Dibo PTL-S User manual

www.dibo.com
PTL-S
1.780.042
(Nederlands / Français / English / Deutsch)
Lees deze oorspronkelijke gebruiksaanwijzing aandachtig door alvorens de hogedrukreiniger in gebruik te nemen.
Neem alle veiligheidsvoorschriften in acht!
Lisez ce mode d’emploi original attentivement avant d’utiliser le nettoyeur à haute pression.
Prenez toutes précautions de sécurité nécessaire!
R
R
Re
ad this original instructions manual
a
a
ttentively before operatin
g
g
t
th
e high pressure cleaner.
T
T
Ta
ke all safety in
s
st
ructions in mind!
Lesen Sie aufmerksam diese ursprüngliche gebrauchsanweisung bevor Sie benutzen der reiniger unter hohem Druck.
Beachten Sie alle Sicherheitsvorsichtmaßnahmen notwendig!

DiBO n.v. 2

DiBO n.v. 3
Inhoudstabel
© Copyright DiBO n.v. 7
Markering door aandachtssymbolen 7
Garantie 8
1. Veiligheid - Algemene waarschuwingen 9
2. Voor het in gebruik nemen 11
2.1. Water aan- en afvoeren tot stand brengen 11
2.1.1. Wateraanvoer tot stand brengen 11
2.1.2. Water afvoeren 11
2.1.3. Anti-legionellabacterie maatregel 11
2.2. Brandstoftank vullen 11
3. Bediening 12
3.1. Algemeen 12
3.2. Visuele voorstelling 12
3.3. Componenten overzicht 13
4. Bediening 14
4.1. Starten met benzinemotor 14
4.2. Bedrijfsschakelaar: met handgestarte motor 15
4.3. Bedrijfsschakelaar: met elektrisch gestarte motor 15
4.4. Trekkoord 16
4.5. Drukregelaar 16
4.6. Spuitgereedschap 16
4.7. In bedrijf zetten 17
4.8. HT pompen 17
4.9. Toepassingsgebied 17
5. Buiten werking stellen 18
5.1. Lans en pistool 18
5.2. Machine 18
5.3. Water afvoeren 18
5.4. Machine opbergen 18
5.5. Gebruikte vloeistoen milieuvriendelijk afvoeren 18
5.6. Transport 18
5.7. Transport bij vorst 18
6. Onderhoud 19
6.1. Algemeen 19
6.2. Onderhoudsschema 19
6.2.1. Algemeen 19
6.2.2. Periodiek onderhoud 19
6.2.3. Verversing van de pompolie en oliepeil 19
6.2.4. Verversing van reductiekastolie en oliepeil 20
6.2.5. Onderhoud benzinemotor 20
6.2.6. Reinigen van de waterfilters 20
6.2.7. Onderhoud voor rekening DiBO technici 20
6.3. Omschrijving dagelijkse controle 20
6.3.1. Frame 20
6.3.2. Ventielen + manometer 20
6.3.3. Hogedrukpomp 20
6.3.4. Hogedruk- lagedrukgedeelte 20
6.3.5. Spuitgereedschap 21
6.3.6. Elektrisch gedeelte 21
6.3.7. Motor 21
6.3.8. Olie aftappen hogedrukpomp 21
6.3.9. Olie vullen hogedrukpomp 21
6.3.10. Gebruikte olie afvoeren 21
7. Storingstabel 22
8. Technische gegevens 23
8.1. Algemeen 23
8.1.1. Machine overzicht 23
8.2. Algemene gegevens 23
8.3. Toebehoren 23
9. Nazorg 23
9.1. Opslaan hogedrukreiniger 23
9.2. Inactiviteit gedurende lange periode 23
9.3. Installatie milieuvriendelijk afvoeren 23
10. DiBO vertegenwoordigingen 24
11. Technical data 79
12. Nozzles 82

DiBO n.v. 4
Table des matières
© Copyright DiBO s.a. 25
Marquage par des symboles attirant l’attention 25
Garantie 26
1. Sécurité - Avertissements généraux 27
2. Avant l’utilisation 29
2.1. L’arrivée et l’évacuation de l’eau 29
2.1.1. Réaliser l’arrivée de l’eau 29
2.1.2. Évacuation d’eau 29
2.1.3. Mesure contre la bactérie de la légionellose 29
2.2. Remplir le réservoir combustible 29
3. Commande 30
3.1. En général 30
3.2. Le présentation visuel 30
3.3. Composante relève 31
4. Service 32
4.1. Démarrer avec moteur à essence 32
4.2. Interrupteur de commande: démarrage manuel 33
4.3. Interrupteur de commande: démarrage électrique 33
4.4. Démarreur à corde 34
4.5. Régulateur de pression 34
4.6. Outil de vaporisé 34
4.7. Fonctionnement 35
4.8. Pompes Haute Température 35
4.9. Domaines d‘utilisation 35
5. Mettre hors service 36
5.1. Lance et pistolet 36
5.2. Machine 36
5.3. Bouche écoulement 36
5.4. Range machine 36
5.5. Évacuer liquides usée respectueux de l’environne-
ment 36
5.6. Transport 36
5.7. Transport pendant gelée 36
6. Entretien 37
6.1. En général 37
6.2. Schéma d’entretien 37
6.2.1. En général 37
6.2.2. L’entretien périodique 37
6.2.3. Contrôle niveau - rafraîchissements d’huile 37
6.2.4. Rafraîchissement niveau huile du réducteur 37
6.2.5. Entretien moteur à essence 38
6.2.6. Nettoyage des filtres de l’eau 38
6.2.7. L’entretien pour compte DiBO techniciens 38
6.3. La définition contrôle quotidien 38
6.3.1. Châssis 38
6.3.2. Valves + manomètre 38
6.3.3. Pompe haute pression 38
6.3.4. Éléments de haute et basse pression 38
6.3.5. Outil de vaporisation 38
6.3.6. Partie électrique 38
6.3.7. Moteur 39
6.3.8. Pompe de vidange de pression d’huile 39
6.3.9. Remplis l’huile pompe à haute pression 39
6.3.10. Évacuations d’huile usées 39
7. Tableau de dérèglement 40
8. Données techniques 41
8.1. En général 41
8.1.1. Machine relevé 41
8.2. Les données générales 41
8.3. Accessoires 41
9. Remisage 41
9.1. Stockage de nettoyeur à haute pression 41
9.2. Inactivité pendant longue période 41
9.3. Démantèlement en respect de l’environnement 41
10. DiBO représentations 42
11. Technical data 79
12. Nozzles 82

