ETNA KI680 User manual

GEBRUIKSAANWIJZING
INSTRUCTIONS FOR USE
MODE D’EMPLOI
BEDIENUNGSANLEITUNG
INDUCTIEKOOKPLAAT
INDUCTION HOB
TABLE DE CUISSON À INDUCTION
INDUKTIONSKOCHFELD
KI680
KIF670
KIF672
KIF680
KIS670

NL 4
NL Gebruiksaanwijzing NL 3 - NL 27
EN Instructions for use EN 3 - EN 27
FR Mode d’emploi FR 3 - FR 27
DE Bedienungsanleitung DE 3 - DE 27
Gebruikte pictogrammen – Pictograms used
Pictogrammes utilisés – Verwendete Piktogramme
Gevaar! Risico op letsel – Danger! Risk of injury
Danger ! Risque de blessure – Gefahr! Verletzungsgefahr
Let op! Risico op schade aan het apparaat
Caution! Risk of damaging the appliance
Attention ! Risque de dommages matériels
Vorsicht! Gefahr von Schäden am Gerät
Let op! – Note! – Remarque ! – Hinweis!

NL 3
INHOUDSOPGAVE
Uw kookplaat
Inleiding 4
Inductiekookplaat 5
Bedieningspaneel 7
Veiligheid
Temperatuurbeveiliging 8
Kookduurbegrenzer 8
Gezond koken 8
Gebruik
Inductiegeluiden 9
Pannen 9
Vermogen instellen 10
Functies voor smelten/warm houden 11
Automatisch opwarmen 11
Pauzefunctie 11
Meldingen op het display 12
Kookwekker/keukenwekker 12
Functietabel 13
Kookinstellingen 14
Bediening
Bereiding starten 15
Klaar met koken 16
‘Bridge’ kookzones (verschilt per model) 16
Timerbediening 17
De automatische opwarmfunctie inschakelen 19
Koken pauzeren 19
De (kinder)slotfunctie gebruiken 19
Herstelfunctie 20
De smeltfunctie inschakelen 20
De warmhoudfunctie inschakelen 20
Instellingen
Het geluidssignaal en vergrendelingsparameters instellen 21
Onderhoud
Reiniging 23
Technische specificaties
Informatie volgens verordening (EU) 66/2014 24
Problemen oplossen
Algemeen 26
Milieuaspecten
Verpakking en apparaat afdanken 27

NL 4
Inleiding
Deze kookplaat is ontworpen voor de echte kookliefhebber. Koken op een inductiekookplaat
heeft een aantal voordelen. Het is makkelijk, omdat de kookplaat snel reageert en ook op een
zeer laag vermogen is in te stellen. Bovendien kunt u dankzij het hoge vermogen gerechten zeer
snel aan de kook brengen. Door de ruime afstanden tussen de kookzones kunt u comfortabel
koken.
Koken op een inductiekookplaat is anders dan koken op een traditioneel apparaat.
Bij inductiekoken wordt gebruikgemaakt van een magnetisch veld om warmte op te wekken.
Dit betekent dat u niet zomaar een willekeurige pan kunt gebruiken. In het hoofdstuk ‘Pannen’
vindt u hierover meer informatie.
Voor optimale veiligheid is de inductiekookplaat uitgerust met meerdere
temperatuurbeveiligingen en een restwarmte-indicator die laat zien welke kookzones nog heet
zijn.
In deze gebruiksaanwijzing staat beschreven hoe u de inductiekookplaat optimaal kunt
gebruiken. Naast informatie over de bediening vindt u hierin ook achtergrondinformatie die
van pas kan komen bij het gebruik van het apparaat. Verder vindt u ook kooktabellen en
onderhoudstips.
Lees de gebruiksaanwijzing door voordat u het apparaat in gebruik neemt en bewaar deze
op een veilige plaats voor toekomstig gebruik.
Daarnaast dient de gebruiksaanwijzing ook als naslagwerk voor servicemonteurs. Plak daarom
het identificatiekaartje van het apparaat in het daarvoor bestemde kader, achter in de
gebruiksaanwijzing. Het identificatiekaartje van het apparaat bevat alle informatie die de
servicemonteur nodig heeft om adequaat op uw vragen te reageren.
De installatie-instructies worden afzonderlijk meegeleverd.
Veel kookplezier!
UW KOOKPLAAT

