ETNA KIF780 Series User manual

GEBRUIKSAANWIJZING
INSTRUCTIONS FOR USE
INDUCTIEKOOKPLAAT
INDUCTION HOB
KIF780--
KIF790--

NL 4
NL Handleiding NL 3 - NL 22
EN Manual EN 3 - EN 22
Gebruikte pictogrammen - Pictograms used
Belangrijk om te weten - Important information
Tip

NL 3
INHOUDSOPGAVE
Uw inductiekookplaat
Inleiding 4
Beschrijving 5
Bedieningspaneel 6
Meldingen op het display 7
Veiligheid
Temperatuurbeveiliging 8
Kookduurbegrenzer 8
Voor het eerste gebruik
Gebruik van de aanraaktoetsen en de schuifregelaar 9
Inductiegeluiden 9
Geschikte pannen 9
Pandetectie 10
Vermogen instellen 10
Kookinstellingen 11
Bediening
Inschakelen en vermogen instellen 12
Functie ‘Low range’ 12
Boostfunctie 13
Klaar met koken 13
Pandetectiesymbool 13
Bridge-inductiekookzones koppelen 14
Timerbediening 14
Vergrendelfunctie 15
De warmhoudfunctie inschakelen 16
De automatische opwarmfunctie inschakelen 16
Pauzefunctie 17
Vermogensbegrenzer
Vermogensbegrenzer 18
Onderhoud
Reiniging 19
Problemen oplossen
Algemeen 20
Probleemoplossingstabel 20
Technische specificaties
Informatie volgens verordening (EU) 66/2014 23
Milieuaspecten
Verpakking en apparaat afdanken 24

NL 4
Inleiding
Gefeliciteerd met uw keuze voor dit toestel. In het ontwerp van dit product heeft eenvoudige
bediening en optimale gebruiksvriendelijkheid centraal gestaan.
In deze handleiding leest u hoe u dit toestel het best kunt gebruiken. Naast informatie over de
bediening, vindt u hier ook achtergrondinformatie die u tijdens het gebruik van het toestel van
pas kan komen.
Lees eerst de separate veiligheidsinstructies voordat u het
toestel gebruikt.
Lees deze handleiding door voordat u het toestel in gebruik neemt, en berg de handleiding
daarna veilig op voor toekomstig gebruik.
Deze handleiding dient als referentie voor de servicedienst. Plak het typeplaatje in het
daarvoor bestemde kader, achter op de handleiding. Het typeplaatje bevat alle informatie die
de servicedienst nodig heeft om adequaat op uw vragen te reageren.
De installatie-instructies worden afzonderlijk meegeleverd.
Veel kookplezier!
Op onze website kunt u de meest recente versie van de gebruiksaanwijzing vinden.
UW INDUCTIEKOOKPLAAT

NL 5
Beschrijving
KIF780
KIF780DS
KIF790
1
1
1
1
1
1
4
4
4
2*
2*
2*
3*
3*
3*
2*
2*
2*
1. Bridge-inductiekookzone 210x180 mm / 2,2 kW - 3,6 kW (boost)
2. Kookzone ø 145 mm / 1,2 kW - 1,8 kW (boost)
3. Kookzone ø 210 mm / 2,2 kW - 3,6 kW (boost)
4. Bedieningspaneel
Deze kookzones zitten samen op 1 fase en beïnvloeden elkaar.
UW INDUCTIEKOOKPLAAT

NL 6
Bedieningspaneel
858 7 5 66 7 5 6 7 11102
31 4 5 6 7 5 6 7 12 139
1. Warmhoudtoets
2. Timerdisplay met indicatielampjes
3. Mintoets ‘-’ timer
4. Plustoets ‘+’ timer
5. Selectietoets kookzone
6. Kookzonedisplay
7. Boosttoets
8. Indicatielampje bridge-inductiekookzone
9. Schuifregelaar
10. Pauzetoets
11. Toets ‘Low range’ (koken met 9 lage tot gemiddelde vermogensstanden)
12. Vergrendeltoets
13. Aan-/uittoets
UW INDUCTIEKOOKPLAAT

