Dibo 2D MPU-M User manual

2D MPU-M
1.780.495
(Nederlands/Français/English/Deutsch)
WWW.DiBO.COM
Lees deze oorspronkelijke gebruiksaanwijzing aandachtig door
alvorens de hogedrukreiniger in gebruik te nemen.
Neem alle veiligheidsvoorschriften in acht!
Lisez ce mode d’emploi original attentivement avant d’utiliser le
nettoyeur à haute pression.
Prenez toutes précautions de sécurité nécessaire!
Read this original instructions manual attentively before
operating the high pressure cleaner.
Take all safety instructions in mind!
Lesen Sie aufmerksam diese ursprüngliche gebrauchsanwei-
sung bevor Sie benutzen der reiniger unter hohem Druck.
Beachten Sie alle Sicherheitsvorsichtmaßnahmen notwendig!

DiBO n.v. 2

DiBO n.v. 3
Inhoudstabel
© Copyright DiBO n.v. 7
Markering door aandachtssymbolen 7
Garantie 8
1. Veiligheid - Algemene waarschuwingen 9
2. Voor het in gebruik nemen 10
2.1. Water aan- en afvoeren tot stand brengen 10
2.1.1. Wateraanvoer tot stand brengen 10
2.1.2. Water afvoeren 10
2.1.3. Anti-legionellabacterie maatregel 10
3. Componenten 11
3.1. Algemeen 11
3.2. Visuele voorstelling 11
3.3. Voorstelling aansluitingen nutsvoorzieningen 12
4. Bediening 13
4.1. Bedieningskast 13
4.1.1. Hoofdschakelaar 13
4.1.2. Noodstop 13
4.1.3. Start/stop schakelaar 13
4.2. Frequentieregelaar (optie) 13
4.4. Werking 14
4.5. Voordrukpompen 14
4.6. DiBO- sturing 15
4.6.1. Millennium 3 15
4.6.2. Storingen 16
4.6.3. Selectie pompen 17
4.6.4. Vullen van het water 18
4.7. Toepassingsgebied 18
5. Buiten werking stellen 19
5.1. Algemeen 19
5.2. Lans en pistool 19
5.3. Water afvoeren 19
5.4. Machine uitschakelen 19
5.5. Machine opbergen 19
5.6. Transport 19
5.7. Transport bij vorst 19
5.8. Gebruikte vloeistoffen milieuvriendelijk afvoeren 19
6. Onderhoud 20
6.1. Algemeen 20
6.2. Onderhoudsschema 20
6.2.1. Algemeen 20
6.2.2. Periodiek onderhoud 20
6.2.3. Controle oliepeil / verversing pompolie 20
6.2.4. Controle/verversing oliepeil pneumatisch ven-
tiel 20
6.2.5. Reinigen van de frequentieregelaars (optie) 21
5HLQLJHQYDQGHZDWHU¿OWHUV
6.2.6. Onderhoud voor rekening DiBO technici 21
6.3. Omschrijving dagelijkse controle 22
6.3.1. Frame 22
6.3.2. Ventielen + manometer 22
6.3.3. Hogedrukpomp 22
6.3.4. Hogedruk- en lagedruk gedeelte 22
6.3.5. Spuitgereedschap 22
6.3.6. Elektrisch gedeelte 22
6.3.7. Watertank 22
6.3.8. Trillingsdempers 22
7. Storingstabel 23
8. Technische gegevens 24
8.1. Algemeen 24
8.1.1. Machine overzicht 24
8.2. Algemene gegevens 24
8.3. Toebehoren 24
9. Nazorg 24
9.1. Opslaan hogedrukreiniger 24
9.2. Inactiviteit gedurende lange periode 24
9.3. Installatie milieuvriendelijk afvoeren 24
10. DiBO vertegenwoordigingen 25
11. Technical data 83

DiBO n.v. 4
Table des matières
© Copyright DiBO s.a. 26
Marquage par des symboles attirant l’attention 26
Garantie 27
1. Sécurité - Avertissements généraux 28
2. Avant l’utilisation 29
2.1. L’arrivée et l’évacuation de l’eau 29
2.1.1. Réaliser l’arrivée de l’eau 29
2.1.2. Évacuation d’eau 29
2.1.3. Mesure contre la bactérie de la légionellose 29
3. Composants 30
3.1. En général 30
3.2. Le présentation visuel 30
3.3. Présentation des branchements publics 31
4. Commande 32
4.1. Cabinet de commande 32
4.1.1. Interrupteur principal 32
4.1.2. Arrêt d’urgence 32
4.1.3. Touche arrêt/en marche 32
4.2. Régulateur de fréquence (option) 32
4.3. Outil de vaporisé (optionnel) 33
4.4. Fonctionnement 33
4.5. Pompes avec pression préliminaire 33
4.6. DiBO- commande 34
4.6.1. Millénium 3 34
4.6.2. Dérèglements 35
4.6.3. Sélection des pompes 36
4.6.4. Remplissage d’eau 37
4.7. Domaines d‘utilisation 37
5. Mettre hors service 38
5.1. Général 38
5.2. Lance et pistolet 38
5.3. Machine débrancher 38
5.4. Bouche écoulement 38
5.5. Ranger le nettoyeur 38
5.6. Transport 38
5.7. Transport pendant gel 38
5.8. Évacuer des liquides usée de façon favorable à
l’environnement 38
6. Entretien 39
6.1. En général 39
6.2. Schéma d’entretien 39
6.2.1. En général 39
6.2.2. L’entretien périodique 39
6.2.3. Contrôle niveau d’huile/rafraîchissements 39
6.2.4. Contrôler/renouveler le niveau d’huile du
vanne pneumatique 39
6.2.5. Nettoyage du régulateur de fréquence (option)
40
1HWWR\DJHGHV¿OWUHVG¶HDX
6.2.7. L’entretien pour compte DiBO techniciens 40
/DGp¿QLWLRQFRQWU{OHTXRWLGLHQ
6.3.1. Châssis 41
6.3.2. Valves + manomètre 41
6.3.3. Pompe à haute pression 41
6.3.4. Éléments de haute et basse pression 41
6.3.5. Outil de vaporisation 41
6.3.6. Partie électrique 41
6.3.7. Réservoir d’eau 41
6.3.8. Amortisseurs de vibration 41
7. Tableau de dérèglement 42
8. Données techniques 43
8.1. En général 43
8.1.1. Machine relevé 43
8.2. Les données générales 43
8.3. Accessoires 43
9. Remisage 43
9.1. Stockage de nettoyeur à haute pression 43
9.2. Inactivité pendant longue période 43
9.3. Démantèlement en respect de l’environnement 43
10. DiBO représentations 44
11. Technical data 83