NL 5
UW KOOKPLAAT
Inductiekookplaat
KIS670 KIF670
1
1
6
3
4
2
2
6
3
4
KIF672
5
5
6
5
5
1. Kookzone ø 18 cm / 1,4 kW - 2,1 kW (boost)
2. ‘Bridge’ inductiekookzone ø 18 cm / 1,4 kW - 2,1 kW (boost)
3. Kookzone ø 21 cm / 2,3 kW - 3,0 kW (boost)
4. Kookzone ø 16 cm / 1,4 kW - 1,85 kW (boost)
5. ‘Bridge’ inductiekookzone 19 x 21 cm / 2,1 kW - 3,0 kW (boost)
6. Bedieningspaneel

NL 6
UW KOOKPLAAT
KI680
2
3
1
1
5
KIF680
2
3
4
4
5
1. Kookzone ø 18 cm / 1,4 kW - 2,1 kW (boost)
2. Kookzone ø 21 cm / 2,3 kW - 3,0 kW (boost)
3. Kookzone ø 16 cm / 1,4 kW - 1,85 kW (boost)
4. ‘Bridge’ inductiekookzone ø 18 cm / 1,4 kW - 2,1 kW (boost)
5. Bedieningspaneel

NL 7
UW KOOKPLAAT
Bedieningspaneel
1. Aan/Uit-toets / Kinderslottoets
2. Aan/uit / Indicatielampje kinderslot
3. Toets voor smelten/warm houden
4. Indicatielampje voor smelten
5. Indicatielampje voor warm houden
6. Toets voor verlagen van vermogen voor kookzone links voorzijde
7. Toets voor verlagen van vermogen voor kookzone links achterzijde
8. Display kookzone links voorzijde
9. Display kookzone links achterzijde
10. Toets voor verhogen van vermogen voor kookzone links voorzijde
11. Toets voor verhogen van vermogen voor kookzone links achterzijde
12. Toets voor verlagen van vermogen voor kookzone rechts voorzijde
13. Toets voor verlagen van vermogen voor kookzone rechts achterzijde
14. Display kookzone rechts voorzijde
15. Display kookzone rechts achterzijde
16. Toets voor verhogen van vermogen voor kookzone rechts voorzijde
17. Toets voor verhogen vermogen voor kookzone rechts achterzijde
18. Timerindicatielampje voor kookzone links voorzijde
19. Toets voor verkorten van tijd
20. Timerindicatielampje voor kookzone links achterzijde
21. Timertoets
22. Timerdisplay
23. Toets voor verlengen van tijd
24. Timerindicatielampje voor kookzone rechts achterzijde
25. Timerindicatielampje voor kookzone rechts voorzijde
26. Toets voor pauzeren/herstellen
27. Indicatielampje voor pauzeren/herstellen
Sommige bedieningsfuncties zijn niet beschikbaar, afhankelijk van het model.
2 4 5 27
20 24
1 3 19 21 23 266
7 13 18
11 2517
12
10 16
9
814
15 22