DiBO n.v. 5
Table of contents
© Copyright DiBO Inc. 43
Marking through attention symbols 43
Guarantee 44
1. Safety - General warnings 45
2. Before bring in use 47
2.1. Accomplish water supply and water outlet 47
2.1.1. Accomplish water supply 47
2.1.2. Carry away water 47
2.1.3. Anti- legionella bacterium measure 47
2.2. Filling the fuel tank 47
3. Operation 48
3.1. General 48
3.2. Visual perception 48
3.3. Component review 49
4. Operation 50
4.1. Start with petrol motor 50
4.2. Working switch: with hand started engine 51
4.3. Working switch: with electric started engine 51
4.4. Pull rope 52
4.5. Pressure regulator 52
4.6. Spraying tools 52
4.7. Set to work 53
4.8. Pumps HT 53
4.9. Scope of application 53
5. Turn o 54
5.1. Lance and gun 54
5.2. Machine 54
5.3. Water outlet 54
5.4. Put away machine 54
5.5. Environmentally safe disposal of used fluids 54
5.6. Transport 54
5.7. Transportation at frost 54
6. Service 55
6.1. General 55
6.2. Maintenance diagram 55
6.2.1 General 55
6.2.2. Periodic maintenance 55
6.2.3. Control/refreshing of oil level and pump oil 55
6.2.4. Control/refreshing the reduction oil - oil level 55
6.2.5. Maintenance petrol motor 56
6.2.6. Cleaning of the water filters 56
6.2.7. Maintenance at expense/DiBO technicians 56
6.3 Description daily control 56
6.3.1. Frame 56
6.3.2. Valves + manometer 56
6.3.3. High pressure pump 56
6.3.4. High and low pressure part 56
6.3.5. Spray tools 56
6.3.6. Electrical part 56
6.3.7. Engine 57
6.3.8. Oil drainage high pressure pump 57
6.3.9. Oil filling high pressure pump 57
6.3.10. Carry away used oil 57
7. Malfunction table 58
8. Technical data 59
8.1. General 59
8.1.1. Machine statement 59
8.2. General data 59
8.3. Accessories 59
9. After care 59
9.1. Store high pressure cleaner 59
9.2. Non - activity during long period 59
9.3. Removes installation ecologically sound 59
10. DiBO representations 60
11. Technical data 79
12. Nozzles 82

DiBO n.v. 6
Inhaltsverzeichnis
© Copyright DiBO N.V. 61
Warn- und Hinweissymbole 61
Garantie 62
1. Sicherheit - Allgemeine Warnungen 63
2. Vor Inbetriebnahme 65
2.1. Wasser zu- und abfluss 65
2.1.1. Wasseranschluss herstellen 65
2.1.2. Wasserabfluss 65
2.1.3. Maßnahme gegen Legionella- Bakterien 65
2.2. Brennstotank 65
3. Komponenten 66
3.1. Allgemein 66
3.2. Visuelle Abbildung 66
3.3. Übersicht Funktionskomponenten 67
4. Bedienung 68
4.1. Bedienung mit Benzinmotor 68
4.2. Arbeitsschalter: mit dem Handgestarte Motor 69
4.3. Arbeitsschalter: mit dem elektrisch gestarte Motor 69
4.4. Zugseil 70
4.5. Druckregulierung 70
4.6. Spritzwerkzeuge 70
4.7. Inbetriebnahme 71
4.8. HT Pumpen 71
4.9. Anwendungsbereich 71
5. Außerbetriebnahme 72
5.1. Spritzlanze und pistole 72
5.2. Reiniger 72
5.3. Wasserabfluss 72
5.4. Gerät auewahren 72
5.5. Umweltfreundlich entleeren von benutzte Flüssigkei-
ten 72
5.6. Transport 72
5.7. Transport bei Frost 72
6. Instandhaltung 73
6.1. Allgemein 73
6.2. Wartungsplan 73
6.2.1. Allgemein 73
6.2.2. Regelmäßige Wartung 73
6.2.3. Kontrolle Ölstandes/Erneuerung Pumpenöls 73
6.2.4. Regelung/Erneuern Öls-Schmierölstandes 73
6.2.5. Wartung Benzinmotor 74
6.2.6. Reinigung der Wasserfilter 74
6.2.7. Wartung durch DiBO Techniker 74
6.3. Beschreibung der täglichen Kontrolle 74
6.3.1. Gehäuse 74
6.3.2. Ventile + Manometer 74
6.3.3. Hochdruck- Pumpe 74
6.3.4. Hochdruck und niedrigdruck Elemente 74
6.3.5. Spritzgeräte 74
6.3.6. Elektrischer Teil 74
6.3.7. Motor 75
6.3.8. Öl entfernen Hochdruckpumpe 75
6.3.9. Öl füllen Hochdruckpumpe 75
6.3.10. Benutztes Öl abführen 75
7. Störungstabelle 76
8. Technische Daten 77
8.1. Allgemein 77
8.1.1. Geräteübersicht 77
8.2. Allgemeines Daten 77
8.3. Zubehör 77
9. Nachbehandlung 77
9.1. Lagerung Hochdruckreiniger 77
9.2. Inaktivität über längere Periode 77
9.3. Geräte umweltfreundlich entsorgen 77
10. DiBO vertretung 78
11. Technical data 79
12. Nozzles 82