NL 7
UW INDUCTIEKOOKPLAAT
Meldingen op het display
Display Beschrijving
Vermogensniveau ‘0’ voor een kookzone.
Ingesteld vermogensniveau van een kookzone:
1 = laag, 9 = hoog.
Ingesteld vermogensniveau in ‘Low range’ van een kookzone:
L1 = laag, L9 = gemiddeld.
Boostfunctie actief.
Geen (geschikte) pan op de kookzone (pandetectiesymbool).
Het vermogen van de kookzone wordt automatisch
verlaagd omdat het maximaal beschikbare vermogen wordt
overschreden.
Automatisch opwarmen is geactiveerd.
Warmhoudfunctie is geactiveerd; wordt automatisch op
ongeveer 72 °C gehouden.
Pauzefunctie geactiveerd; de kookplaat staat in de pauzestand.
Vergrendelingsfunctie is geactiveerd; het bedieningspaneel is
vergrendeld.
Restwarmte-indicator: de kookplaat heeft voor elke kookzone
een restwarmte-indicator waarmee wordt aangegeven welke
kookzone nog warm is. Hoewel de kookplaat is uitgeschakeld,
blijft indicator H zichtbaar zolang de kookzone warm is. Raak
de kookzones niet aan wanneer deze indicator brandt.
Gevaar! Risico op brandwonden.
Foutcode: zie hoofdstuk ‘Problemen oplossen’.
Foutcode: zie hoofdstuk ‘Problemen oplossen’.
De foutcode wordt afwisselend met het ingestelde
vermogensniveau op het kookzonedisplay weergegeven.

NL 8
Lees eerst de afzonderlijke veiligheidsinstructies
voordat u het apparaat in gebruik neemt!
Als de kookplaat voor de eerste keer op het elektriciteitsnet wordt aangesloten of na
een stroomstoring is de vergrendelfunctie actief. Raak eerst de vergrendeltoets aan
totdat het indicatielampje uit gaat. Nu kunt u de kookplaat inschakelen.
Temperatuurbeveiliging
Een sensor controleert continu de temperatuur van bepaalde onderdelen van de kookplaat.
Elke kookzone is voorzien van een sensor die continu de temperatuur van de bodem van de
pan controleert om risico op oververhitting te voorkomen wanneer een pan droogkookt. Bij een
te hoge temperatuur wordt het vermogen van de kookplaat automatisch verlaagd of wordt de
kookplaat automatisch uitgeschakeld.
Kookduurbegrenzer
De kookduurbegrenzer is een veiligheidsfunctie van uw kookplaat. Deze wordt
geactiveerd als u vergeet de kookplaat uit te schakelen. Afhankelijk van de gekozen
instelling wordt de kookduur als volgt begrensd:
Kookstand Maximale gebruikstijd (in uren)
Warmhoudfunctie 2
1 10
2 5
3 5
4 4
5 3
6 2
7 2
8 2
9 1
P (boost) 10 minuten (na 10 minuten wordt het vermogen verlaagd naar niveau 9)
VEILIGHEID