NL 8
VEILIGHEID
Lees eerst de afzonderlijke veiligheidsinstructies
voordat u het apparaat in gebruik neemt!
Temperatuurbeveiliging
Een sensor controleert continu de temperatuur van bepaalde onderdelen van de kookplaat.
Elke kookzone is voorzien van een sensor die continu de temperatuur van de bodem van de
pan controleert om risico op oververhitting te voorkomen wanneer een pan droogkookt. Bij een
te hoge temperatuur wordt het vermogen van de kookplaat automatisch verlaagd of wordt de
kookplaat automatisch uitgeschakeld.
Kookduurbegrenzer
De kookduurbegrenzer is een veiligheidsfunctie van uw kookplaat. Deze wordt
geactiveerd als u vergeet de kookplaat uit te schakelen. Afhankelijk van de gekozen
instelling wordt de kookduur als volgt begrensd:
Kookniveau Maximale gebruikstijd
U 2 uur
u 8 uur
1-2 8 uur
3-4 6 uur
5-6 4 uur
7-8 2 uur
9 1,5 uur
P 5 minuten (schakelt vervolgens terug naar
niveau 9)
Gezond koken
Rookpunt van diverse oliesoorten
Geadviseerd wordt om de oliesoort af te stemmen op de baktemperatuur om zo gezond mogelijk
te bakken. Elke oliesoort heeft een ander rookpunt waarbij giftige gassen vrijkomen.
In onderstaande tabel staat het rookpunt van diverse oliesoorten.
Olie Rookpunt °C Olie Rookpunt °C
Extra vierge olijfolie 160 °C Zonnebloemolie 227 °C
Boter/kokosolie 177 °C Maïsolie/arachideolie 232 °C
Koolzaadolie 204 °C Olijfolie 242 °C
Vierge olijfolie 216 °C Rijstolie 255 °C

NL 9
GEBRUIK
Inductiegeluiden
Een tikkend geluid
• Dit wordt veroorzaakt door de vermogensbegrenzer op de linker- en rechterzones. Ook bij
lagere instellingen kunt u een tikkend geluid horen.
Pannen maken geluid
• Pannen kunnen tijdens het koken geluid maken. Dit wordt veroorzaakt door de energie die
van de kookplaat naar de pan stroomt. Bij hoge instellingen is dit bij bepaalde pannen een
heel normaal verschijnsel. Dit is niet schadelijk voor de pannen of de kookplaat.
De ventilator maakt geluid
• Het apparaat is voorzien van een ventilator om de levensduur van de elektronica te
verlengen. Als u het apparaat intensief gebruikt, wordt de ventilator ingeschakeld om het
apparaat te koelen en hoort u een zoemend geluid. De ventilator blijft nog enkele minuten
doorwerken nadat de kookplaat is uitgeschakeld.
Pannen
• Plaats een pan altijd in het midden (op het kruis) van een kookzone.
• Voor inductiekoken zijn pannen van een bepaalde kwaliteit vereist.
• Gebruik alleen pannen die geschikt zijn voor elektrisch koken en inductiekoken.
Deze moeten beschikken over:
▷een dikke bodem (minimaal 2,25 mm);
▷een schone en vlakke bodem.
• De meest geschikte pannen zijn voorzien van het keurmerk ‘Class Induction’.
Gebruik op de inductiekookplaat geen pannen waarmee al eerder op een
gaskookplaat is gekookt. Deze zijn ongeschikt.
Met een magneet kunt u controleren of uw pannen geschikt zijn. De pan is geschikt als
de magneet door de bodem van de pan wordt aangetrokken.
Geschikt Ongeschikt
Speciale roestvrijstalen pannen Aardewerk
Class Induction Roestvrij staal
Slijtvaste geëmailleerde pannen Porselein
Geëmailleerde gietijzeren pannen Koper/aluminium/kunststof
Wees voorzichtig met geëmailleerde pannen van plaatstaal! Het emaille kan
afsplinteren (het emaille komt los van het staal) als u de kookplaat op een hoge stand
inschakelt terwijl de pan (te) droog is. De panbodem kan kromtrekken, bijvoorbeeld
vanwege oververhitting of door gebruik van een te hoog vermogen.