DiBO n.v. 7
© Copyright DiBO n.v.
Niets uit deze uitgave mag verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, micro-
film of op welke wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van DiBO n.v.®.
Dit geldt ook voor de bijbehorende beelden, tekeningen en schema’s.
DiBO n.v.® behoudt zich het recht om onderdelen te wijzigen op elk gewenst moment, zonder voorafgaande of directe
kennisgeving aan de afnemer. De inhoud van deze uitgave kan eveneens gewijzigd worden zonder voorafgaande
waarschuwing.
Voor informatie betreende afstellingen, onderhoudswerkzaamheden of reparaties waar in deze uitgave niet naar
verwezen wordt, wordt u verzocht contact op te nemen met uw leverancier.
Deze uitgave is met alle mogelijke zorg samengesteld. DiBO n.v.® neemt geen verantwoording op voor eventuele
fouten in deze uitgave of voor de gevolgen ervan.
Datum van uitgifte: juni 2009.
Markering door aandachtssymbolen
In deze bedieningshandleiding en op de machine kunnen enkele zones met aandachtssymbolen worden benadrukt.
Deze aandachtssymbolen wijzen op een mogelijk gevaar of aandachtspunt. Het negeren van zulke aanwijzingen kan
leiden tot lichamelijke verwondingen, machine- of bedrijfsschade.
Bedieningshandleiding:
Voor u de hogedrukreiniger in bedrijf neemt dient u deze bedieningshandleiding aandachtig door te nemen en hem
steeds binnen handbereik te bewaren.
Let op:
Het niet (of niet precies) opvolgen van deze werk- en/of bedieningsinstructies kan leiden tot ernstig persoonlijk letsel,
dodelijk ongeval, zware machine- of bedrijfsschade.
Elektrische spanning:
Deze instructies wijzen op het correct omgaan met elektrische onderdelen van de machine. De met dit symbool
gemarkeerde zones op de machine bevatten elektrische onderdelen en mogen nooit door onbevoegde worden
geopend of aangepast.
Giftige stoen:
Wanneer de machine is uitgerust om met chemische additieven te werken, kan het negeren van deze aandachtspun-
ten leiden tot irritaties, verwondingen tot zelfs dodelijke afloop. Volg de productinstructies steeds nauwgezet op.
Brandgevaar:
Deze instructies duiden op handelingen welke brand kunnen veroorzaken, welke kunnen leiden tot ernstige schade
en persoonlijk verwondingen.
Hittegevaar:
Deze instructies duiden op gevaren voor hitte en hete oppervlakken, welke persoonlijke verwondingen kunnen ver-
oorzaken. Gemarkeerde zones op de machine mogen NOOIT worden aangeraakt of benaderd wanneer de machine
in bedrijf is en zelfs bij een uitgeschakelde machine blijft aandacht noodzakelijk.
Aanwijzing:
Deze instructies bevatten informatie of adviezen welke het werk vergemakkelijken en voor een veilig gebruik zorgen.
Hand/arm trillingen:
Deze instructie duidt op informatie en gevaren van hand/arm trillingen, welke kunnen leiden tot ernstige schade en
persoonlijk verwondingen. Volg de instructies steeds nauwgezet op.

DiBO n.v. 8
Garantie
Garantieperiode: zie bijgeleverd garantiebewijs.
Inbegrepen:
Algemene onderdelen die aantoonbaar defect gegaan zijn als gevolg van materiaalfouten, fabricagefouten of
gebrekkige arbeidsprestatie. Elektrische onderdelen welke vallen onder deze bepaling.
Garantietermijn:
Deze gaat in op datum van levering. Defecten worden uitsluitend door de garantie gedekt als er een volledig
ingevuld en ondertekend garantiebewijs opgestuurd is naar DiBO (adres zie hieronder) of door via de website het
garantiebewijs te registreren op www.dibo.com.
DiBO n.v.
Hoge Mauw 250
2370 Arendonk
Belgium
Voor een aanvraag tot garantie dient u zich onmiddellijk tot uw leverancier te wenden.
Een garantieaanvraag die te laat wordt gemeld, wordt niet meer in behandeling genomen.
Garantieverlening:
De garantieverlening geschiedt door reparatie aan het defecte onderdeel.
De verzendkosten zijn altijd voor rekening van de klant.
De vervangen defecte onderdelen worden eigendom van DiBO n.v..
Niet in de garantie inbegrepen:
Indirect ontstane schade.
Normale slijtage.
Beschadigingen ontstaan door nalatigheid of ondeskundige gebruik.
Schade opgelopen tijdens laden, lossen of transport.
Schade door bevriezing.
Schade die te laat wordt aangemeld.
Kosten van reparatie door derden.
Garantie vervalt:
Bij verandering van eigenaar.
Bij wijzigingen / reparaties van een niet door DiBO erkend technieker.
Aansprakelijkheid:
DiBO n.v. kan als fabrikant niet aansprakelijk gesteld worden voor persoonlijk letsel, schade aan eigendommen
van derden, bedrijfsschade, productieverlies, kapitaalverlies, verlies van goederen en dergelijke, die ontstaan
zijn door gebrekkige of te late levering van een verkocht artikel, ongeacht de oorzaak hiervan.
DiBO n.v. kan ook niet aansprakelijk gesteld worden voor eventuele schadelijke gevolgen van chemische reini-
gingsmiddelen die worden toegevoegd.