DiBO n.v. 5
Table of contents
© Copyright DiBO Inc. 45
Marking through attention symbols 45
Guarantee 46
1. Safety - General warnings 47
2. Before bring in use 48
2.1. Accomplish water supply and water outlet 48
2.1.1. Accomplish water supply 48
2.1.2. Carry away water 48
2.1.3. Anti- legionella bacterium measure 48
3. Components 49
3.1. General 49
3.2. Visual perception 49
3.3 Presentation connections utility services 50
4. Operation 51
4.1. Operation cabinet 51
4.1.1. Main switch 51
4.1.2. Emergency button 51
4.1.3. Start/stop button 51
4.2. Frequency regulator 51
4.3. Spraying tools (option) 52
4.4. Set to work 52
4.5. Pre pressure pumps 52
4.6. DiBO control 53
4.6.1. Millenium 3 53
4.6.2. Malfunctions (Millenium 3) 54
4.6.3. Selection of the pumps 55
4.6.4. Filling of the water 56
4.7. Scope of application 56
5. Turn off 57
5.1. General 57
5.2. Lance and gun 57
5.3. Water outlet 57
5.4. Disconnect machine 57
5.5. Put away machine 57
5.6. Transport 57
5.7. Transportation at frost 57
(QYLURQPHQWDOO\VDIHGLVSRVDORIXVHGÀXLGV
6. Service 58
6.1. General 58
6.2. Maintenance diagram 58
6.2.1 General 58
6.2.2. Periodic maintenance 58
6.2.3. Control oil level / refreshing of pump oil 58
6.2.4. Control/refreshing oil level of pneumatic valve
58
6.2.5. Cleaning of the frequency regulator (option) 59
&OHDQLQJRIWKHZDWHU¿OWHUV
6.2.7. Maintenance at expense DiBO technicians 59
6.3 Description daily control 60
6.3.1. Frame 60
6.3.2. Valves + manometer 60
6.3.3. High pressure pump 60
6.3.4. High pressure- and low pressure part 60
6.3.5. Spray tools 60
6.3.6. Electrical part 60
6.3.7. Water tank 60
6.3.8. Vibration dampers 60
7. Malfunction table 61
8. Technical data 62
8.1. General 62
8.1.1. Machine statement 62
8.2. General data 62
8.3. Accessories 62
9. After care 62
9.1. Store high pressure cleaner 62
9.2. No - activity during long period 62
9.3. Removes installation environment friendly 62
10. DiBO representations 63
11. Technical data 83

DiBO n.v. 6
Inhaltsverzeichnis
© Copyright DiBO N.V. 64
Warn- und Hinweissymbole 64
Garantie 65
1. Sicherheit - allgemeines Warnung 66
2. Vor der Inbetriebnahme 67
2.1. Wasser zu- und abführen 67
2.1.1. Wasser zu- und abführen 67
:DVVHUDEÀX
2.1.3. Schutz gegen Legionellen 67
3. Komponente 68
3.1. Allgemeines 68
3.2. Abbildung 68
3.3. Vorstellung Versorgungsanschlüssen 69
4. Bedienung 70
4.1. Bedienungsschrank 70
4.1.1. Hauptschalter 70
4.1.2. Notbremsung 70
4.1.3. Start/Stop Schalter 70
4.2. Frequenzregulierung 70
4.3. Sprits Gerät (Option) 71
4.4. Inbetriebnahme 71
4.5. Vordruckpumpen 71
4.6. DiBO- Lenkung 72
4.6.1. Millenium 3 72
4.6.2. Störungen 73
4.6.3. Auswahl Pumpen 74
4.6.4. Füllen von der wasser 75
4.7. Anwendungsbereich 75
5. Außerbetriebnahme 76
5.1. Allgemein 76
5.2. Lanze und Pistole 76
:DVVHUDEÀX
5.4. Gerät ausschalten 76
5.5. Gerät aufbewahren 76
5.6. Transport 76
5.7. Transport bei Frost 76
5.8. Verwendete Flüssigkeiten umweltgerecht entsorgen
76
6. Wartung 77
6.1. Allgemeines 77
6.2. Wartungsplan 77
6.2.1. Allgemeines 77
6.2.2. Regelmäßige Wartung 77
6.2.3. Kontrolle des Ölstandes und Ölwechsel 77
6.2.4. Kontrolle/erneuern das Öl des pneumatischen
Ventil 77
6.2.5. Reinigung der Frequenzregler (Option) 78
5HLQLJXQJGHU:DVVHU¿OWHU
6.2.7. Wartung auf Kosten von DiBO 78
6.3. Beschreibung der täglichen Kontrolle 79
6.3.1. Rahmen 79
6.3.2. Ventile + Manometer 79
6.3.3. Hochdruck Pumpe 79
6.3.4. Hochdruck- und Niedrigdruck Elemente 79
6.3.5. Spritzgeräte 79
6.3.6. Elektrische Teile 79
6.3.7. Wassertank 79
6.3.8. Schwingungsdämpfers 79
7. Störungstabelle 80
8. Technische Daten 81
8.1. Allgemeines 81
8.1.1. Geräteübersicht 81
8.2. Allgemeines Daten 81
8.3. Zubehör 81
3ÀHJH
9.1. Lagern Hochdruckreiniger 81
9.2. Inaktivität während lange Periode 81
9.3. Anlage umweltfreundlich entsorgen 81
10. DiBO vertretung 82
11. Technical data 83