NL 9
VOOR HET EERSTE GEBRUIK
Gebruik van de aanraaktoetsen en de schuifregelaar
Plaats uw vingertop plat op een toets of op de schuifregelaar voor het beste resultaat. U hoeft
geen druk uit te voeren. De aanraaktoetsen reageren alleen op lichte druk van een vingertop.
Bedien de toetsen niet met andere objecten. Na activering van een toets of schuifregelaar
klinkt een geluidssignaal.
Inductiegeluiden
Een tikkend geluid
Dit wordt veroorzaakt door de vermogensbegrenzer op de linker- en rechterzones. Ook bij lagere
kookstanden kunt u een tikkend geluid horen.
Pannen maken geluid
Pannen kunnen tijdens het koken geluid maken. Dit wordt veroorzaakt door de energie die van
de kookplaat naar de pan stroomt. Bij hoge niveaus is dit bij sommige pannen een heel normaal
verschijnsel. Dit is niet schadelijk voor de pannen of de kookplaat.
De ventilator maakt geluid
Het toestel is voorzien van een ventilator om de levensduur van de elektronica te verlengen. Als u
het toestel intensief gebruikt, wordt de ventilator ingeschakeld om het toestel te koelen en hoort
u een zoemend geluid. De ventilator blijft nog enkele minuten doorwerken nadat de kookplaat is
uitgeschakeld.
Geschikte pannen
Voor inductiekoken moet een pan een dikke vlakke bodem hebben (minimaal 2,25 mm). Gebruik
pannen van magnetisch materiaal of pannen met een sandwichbodem. Andere pannen leveren
lagere prestaties. Pannen van koper, aluminium of keramisch materiaal zijn niet geschikt.
Gebruik alleen pannen met een vlakke bodem. Een holle of bolle bodem kan de werking
van de droogkookbeveiliging belemmeren; het toestel kan dan te warm worden. Dit
kan tot schade leiden. Schade, ontstaan door het gebruik van ongeschikte pannen of
droogkoken, valt buiten de garantie.
Pannen die op een gaskookplaat zijn gebruikt, zijn niet meer geschikt voor
inductiekoken.
Wees voorzichtig met dunne plaatstaal geëmailleerde pannen! Het emaille kan
beschadigen op een hoge stand wanneer de pan te droog is. Door te hoge
vermogensstanden kan de panbodem gemakkelijk kromtrekken.

NL 10
VOOR HET EERSTE GEBRUIK
Minimale pandiameter
• De minimale diameter van de panbodem:
▷90 mm voor een kookzone ø 145 mm
▷110 mm voor een kookzone ø 210 mm
▷110 mm voor een kookzone 210x180 mm
▷210 mm voor gekoppelde kookzones 210 x 380 mm
• U bereikt het beste resultaat met een pan van dezelfde diameter als de kookzone. Als de
pan te klein is, wordt de kookzone niet ingeschakeld.
Let op
Zandkorreltjes kunnen krasjes veroorzaken die niet meer te verwijderen zijn. Zet
daarom alleen pannen met een schone bodem op de kookplaat. Wij adviseren om
pannen op te tillen en niet te verschuiven over de kookplaat.
Pandetectie
• Als de kookplaat, na het instellen van het vermogen, geen (ijzerhoudende) pan detecteert,
gaat het symbool voor pandetectie op het display knipperen. De kookzone schakelt na
5 seconden uit.
• Haalt u tijdens het koken een pan van de kookzone af, dan verschijnt het pandetectie-
symbool. De kookzone schakelt uit. Het symbool verdwijnt als u de pan weer terug plaatst.
De kookzone schakelt weer in met het eerder ingestelde vermogensniveau.
Vermogen instellen
De kookzones hebben 10 vermogenniveaus (0-9) en een boostniveau (P). Met de functie ‘Low
range’ kunt u met kleinere stapjes nog 9 vermogensniveaus instellen. De niveaus in ‘Low range’
worden gebruikt voor koken met lage of gemiddelde temperaturen. Stel het vermogen in door
de regelaar aan te raken. Bij de eerste aanraking wordt het niveau ingesteld op het deel van de
regelaar dat u aanraakt. Door over de regelaar te vegen, verandert u de instelling. De stand wordt
hoger wanneer u naar rechts schuift. De stand wordt lager wanneer u naar links schuift. Als u uw
vinger van de regelaar haalt, begint de kookzone op de ingestelde stand te verwarmen.
Boostfunctie
U kunt de boostfunctie gebruiken om gedurende een korte periode (maximaal 10 minuten) op
het hoogste vermogensniveau te koken. Na het verstrijken van de maximale boosttijd wordt het
vermogen verlaagd naar stand 9.
Vermogensbegrenzer
De kookplaat is voorzien van een vermogensbegrenzer. Als het totale vermogen van de actieve
kookzones het maximaal beschikbare vermogen overschrijdt, wordt het vermogen automatisch