DiBO n.v. 9
1. Veiligheid - Algemene waarschuwingen
Algemeen:
De DiBO hogedrukreiniger is een reiniger, die een waterstraal onder hoge druk voortbrengt.
De reiniger mag uitsluitend worden gebruikt door getrainde en gekwalificeerde personen die in de bediening
ervan zijn geïnstrueerd en uitdrukkelijk met de bediening ervan belast zijn. Een volledige kennis van deze hand-
leiding is daarom noodzakelijk. De machine is niet geschikt voor gebruik door kinderen of jongeren (t.e.m. 16 jaar).
Niet geïnstrueerd personeel of personen met beperkte psychische, fysische of motorische vaardigheden mogen
het apparaat niet gebruiken. Als de machine door andere personen gebruikt wordt dient u als eigenaar de gebrui-
ker op de hoogte te stellen van de veiligheidsvoorschriften.
Naast de gebruiksaanwijzing en de in het land waar de machine wordt gebruikt geldende, bindende regelingen
inzake ongevallen preventie, dienen ook de erkende vaktechnische regels voor veilig en oordeelkundig werk in
acht te worden genomen. Elke werkwijze die gevaarlijk kan zijn voor de veiligheid, dient te worden nagelaten.
Hogedrukslangen:
Hogedrukslangen, fittingen en verbindingsstukken zijn belangrijk voor de veiligheid van de machine. Gebruik al-
leen door de fabrikant goedgekeurde hogedrukonderdelen! Gebruik de hogedrukslang niet als trekkabel.
Maximaal toegelaten werkdruk en temperatuur staan op de hogedrukslang gedrukt. Slangen na het gebruik met
heet water laten aoelen of apparaat kort met koud water gebruiken.
Spuiten met hogedrukstraal:
De hogedrukstraal kan gevaarlijk zijn als zij misbruikt wordt. De straal mag niet op uzelf, personen, dieren, onder
elektrische spanning staande installaties of op het toestel zelf worden gericht.
Elektrische apparaten nooit met water afspuiten: gevaar voor personen, kortsluitingsgevaar.
Veiligheidskleding, veiligheidsbril en gehoorbescherming dragen!
Gevoelige delen niet met de puntstraal reinigen. Bij het reinigen op voldoende afstand tussen de hogedruk-
sproeier en het oppervlak letten om een beschadiging van het te reinigen oppervlak te vermijden.
Tijdens het bedrijf alle afdekkingen en deuren van de machine gesloten houden.
Baken de spuitplaats duidelijk af en voorzie hierbij een afgebakende afstand van min. 6 m rond de spuitplaats.
Verwijder alle losliggende elementen binnen de spuitplaats, welke zouden kunnen opvliegen.
Spuit nooit vanaf een onstabiele standplaats (ladder, bootje, steiger, ... ).
Tijdens het werken met de machine treden aan de spuitlans terugslagkrachten op.
Indien de spuitlans schuin staat, treedt er bovendien een draaimoment op.
Houdt daarom de spuitlans met beide handen vast.
Spuitlans:
Schakel de machine uit als de spuitlans vervangen wordt.
Let op de aanwezigheid van de beschermkap (kunststofdop) rond de spuitkop. Draai de lanskoppeling op het
pistool stevig vast. De hendel van het pistool mag bij gebruik niet worden vastgeklemd.
Voor de spuitwerkzaamheden: houd de spuitlans steeds naar beneden gericht!
Machine:
Neem de machine nooit zonder water in gebruik. Zelfs een kortstondig gebrek aan water kan tot ernstige be-
schadigingen leiden! Wanneer de machine op een drinkwaterleidingnet wordt aangesloten, dienen de daarover
bestaande voorschriften (EN 1717) te worden nageleefd. Werk nooit tijdens ongunstige weersomstandigheden
(bijv: onweer, regenweer,...) in de open lucht. De machine dient op een stabiele horizontale ondergrond te staan
met de rem op! Werken bij kunstlicht: indien daglicht niet voldoende zichtbaarheid biedt tijdens het bedrijf, strekt
het gebruik van aangepaste waterdichte verlichtingsarmaturen tot aanbeveling.
In ruimten voorzien van standaard verlichting moet deze op ruime afstand van de waterstraal blijven.
Vaste instellingen van de machine mogen in geen geval zelf gewijzigd worden.
De hogedrukreiniger is door DiBO bedrijfsklaar gemaakt en getest volgens de geldende veiligheidsnormen.
Nooit oplosmiddelhoudende vloeistoen zoals benzine, olie of verdunning aanzuigen, de ontstane sproeinevel
kan uiterst ontvlambaar en/of giftig zijn. Wanneer de machine in bedrijf is mag deze nooit onbeheerd worden ach-
tergelaten. Let op voldoende ventilatie. Machine niet afdekken of in ruimten gebruiken met onvoldoende ventila-
tie! Voertuigbanden/bandventielen mogen uitsluitend gereinigd worden van op een minimum spuitafstand van 30
cm. Anders kan de voertuigband/het bandventiel beschadigd worden door de hogedrukstraal. Het eerste teken
van een beschadiging is de verkleuring van de band. Beschadigde voertuigbanden zijn een bron van gevaar.
Asbesthoudende en andere materialen die gevaarlijke stoen bevatten, moegen niet afgespoten worden.

DiBO n.v. 10
Verkeer:
Bescherm leidingen en kabels die over een rijweg lopen met rijplaten.
Waterafvoer:
Zorg voor een degelijke en vlotte waterafvoer van het afvalwater.
Als er met schadelijke chemicaliën gereinigd wordt of wanneer het te reinigen object sterk vervuild is, moet het
afvalwater worden gezuiverd alvorens dit in de riool te lozen.
Chemische reinigingsmiddelen (indien van toepassing):
Lees altijd eerst de voorschriften op de verpakking van het product.
Reinig nooit met ontvlambare producten. Zorg voor aparte opvang/reiniging van afvoerwater.
Zorg voor de nodige persoonlijke beschermingsmiddelen ( handschoen, kleding, bril, ... ). Volg de instructies van
het product nauwgezet op. Zet de chemicaliëntank direct naast de machine. Verwijder de vuldop en hang de
aanvoerslang in de tank. Zorg steeds voor een ontluchtingsgat aan de vuldop!
Gebruik steeds het meest geschikte medium om de chemicaliëntank te vullen.
Zorg er dus steeds voor dat de tank voldoende beschermd is tegen het gebruikte medium.
Ontharder:
Speciale vloeistof voor ontharden van hard en zeer hard water. Toepassing van dit product verminderd aanzienlijk
het vasthechten van zwevende kalk- en ijzerchloridedeeltjes op leidingen, sproeikoppen e.d. van verwarmingsap-
paratuur, hogedruk- en stoomcleaners, enz. Een continue gebruik zal de levensduur van de machine aanzienlijk
verlengen en gelijktijdig het rendement sterk verbeteren.
Gebruik de DiBO ontharder (1.837.001), contacteer DiBO voor meer info. Een goede ontharder is:
* Biologisch areekbaar
* PH tussen 6-9
* NIET ontvlambaar
Persoonlijke veiligheidsmaatregelen:
De machine niet verplaatsen tijdens bedrijf. Vermijd een slechte lichaamshouding.
Raadpleeg bij huidpenetratie onmiddellijk een arts en meld zeker het soort gebruikte product (chemicaliën).
Inbouwen van machines en rookgasafvoer in een werkruimte (indien van toepassing):
Bij het inbouwen van machines met verbrandingsmotor in een lokaal dient men te zorgen voor voldoende lucht-
aanvoer en voor voldoende rookgas - luchtafvoer. De branderuitlaat moet een vrije doorlaat hebben.
Verbrandingsgassen niet in een afgesloten ruimte laten vrijkomen, schouw/afzuiging gebruiken.
Gebruik een trekonderbreker bij een te lange schouw/afzuiging, dit om mogelijke tegendruk te voorkomen
waardoor de verbrandingsketel te heet kan worden! Voor verdere technische info omtrent het inbouwen van de
machines gelieve contact op te nemen met de DiBO verdeler.
Let op voor beschadigingen door de binnendringende koude lucht bij vriestemperaturen, via de luchtafvoer.
Bijzondere aanwijzingen bij verbrandingsmotoren:
De motor mag niet worden afgedekt wanneer deze in bedrijf is. Tank nooit als de machine in bedrijf is.
Als brandstof mag uitsluitend de voorgeschreven brandstof gebruikt worden. Ongeschikte brandstoen mogen
niet worden gebruikt daar ze een gevaar kunnen vormen. Wanneer de motor in werking is, niet naar de uitlaat-
opening grijpen of erover buigen. Het motorblok of de uitlaat niet aanraken (gevaar voor letsels en brandwon-
den). Het tijdens de verbranding ontstane CO- gas is gevaarlijk, voorzie voldoende ventilatie met frisse lucht.
De motor niet aanraken en niet afdekken. Blessure- en brandgevaar. Slechts in uitzonderlijke gevallen mag de
motor binnen worden gebruikt, er moet in dat geval een noodzakelijke gas afzuiging of ventilatie aanwezig zijn.
Brandstof is een vluchtig giftige stof, adem de dampen niet onnodig in. Geen voorwerpen op de motor leg-
gen, aangezien dit een brand kan veroorzaken. In veel gebieden is het gebruik van een vonkenvanger wettelijk
voorgeschreven (kan als optie worden verkregen). Kontroleer daarom vóór de inbedrijfsname de plaatselijke
voorschriften. De geluiddemper wordt tijdens bedrijf zeer heet en blijft ook na het uitzetten van de motor lang tijd
heet. Let erop de geluiddemper niet aan te raken, wanneer deze heet is. Om zware verbrandingen en brandge-
vaar te vermijden de motor laten aoelen, alvorens te verplaatsen of in een binnenruimte op te slaan.
Trillingen (hand/arm):
De trillingen (hand/arm) hebben geen nefaste invloed bij gebruik van de reiniger met gewone nozzle.
De actiewaarde van 2,5 m/s² en grenswaarde van 5,0 m/s² (= de risico indicatie) worden hierbij niet bereikt bij
intensief gebruik op wekelijkse basis!
Een lange gebruiksduur van een reiniger met roterende kop kan door de vibraties aan lans en spuitpistool, leiden
tot lichamelijke kwalen zoals bijv.: doorbloedingsstoornissen (zie technische gegevens hfst.8).
Zorg daarom steeds voor je persoonlijke beschermingsmaatregelen zoals bijv.: handschoenen.