DiBO n.v. 7
© Copyright DiBO n.v.
Niets uit deze uitgave mag verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, micro-
¿OPRIRSZHONHZLM]HGDQRRN]RQGHUYRRUDIJDDQGHVFKULIWHOLMNHWRHVWHPPLQJYDQ'L%2QY
Dit geldt ook voor de bijbehorende beelden, tekeningen en schema’s.
'L%2QYEHKRXGW]LFKKHWUHFKWRPRQGHUGHOHQWHZLM]LJHQRSHONJHZHQVWPRPHQW]RQGHUYRRUDIJDDQGHRIGL-
recte kennisgeving aan de afnemer. De inhoud van deze uitgave kan eveneens gewijzigd worden zonder vooraf-
gaande waarschuwing. Voor informatie betreffende afstellingen, onderhoudswerkzaamheden of reparaties waar in
deze uitgave niet naar verwezen wordt, wordt u verzocht contact op te nemen met uw leverancier.
'H]HXLWJDYHLVPHWDOOHPRJHOLMNH]RUJVDPHQJHVWHOG'L%2QYQHHPWJHHQYHUDQWZRRUGLQJRSYRRUHYHQWXHOH
fouten in deze uitgave of voor de gevolgen ervan.
Datum van uitgifte: september 2015.
Markering door aandachtssymbolen
In deze bedieningshandleiding en op de machine kunnen enkele zones met aandachtssymbolen worden benadrukt.
Deze aandachtssymbolen wijzen op een mogelijk gevaar of aandachtspunt. Het negeren van zulke aanwijzingen
kan leiden tot lichamelijke verwondingen, machine- of bedrijfsschade.
Bedieningshandleiding:
Voor u de hogedrukreiniger in bedrijf neemt dient u deze bedieningshandleiding aandachtig door te nemen en hem
steeds binnen handbereik te bewaren.
Let op:
Het niet (of niet precies) opvolgen van deze werk- en/of bedieningsinstructies kan leiden tot ernstig persoonlijk letsel,
dodelijk ongeval, zware machine- of bedrijfsschade.
Elektrische spanning:
Deze instructies wijzen op het correct omgaan met elektrische onderdelen van de machine. De met dit symbool
gemarkeerde zones op de machine bevatten elektrische onderdelen en mogen nooit door onbevoegde worden
geopend of aangepast.
Giftige stoffen:
Wanneer de machine is uitgerust om met chemische additieven te werken, kan het negeren van deze aandachts-
SXQWHQOHLGHQWRWLUULWDWLHVYHUZRQGLQJHQWRW]HOIVGRGHOLMNHDÀRRS9ROJGHSURGXFWLQVWUXFWLHVVWHHGVQDXZJH]HWRS
Brandgevaar:
Deze instructies duiden op handelingen welke brand kunnen veroorzaken, welke kunnen leiden tot ernstige schade
en persoonlijk verwondingen.
Hittegevaar:
Deze instructies duiden op gevaren voor hitte en hete oppervlakken, welke persoonlijke verwondingen kunnen ver-
oorzaken. Gemarkeerde zones op de machine mogen NOOIT worden aangeraakt of benaderd wanneer de machine
in bedrijf is en zelfs bij een uitgeschakelde machine blijft aandacht noodzakelijk.
Aanwijzing:
Deze instructies bevatten informatie of adviezen welke het werk vergemakkelijken en voor een veilig gebruik zorgen.

DiBO n.v. 8
Garantie
Garantieperiode: zie bijgeleverd garantiebewijs.
Inbegrepen:
Algemene onderdelen die aantoonbaar defect gegaan zijn als gevolg van materiaalfouten, fabricagefouten of
gebrekkige arbeidsprestatie. Elektrische onderdelen welke vallen onder deze bepaling.
Garantietermijn:
Deze gaat in op datum van levering. Defecten worden uitsluitend door de garantie gedekt als er een volledig
ingevuld en ondertekend garantiebewijs opgestuurd is naar DiBO (adres zie hieronder) of door via de website
het garantiebewijs te registreren op www.dibo.com.
DiBO n.v.
Hoge Mauw 250
2370 Arendonk
Belgium
Voor een aanvraag tot garantie dient u zich onmiddellijk tot uw leverancier te wenden.
Een garantieaanvraag die te laat wordt gemeld, wordt niet meer in behandeling genomen.
Garantieverlening:
De garantieverlening geschiedt door reparatie aan het defecte onderdeel.
De verzendkosten zijn altijd voor rekening van de klant.
De vervangen defecte onderdelen worden eigendom van DiBO n.v..
Niet in de garantie inbegrepen:
Indirect ontstane schade.
Normale slijtage.
Beschadigingen ontstaan door nalatigheid of ondeskundige gebruik.
Schade opgelopen tijdens laden, lossen of transport.
Schade door bevriezing.
Schade die te laat wordt aangemeld.
Kosten van reparatie door derden.
Garantie vervalt:
Bij verandering van eigenaar.
Bij wijzigingen / reparaties van een door niet erkend DiBO technieker.
Aansprakelijkheid:
DiBO n.v. kan als fabrikant niet aansprakelijk gesteld worden voor persoonlijk letsel, schade aan eigendommen
van derden, bedrijfsschade, productieverlies, kapitaalverlies, verlies van goederen en dergelijke, die ontstaan
zijn door gebrekkige of te late levering van een verkocht artikel, ongeacht de oorzaak hiervan.
DiBO n.v. kan ook niet aansprakelijk gesteld worden voor eventuele schadelijke gevolgen van chemische reini-
gingsmiddelen die worden toegevoegd.