NL 10
GEBRUIK
• Gebruik nooit pannen met een vervormde basis. Een holle of bolle bodem kan de werking
van de beveiliging tegen oververhitting belemmeren. Het toestel wordt te warm.
Hierdoor kan de glasplaat barsten en de panbodem smelten.
• Schade die het gevolg is van het gebruik van ongeschikte pannen of van droogkoken, valt
buiten de garantie.
Minimale pandiameter
• De minimale diameter van de panbodem:
▷9 cm voor zone ø 16 - 18 cm
▷11 cm voor zone ø 21 cm en voor zone 19 x 21 cm
▷23 cm voor gekoppelde ‘Bridge’ kookzones
• U bereikt het beste resultaat met een pan van dezelfde diameter als de kookzone.
Als de pan te klein is, wordt de kookzone niet ingeschakeld.
Snelkookpannen
• Inductiekoken is bij uitstek geschikt voor het gebruik van snelkookpannen. De kookzone
reageert zeer snel, waardoor de snelkookpan ook snel op druk is. Het kookproces stopt
onmiddellijk zodra u een kookzone uitschakelt.
Vermogen instellen
De kookzones hebben 9 niveaus en een boost-niveau.
• Raak de toets ‘+’ of ‘-’ van de gewenste kookzone aan.
▷Als u de toets ‘+’ voor de eerste keer aanraakt, wordt de instelling ‘9’ weergegeven.
▷Als u de toets ‘-’ voor de eerste keer aanraakt, wordt de instelling ‘4’ weergegeven.
• Gebruik de toets ‘+’ of ‘-’ van de gewenste kookzone om de gewenste vermogensinstelling
te selecteren. Stel het vermogensniveau in op 9 en raak vervolgens de toets ‘+’ aan om het
boostniveau te selecteren.
▷De kookzone start met het geselecteerde vermogensniveau.
Vermogenverdeling kookzones
• Het maximale beschikbare vermogen is afhankelijk van de voedingsaansluiting van de
kookplaat.
Raadpleeg het hoofdstuk Instellingen, ‘Maximaal totaalvermogen’.
• Wanneer het vermogen is ingesteld op < 7,4, dan hebben de kookzones aan de rechterzijde
invloed op elkaar. Ook de kookzones aan de linkerkant beïnvloeden elkaar.
Het vermogen wordt automatisch verdeeld wanneer deze kookzones tegelijkertijd worden
gebruikt. Tot en met instelling 9 heeft dit geen gevolgen.
▷Als het maximale vermogen is bereikt, klinkt er een geluidssignaal.
• Als een van de kookzones is ingesteld op boost en u wilt de andere zone op instelling 9 of
boost zetten, schakel dan eerst de kookzone die op boost is gezet, terug naar een lagere
instelling.

NL 11
• De kookzones links en rechts beïnvloeden elkaar niet. U kunt één kookzone aan de
linkerzijde of één kookzone aan de rechterzijde instellen op boost. Als het maximaal
totaalvermogen P0 is ingesteld op 3,7 of lager, dan hebben de kookzones aan de linkerzijde
en rechterzijde invloed op elkaar.
Als het maximale vermogen is bereikt, klinkt er een geluidssignaal.
Functies voor smelten/warm houden
De functies voor smelten en warm houden zijn bedoeld voor het opwarmen van voedsel en het in
stand houden van een bepaalde temperatuur.
• Smelten
▷Een temperatuur van 42 °C (+/- 5 °C) wordt in stand gehouden om voedsel te smelten
(afhankelijk van de kwaliteit van het gebruikte kookgerei).
• Warm houden
▷Een temperatuur van 70 °C (+/- 5 °C) wordt in stand gehouden om voedsel warm te
houden (afhankelijk van de kwaliteit van het gebruikte kookgerei).
Automatisch opwarmen
Met deze functie wordt de kookzone op niveau 9 voorverwarmd zodat deze snel op de gewenste
temperatuur is. Na verloop van een bepaalde tijd keert het vermogensniveau weer terug naar
het ingestelde vermogen. Deze functie kan voor elke zone worden ingeschakeld en voor alle
vermogensinstellingen, behalve ‘9’ en boost.
Kookniveau Tijdsinterval (seconden), kookzone schakelt naar de gekozen instelling
1 40
2 70
3 120
4 180
5 260
6 430
7 120
8 195
Pauzefunctie
De pauzefunctie kan alleen worden gebruikt wanneer er minimaal één zone is ingeschakeld.
De maximale duur van de onderbreking is 10 minuten. Na 10 minuten in de pauzestand wordt de
kookplaat uitgeschakeld. Het koken kan binnen 10 minuten worden hervat door de pauzetoets
aan te raken.
Met de pauzefunctie geactiveerd:
• Alle timers (ook de kookwekker) die zijn ingesteld voordat de pauze werd ingeschakeld,
worden uitgeschakeld tijdens de pauzeperiode en worden weer ingeschakeld wanneer de
pauzefunctie wordt gestopt.
GEBRUIK