DiBO n.v. 11
Bij regelmatig, langdurig gebruik van de reiniger en bij herhaaldelijk optreden van de symptomen (bv: kriebelen
van vingers, koude vingers, pijn in gewrichten van hand/arm, zenuwstoornis) raden wij aan een medisch onder-
zoek te ondergaan! Ononderbroken werken gedurende een lange periode is dus afgeraden bij gebruik van de
lans met roterende kop, werk daarom met pauzes om de blootstellingstijd te verkorten, gebruik wisselend de
gewone nozzle gedurende een periode of verander regelmatig van bediener.
Aanwijzing betreende mogelijke inademing van aërosolen:
Tijdens het gebruik van de reiniger kunnen aërosolen ontstaan. Deze aërosolen zijn schadelijk voor de gezond-
heid. Neem de nodige voorzorgsmaatregelen om mogelijke inademing van aërosolen te voorkomen (bijv. : stof-
maskers ter bescherming, klasse FFP 2 of hoger). De DiBO lans is uitgerust met een beschermdop vooraan die
een minimale bescherming biedt tegen het vrijkomen van aërosolen.
2. Voor het in gebruik nemen
Vóór elke inbedrijfsstelling moeten alle wezenlijke delen van de hogedrukreiniger gecontroleerd worden zoals bv: zit
de lanskoppeling stevig vast, hogedruk slangen en elektrische bedrading controleren op beschadigingen.
Controleer, alvorens stekker in stopcontact te steken of de elektrische indicaties op het naamplaatje overeenstemmen
met de waarden op het voedingsnet (bv: elektrische spanning,...).
Machine in bedrijf zetten. Spoel de slangen, pistool en lans minimaal 1 minuut met zuiver water.
(Pistool in de vrije ruimte richten). Controleer of van het te reinigen object gevaarlijke stoen zoals bv. asbest en olie
kunnen losraken en het milieu kunnen vervuilen. Overtuig uzelf van de veiligheidsvoorschriften uit voorgaand hoofd-
stuk. Laat de hoofdschakelaar op stand 0- OFF (=UIT).
2.1. Water aan- en afvoeren tot stand brengen
2.1.1. Wateraanvoer tot stand brengen
De wateraanvoerleiding kan ( naar omstandigheden ) worden aangesloten op een eigen watervoorziening
(onder druk, zie 8.2) of op een drinkwaterleidingnet met waterbak. Wanneer de machine op een drinkwater-
leidingnet wordt aangesloten, dienen de daarover bestaande voorschriften (EN 1717) te worden nageleefd.
Indien nodig in de wateraanvoerleiding een filter plaatsen.
Wateraanvoer onder druk:
Maximum slang lengte 50m (160ft), minimum slang diameter (inwendig) 12.7mm (1/2”).
Controleer de waterdruk met behulp van een watermeter.
Water aanvoer bij units met HT- pompen:
Wanneer de unit een HT pomp heeft dient men een voordrukpomp te plaatsen.
2.1.2. Water afvoeren
Controleer dat alle waterafvoeren correct op de riolering zijn aangesloten.
Neem de nodige maatregelen opdat het afvalwater zuiver genoeg is om te lozen.
2.1.3. Anti-legionellabacterie maatregel
Als de machine enige tijd heeft stil gestaan, moet het water in de machine boven een afvoer afgelaten wor-
den. Stilstaand water dat tussen de 20-55°C warm is kan de legionellabacterie veroorzaken.
- Reinig daarom jaarlijks de leidingen en vaten.
- Spoel periodiek na.
- Verwijder mogelijk bezinksel
2.2. Brandstoftank vullen
De reiniger wordt geleverd met een lege brandstoftank, vul de tank voor de eerste inbedrijfsstelling met brand-
stof! Vermijd morsen van brandstof, zeker op warme machine delen.
Wanneer de brandstoftank leeg is loopt de brandstofpomp droog en raakt deze defect.
De tank van de branderketel vullen met lichte brandstofolie of dieselolie (DIN 51 603), gebruik geen ongeschikte
brandstoen! Respecteer de vulhoeveelheid van de brandstoftank.
Zie technische gegevens voor tankinhoud en soort brandstof.
Bij temperaturen onder 8°C begint de brandstof te stollen (parane afscheiding).
Daardoor kunnen moeilijkheden bij het starten van de dieselmotor en/of brander ontstaan.
DiBO raad aan om gedurende de koude periode (wintermaanden) een stolpunt- of vloeiverbeteraar aan de
brandstof toe te voegen. Als alternatief kan in een tankstation “winterdiesel” worden getankt.