DiBO n.v. 9
1. Veiligheid - Algemene waarschuwingen
Algemeen:
De DiBO hogedrukreiniger is een reiniger, die een waterstraal onder hoge druk voortbrengt.
'HUHLQLJHUPDJXLWVOXLWHQGZRUGHQJHEUXLNWGRRUJHWUDLQGHHQJHNZDOL¿FHHUGHSHUVRQHQGLHLQGHEHGLHQLQJ
ervan zijn geïnstrueerd en uitdrukkelijk met de bediening ervan belast zijn. Een volledige kennis van deze hand-
leiding is daarom noodzakelijk. De machine is niet geschikt voor gebruik door kinderen of jongeren (t.e.m. 16
jaar). Niet geïnstrueerd personeel of personen met beperkte psychische, fysische of motorische vaardigheden
mogen het apparaat niet gebruiken. Als de machine door andere personen gebruikt wordt dient u als eigenaar
de gebruiker op de hoogte te stellen van de veiligheidsvoorschriften.
Naast de gebruiksaanwijzing en de in het land waar de machine wordt gebruikt geldende, bindende regelingen
inzake ongevallen preventie, dienen ook de erkende vaktechnische regels voor veilig en oordeelkundig werk in
acht te worden genomen. Elke werkwijze die gevaarlijk kan zijn voor de veiligheid, dient te worden nagelaten.
Hogedrukslangen:
+RJHGUXNVODQJHQ¿WWLQJHQHQYHUELQGLQJVVWXNNHQ]LMQEHODQJULMNYRRUGHYHLOLJKHLGYDQGHPDFKLQH*HEUXLNDO-
leen door de fabrikant goedgekeurde hogedrukonderdelen! Gebruik de hogedrukslang niet als trekkabel.
Maximaal toegelaten werkdruk en temperatuur staan op de hogedrukslang gedrukt. Slangen na het gebruik met
heet water laten afkoelen of apparaat kort met koud water gebruiken.
Spuiten met hogedrukstraal:
De hogedrukstraal kan gevaarlijk zijn als zij misbruikt wordt. De straal mag niet op uzelf, personen, dieren, onder
elektrische spanning staande installaties of op het toestel zelf worden gericht.
Elektrische apparaten nooit met water afspuiten: gevaar voor personen, kortsluitingsgevaar.
Veiligheidskleding, veiligheidsbril en gehoorbescherming dragen!
Gevoelige delen niet met de puntstraal reinigen. Bij het reinigen op voldoende afstand tussen de hogedruk-
sproeier en het oppervlak letten om een beschadiging van het te reinigen oppervlak te vermijden.
Tijdens het bedrijf alle afdekkingen en deuren van de machine gesloten houden.
Baken de spuitplaats duidelijk af en voorzie hierbij een afgebakende afstand van min. 6 m rond de spuitplaats.
Verwijder alle losliggende elementen binnen de spuitplaats, welke zouden kunnen opvliegen.
Spuit nooit vanaf een onstabiele standplaats (ladder, bootje, steiger, ... ).
Tijdens het werken met de machine treden aan de spuitlans terugslagkrachten op.
Indien de spuitlans schuin staat, treedt er bovendien een draaimoment op.
Houdt daarom de spuitlans met beide handen vast.
Spuitlans:
Schakel de machine uit als de spuitlans vervangen wordt.
Let op de aanwezigheid van de beschermkap (kunststofdop) rond de spuitkop.
Draai de lanskoppeling op het pistool stevig vast. De hendel van het pistool mag bij gebruik niet worden vastge-
klemd. Voor de spuitwerkzaamheden: houd de spuitlans steeds naar beneden gericht!
Machine:
Neem de machine nooit zonder water in gebruik. Zelfs een kortstondig gebrek aan water kan tot ernstige be-
schadigingen leiden! Wanneer de machine op een drinkwaterleidingnet wordt aangesloten, dienen de daarover
bestaande voorschriften ( EN 1717 ) te worden nageleefd. Werk nooit tijdens ongunstige weersomstandigheden
(bijv: onweer, regenweer,...) in de open lucht. De machine dient op een stabiele horizontale ondergrond te staan!
Werken bij kunstlicht: indien daglicht niet voldoende zichtbaarheid biedt tijdens het bedrijf, strekt het gebruik van
aangepaste waterdichte verlichtingsarmaturen tot aanbeveling. In ruimten voorzien van standaard verlichting
moet deze op ruime afstand van de waterstraal blijven. Vaste instellingen van de machine mogen in geen geval
zelf gewijzigd worden. De hogedrukreiniger is door DiBO bedrijfsklaar gemaakt en getest volgens de geldende
veiligheidsnormen. Nooit oplosmiddelhoudende vloeistoffen zoals benzine, olie of verdunning aanzuigen, de
ontstane sproeinevel kan uiterst ontvlambaar en/of giftig zijn. Wanneer de machine in bedrijf is mag deze nooit
onbeheerd worden achtergelaten. Let op voldoende ventilatie. Machine niet afdekken of in ruimten gebruiken
met onvoldoende ventilatie! Voertuigbanden/bandventielen mogen uitsluitend gereinigd worden van op een
minimum spuitafstand van 30 cm. Anders kan de voertuigband/het bandventiel beschadigd worden door de
hogedrukstraal. Het eerste teken van een beschadiging is de verkleuring van de band.
Beschadigde voertuigbanden zijn een bron van gevaar.
Asbesthoudende en andere materialen die gevaarlijke stoffen bevatten, moegen niet afgespoten worden.
Verkeer:
Bescherm leidingen en kabels die over een rijweg lopen met rijplaten.