NL 12
GEBRUIK
Meldingen op het display
Op
display
Status
Vermogen van kookzone: 1 = lage instelling, 9 = hoge instelling
Geen (geschikte) pan op kookzone (pandetectiesymbool)
koppelfunctie Bridge kookzones geselecteerd (afhankelijk van model)
Automatische verhitting geselecteerd
Smeltfunctie geselecteerd
Warmhoudfunctie geselecteerd
Kinderslotfunctie geselecteerd
Restwarmte-indicator: de kookplaat heeft voor elke kookzone een
restwarmte-indicator waarmee wordt aangegeven welke kookzone nog
warm is. Ondanks dat de kookplaat is uitgeschakeld, blijft de indicator H
zichtbaar zolang de kookzone warm is! Raak de kookzones niet aan
wanneer deze indicator brandt. Gevaar! Risico op brandwonden.
Foutcode: zie de probleemoplossingstabel
Foutcode: zie de probleemoplossingstabel
Kookwekker/keukenwekker
• U kunt voor elke actieve kookzone een kookwekker instellen.
• De kookplaat heeft ook een keukenwekker. Zowel de kookwekker als de keukenwekker kan
op maximaal 99 minuten worden ingesteld.
• De keukenwekker werkt op dezelfde manier als de kookwekker, maar is niet aan een
kookzone gekoppeld. Wanneer de kookplaat wordt uitgeschakeld, loopt de keukenwekker
door.
• De keukenwekker kan alleen worden uitgeschakeld of aangepast wanneer de kookplaat is
ingeschakeld.
Selecteer de gewenste functie:
• Kookwekker : de wekker is gekoppeld aan een actieve kookzone. Nadat de ingestelde tijd
is verstreken, wordt de kookzone automatisch uitgeschakeld.
• Keukenwekker : geen van de kookzones wordt uitgeschakeld nadat de ingestelde tijd is
verstreken. Er klinkt alleen een alarm.
▷Druk op een willekeurige toets om het alarm te stoppen.

NL 13
Functietabel
Functie Te gebruiken
toets(en)
Beschrijving
Aan/Uit-
toets /
kinderslot
Aan/Uit-functie; hiermee kan de inductiekookplaat worden
in- of uitgeschakeld.
Kinderslotfunctie; door de kinderslotbeveiliging
te activeren, verhindert u dat het apparaat wordt
ingeschakeld, zodat wordt voorkomen dat kinderen het
apparaat gebruiken en mogelijk gewond raken. Kan alleen
worden geactiveerd wanneer geen kookzone geselecteerd
of actief is.
Timer
U kunt de timer afzonderlijk instellen voor elke actieve
kookzone. U kunt kooktijden tot 99 minuten programmeren.
Het timeralarm klinkt wanneer de ingestelde tijd is
verstreken. Het timeralarm stopt automatisch na twee
minuten of wanneer een willekeurige toets wordt
aangeraakt. De kookzone wordt automatisch uitgeschakeld
wanneer de ingestelde tijd is verstreken. Wanneer er
geen kookzone is geselecteerd, werkt de timer als een
keukenwekker (geen automatische uitschakeling).
Pauzeren
Wanneer Pauzeren is geactiveerd, wordt de
vermogensstand van alle gebruikte kookzones verlaagd
tot ‘0’. Als u de pauzefunctie uitschakelt, wordt de vorige
vermogensstand van de kookzones hersteld. De kookplaat
gaat uit als de pauzefunctie niet binnen 10 minuten wordt
uitgeschakeld.
Smelten/
warm
houden
Functie voor smelten en warm houden; hiermee kan een
vaste temperatuur worden gehandhaafd om voedsel te
ontdooien of warm te houden. Raak de toets eenmaal aan
om de smeltfunctie te selecteren. Raak de toets tweemaal
aan om de warmhoudfunctie te selecteren.
GEBRUIK