DiBO n.v. 12
3. Bediening
3.1. Algemeen
Ongeacht het type hogedrukreiniger bestaat de reiniger uit een reeks kenmerkende machineonderdelen welke
hieronder beschreven worden. Zo heeft elke reiniger zijn eigen maximum druk en maximaal debiet.
Deze kunt u terug vinden in de technische gegevens van de machine.
3.2. Visuele voorstelling
Brandstoftank motor
Drukregelventiel
Motor
Hogedrukpomp
Manometer
Hogedrukuitgang
Wateringang

DiBO n.v. 13
3.3. Componenten overzicht
1. Motor
Het type motor hangt af van het type van machine (zie technische gegevens).
Voor onderhoud en bediening van de motor raad DiBO u aan om de bijgevoegde handleiding van de motor te
lezen. Alle bediening en onderhoud staat in de bijgevoegde bijlage van de motor beschreven.
2. Manometer
Op de manometer kan men de druk aflezen.
3. Hogedrukpomp
Het type hogedrukpomp hangt af van het type machine (zie technische gegevens).
4. Brandstoftank
De brandstoftank kan gevuld worden door de brandstofdop te verwijderen (linksom los).
Er kan getankt worden bij een benzinestation of met een jerrycan.
Tank de juiste en zuivere brandstof. Let hier vooral op bij het gebruik van jerrycans!
Er mag uitsluitend de voorgeschreven brandstof worden gebruikt. Controleer de jerrycan op vervuiling.

DiBO n.v. 14
4. Bediening
4.1. Starten met benzinemotor
1. De chokehendel:
De chokehendel bevindt z ich onder de beschermkap van de motor en heeft twee standen:
niet choken (bedrijfsstand, hendel tegen rechteraanslag)
choken (hendel naar links)
Warme start / warme omgeving:
Niet choken.
Chokehendel blijft tegen rechteraanslag.
Koude start:
Choke naar behoefte.
Motor laten opwarmen.
Verschuif de chokehendel naar rechts naarmate de motor warmer wordt.
2. Brandstoraan:
De brandstoraan bevindt zich onder de beschermkap van de luchtfilter.
De brandstoraan heeft 2 standen:
OFF = geen brandstof (kraan naar links) bij benzinemotor buiten gebruik.
ON = brandstof (kraan naar rechts) bij benzinemotor in bedrijf.
3. Gashendel
De gashendel bevindt zich onder de beschermkap van de motor.
De gashendel mag slechts toegepast worden in 2 standen:
0 = stationair toerental (opwarmen, koelen of korte onderbreking)
1 = vol gas tijdens reinigingswerken
Opmerking: Gebruik de gashendel NOOIT om de spuitdruk te regelen.
Starten en warmdraaien:
Schuif de gashendel een klein stukje open naar links.
Zet de bedrijfsschakelaar in positie 1 en zet de brandstoraan op ON.
Start de motor, elektrisch of met het trekkoord, aankelijk van het model.
Laat de hendel even in die stand, zodat de motor onbelast bij lage toeren warm kan lopen.
Motor is op bedrijfstemperatuur:
Schuif de gashendel naar links (tegen de aanslag = de maximale stand), tot het gewenste toerental van de motor
is ingesteld.
Gashendel
Chokehendel
Brandstoraan
Trekkoord

DiBO n.v. 15
Motor afzetten:
Schuif de gashendel helemaal naar rechts, stand MIN, tot tegen de aanslag.
Laat de motor zo even op stationaire toeren draaien om te koelen.
Zet de bedrijfsschakelaar op positie 0(=uit) en draai de brandstoraan op OFF.
4.2. Bedrijfsschakelaar: met handgestarte motor
De bedrijfsschakelaar bevindt zich voorlangs de beschermkap, onder de benzinetank van de motor.
Deze bedrijfsschakelaar heeft twee standen:
0: OFF = uit
1: ON = in bedrijfsstand
4.3. Bedrijfsschakelaar: met elektrisch gestarte motor
De bedrijfsschakelaar bevindt zich voorlangs de beschermkap onder de benzinetank van de motor en is uitge-
voerd met sleutelcontact. Het sleutelcontact heeft drie standen:
0: OFF = uit
1: ON = in bedrijfsstand
START = motor starten
De motorschakelaar dient op stand START gedraaid te worden, men dient deze daar vast te houden (niet langer
dan 5 sec) tot de motor aanslaat. Indien de motor niet aanslaat, 10 seconden wachten, alvorens terug opnieuw te
proberen. Nadien terug naar stand 1:ON zetten.
Een circuitbeveiliging beschermt het elektrisch acculaadcircuit, bij een storing (geen olie) of defect.
Een uitgeschakeld circuit (groene indicator uit) kan na verhelpen van de storing opnieuw worden geactiveerd
door deze knop in te drukken.

DiBO n.v. 16
4.4. Trekkoord
Zet de bedrijfsschakelaar van de motor in de ON positie.
De trekkoord is uitgerust met een handgreep, welke rustig moet uitgetrokken worden tot er weerstand gevoeld
wordt. De vrijloopkoppeling is nu ingekomen.
Vervolgens moet het koord in een krachtige beweging worden uitgetrokken om de motor te starten.
Laat na elke start (-poging) het uitgetrokken koord rustig terugveren.
Na een langere periode van niet gebruik of bij eerste start van de motor, deze eerst gedurende 20 sec. met een
laag toerental en zonder belasting laten lopen!
Let op: de motor nooit zonder luchtfilter laten draaien, dit kan leiden tot versnelde slijtage van de motor.
4.5. Drukregelaar
De drukregelaar bevindt zich links van de machine.
Op de drukregelaar zit een draaiknop, waarmee de spuitdruk traploos kan worden ingesteld.
De knop rechtsom draaien is een hogere druk.
De knop linksom draaien is een lagere druk.
De druk kan alleen worden afgesteld als het spuitpistool wordt bediend.
De spuitdruk wordt door de manometer aangegeven.
4.6. Spuitgereedschap
Het hogedrukspuitpistool is uitgevoerd met een grijze handgreep.
Niet spuiten: hendel in de handgreep loslaten.
Spuiten: Hendel in de handgreep indrukken.
Spuitbeveiliging: klap de blokkeerpal in de hendel uit.
De machine is standaard voorzien van twee enkele spuitlansen.
De lans vastdraaien aan het hogedrukpistool d.m.v. de koppeling (zie foto).
Bij gebruik van haspels (optie): de slang dient men volledig af te rollen om een optimale werking te garanderen.
Controleer tijdens het spuiten regelmatig of de lanskoppeling nog stevig handvast op het pistool zit.
Blokkeerpal