NL 11
verlaagd. In het display van de kookzone die in vermogen wordt verlaagd wordt 3 seconden
afwisselend het vermogen en ‘r’ getoond en er klinkt een geluidssignaal; het vermogen wordt dan
automatisch verlaagd naar het hoogste beschikbare vermogen. De zones links voor/links achter
en de zones op dezelfde fase beïnvloeden elkaar.
Kookinstellingen
Aangezien de instellingen afhankelijk zijn van de hoeveelheid en samenstelling van het gerecht in
de pan, geldt de onderstaande tabel alleen als richtlijn.
Gebruik de boost-instelling voor:
• snel aan de kook brengen van voedsel of vloeistof;
Gebruik instelling 9 voor:
• aanbraden van vlees;
• bereiden van vis;
• bakken van omeletten;
• bakken van gekookte aardappelen;
• frituren van voedsel.
Gebruik instelling 7 en 8 voor:
• bakken van dikke pannenkoeken;
• bakken van dikke lappen gepaneerd vlees;
• bakken van bacon (vet);
• koken van rauwe aardappelen;
• bakken van wentelteefjes;
• bakken van gepaneerde vis;
• doorkoken van pasta;
• bakken van dunne (gepaneerde) lappen vlees.
Gebruik instelling 4-6 / L6 - L9 voor:
• doorkoken van grote hoeveelheden;
• ontdooien van harde groenten;
• bakken van dikke lappen gepaneerd vlees.
Gebruik instelling 1-3 / L1 - L5 voor:
• trekken van bouillon;
• stoven van vlees;
• zacht koken van groenten;
• smelten van chocolade;
• pocheren;
• smelten van kaas.
VOOR HET EERSTE GEBRUIK

NL 12
Lees het hoofdstuk ‘Voor het eerste gebruik’ zorgvuldig door voordat u begint met
koken. Dit voorkomt onjuist gebruik van de kookplaat.
Inschakelen en vermogen instellen
Zorg ervoor dat de onderzijde van de pan en het oppervlak van de kookzone schoon en
droog zijn.
1. Plaats een pan op het midden van een kookzone.
2. Druk circa 1 seconde op de aan-/uittoets totdat u een geluidssignaal hoort.
▷Op alle kookzonedisplays verschijnt een ‘0’.
3. Druk op de selectietoets van de gewenste kookzone.
▷Het display van de geselecteerde kookzone blijft fel verlicht; gedurende 5 seconden blijft
de kookzone actief om een instelling te doen of een functie te kiezen.
▷De andere displays worden minder fel.
4. Gebruik de schuifregelaar om de gewenste stand in te stellen.
▷De kookzone start automatisch op het ingestelde niveau.
▷Alle displays worden weer fel verlicht.
▷Stel een hoger of lager vermogen in door de kookzone te selecteren met de
selectietoets en de schuifregelaar te gebruiken.
De kookplaat gaat uit als er binnen 10 seconden geen instelling wordt gedaan of een functie
wordt gekozen.
Functie ‘Low range’
Met de functie ‘Low range’ kunt u met kleine stapjes 9 vermogensniveaus instellen die worden
gebruikt voor het koken met lage of gemiddelde temperaturen. Door hiermee te experimenteren,
kunt u de perfecte instelling vinden die bij uw kookkunsten past.
1. Plaats een pan op het midden van een kookzone.
2. Druk circa 1 seconde op de aan-/uittoets totdat u een geluidssignaal hoort.
▷Op alle kookzonedisplays verschijnt een ‘0’.
3. Druk op de selectietoets van de gewenste kookzone.
▷Het display van de geselecteerde kookzone blijft fel verlicht. De andere displays worden
minder fel.
4. Druk op de toets ‘Low range’.
▷In de display verschijnt afwisselend een ‘L’ met de vermogensstand.
BEDIENING