NL 14
Kookinstellingen
Aangezien de instellingen afhankelijk zijn van de hoeveelheid en samenstelling van het gerecht in
de pan, geldt de onderstaande tabel alleen als richtlijn.
Gebruik de boost-instelling voor:
• snel aan de kook brengen van voedsel of vloeistof;
• slinken van groene groenten;
• verhitten van olie en vet;
• wokken.
Gebruik instelling 9 voor:
• aanbraden van vlees;
• bereiden van vis;
• bakken van omeletten;
• bakken van gekookte aardappelen;
• frituren van voedsel.
Gebruik instelling 7 en 8 voor:
• bakken van dikke pannenkoeken;
• bakken van dikke lappen gepaneerd vlees;
• bakken van bacon (vet);
• koken van rauwe aardappelen;
• bakken van wentelteefjes;
• bakken van gepaneerde vis;
• doorkoken van pasta;
• bakken van dunne (gepaneerde) lappen vlees.
Gebruik instelling 4-6 voor:
• doorkoken van grote hoeveelheden;
• ontdooien van harde groenten;
• bakken van dikke lappen gepaneerd vlees.
Gebruik instelling 1-3 voor:
• trekken van bouillon;
• stoven van vlees;
• zacht koken van groenten;
• smelten van chocolade;
• pocheren;
• smelten van kaas.
GEBRUIK

NL 15
Bereiding starten
Gebruik van de aanraaktoetsen
Plaats het uiteinde van uw vinger plat op de tiptoets. Oefen geen druk uit.
De tiptoetsen reageren op een lichte aanraking van het uiteinde van uw vinger.
Bedien de aanraaktoetsen alleen met uw vinger.
De tiptoets laat bij aanraking een kort geluidssignaal horen.
1. Raak de Aan/Uit-toets aan en houd deze vast totdat u een geluidssignaal hoort.
▷Het aan/uit-indicatielampje gaat branden.
▷Alle displays geven ‘0’ weer, wat aangeeft dat het toestel in stand-by stand staat.
2. Plaats een geschikte pan op een kookzone.
▷Zorg ervoor dat de onderzijde van de pan en het oppervlak van de kookzone schoon en
droog zijn.
• Raak de toets ‘+’ of ‘-’ van de gewenste kookzone aan.
▷Als u de toets ‘+’ voor de eerste keer aanraakt, wordt de instelling ‘9’ weergegeven.
▷Als u de toets ‘-’ voor de eerste keer aanraakt, wordt de instelling ‘4’ weergegeven.
▷Er klinkt een kort geluidssignaal.
▷De indicator van de vermogensstand knippert.
Wanneer het symbool voor pandetectie knippert:
• hebt u de pan niet op de juiste kookzone geplaatst;
• is de gebruikte pan niet geschikt voor inductiekoken;
• is de pan te klein of niet goed op de kookzone geplaatst.
▷De plaat wordt niet warm totdat er een geschikte pan op de kookzone is geplaatst.
▷Het display wordt na 2 minuten automatisch uitgeschakeld als er geen geschikte pan op
de plaat wordt gezet.
De kookplaat wordt automatisch uitgeschakeld als deze gedurende 10 seconden
niet wordt gebruikt.
BEDIENING

NL 16
Klaar met koken
• Zet de vermogensstand op nul (0) om de kookzone uit te schakelen. U kunt ook tegelijkertijd
op de toets ‘-’en ‘+’ drukken om de kookzone uit te schakelen.
• Schakel de kookplaat uit door de Aan/Uit-toets aan te raken.
of
Het symbool Hwordt weergegeven op het display van de kookzone, als die te heet is
om te worden aangeraakt. De letter verdwijnt wanneer het oppervlak is afgekoeld tot
een veilige temperatuur. U kunt ook energie besparen door een nog hete kookzone te
gebruiken om andere pannen te verwarmen.
‘Bridge’ kookzones (aanwezig afhankelijk van het model)
De Bridge induction zones kunnen aan elkaar gekoppeld worden. Hierdoor ontstaat één grote
zone die bijvoorbeeld kan worden gebruikt voor de grillplaat of een grote vispan op hetzelfde
vermogen. Wanneer de ‘Bridge’ inductiezones zijn gekoppeld, kunnen deze niet worden
ingesteld op boost. De pan moet groot genoeg zijn om het midden van de voorste en achterste
kookzones te bedekken.
De ‘Bridge’ kookzones koppelen
1. Druk op de Aan/Uit-toets.
2. Houd de toetsen ‘-’ van de linker en rechter kookzones tegelijkertijd gedurende 4 seconden
ingedrukt.
▷Het koppelfunctie symbool verschijnt op het display van de achterste zone om aan te
geven dat de twee kookzones zijn gekoppeld.
3. Stel het gewenste vermogen in voor de gekoppelde kookzones met de toetsen ‘-’ en ‘+’ op
de voorste kookzone.
BEDIENING

