de brander spiraal en andere watervoerende delen). Daarom
adviseren wij, DIBO nv, aan om de machines met een brander ketel extra
preventief te ontkalken en na gebruik van warm water steeds voldoende na
te spoelen met koud water (indien mogelijk) om een optimale werking van de
machine te garanderen!

BEDIENING NL
DiBO 19
Bediening
BEDIENING BENZINEMOTOR
1 HET CHOKESYSTEEM
De chokehendel (links) bevindt zich op de motor en heeft twee standen:
• Niet choken (bedrijfsstand, hendel tegen rechteraanslag)
• Choken (hendel naar links bewegen)
Warme start / warme omgeving:: Niet choken. Chokehendel blijft tegen
rechteraanslag.
Koude start: Choke naar behoefte (naar links). Motor laten opwarmen. Verschuif
de chokehendel terug naar rechts naarmate de motor warmer wordt.
2 BRANDSTOFKRAAN
De brandstoraan heeft 2 standen:
• OFF = geen brandstof (kraan naar links) bij benzinemotor buiten gebruik.
• ON = brandstof (kraan naar rechts) bij benzinemotor in bedrijf.
3 GASREGELING:
De gasregeling gebeurt automatisch via de ETC regeling.
Bij niet bedienen van het spuitpistool wordt de motor door de ETC naar
stationair toerental geregeld. Bij bediening van het spuitpistool wordt de motor
door de ETC naar maximum ingesteld toerental geregeld.
Opmerking: Gebruik de gashendel NOOIT
om de spuitdruk te regelen.
• Starten en warmdraaien: Zet de bedrijfsschakelaar in positie 1 , draai het
sleutelcontact naar positie START en zet de brandstoraan op ON. Als de
starter de motor niet omdraait, schakelt U de startpositie onmiddellijk uit.
Probeer motor niet te herstarten tot de motortoestand is gecorrigeerd. Starten
van de motor kan elektrisch of met het trekkoord. Laat de motor onbelast bij
lage toeren warm kan lopen.
• Motor is op bedrijfstemperatuur:: Bedien het spuitpistool, het gewenste
toerental van de motor wordt bereikt.
• Motor afzetten: Laat de motor even op stationaire toeren draaien om te
koelen. Zet de bedrijfsschakelaar op positie 0(=uit) , sleutelschakelaar op
positie OFF en draai de brandstoraan op OFF.
Zorg ervoor dat de machine wordt uitgezet (OFF)
na de spuitwerkzaamheden, als deze in ON positie
blijft staan zal de batterij leeglopen!
1 brandstoraan
2 chokehendel
3 gashendel
4 trekkoord
4
2
1
3

NL BEDIENING
DiBO 20
4 TREKKOORD
Het trekkoord is uitgerust met een handgreep, welke rustig moet uitgetrokken
worden tot er weerstand gevoeld wordt. De vrijloopkoppeling is nu ingekomen.
Vervolgens moet het koord in een krachtige beweging worden uitgetrokken
om de motor te starten. Laat na elke start (-poging) het uitgetrokken koord
rustig terugveren.Na een langere periode van niet gebruik of bij eerste start
van de motor, deze eerst gedurende 20 sec. met een laag toerental en zonder
belasting laten lopen! Men kan de motor dus eventueel handmatig starten.
Wanneer je manueel wil starten via trekkoord -> sleutelcontact in positie ‘ON’
zetten.
Let op voor de terugslag van het trekkoord
(mogelijke verstuikingen, kneuzingen).
5 BRANDSTOFDOP LUIK:
De brandstofdop bevindt zich achter het bedieningsluik (links boven, naast
de bedieningscomponenten) van de uitvoering met benzinemotor. Door het
openen van het luik (zie foto) kan men de brandstofdop van de benzinemotor
losdraaien en benzine tanken.
6 SLEUTELCONTACT ELEKTRISCH GESTART
Het sleutelcontact heeft drie standen:
0 : OFF = uit
1 : ON = in bedrijfsstand (sturing wordt elektrisch aangezet) - mogelijkheid tot
handmatig starten
START = motor starten
De motorschakelaar dient op positie START gedraaid te worden. Men dient
deze daar vast te houden (niet langer dan 5 sec) tot de motor aanslaat. Indien
de motor niet aanslaat, 10 seconden wachten, alvorens terug opnieuw te
proberen. Nadien terug naar stand 1:ON zetten.
BEDIENING DIESELMOTOR
3
5
6
7
1
2
4
1 luchtfilter
2 brandstolter motor
3 olie vulstok
4 brandstolep
5 interne oliefilter
6 gashendel
7 olie aflaatplug
This manual suits for next models
3
Table of contents
Languages:
Other Dibo Pressure Washer manuals

Dibo
Dibo JMB-ME 200/15 TG AK User guide

Dibo
Dibo ECN-M 110/13 User guide

Dibo
Dibo JMB-S Series User guide

Dibo
Dibo PTL User guide

Dibo
Dibo HOTBOX Series User manual

Dibo
Dibo JMB-C+ 200/18 WWC TG Series User guide

Dibo
Dibo ECN-S User guide

Dibo
Dibo SBH-G-D User manual

Dibo
Dibo ECN-M 110/13 User guide

Dibo
Dibo IBH Series User guide
Popular Pressure Washer manuals by other brands

Stihl
Stihl RE 90 instruction manual

Nilfisk-ALTO
Nilfisk-ALTO NEPTUNE NEPTUNE 1 operating instructions

PowerBoss
PowerBoss Pressure Washer Operator's manual

Kärcher
Kärcher K 3.550 manual

Edisons
Edisons JET-USA CX660 Gen V user manual

Generac Power Systems
Generac Power Systems 4040 PRO GAS PW 49ST Operator's manual