NL 13
5. Gebruik de schuifregelaar om de gewenste stand in te stellen.
▷De kookzone start automatisch op het ingestelde niveau.
▷Alle displays worden weer fel verlicht.
6. Stel een hoger of lager vermogen in door de kookzone te selecteren met de selectietoets en
de schuifregelaar te gebruiken.
Boostfunctie
U kunt de boostfunctie gebruiken om max. 10 minuten op de hoogste kookstand te koken.
1. Druk op de selectietoets van de gewenste kookzone.
2. Raak de boosttoets van de gewenste kookzone aan om de boostfunctie te selecteren.
▷‘P’ verschijnt op het display.
▷Na het verstrijken van de maximale boosttijd wordt het vermogen verlaagd naar stand 9.
Klaar met koken
1. Zet het vermogensniveau op ‘0’ om een kookzone uit te schakelen.
2. Schakel de inductiekookplaat uit door circa 1 seconde op de aan-/uittoets te drukken.
Het symbool Hwordt weergegeven op het display van de kookzone, als die te heet is
om te worden aangeraakt. Het symbool verdwijnt wanneer het oppervlak is afgekoeld tot
een veilige temperatuur. U kunt ook energie besparen door een nog hete kookzone te
gebruiken om andere pannen te verwarmen.
Als alle kookzones ingesteld zijn op ‘0’ en er geen verdere handeling wordt
uitgevoerd, schakelt de kookplaat na 10 seconden automatisch uit.
Pandetectiesymbool
Wanneer het symbool voor pandetectie op het display verschijnt:
• hebt u de pan niet op de juiste kookzone geplaatst;
• is de gebruikte pan niet geschikt voor inductiekoken;
• is de pan te klein of niet goed op de kookzone geplaatst.
▷De kookzone werkt niet totdat er een geschikte pan op de kookzone is geplaatst.
BEDIENING

NL 14
Bridge-inductiekookzones koppelen
De Bridge inductie zones kunnen aan elkaar gekoppeld worden. Hierdoor ontstaat één grote
zone die bijvoorbeeld kan worden gebruikt voor de grillplaat of een grote vispan op hetzelfde
vermogen. De pan moet groot genoeg zijn om het midden van de voorste en achterste
kookzones te bedekken.
Bridge-inductiekookzones koppelen
De kookplaat is ingeschakeld en beide linker kookzones zijn uit (stand 0).
1. Plaats een pan op het midden van beide bridge-inductiekookzones.
2. Druk tegelijk op de selectietoetsen van beide linker kookzones.
▷Beide indicatielampjes van de bridge-inductiekookzones gaan knipperen.
3. Gebruik de schuifregelaar om het gewenste vermogen in te stellen voor de gekoppelde
kookzones, of druk op één van de boosttoetsen om boost in te schakelen voor de gehele
bridge-inductiekookzone.
▷De stand verschijnt op beide displays.
▷Beide indicatielampjes van de bridge-inductiekookzones branden continu.
▷Stel een hoger of lager vermogen in door de kookzone te selecteren met één van de
selectietoetsen en de schuifregelaar te gebruiken.
Bridge-inductiekookzones ontkoppelen
1. Druk tegelijk op de selectietoetsen van beide linker kookzones.
▷Beide indicatielampjes van de bridge-inductiekookzones gaan uit.
2. Zet het vermogensniveau op ‘0’ om de kookzones uit te schakelen.
Timerbediening
De timer is gekoppeld aan een actieve kookzone. Nadat de ingestelde tijd is verstreken, wordt
de kookzone automatisch uitgeschakeld. U kunt voor elke actieve kookzone een timer instellen.
1. Selecteer de gewenste kookzone en stel het vermogen in.
2. Raak de mintoets ‘-’ of plustoets ‘+’ van de timer aan.
▷Het indicatielampje bij de timer van de betreffende kookzone en het display van de timer
gaan knipperen.
3. Gebruik de mintoets ‘-’ of plustoets ‘+’ van de timer aan om de gewenste tijd in te stellen
(van 1 tot 99 minuten).
▷Het indicatielampje bij de timer van de betreffende kookzone blijft knipperen. De tijd telt
af.
▷De geselecteerde kookzone wordt automatisch uitgeschakeld zodra de ingestelde tijd is
verstreken.
▷Het alarm klinkt gedurende 1 minuut wanneer de ingestelde tijd is verstreken.
4. Raak de mintoets ‘-’ of plustoets ‘+’ van de timer aan om het alarm uit te schakelen.
BEDIENING