NL 17
Timerbediening
De keukenwekker gebruiken
1. Schakel de kookplaat in.
2. Raak de timertoets aan om de timer in te schakelen.
▷Op het display van de timer knippert ‘00’.
3. Selecteer binnen 10 seconden een kookduur met de toets '+'of '-’.
4. De keukentimer is ingesteld.
▷Wanneer de tijd is ingesteld, begint de timer direct met aftellen.
▷Het timeralarm klinkt wanneer de ingestelde tijd is verstreken.
▷Raak een willekeurige toets aan om het alarm te stoppen. De timer schakelt automatisch
uit na 2 minuten (uitschakeltijd kan worden aangepast; zie ‘Instellingen’).
▷Op het display wordt de resterende tijd weergegeven.
▷De keukenwekkerfunctie blijft actief zelfs als de kookplaat is uitgeschakeld.
▷De laatste minuut van de looptijd wordt in seconden weergegeven.
De kookwekker gebruiken
1. Schakel de kookplaat in en selecteer een vermogensstand.
2. Raak de timertoets aan om de timer in te schakelen.
▷Op het display van de timer knippert ‘00’.
3. Raak de timertoets opnieuw aan.
▷De stip van de betreffende kookzone naast het timerdisplay en de tijd knipperen.
▷Raak de timertoets zo vaak als nodig is aan om de kookzone te selecteren waarvoor u de
timer wilt instellen.
BEDIENING

NL 18
4. Selecteer binnen 10 seconden een kookduur met de toets '+'of '-’.
▷De stip van de betreffende kookzone naast het timerdisplay knippert.
5. De timer is ingesteld.
▷Nadat de ingestelde tijd is verstreken, schakelt de kookzone uit.
▷Het timeralarm klinkt wanneer de ingestelde tijd is verstreken.
▷Raak een willekeurige toets aan om het alarm te stoppen. Het alarm schakelt automatisch
uit na 2 minuten (de duur van het alarm kan worden aangepast; zie ‘Instellingen’).
De ingestelde kookduur wijzigen
U kunt de kooktijd op elk gewenst moment wijzigen.
1. Raak de timertoets zo vaak als nodig is aan om de zone te selecteren waarvoor u de timer
wilt aanpassen.
▷De zone wordt aangegeven met een knipperende stip naast het timerdisplay.
2. Raak de timertoets ‘-’ of ‘+’ aan om de tijd te wijzigen.
De resterende kooktijd controleren
Het timerdisplay toont alle timerinstellingen. De verschillende timerinstellingen worden
beurtelings met de klok mee getoond op het display.
1. Raak de timertoets zo vaak als nodig is aan om de zone te selecteren waarvoor u de
resterende tijd wilt bekijken.
▷De zone wordt aangegeven met een knipperende stip naast het timerdisplay.
▷Op de timer wordt de resterende tijd van de geselecteerde kookzone weergegeven.
De timer uitschakelen
Voer de volgende stappen uit om de timer uit te schakelen voordat de ingestelde tijd is verstreken:
1. Raak de timertoets zo vaak als nodig is aan om de zone te selecteren waarvoor u de timer
wilt uitschakelen.
2. Raak de timertoetsen ‘-’ en ‘+’ tegelijkertijd aan.
▷De verlichte punt naast het display wordt uitgeschakeld.
BEDIENING