DiBO n.v. 10
Waterafvoer:
Zorg voor een degelijke en vlotte waterafvoer van het afvalwater.
Als er met schadelijke chemicaliën gereinigd wordt of wanneer het te reinigen object sterk vervuild is, moet het
afvalwater worden gezuiverd alvorens dit in de riool te lozen.
Reinigingsmiddelen ( indien van toepassing ):
Lees altijd eerst de voorschriften op de verpakking van het product.
Reinig nooit met ontvlambare producten. Zorg voor aparte opvang/reiniging van afvoerwater.
Zorg voor de nodige persoonlijke beschermingsmiddelen ( handschoen, kleding, bril, ... ).
Volg de instructies van het product nauwgezet op. Zet de tank direct naast de machine.
Verwijder de vuldop en hang de aanvoerslang in de tank. Zorg steeds voor een ontluchtingsgat aan de vuldop!
Gebruik steeds het meest geschikte medium om de chemicaliëntank te vullen.
Zorg er dus steeds voor dat de tank voldoende beschermd is tegen het gebruikte medium.
Persoonlijke veiligheidsmaatregelen:
De machine niet verplaatsen tijdens bedrijf. Vermijd een slechte lichaamshouding.
Raadpleeg bij huidpenetratie onmiddellijk een arts en meld zeker het soort gebruikte product.
Trillingen:
Een lange gebruiksduur van de reiniger kan door de vibraties aan lans en spuitpistool, leiden tot lichamelijke
kwalen zoals bijv.: doorbloedingsstoornissen.
Zorg daarom steeds voor persoonlijke beschermingsmaatregelen zoals bijv.: handschoenen.
Bij regelmatig, langdurig gebruik van de reiniger en bij herhaaldelijk optreden van de symptomen (bv: kriebelen
van vingers, koude vingers) raden wij aan een medisch onderzoek te ondergaan!
Ononderbroken werken is afgeraden, werk daarom met pauzes!
Aanwijzing betreffende mogelijke inademing van aërosolen:
Tijdens het gebruik van de unit kunnen aërosolen ontstaan. Deze aërosolen zijn schadelijk voor de gezondheid.
Neem de nodige voorzorgsmaatregelen om mogelijke inademing van aërosolen te voorkomen (bijv. : stofmas-
kers ter bescherming, klasse FFP 2 of hoger). De DiBO lans is uitgerust met een beschermdop vooraan die een
minimale bescherming biedt tegen het vrijkomen van aërosolen.
2. Voor het in gebruik nemen
Vóór elke inbedrijfsstelling moeten alle wezenlijke delen van de hogedrukreiniger gecontroleerd worden zoals bv: zit
de lanskoppeling stevig vast, hogedrukslangen en elektrische bedrading controleren op beschadigingen. Controleer,
alvorens stekker in stopcontact te steken of de elektrische indicaties op het naamplaatje overeenstemmen met de
waarden op het voedingsnet ( bv. elektrische spanning,...). Machine in bedrijf zetten. Spoel de slangen, pistool en
lans minimaal 1 minuut met zuiver water (pistool in de vrije ruimte richten). Controleer of van het te reinigen object
gevaarlijke stoffen zoals bv. asbest en olie kunnen losraken en het milieu kunnen vervuilen. Overtuig uzelf van de
veiligheidsvoorschriften uit voorgaand hoofdstuk. Laat de hoofd- en bedrijfsschakelaar op stand OFF (=UIT).
2.1. Water aan- en afvoeren tot stand brengen
2.1.1. Wateraanvoer tot stand brengen
De wateraanvoerleiding kan (naar omstandigheden) worden aangesloten op een eigen watervoorziening
(onder druk) of op een drinkwaterleidingnet met waterbak. Wanneer de machine op een drinkwaterleidingnet
wordt aangesloten, dienen de daarover bestaande voorschriften (EN 1717) te worden nageleefd.
,QGLHQQRGLJLQGHZDWHUDDQYRHUOHLGLQJHHQ¿OWHUSODDWVHQ
Wateraanvoer onder druk:
Maximum slang lengte 50 m (160 ft), minimum slang diameter (inwendig) 12.7 mm (1/2”).
Controleer de waterdruk met behulp van een watermeter.
2.1.2. Water afvoeren
Controleer dat alle waterafvoeren correct op de riolering zijn aangesloten.
Neem de nodige maatregelen opdat het afvalwater zuiver genoeg is om te lozen.
2.1.3. Anti-legionellabacterie maatregel
Als de machine enige tijd heeft stil gestaan, moet het water in de machine boven een afvoer afgelaten wor-
den. Stilstaand water dat tussen de 20 - 55°C warm is kan de legionellabacterie veroorzaken.
- Reinig daarom jaarlijks de leidingen en vaten.
- Spoel periodiek na.
- Verwijder mogelijk bezinksel

DiBO n.v. 11
3. Componenten
3.1. Algemeen
Ongeacht het type hogedrukreiniger bestaat de reiniger uit een reeks kenmerkende machineonderdelen welke
hieronder getoond worden. Zo heeft elke reiniger zijn eigen maximum druk en maximaal debiet.
Deze kunt u terug vinden in de technische gegevens van de machine.
3.2. Visuele voorstelling
Watertank
Bedieningskast
Pneumatisch ventiel
Elektromotor
0RWRUSRPSÀHQV
Hogedrukpomp

DiBO n.v. 12
VOEDING ELEKTRICITEIT
AANSLUITING PERSLUCHT
AANSLUITING WATER
UITGANG HOGEDRUK
3.3. Voorstelling aansluitingen nutsvoorzieningen