NL 15
Raak de kookzonetoets aan om de ingestelde tijd te bekijken voor deze kookzone. Het
indicatielampje bij de timer van de betreffende kookzone en de ingestelde tijd knipperen.
Gebruik de mintoets ‘-’ of plustoets ‘+’ van de timer om de ingestelde tijd te wijzigen.
Raak de kookzonetoets aan en raak dan tegelijk de mintoets ‘-’ en plustoets ‘+’ van de
timer aan om voortijdig de kookwekker uit te schakelen. U kunt ook de tijd in stellen op
‘00’.
Voor alle kookzones kan de timer worden ingesteld. Het timerdisplay toont altijd de timer
met de kortste tijd; het indicatielampje van de bijbehorende kookzone knippert.
Vergrendelfunctie
Door de vergrendelfunctie te activeren, kunt u de toetsen vergrendelen tijdens het gebruik van de
kookplaat. Alleen de aan-/uittoets en de vergrendeltoets zijn actief.
De kookplaat is ingeschakeld.
1. Druk circa 1 seconde op de vergrendeltoets totdat u een geluidssignaal hoort.
▷Het indicatielampje boven de vergrendeltoets gaat aan.
▷De vergrendelfunctie is geactiveerd.
▷Als u een toets aanraakt verschijnt ‘Lo’ in het display van de timer.
2. Druk weer circa 1 seconde op de vergrendeltoets totdat u een geluidssignaal hoort.
▷Het indicatielampje boven de vergrendeltoets gaat uit.
▷De vergrendelfunctie is gedeactiveerd.
Als de kookplaat wordt uitgeschakeld wanneer de vergrendelfunctie is geactiveerd,
blijft deze in het geheugen. Om energie te besparen gaat het indicatielampje boven
de vergrendeltoets na 5 seconden uit. Het indicatielampje gaat weer branden als
u de kookplaat weer aan wilt zetten. Raak eerst de vergrendeltoets aan totdat het
indicatielampje uit gaat. Nu kunt u de kookplaat weer inschakelen.
Als de kookplaat voor de eerste keer op het elektriciteitsnet wordt aangesloten of na
een stroomstoring is de vergrendelfunctie actief. Raak eerst de vergrendeltoets aan
totdat het indicatielampje uit gaat. Nu kunt u de kookplaat inschakelen.
BEDIENING

NL 16
De warmhoudfunctie inschakelen
Gebruik deze functie om voedsel na het koken warm te houden (op ongeveer 72 °C). Het is ook
mogelijk om met deze functie eten op te warmen (tot ongeveer 72 °C).
• Zo wordt voorkomen dat vloeistoffen overstromen en aan de bodem van de pan branden.
• Deze functie kan onafhankelijk van elkaar op alle kookzones worden gestart.
• Wanneer de pan van de kookzone wordt gehaald, blijft de warmhoudfunctie ongeveer
10minuten actief. De maximale duur van warmhouden is 2 uur.
1. Schakel de kookplaat in en selecteer de gewenste kookzone.
2. Raak de warmhoudtoets aan.
▷Het warmhoudsymbool ‘u’ verschijnt op het display. De warmhoudfunctie is
geselecteerd.
3. Stop de warmhoudfunctie door de kookzone te selecteren en de warmhoudtoets aan te
raken.
▷Stand ‘1’ verschijnt in de display.
De warmhoudfunctie stopt ook als u een ander vermogen instelt met de schuifregelaar of als u
een andere functie kiest voor de betreffende kookzone.
De automatische opwarmfunctie inschakelen
Met deze functie wordt de kookzone op het hoogste niveau ingesteld zodat uw pan snel op de
gewenste temperatuur is. Na verloop van een bepaalde tijd keert het vermogensniveau weer
terug naar het ingestelde vermogen. Deze functie is beschikbaar voor vermogensniveau 1 t/m 8.
Vermogensniveau Opwarmtijd
(minuten : seconden)
1 0:40
2 1:20
3 2:00
4 3:00
5 4:20
6 7:10
7 2:00
8 3:15
BEDIENING