DiBO n.v. 17
4.7. In bedrijf zetten
Zet de machine zoveel mogelijk horizontaal. Sluit het spuitpistool met hoge druk slang (zonder spuitlans) aan op
de hogedrukreiniger. Zet de bedrijfsschakelaar op positie ON (=AAN).
Start de motor met sleutel (elektrisch) of met het trekkoord (handmatig) tot de motor aanslaat.
Richt het spuitpistool in de vrije ruimte en bedien het pistool tot de waterstraal geheel ontlucht is
(circa 30 seconden). Zet de bedrijfsschakelaar op positie OFF (=uit). Bevestig de spuitlans aan het spuitpistool.
4.8. HT pompen
Er dient een voordruk(pomp) aanwezig te zijn bij de HT pompen (pompen met hoge temperatuur).
De voordruk(pomp) dient om voldoende debiet van water te voorzien om de hogedrukpomp te voeden en om
cavitatie te voorkomen. Cavitatie is het verschijnsel dat in een bewegende vloeistof de plaatselijke druk lager
wordt dan de dampdruk van de vloeistof. Hierdoor zullen dampbellen ontstaan die met kracht kunnen implo-
deren in de pomp en beschadigingen kunnen veroorzaken. Voor al deze toepassingen bij hoge temperatuur, is
het ABSOLUUT ESSENTIEEL om de pomp met positieve druk te voeden (minstens 3 bar) en met een voldoende
hoeveelheid water.
4.9. Toepassingsgebied
Een eciënte hogedrukreiniging wordt bereikt door het naleven van enkele richtlijnen gecombineerd met uw ei-
gen ervaringen. Elke reinigingstaak is verschillend en specifiek, contacteer daarom DiBO voor de beste oplossing
in uw toepassingsgebied.
Gebruik van reinigingsmiddelen (indien van toepassing): het te reinigen oppervlak dient besproeid te worden
zodat het product gedurende enige tijd kan inwerken (niet laten drogen!) alvorens te reinigen met de hogedruk-
straal. Reinigingsmiddelen kunnen het reinigingseect verhogen als ze correct worden gebruikt!
Neem steeds de veiligheidsinstructies van het gebruikte product in acht!
Koud water (hogedruk) reinigen: verwijderen van (lichte) verontreinigingen en schoonspoelen.
Warm water (hogedruk) reinigen (indien van toepassing): het reinigingseect wordt dermate verbetert bij verho-
ging van de temperatuur (temperatuur proefondervindelijk instellen volgens toepassingsgebied).
Reinigen via spuitlans met roterende kop (indien van toepassing): reinigingsmethode om sterke lagen vuil te
verwijderen.
Reinigen via een stoomlans (indien van toepassing): deze stoomfunctie (door water te oververhitten) wordt ge-
bruikt in ‘gevoelige’ reinigingstoepassingen (bv: schadegevoelige oppervlakken) waar er door middel van stoom
hardnekkig vuil (bv: ontvetter) wordt verwijderd.
Let op: dit toepassingsgebied heeft hoge reinigingstemperaturen en vergt verscheidene veiligheidsmaatregelen!

DiBO n.v. 18
5. Buiten werking stellen
5.1. Lans en pistool
Ontkoppel de lans en berg deze op.
Zet de bedrijfsschakelaar op OFF.
Draai de wateraanvoer dicht.
Hoge- en lagedrukslangen oprollen.
5.2. Machine
Reinig indien nodig de waterfilter.
De handleiding binnen handbereik opbergen.
5.3. Water afvoeren
Reinig naar behoefte de watervoorziening.
5.4. Machine opbergen
Zorg dat de machine vorstvrij staat.
Wielspie’s onder de wielen klemmen.
5.5. Gebruikte vloeistoen milieuvriendelijk afvoeren
Er mogen geen vloeistoen (antikalk, olie, ...) willekeurig geloosd worden omwille van het milieu!
Zorg daarom als gebruiker, steeds voor een milieuvriendelijke afvoer van deze vloeistoen (zonder bodemveront-
reiniging) volgens de lokaal, geldende richtlijnen.
5.6. Transport
Let bij transport op het volgende:
Houdt de machine tijdens transport zoveel mogelijk horizontaal, hiermee voorkomt men dat er olie uit de pomp
lekt. Laad de machines met behulp van een heftruck, hydraulische laadvloer of een takel.
Sjor de machines (indien nodig) degelijk op de laadvloer vast.
5.7. Transport bij vorst
Vervang de wateraanvoerslang door een kort stukje slang en hang dit met zijn uiteinde in de antivries, zodat de
machine de antivries kan opzuigen.
Haal de lans van het pistool en zet de machine in werking.
Spuit tot er antivries uit het pistool komt.
De machine is nu met antivries gevuld, stop de machine.
Tip: Door het uitstromende antivrieswater op te vangen, kan dit later worden hergebruikt.