NL 19
De automatische opwarmfunctie inschakelen
1. Schakel de kookplaat in en zet een geschikte pan op een van de kookzones.
▷De kookzone moet zijn uitgeschakeld. Op het display verschijnt een nul (0).
2. Stel het vermogen in op ‘9’. Houd de toets ‘+’ ongeveer 3 seconden ingedrukt totdat u een
kort geluidssignaal hoort.
▷‘A’ en niveau ‘9’ knipperen afwisselend op het display.
3. Raak de toets ‘-’ aan om in te stellen met welk vermogensniveau u wilt koken nadat het
automatisch opwarmen is voltooid.
▷Als u de toets na 3 seconden loslaat, wordt de automatische opwarmfunctie geactiveerd.
▷‘A’ en het geselecteerde vermogensniveau knipperen afwisselend op het display.
4. Wanneer de tijd voor automatisch opwarmen is verstreken, schakelt de kookzone
automatisch over naar het geselecteerde vermogen.
▷Het geselecteerde vermogen wordt voortdurend op het display weergegeven.
5. Raak de toets ‘-’ aan om de automatische opwarmfunctie uit te schakelen of raak de
toetsen ‘-’ en ‘+’ tegelijkertijd aan om de kookzone uit te schakelen.
▷Raak de toets ‘+’ aan om de instelling voor de automatische opwarmfunctie te verhogen.
Koken pauzeren
1. Raak de pauzetoets aan.
▷Het lampje boven de pauzetoets knippert (samen met de vermogensinstelling).
2. Raak de pauzetoets opnieuw aan om de pauzefunctie uit te schakelen.
▷De kookplaat schakelt na 10 minuten automatisch uit als de pauzefunctie in de tussentijd
niet wordt uitgeschakeld.
De (kinder)slotfunctie gebruiken
1. Schakel de kookplaat uit.
2. Houd de Aan/Uit-toets ongeveer 3 seconden ingedrukt.
▷Op alle displays wordt nu ‘L’ weergegeven.
BEDIENING

NL 20
• De kookplaat is nu vergrendeld. Na 5 seconden wordt de kookplaat automatisch
uitgeschakeld.
• Houd de Aan/Uit-toets opnieuw circa 3 seconden ingedrukt om de vergrendeling weer uit te
schakelen.
▷Het kinderslot is nu niet meer actief.
Als het kinderslot is geactiveerd in het instellingenmenu (zie hoofdstuk ‘Instellingen’),
dan wordt de kookplaat automatisch vergrendeld wanneer deze wordt uitgeschakeld.
Herstelfunctie
Als de functie met de Aan/Uit-toets per abuis werd uitgeschakeld, kunnen met behulp van de
herstelfunctie alle instellingen worden teruggezet.
1. Raak binnen 5 seconden de Aan/Uit-toets aan.
2. Bevestig dat u door wilt gaan door de pauzetoets binnen 5 seconden aan te raken.
De smeltfunctie inschakelen
1. Schakel de kookplaat in en zet een geschikte pan op een van de kookzones.
2. Raak de toets voor smelten/warm houden eenmaal aan.
▷Het lampje voor smelten boven de toets gaat branden.
3. Raak de toets ‘-’ of ‘+’ van de gewenste kookzone aan.
▷De smeltfunctie is geselecteerd. Op het display verschijnt het symbool ‘u’.
4. Raak de toets ‘-’ of ‘+’ aan om de smeltfunctie uit te schakelen.
▷Nul (0) wordt op het display weergegeven.
De warmhoudfunctie inschakelen
1. Schakel de kookplaat in en zet een geschikte pan op een van de kookzones.
2. Raak de toets voor smelten/warm houden tweemaal aan.
▷Het lampje voor warm houden boven de toets gaat branden.
3. Raak de toets ‘-’ of ‘+’ van de gewenste kookzone aan.
▷De warmhoudfunctie is geselecteerd. Op het display verschijnt het symbool ‘U’.
4. Raak de toets ‘-’ of ‘+’ aan om de warmhoudfunctie uit te schakelen.
▷Nul (0) wordt op het display weergegeven.
BEDIENING
This manual suits for next models
6
Table of contents
Languages:
Other ETNA Hob manuals