NL 17
1. Schakel de kookplaat in en selecteer de gewenste kookzone.
2. Raak de schuifregelaar ten minste 3 seconden op het gewenste niveau aan (van 1 t/m 8).
▷In het display verschijnt een ‘A’ afgewisseld met het geselecteerde vermogensniveau.
▷Na afloop van de automatische opwarmtijd klinkt er een geluidssignaal en schakelt de
kookzone automatisch over naar het gekozen niveau, dat permanent op het display
wordt weergegeven.
3. Stop de automatische opwarmfunctie door de kookzone te selecteren en een lagere
vermogensstand in te stellen.
De automatische opwarmfunctie stopt ook:
• als vermogensniveau 9 wordt geselecteerd;
• een vermogensniveau wordt geselecteerd waarbij de opwarmtijd al is verstreken
(bijvoorbeeld vermogensniveau 7 of 8).
Pauzefunctie
U kunt het koken pauzeren in plaats van de kookplaat uit te zetten. Deze functie stopt de
kookactiviteit tijdelijk (max. 10 minuten); timers worden ook gepauzeerd. De kookplaat gaat uit
als de pauzefunctie niet binnen 10 minuten wordt uitgeschakeld.
1. Raak de pauzetoets aan.
▷In de displays van de kookzones verschijnt een animatie en het indicatielampje boven
de pauzetoets gaat knipperen. De kookplaat staat nu in de pauzestand.
▷Alleen de aan-/uittoets en de pauzetoets zijn actief.
2. Raak nogmaals de pauzetoets aan om de pauzefunctie uit te schakelen.
▷Het kookproces en de timers worden weer gestart.
BEDIENING

NL 18
Vermogensbegrenzer
Het instellen van de vermogensbegrenzer mag alleen worden uitgevoerd door een
erkende en gekwalificeerde installateur. Lees de veiligheidsvoorschriften en de
installatie-instructies zorgvuldig door.
De kookplaat is voorzien van een vermogensbegrenzer. Als het totale vermogen van de actieve
kookzones het maximaal beschikbare vermogen overschrijdt, wordt het vermogen automatisch
verlaagd. In het display van de kookzone die in vermogen wordt verlaagd wordt enige tijd
afwisselend het vermogen en ‘r’ getoond; het vermogen wordt dan automatisch verlaagd naar het
hoogste beschikbare vermogen.
De begrenzer is af fabriek ingesteld op 7200 W, maar het is mogelijk om deze instelling te
wijzigen (zie tabel).
Timerdisplay Instelling van de
vermogensbegrenzing
72 7200 W
68 6800 W
64 6400 W
60 6000 W
Voer de configuratie uit in minder dan 2 minuten na aansluiting op het
elektriciteitsnet. De kookplaat moet ontgrendeld zijn en alle zones uitgeschakeld.
1. Raak gelijktijdig de mintoets ‘-’ en plustoets ‘+’ van de timer en de pauzetoets aan.
▷Er klinkt een geluidssignaal en het timerdisplay toont de huidige instelling van de
vermogensbegrenzer.
2. Selecteer een andere instelling met de mintoets ‘-’ of plustoets ‘+’ van de timer.
3. Raak nogmaals gelijktijdig de mintoets ‘-’ en plustoets ‘+’ van de timer en de pauzetoets
aan om de instelling te bevestigen.
▷De kookplaat schakelt uit.
VERMOGENSBEGRENZER