DiBO n.v. 13
4. Bediening
4.1. Bedieningskast
4.1.1. Hoofdschakelaar
De hoofdschakelaar is gemonteerd op de linker zijkant van de electrokast en is uitgevoerd als rode draai-
schakelaar. De hoofdschakelaar is uitgevoerd als een draaiknopschakelaar en heeft twee standen:
- 0 = UIT
- 1 = AAN
4.1.2. Noodstop
De noodstop is uitgevoerd als een rode knop met rondom een gele schijf.
Door op de noodstop te drukken, activeert u hem en stopt de machine onmiddellijk.
Om de machine terug gebruiksklaar te maken draait u de knop en springt de noodstop terug uit.
4.1.3. Start/stop schakelaar
De start/stop toets is uitgevoerd als een groene en rode drukknop met tussen gebouwd lampje.
/DPSMHOLFKWRSDOVGHPDFKLQHLQZHUNLQJLVHQÀLNNHUWELMHHQVWRULQJ
Om de machine te starten/stoppen dient men op de desbetreffende knop te duwen.
- 0=UIT
- 1= AAN
4.2. Frequentieregelaar (optie)
De frequentieregelaar is naast de electrokast gemonteerd. Frequentieregelaars worden meestal gebruikt om de
snelheid van een elektromotor te regelen door het koppel (de actieve stroom) te regelen.
Voor de juiste instelling dient men de handleiding van de frequentieregelaar te raadplegen.
(UNDQ]LFKHHQVWRULQJYDQGHIUHTXHQWLHUHJHODDUYRRUGRHQ:DQQHHUHHQVWRULQJRSWUHHGWJDDWGHODPSÀLN-
keren bij de start/stop schakelaar en valt de unit uit. Afhankelijk van de melding, kan de machine weer gestart
worden door de storing op te heffen, op stop te drukken en dan weer te starten met de start toets.
De frequentieregelaar dient periodiek gereinigd te worden om stofvervuiling in de regelaar tegen te gaan.
Dit kan gebeuren door bijv: het stof af te blazen met perslucht, kleine borstel.
Aandrijvingen zijn uitgerust met een koelventilator welke zo vaak als nodig gereinigd dient te worden en eventu-
eel, indien noodzakelijk, eenvoudig vervangen kan worden.
Hoofdschakelaar
Noodstop
Start/stop schakelaar

DiBO n.v. 14
4.3. Spuitgereedschap (optie)
Het hogedrukspuitpistool is uitgevoerd met een grijze handgreep.
Niet spuiten: hendel in de handgreep loslaten.
Spuiten: hendel in de handgreep indrukken.
Spuitbeveiliging: klap de blokkeerpal in de hendel uit.
4.4. Werking
Na het in bedrijf zetten komt het leidingnet automatisch onder druk te staan.
(URQWVWDDWHHQÀRZQDDUGHKRJHGUXNOHLGLQJZDQQHHUHUHHQDIQDPHLV
De eerste pomp heeft tien seconden nodig voor de leiding onder druk te brengen.
Blijft de druk te laag dan schakelt direct de tweede pomp bij. Het afschakelen van de pompen gebeurt als volgt:
:DQQHHUGHZHUNGUXNYROGRHQGHLVHQGHÀRZGLHJHPHWHQZRUGWLVWHNOHLQLQYHUKRXGLQJWRWKHWDDQWDOLQJH-
schakelde pompen, schakelt een pomp uit. Indien men op de stop toets drukt schakelen de pompen direct uit.
De watertank wordt continu bewaakt door een analoge drukmeting, door deze meting kan de PLC een magneet-
klep aansturen om de tank bij te vullen wanneer nodig. Tegelijkertijd wordt de temperatuur van het water in de
watertank gemeten, zodat deze onder de maximumtemperatuur van de pomp blijft.
Via het scherm (optie) van de PLC kan men de meetwaarden, draaiuren en foutmeldingen raadplegen.
Hiervoor dient men de electrokast te openen of afhankelijk van het type kan het ook afgelezen worden op het
VFKHUPYDQGHHOHFWURNDVW'LWPDJHQNHOGRRUJHNZDOL¿FHHUGSHUVRQHHOJHEHXUHQ9RRUGHHHUVWHLQEHGULMIV-
name dient men ervoor te zorgen dat de waterleiding grondig gespoeld is. Daarna moet men de machine eerst
enige tijd in bedrijf stellen zonder op start te drukken, zodat de watertank gevuld kan worden.
Let erop dat de wateraanvoer voldoende is (=hoger dan het debiet van de unit), en de voorgeschreven water-
temperatuur niet overschreden wordt. De werkdruk wordt geregeld door een bypass ventiel.
Indien men een mechanisch ventiel heeft, is dit in de fabriek afgesteld.
Indien men een pneumatisch ventiel heeft, dient men te zorgen voor de perslucht toevoer (een vaste verbin-
ding). De perslucht moet door een erkend installateur op de unit worden aangesloten, en moet minimum 5 bar
en maximum 6 bar zijn. Controleer de persluchtdruk door middel van de manometer.
4.5. Voordrukpompen
Voordrukpompen zijn enkel aanwezig bij de hoge temperatuur pompen. De voordrukpomp dient om voldoende
debiet van water te voorzien om de hogedrukpomp te voeden en om cavitatie te voorkomen.
Cavitatie is het verschijnsel dat in een bewegende vloeistof de plaatselijke druk lager wordt dan de dampdruk
van de vloeistof. Hierdoor zullen dampbellen ontstaan die met kracht kunnen imploderen in de pomp en bescha-
digingen kunnen veroorzaken. Voor al deze toepassingen bij hoge temperatuur, is het ABSOLUUT ESSENTI-
EEL om de pomp met positieve druk te voeden (minstens 3 bar) en met een voldoende hoeveelheid water.
Blokkeerpal