DiBO n.v. 19
6. Onderhoud
6.1. Algemeen
Alle onderhoudswerkzaamheden dienen bij een uitgeschakelde machine en drukloze slangen te gebeuren.
Het controleren van de elektrische onderdelen mag uitsluitend gebeuren door een deskundige.
Direct na de werkzaamheden dienen alle veiligheids- en beschermingsdelen gemonteerd te worden, voordat de
machine in werking gezet wordt.
Een “gouden regel” die bijdraagt aan een perfect werkende machine met weinig problemen, is wel de volgende:
EEN DAGELIJKSE CONTROLE EN REINIGING VAN DE MACHINE DOET VAAK WONDEREN!
Om een perfect werkend systeem te kunnen garanderen, heeft men ten eerste een betrouwbare en technisch
goed bedachte machine nodig, die dan ten tweede op regelmatige tijdstippen met een grondig onderhoud wordt
geconfronteerd. Daar door de ervaring en de “knowhow” van DiBO een technisch goed werkende machine wordt
verzekerd en grote onderhoudsbeurten kunnen worden uitgevoerd door ervaren DiBO-technici via afspraak of
onderhoudscontract, kunnen we alvast stellen dat aan deze twee punten wordt voldaan.
6.2. Onderhoudsschema
6.2.1. Algemeen
De gebruiker mag alleen die verrichtingen uitvoeren waarvoor in dit boek toestemming wordt gegeven.
Elke andere handeling is verboden!
Voor de onderhoudsbeurten van branderketel, hogedrukpomp, verbrandingsmotoren en van onderdelen die
met de veiligheid te maken hebben, dient men zich te wenden tot onze DiBO- technici.
6.2.2. Periodiek onderhoud
- Controle van de elektrische kabels, hoge en lagedrukslangen en
koppeling en controle van het oliepeil.
Na elk gebruik.
- Verversing pompolie. Eerste 50 uur.
- Verversing reductiekastolie. Eerste 50 uur.
- Reiniging waterfilter. Elke 50 uur/elke maand.
- Alle navolgende verversingen van pompolie en reductiekastolie. Elke 400 uur/jaarlijks.
- Onderhoud motor. Zie bijgevoegde handleiding van
motor. Let op, kortere onderhoudsin-
terventie nodig voor motor!
- Extra controle/vervanging van dichtingen, kleppen, o- ringen door
erkende DiBO- technici!
Elke 600 uur.
6.2.3. Verversing van de pompolie en oliepeil
Controleer voor elk gebruik van de machine de olie met het oliepeilglas of met de oliepeilstaaf.
De olie moet gelijk met het merkteken van het oliepeilglas staan, indien dit niet het geval is, olie bijvullen tot
aan het merkteken. Als de olie er melkachtig uitziet, direct de DiBO technici raadplegen.
Om de olie te verversen, ga als volgt te werk:
- De aftapdop onderaan de pomp losschroeven.
- De tap met de oliepeilstaaf losschroeven.
- Alle olie in een bak opvangen en de olie afvoeren zoals verder in de handleiding beschreven staat.
- De aftapdop er weer opschroeven en de olie in het gat aan de bovenkant tot op de merkstreep bijvullen.
- De tap met de oliepeilstaaf er weer opschroeven.
- Aanbevolen olie: 1.836.042.

DiBO n.v. 20
6.2.4. Verversing van reductiekastolie en oliepeil
Controleer voor elk gebruik van de machine de olie met oliepeilglas.
De olie moet gelijk met het merkteken van het oliepeilglas staan, indien dit niet het geval is, olie bijvullen tot
aan het merkteken.
Als de olie er melkachtig uitziet, direct de DiBO technici raadplegen.
Om de olie te verversen, ga als volgt te werk:
- De aftapdop onderaan de reductiekast losschroeven.
- Alle olie in een bak opvangen en de olie afvoeren zoals verder in de handleiding beschreven staat.
- De aftapdop er weer opschroeven en de olie in het gat aan de bovenkant tot op de merkstreep bijvullen.
- Aanbevolen olie: 1.836.015.
6.2.5. Onderhoud benzinemotor
Voor onderhoudswerkzaamheden aan de benzinemotor raden we aan om de bijgeleverde gebruiksaanwij-
zing van de motor te raadplegen. Aanbevolen olie: 1.836.010.
6.2.6. Reinigen van de waterfilters
Geregeld de waterfilters schoonmaken en eventueel vuil verwijderen.
6.2.7. Onderhoud voor rekening DiBO technici
Voor verder onderhoud raden we aan om contact op te nemen met uw DiBO verdeler in verband met een
onderhoudscontract. Het onderhoud geldt voor normale bedrijfsomstandigheden.
Bij zware omstandigheden kan je dit melden zodat hier rekening mee kan gehouden worden.
Bijhorende documenten:
Bedieningshandleiding
CE-attest
Elektrische schema’s
Opmerkingen:
Het is aan te bevelen om het preventief onderhoud door een bevoegd DiBO- service technicus uit te laten
voeren volgens dit onderhoudsschema, om de machine maximaal te kunnen blijven gebruiken en eveneens
om aanspraak te kunnen maken op de garantievoorwaarden. Om een goed en regelmatig onderhoud te kun-
nen garanderen, raden wij de eigenaar / gebruiker ten sterkste aan om tegen het bereiken van de opgege-
ven bedrijfsuren een afspraak te maken met DiBO, aangaande een onderhoudsbeurt.
6.3. Omschrijving dagelijkse controle
6.3.1. Frame
Controleer het frame in zijn totaliteit op loszittende bouten, scheuren en/of breuken van de lasnaden.
Houd de machine in de mate van het mogelijke rein om inwerken van vuil, water, olie en gemorste brandstof
te voorkomen.
6.3.2. Ventielen + manometer
Bij een uitgeschakelde machine, d.w.z. stilstand van de motor, moet de manometer 0 bar weergeven.
Bij een maximaal presterende machine, d.w.z. bediend bij een vollast draaiende motor, mag de manometer
niet meer aanduiden dan de maximale door DiBO aangegeven werkdruk, voor uw machine.
Na bediening en loslaten van het pistool kan nog een kleine drukrestant in de leidingen aanwezig blijven.
De weergegeven waarde van de manometer moet tussen 0-30 bar gelegen zijn, de ventielen zijn in orde.
6.3.3. Hogedrukpomp
Controleer de pomp op loszittende verbindingen, bouten, afdichtingen en lekkages.
Controleer regelmatig het oliepeil van de pomp. Als het olieniveau te veel is gedaald of vervuiling van de olie
geconstateerd wordt, dient deze vervangen te worden alvorens verder te werken.
Zet de machine op een horizontale ondergrond. Het oliepeil moet halverwege het peilglas staan.
Neem bij twijfel de oliepeilstok los, waarbij het oliepeil tussen beide merkstrepen moet staan.
Indien de pompolie een melkachtige indruk geeft, duidt dit vaak op een interne lek waardoor er water tot in
de olie geraakt. Onmiddellijk herstellen is dan noodzakelijk.
6.3.4. Hogedruk- lagedrukgedeelte
Controleer de slangen, leidingen en koppelingen op uiterlijke beschadigingen en lekkage.
Indien beschadigd of lekkage moeten deze onmiddellijk worden vervangen.
Other manuals for PTL-S
1
This manual suits for next models
1
Table of contents
Languages:
Other Dibo Pressure Washer manuals