NL 19
Reiniging
Dagelijkse reiniging
• Hoewel overgekookt voedsel niet kan inbranden in het glas, verdient het aanbeveling de
kookplaat direct na gebruik schoon te maken.
• Voor de dagelijkse reiniging kunt u het best een vochtige doek met een mild reinigingsmiddel
gebruiken.
• Maak de glasplaat droog met een stuk keukenpapier of met een droge handdoek.
Hardnekkige vlekken
• Ook hardnekkige vlekken zijn te verwijderen met een mild reinigingsmiddel, bijvoorbeeld
afwasmiddel.
• Verwijder watervlekken en kalkaanslag met azijn.
• Metaalsporen (ontstaan door schuiven van pannen) zijn vaak lastig te verwijderen.
Hiervoor zijn speciale producten verkrijgbaar.
• Verwijder voedselresten met een glasschraper. Ook gesmolten kunststof en suiker kunt u
het beste verwijderen met een glasschraper.
Nooit gebruiken!
• Gebruik nooit schuurmiddelen. Deze laten krassen achter waarin vuil en kalkaanslag zich
kunnen ophopen.
• Gebruik nooit scherpe voorwerpen zoals staalwol of schuursponsjes.
ONDERHOUD

NL 20
Algemeen
Schakel de kookplaat onmiddellijk uit als u een barst in het glas ziet (hoe klein ook). Haal de
stekker uit het stopcontact of zet de (automatische) zekering(en) in de meterkast uit. Bij een
permanente aansluiting zet u de stroomtoevoer op nul. Neem contact op met de serviceafdeling.
Probleemoplossingstabel
Als het toestel niet naar behoren werkt, betekent dit niet altijd dat het defect is.
Probeer het probleem eerst zelf op te lossen door de onderstaande punten na te lopen.
U kunt voor meer informatie ook terecht op de website.
Symptoom Mogelijke oorzaak Oplossing
Het display gaat branden
wanneer de kookplaat
de eerste keer wordt
ingeschakeld.
Dit is de normale
opstartroutine.
Normale werking.
De ventilator blijft nog enkele
minuten doorwerken nadat de
kookplaat is uitgeschakeld.
De kookplaat koelt af. Normale werking.
In het begin is het mogelijk
dat u een lichte geur ruikt.
Het nieuwe toestel wordt
opgewarmd.
Dit is normaal en verdwijnt
nadat het toestel een aantal
keer is gebruikt. Ventileer de
keuken.
De pannen maken geluid
tijdens het koken.
Dit wordt veroorzaakt door de
energie die van de kookplaat
naar de pan stroomt.
Bij hoge instellingen is dit
bij bepaalde pannen een
heel normaal verschijnsel.
Dit is niet schadelijk voor de
pannen of de kookplaat.
U hebt een kookzone
ingeschakeld maar
het display toont .
De gebruikte pan is niet
geschikt voor inductiekoken
of heeft een te kleine
diameter.
Gebruik een geschikte pan.
Er staat geen (geschikte) pan
op de kookzone.
Een kookzone stopt
plotseling en u hoort een
signaal.
De vooraf ingestelde tijd is
verstreken.
Normale werking.
De kookplaat werkt niet en
er verschijnt niets op het
display.
Er is geen stroom vanwege
een defecte kabel of defecte
aansluiting.
Controleer de zekeringen en
de elektriciteitsschakelaar (bij
een vaste aansluiting).
PROBLEMEN OPLOSSEN
This manual suits for next models
2
Table of contents
Languages:
Other ETNA Hob manuals

ETNA
ETNA KEV158WIT User manual

ETNA
ETNA AKI671 Series User manual

ETNA
ETNA T006HRVSBA1 User manual

ETNA
ETNA A126VWRVS User manual

ETNA
ETNA T303ZT/E2 User manual

ETNA
ETNA KI160ZT User manual

ETNA
ETNA KIS560ZT User manual

ETNA
ETNA KIF470 Series User manual

ETNA
ETNA EFG507WIT User manual

ETNA
ETNA KG560RVS User manual