DiBO n.v. 15
4.6. DiBO- sturing
4.6.1. Millennium 3
De DiBO- sturing geeft onder andere het volgende aan:
- Storingen
- Status van de machine
- Bedrijfsuren
Na het opzetten van de hoofdschakelaar verschijnt het volgende op de display:
Dit scherm laat zien dat de unit in orde is en toont tevens de druk, temperatuur en tankniveau van de ma-
chine (zie technische gegevens). Dit is het werkscherm en geeft de relevante procesgegevens weer.
Om tijdens het bedrijf de actieve pompen te raadplegen drukt men op toets A.
Dit scherm toont alle pompen die op dat moment actief zijn.
Om tijdens het bedrijf de werkuren te raadplegen drukt men op toets B.
Dit scherm toont het aantal werkuren per pomp.
2PWLMGHQVKHWEHGULMIÀRZHQZHUNGUXNWHUDDGSOHJHQGUXNWPHQWHJHOLMNHUWLMGRSGH$HQ%WRHWV
'LWVFKHUPWRRQWÀRZHQZHUNGUXN

DiBO n.v. 16
4.6.2. Storingen
De sturing kan 8 verschillende storingen weergeven:
Op de electrokast is de storing zichtbaar door middel van een knipperende lamp (tussen start/stop toets).
Afhankelijk van de melding, kan de machine weer gestart worden door de storing op te heffen, op stop te
drukken en dan weer te starten met de start toets.

DiBO n.v. 17
4.6.3. Selectie pompen
Deze indicatie komt op het scherm als de watertank gevuld is en er geen pomp op actief staat.
Men dient op de + toets te drukken om de pompen in te schakelen.
Als men dan op de + toets gedrukt heeft verschijnt enkele seconden later dit scherm en zijn alle pompen
actief gezet. Dit wil zeggen dat alle pompen mee in de cyclus worden opgenomen.
Als men op de MIN toets drukt kan men een pomp op non- actief zetten.
Na enkele seconden komt op het scherm welke pomp actief blijft.
Als men opnieuw op de MIN toets drukt zet men de andere pomp op actief en degene die actief was op
non- actief. Met de MIN toets kan men dus steeds blijven switchen tussen de pompen.
Om beide pompen terug te activeren, dient men op de + toets te drukken.

DiBO n.v. 18
4.6.4. Vullen van het water
Als je de machine onder spanning zet en het niveau lager is dan het minimum niveau of de tank is leeg, dan
wordt deze gevuld en moet er gewacht worden tot de tank gevuld is vooraleer men de unit kan starten.
Als de tank gevuld is, wordt gedurende enkele seconden, deze melding op het scherm getoond.
4.7. Toepassingsgebied
(HQHI¿FLsQWHKRJHGUXNUHLQLJLQJZRUGWEHUHLNWGRRUKHWQDOHYHQYDQHQNHOHULFKWOLMQHQJHFRPELQHHUGPHWXZ
HLJHQHUYDULQJHQ(ONHUHLQLJLQJVWDDNLVYHUVFKLOOHQGHQVSHFL¿HNFRQWDFWHHUGDDURP'L%2YRRUGHEHVWHRSORV-
sing in uw toepassingsgebied.
Gebruik van reinigingsmiddelen (indien van toepassing): het te reinigen oppervlak dient besproeid te worden
zodat het product gedurende enige tijd kan inwerken (niet laten drogen!) alvorens te reinigen met de hogedruk-
straal. Reinigingsmiddelen kunnen het reinigingseffect verhogen als ze correct worden gebruikt!
Neem steeds de veiligheidsinstructies van het gebruikte product in acht!
Koud water (hogedruk) reinigen: verwijderen van (lichte) verontreinigingen en schoonspoelen.
Warm water (hogedruk) reinigen (indien van toepassing): het reinigingseffect wordt dermate verbetert bij verho-
ging van de temperatuur (temperatuur proefondervindelijk instellen volgens toepassingsgebied).
Reinigen via spuitlans met roterende kop (indien van toepassing): reinigingsmethode om sterke lagen vuil te
verwijderen.
Reinigen via een stoomlans (indien van toepassing): deze stoomfunctie (door water te oververhitten) wordt ge-
bruikt in ‘gevoelige’ reinigingstoepassingen (bv: schadegevoelige oppervlakken) waar er door middel van stoom
hardnekkig vuil (bv: ontvetter) wordt verwijderd.
Let op: dit toepassingsgebied heeft hoge reinigingstemperaturen en vergt verscheidene veiligheidsmaatregelen!

DiBO n.v. 19
5. Buiten werking stellen
5.1. Algemeen
Zet de bedrijfsschakelaar op OFF wanneer je de werken beëindigd.
5.2. Lans en pistool
Ontkoppel de lans en berg deze op.
Draai de wateraanvoer dicht.
Hoge- en lagedrukslangen oprollen.
5.3. Water afvoeren
Zie punt 1 - Veiligheid en 2.1.2.
5.4. Machine uitschakelen
Bedien de DiBO- sturing.
Druk op de stop toets (0= UIT).
Schakel de elektriciteit uit.
Draai de watertoevoer dicht.
Draai de perslucht toevoer dicht (enkel bij een PN3- ventiel).
5.5. Machine opbergen
5HLQLJLQGLHQQRGLJGHZDWHU¿OWHU
De handleiding binnen handbereik opbergen.
Zorg dat de machine vorstvrij staat.
5.6. Transport
Let bij transport op het volgende:
Houd de machine tijdens transport zoveel mogelijk horizontaal, hiermee voorkomt men dat er olie uit de pomp
lekt. Laad de machines met behulp van een heftruck, hydraulische laadvloer of een takel.
Sjor de machines (indien nodig) degelijk op de laadvloer vast.
5.7. Transport bij vorst
Vervang de wateraanvoerslang door een kort stukje slang en hang dit met zijn uiteinde in de antivries, zodat de
machine de antivries kan opzuigen.
Haal de lans van het pistool en zet de machine in werking.
Spuit tot er antivries uit het pistool komt.
De machine is nu met antivries gevuld, stop de machine.
Tip: Door het uitstromende antivrieswater op te vangen, kan dit later worden hergebruikt.
5.8. Gebruikte vloeistoffen milieuvriendelijk afvoeren
Er mogen geen vloeistoffen (antikalk product, olie, benzine, diesel, ontharder, ...) willekeurig geloosd worden
omwille van het milieu! Zorg daarom als gebruiker, steeds voor een milieuvriendelijke afvoer van deze vloeistof-
fen (zonder bodemverontreiniging) volgens de lokaal, geldende richtlijnen.

DiBO n.v. 20
6. Onderhoud
6.1. Algemeen
Alle onderhoudswerkzaamheden dienen bij een uitgeschakelde machine en drukloze slangen te gebeuren.
Het controleren van de elektrische onderdelen mag uitsluitend gebeuren door een deskundige.
Direct na de werkzaamheden dienen alle veiligheid- en beschermingsdelen gemonteerd te worden, voordat de
machine in werking gezet wordt.
Een “gouden regel” die bijdraagt aan een perfect werkende machine met weinig problemen, is wel de volgende:
EEN DAGELIJKSE CONTROLE EN REINIGING VAN DE MACHINE DOET VAAK WONDEREN!
Om een perfect werkend systeem te kunnen garanderen, heeft men ten eerste een betrouwbare en technisch
goed bedachte machine nodig, die dan ten tweede op regelmatige tijdstippen met een grondig onderhoud wordt
geconfronteerd. Daar door de ervaring en de “knowhow” van DiBO een technisch goed werkende machine
wordt verzekerd en grote onderhousbeurten kunnen worden uitgevoerd door ervaren DiBO- technici via af-
spraak of onderhoudscontract, kunnen we alvast stellen dat aan deze twee punten wordt voldaan.
6.2. Onderhoudsschema
6.2.1. Algemeen
De gebruiker mag alleen die verrichtingen uitvoeren waarvoor in dit boek toestemming wordt gegeven.
Elke andere handeling is verboden!
6.2.2. Periodiek onderhoud
- Controle van de elektrische kabels, hoge en lage druk
slangen en koppelingen, controle van het oliepeil. Na elk gebruik.
- Verversing pompolie. Eerste 50 uur.
5HLQLJLQJZDWHU¿OWHU Elke 50 uur.
- Alle navolgende verversingen van de pompolie. Elke 200 uur.
- Extra controle/vervanging van dichtingen, kleppen, o-
ringen door erkende DiBO- technici! Elke 600 uur.
6.2.3. Controle oliepeil / verversing pompolie
Controleer voor elk gebruik van de machine de olie via het oliepeilglas of met de oliepeilstaaf.
De olie moet gelijk met het merkteken van het oliepeilstaaf staan, indien dit niet het geval is, olie bijvullen tot
aan het merkteken. Als de olie er melkachtig uitziet, direct de DiBO technici raadplegen.
Om de olie te verversen, ga als volgt te werk:
- De aftapdop onderaan de pomp losschroeven.
- De tap met de oliepeilstaaf losschroeven.
- Alle olie in een bak opvangen en de olie afvoeren.
- De aftapdop er weer opschroeven en de olie in het gat aan de bovenkant tot op het juiste niveau bijvullen.
- De tap met de oliepeilstaaf er weer opschroeven. Aanbevolen olie: 1.836.041.
6.2.4. Controle/verversing oliepeil pneumatisch ventiel
Controleer het oliepeil regelmatig via het kijkglas bovenaan.
De olie heeft geen smeerfunctie (=statische functie), er is dus geen slijtage mogelijk!
Bijvullen is enkel gewenst wanneer het olieniveau gedaald is.
De olie moet gelijk met het merkteken van het oliekijkglas staan, indien dit niet het geval is, olie bijvullen tot
aan het midden van het kijkglas. Als de olie er melkachtig uitziet, direct de DiBO technici raadplegen.
Bij vervangen van olie bij een pneumatisch ventiel ga je als volgt te werk:
- De tap bovenaan met de oliepeilstaaf losschroeven.
- Olie in het gat aan de bovenkant tot op het midden van niveau bijvullen en de aftapdop er weer opschroe-
ven.
- Aanbevolen olie: 1.836.025 (+- 0.6 liter hydraulische olie).
Table of contents
Languages:
Other Dibo Pressure Washer manuals

Dibo
Dibo IBH-S User manual

Dibo
Dibo 1D CPU-S User guide

Dibo
Dibo JMB-S Series User guide

Dibo
Dibo JMB-MG User manual

Dibo
Dibo JMB-C+ 200/18 WWC TG Series User guide

Dibo
Dibo JMB-C+ Series User guide

Dibo
Dibo PW-C20 150/8 User manual

Dibo
Dibo PTL-M User manual

Dibo
Dibo JMB-ME 200/15 TG AK User guide

Dibo
Dibo HOTBOX Series User manual
Popular Pressure Washer manuals by other brands

Kärcher
Kärcher KHB 5 Battery operating instructions

Samoa
Samoa Larius GHIBLI 10:1 HYDRO CLEANER Operating and maintenance manual

General Pump
General Pump 2100306 Operator's manual

Predator
Predator 58027 user manual

Generac Portable Products
Generac Portable Products 1281-0 owner's manual

Graco
Graco Hydra-Clean 2510 Instructions-parts list